Wijziging Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 augustus 2008, nr. VGP/VV2872526, houdende wijziging van de Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen in verband met verordening (EG) 396/2005

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op:

–verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 februari 2005 (PbEU L 70) tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorspong en houdende wijziging van richtlijn 91/414/EG van de Raad; en

–artikel 13a, derde lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen

Besluit:

Artikel I

De Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder a, wordt ‘Warenwetregeling Zuigelingenvoeding’ vervangen door: Warenwetregeling zuigelingenvoeding 2007.

2. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

3. Deze regeling is niet van toepassing op bestrijdingsmiddelenresiduen die vallen onder de werkingssfeer van verordening (EG) 396/2005.

B

Artikel 1a vervalt.

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Producten, bedoeld in artikel 49, eerste lid, van verordening (EG) 396/2005, voldoen aan de Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen zoals die onmiddellijk voor 1 september 2008 luidde.

D

Bijlage II komt te luiden:

Bijlage II

Deze bijlage behoort bij de artikelen 1, eerste lid, en 2, van de Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen.

Inleidende opmerkingen

1. De aanduiding * achter een toelaatbare hoeveelheid betekent dat een bestrijdingsmiddel op een eet- of drinkwaar al dan niet gebruikt mag worden zonder dat een aantoonbaar residu achterblijft. De opgegeven waarde, die de ondergrens van de bepaling aangeeft, wordt beschouwd als de hoogste concentratie waarbij nog aan deze eis geacht wordt te zijn voldaan.

2. Voor zover van toepassing zijn ten aanzien van de in de eerste kolom genoemde bestrijdingsmiddelen de zouten en esters ervan inbegrepen.

Bestrijdingsmiddel, bestanddeel daarvan of omzettingsproduct

Omzettingsproducten inbegrepen in toegelaten maximumgehalten

Maximumgehalten aan residuen uitgedrukt als

Toegelaten maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

chlooramine – T

p-tolueensulfonamide

p-tolueensulfonamide

zie natrium-p-tolueensulfonchlooramide

p-chloor-m-cresol

geen

p-chloor-m-cresol

alle

0,1*

cloquintoceet-mexyl

5-chloor-8-quino-linyloxy-azijnzuur

cloquintoceet-mexyl

alle

0,1*

cresolen

geen

cresol

alle

0,1*

N,N-diallyldichlooraceetamide

geen

N,N-diallyldichlooraceetamide

alle

0,05*

dichloor-

isocyanuurzuur

isocyanuurzuur

isocyanuurzuur

zie isocyanuurzuur

fenchlorazool-ethyl

geen

fenchlorazool-ethyl

alle

0,1*

isocyanuurzuur

geen

isocyanuurzuur

alle

1*

jodium

jodide

jodium

melk

0,3

monobroomazijnzuur

geen

monobroomazijnzuur

alle

0,05*

natrium-p-tolueensulfonchlooramide

p-tolueensulfonamide

p-tolueensulfonamide

alle

0,1*1

perazijnzuur

geen

peroxide

zie peroxide

peroxide

geen

peroxide

alle

1*1

piperonyl-butoxide

geen

piperonyl-butoxide

noten

8

   

overig fruit

3

   

groenten

3

   

granen

10

   

oliehoudende zaden

8

   

tropische zaden

1

   

overige

0,05*

quaternaire ammoniumverbindingen

geen

cetryltrimethylammoniumchloride

alle

0,5*1

trichloorisocyanuurzuur

geen

isocyanuurzuur

zie isocyanuurzuur

waterstofperoxide

geen

peroxide

zie peroxide

1 Geldt uitsluitend voor residuen die het gevolg zijn van het gebruik als biocide.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Toelichting

Artikel I, onder D

De Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen1 stelt regels inzake residuen van bestrijdingsmiddelen die aanwezig mogen zijn op of in levensmiddelen. Deze regels geven uitvoering aan EG-richtlijnen, maar bevatten ook enkele nationale normen.

De onderlinge verschillen tussen de nationale maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen kunnen een belemmering vormen voor de handel in levensmiddelen tussen lidstaten onderling en tussen derde landen en de Gemeenschap. Naar het oordeel van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie is het daarom passend dat maximumresidugehalten (MRL’s) voor producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong op communautair niveau worden vastgesteld.

Op 16 maart 2005 is daartoe gepubliceerd verordening (EG) 396/20052 . De bijlagen II, III en IV, bij verordening (EG) 396/2005, zijn vastgesteld bij verordening (EG) 149/20083 . De aldus gewijzigde verordening (EG) 396/2005 bevat geharmoniseerde maximumgehalten voor residuen van bestrijdingsmiddelen in of op levensmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong. Verordening (EG) 396/2005 is met ingang van 1 september 2008 voluit van toepassing in de lidstaten van de Europese Unie. Bij artikel 48, eerste lid, van verordening (EG) 396/2005, worden de in de eerste alinea bedoelde EG-richtlijnen – eveneens per 1 september 2008 – ingetrokken.

Handelen in strijd met verordening (EG) 396/2005 is wat betreft levensmiddelen verboden bij artikel 2, dertiende lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen.

Verordening (EG) 396/2005 is bedoeld als totale harmonisatie, en laat dus geen ruimte voor het vaststellen of handhaven van nationale MRL’s voor zover die reeds onderwerp zijn van de verordening als omschreven in artikel 1 daarvan. De desbetreffende MRL’s in de Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen dienen per 1 september 2008 te vervallen. Artikel I, onder D, van deze regeling zorgt daarvoor.

In de gewijzigde bijlage II van de Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen zijn uitsluitend de MRL’s gehandhaafd die geen onderwerp van verordening (EG) 396/2005 zijn. De in bijlage II gehandhaafde MRL’s hebben daarom uitsluitend betrekking op het gebruik van bepaalde stoffen als biocide – zoals het ontsmetten van een apparaat dat in contact kan komen met levensmiddelen – en niet als gewasbeschermingsmiddel.

Artikel I, onder A

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt (artikel I, onder A, punt 1) de verwijzing in artikel 1, eerste lid, onder a, van de Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen, naar de inmiddels ingetrokken Warenwetregeling Zuigelingenvoeding, te vervangen door een verwijzing naar de daarvoor in de plaats getreden Warenwetregeling zuigelingenvoeding 2007.

In artikel I, onder A, punt 2 (artikel 1, derde lid, van de Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen) is tot uitdrukking gebracht dat de Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen (vanaf 1 september 2008) niet van toepassing is op bestrijdingsmiddelenresiduen die vallen binnen de werkingssfeer van verordening (EG) 396/2005.

Artikel I, onder B

Bij artikel I, onder B, is artikel 1a komen te vervallen. Het onderwerp van die bepaling is inmiddels namelijk geregeld bij artikel 48, tweede lid, van verordening (EG) 396/2005.

Artikel I, onder C

Artikel 49 van verordening (EG) 396/2005 stelt overgangsmaatregelen vast. Volgens de Commissie van de Europese Gemeenschappen4 dient artikel 49, eerste lid, zodanig te worden uitgelegd dat ten aanzien van producten die vóór 1 september 2008 rechtmatig zijn geproduceerd of ingevoerd in de Europese Unie, de lidstaten de nationale wetgeving in stand moeten houden die daarop vóór 1 september 2008 van toepassing was. Artikel I, onder C (artikel 3 van de Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen) zorgt daarvoor. Handelen in strijd met het nieuwe artikel 3 is verboden bij artikel 2, eerste en derde lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen.

Regulier Overleg Warenwet

Het ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)5 . Deze consultatie heeft ertoe geleid dat enkele MRL’s uit de oorspronkelijke bijlage II zijn gehandhaafd en dat deze regeling niet – zoals oorspronkelijk de bedoeling was – in haar geheel is ingetrokken.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

  • 1

    Stcrt. 1984, 54; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 18 februari 2008, Stcrt. 39.

Naar boven