Tijdelijke vrijstellingsregeling gasverdoving biggen 2008

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 augustus 2008, nr. TRCJZ/2008/2311, houdende vrijstelling van een diergeneesmiddel ter algehele verdoving van biggen in verband met castratie (Tijdelijke vrijstellingsregeling gasverdoving biggen 2008)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 29, eerste lid, 30, vierde lid, en 45, eerste en derde lid, van de Diergeneesmiddelenwet en artikel 7, derde lid, van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde;

Besluit:

Artikel 1

Van het verbod, gesteld in artikel 2, eerste lid, van de Diergeneesmiddelenwet wordt vrijstelling verleend voor het toepassen van het gasmengsel CO2/O2 als diergeneesmiddel ter algehele verdoving van biggen en voor het met het oog daarop voorhanden of in voorraad hebben en afleveren van dit middel, onder de voorschriften, gesteld in de artikelen 2 tot en met 6.

Artikel 2

Het toepassen van het gasmengsel, bedoeld in artikel 1, geschiedt ten behoeve van castratie van biggen die niet ouder zijn dan zeven dagen en voorafgaand aan die castratie.

Castratie wordt uitgevoerd onder volledige verdoving.

Artikel 3

Het gasmengsel, bedoeld in artikel 1, bestaat uit een gasmengsel van 70% CO2 en 30% O2.

Artikel 4

Het gasmengsel, bedoeld in artikel 1, wordt toegepast door middel van een gasverdovingsapparaat. Het gasverdovingsapparaat, bedoeld in het eerste lid, is voorzien van een zodanige beveiliging dat biggen voldoende lang aan het gasmengsel worden blootgesteld om de castratie onder volledige verdoving te kunnen uitvoeren en dat biggen niet langer dan twee minuten aan het gasmengsel worden blootgesteld.

Artikel 5

Degene die het gasverdovingsapparaat, bedoeld in artikel 4, bedient, heeft zich voorafgaand laten scholen in het verantwoord toepassen van het gasmengsel, bedoeld in artikel 1, bij biggen met dit apparaat.

Artikel 6

De eigenaar of houder van biggen meldt vermoedelijke bijwerkingen aan het Bureau Diergeneesmiddelen van het secretariaat van het College ter beoordeling van geneesmiddelen, bedoeld in artikel 8, van de Geneesmiddelenwet.

Artikel 7

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstellingsregeling gasverdoving biggen 2008.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Toelichting

In november 2007 hebben LTO Nederland, de Nederlandse Vakbond Varkenshouders, de Centrale Organisatie voor de Vleessector en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel de zogenaamde Verklaring van Noordwijk ondertekend. Deze partijen streven er naar per 1 januari 2015 te stoppen met het castreren van biggen. Vooruitlopend hierop hebben Nederlandse supermarkten afgesproken dat zij in de tussentijd slechts vers varkensvlees zullen verkopen van verdoofd gecastreerde biggen.

Ik ondersteun de ambitie die ten grondslag ligt aan de gemaakte afspraken. Op grond van deze vrijstellingsregeling is het dan ook toegestaan dat ter algehele verdoving van biggen voorafgaand aan castratie gebruik wordt gemaakt van het gasmengsel 70% CO2 en 30% O2. Dit gasmengsel is in Nederland niet als diergeneesmiddel geregistreerd. In diverse wetenschappelijke studies is aangetoond dat dit gasmengsel een betere werking heeft dan soortgelijke gasverdovingsmiddelen waarvoor wel een registratie is afgegeven. Bovendien is dit gasmengsel goedkoper en beter beschikbaar.

Het diergeneesmiddel valt niet onder het kanalisatieregime van hoofdstuk IV van de Diergeneesmiddelenwet en kan zonder tussenkomst van een dierenarts worden afgeleverd aan houders van dieren. Varkenshouders mogen derhalve ook zelf de gasverdoving toepassen. Hiervoor zijn gasverdovingsapparaten ontwikkeld. De eisen die daaraan in deze regeling worden gesteld zijn tweeerlei. De apparaten dienen, in het kader van veiligheid voor mens, dier en milieu, een ‘dubbele beveiliging’ te bevatten. In de eerste plaats gaat dit om een voorziening die ervoor zorgt dat biggen voldoende lang aan het gasmengsel zijn blootgesteld zodat volledige verdoving kan worden bereikt. In de tweede plaats dienen de apparaten een zodanige beveiliging te hebben dat biggen niet langer dan twee minuten aan het gasmengsel worden blootgesteld.

Ook vanuit de Integraal KetenBeheersingssystemen (IKB Varken en IKB Nederland Varkens) worden deze eisen, naast een aantal andere voorwaarden, gesteld.

Personen die het gasverdovingsapparaat bedienen, zijn verplicht daartoe een cursus te hebben gevolgd. Een zodanige cursus is voorbereid door een samenwerkingsverband tussen LTO, NVV en de KNMvD in samenspraak met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Na deelname ontvangen betrokkenen een certificaat van deelname, mede met het oog op controle van dit voorschrift. De varkenshouder is verplicht om bijwerkingen, waarvan het vermoeden bestaat dat deze kunnen samenhangen met het gebruikte gasmengsel of het gebruikte gasverdovingsapparaat te melden aan het Bureau Diergeneesmiddelen van het Agentschap College ter beoordeling van geneesmiddelen. Op deze wijze kan inzicht worden verkregen in mogelijke onvoorziene bijwerkingen. Dit is van belang omdat er nog geen uitgebreide ervaring met gasverdoofd castreren is opgedaan. De meldingen worden gebruikt voor het evalueren van deze verdovingsmethode op veiligheid en effectiviteit.

Het Bureau Diergeneesmiddelen heeft voor het doen van meldingen een formulier beschikbaar op zijn website: www.cbg-meb.nl, Geneesmiddelen voor Dieren.

De regeling is tijdelijk. Zij vervalt per 1 januari 2015. De verwachting bestaat dat op dat moment al een praktijk is ontstaan dat alle biggen verdoofd worden gecastreerd of dat castratie is gestopt. Ook zal dan, mede op basis van de ervaringen die in Nederland met deze regeling worden opgedaan, naar verwachting in Europees verband besluitvorming hebben plaastgevonden over een verplichting tot het verdoofd castreren van biggen. Dit zal er dan toe leiden dat zodanige verbod ook in de Nederlandse wetgeving wordt verankerd. In alle geval zal zorg gedragen worden voor blijvende mogelijkheden tot verdoving van biggen ten behoeve van castratie.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven