Mandaatregeling Staatsbosbeheer

Besluit van de directeur Staatsbosbeheer van 18 december 2007 houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan functionarissen bij Staatsbosbeheer

De directeur Staatsbosbeheer,

Overwegende

- dat ingevolge artikelen 13 lid 3 van de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer van 11 september 1997 (Stbl. 1997, 514) Staatsbosbeheer in en buiten rechte wordt vertegenwoordigd door de directeur;

- dat het wenselijk is om nader aan te duiden functionarissen bij Staatsbosbeheer de bevoegdheid te verlenen om namens de directeur Staatsbosbeheer in bepaalde aangelegenheden besluiten te nemen, privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten of andere handelingen te verrichten;

Gelet op

- de artikelen 3, 13 en 16 van de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer van 11 september 1997 (Stbl. 1997, 514), in werking getreden bij KB van 15 december 1997 (Stbl. 1997, 678);

- Hoofdstuk 9 en de artikelen 10:1. e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

- Titel 3 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

- de Ambtenarenwet en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen;

Besluit:

Paragraaf 1: Definities

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. medewerker: een persoon die op basis van aanstelling, arbeidscontract, inhuur, detachering of interim functievervulling werkzaam is voor Staatsbosbeheer;

b. functionaris: een medewerker van Staatsbosbeheer die een bepaald soort functie uitoefent;

c. directeur: de directeur Staatsbosbeheer te Driebergen-Rijsenburg, bedoeld in artikel 13 lid 3 van de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer;

d. plaatsvervangend directeur: de plaatsvervangend directeur van Staatsbosbeheer te Driebergen-Rijsenburg;

e. directeur Concernstaf: de directeur van de Concernstaf van Staatsbosbeheer te Driebergen-Rijsenburg;

f. concerncontroller: het hoofd van Concerncontrol en Audit van Staatsbosbeheer te Driebergen-Rijsenburg;

g. regiodirecteuren: de regiodirecteur Noord te Groningen, de regiodirecteur Oost te Deventer, de regiodirecteur Zuid te Tilburg en de regiodirecteur West te Amsterdam;

h. hoofd Dienstverlening: het hoofd van Staatsbosbeheer Dienstverlening te Deventer;

i. hoofd Vastgoed: het hoofd van de divisie Vastgoed te Deventer;

j. clusterhoofden Concernstaf: het hoofd Personeel, Organisatie en Juridische Zaken, het hoofd Bedrijfseconomische Zaken, het hoofd Ontwikkeling en Beheer, het hoofd Communicatie en Marketing en het hoofd Informatie- en Communicatietechnologie, allen bij de Concernstaf Staatsbosbeheer te Driebergen-Rijsenburg;

k. districtshoofden: de districtshoofden bij de districten van Staatsbosbeheer;

l. bureauhoofden regio’s: de hoofden Bureau Bedrijfsvoering en de hoofden Bureau Ontwikkeling en Beheer bij de vier Staatsbosbeheer regio’s als bedoeld onder g;

m. hoofden productgroepen Staatsbosbeheer Dienstverlening: het hoofd productgroep Hout en het hoofd productgroep Buitenleven bij Staatsbosbeheer Dienstverlening te Deventer;

n. opzichters: de opzichters bij de beheerseenheden van Staatsbosbeheer;

o. boswachters: de boswachters bij de beheerseenheden van Staatsbosbeheer;

p. beheerders bezoekerscentra: de beheerders van de bezoekerscentra van Staatsbosbeheer; ten tijde van dit besluit zijn dit: ’Drents-Friese Wold’ te Appelscha, ’Boomkroonpad/Houtvester Kuhnhuis’ te Drouwen, ’Weerribben’ te Ossenzijl, ’Oostvaardersplassen’ te Lelystad, ’Sallandse Heuvelrug’ te Nijverdal, ’Zandenbos’ te Nunspeet, ’Biesbosch’ te Drimmelen, ’Mijl op zeven’ te Ospel, ’De Meinweg’ te Herkenbosch, ’Duinen van Texel’ te De Koog (Texel) en ’Het Zandspoor’ te Schoorl;

q. teamleiders: de leidinggevenden bij de teams bij de Concernstaf Staatsbosbeheer te Driebergen-Rijsenburg en bij de vier Staatsbosbeheer regio’s als bedoeld onder g;

r. projectleiders: medewerkers van Staatsbosbeheer die op basis van een door het bevoegde management goedgekeurd projectvoorstel zijn aangewezen om leiding te geven aan projecten.

Paragraaf 2: Mandaten, volmachten en machtigingen

Artikel 2

De plaatsvervangend directeur is bevoegd namens de directeur Staatsbosbeheer alle (rechts-) handelingen te verrichten waartoe de directeur Staatsbosbeheer bevoegd is, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten die door de plaatsvervangend directeur zelf zijn genomen krachtens het mandaat dat hem met deze regeling wordt verleend.

Artikel 3

1. De directeur Concernstaf, de concerncontroller, de regiodirecteuren en het hoofd Vastgoed zijn bevoegd namens de directeur Staatsbosbeheer:

a. overeenkomsten te sluiten tot verwerving en vervreemding van onroerende zaken en goederenrechtelijke overeenkomsten te sluiten betreffende de overdracht van onroerende zaken aan of door Staatsbosbeheer;

b. beperkte zakelijke rechten en persoonlijke gebruiksrechten op onroerende zaken te vestigen of verlenen, te wijzigen en/of te beëindigen;

c. (toekomstige) roerende zaken, te verwerven, te vervreemden, in gebruik te geven of in gebruik te nemen, voor zover het geen zaken en producten betreft als bedoeld in lid 2 onder c en d van dit artikel;

d. overeenkomsten te sluiten betreffende het verrichten van diensten en het tot stand brengen van werken voor Staatsbosbeheer;

e. overeenkomsten te sluiten inzake sponsoring;

f. subsidies aan te vragen;

g. vergunningen en ontheffingen aan te vragen en zo nodig ter zake bezwaar aan te tekenen of (hoger) beroep in te stellen;

h. zienswijzen en bezwaarschriften in te dienen met betrekking tot plannen, besluiten e.d. van derden - zowel overheden als particulieren - ter zake van de belangen van Staatsbosbeheer en verder al het noodzakelijke te verrichten in verband met de behandeling van dergelijke zienswijzen en bezwaarschriften, zoals het mondeling of schriftelijk toelichten daarvan;

i. bezwaarschriften in te dienen tegen opgelegde belastingaanslagen en heffingen, zoals gemeentelijke belastingen en waterschapsaanslagen;

j. (hoger) beroep in te stellen inzake de onder h en i genoemde onderwerpen of ter zake een voorlopige voorziening te vragen;

k. verzoeken aan de Minister van Verkeer en Waterstaat te richten om te bevorderen dat een Koninklijk Besluit tot stand komt houdende onttrekking van een weg aan het openbaar verkeer als bedoeld in artikel 8 lid 1 van de Wegenwet;

l. verzoeken aan de Minister van Verkeer en Waterstaat te richten om te bevorderen dat een Koninklijk Besluit tot stand komt houdende overdracht van het beheer of het onderhoud van waterstaatswerken als bedoeld in artikel 1 lid 2 en 3 van de Waterstaatswet 1900;

m. verzoeken te doen tot gezamenlijke Natuurschoonwet rangschikking;

n. alle taken en bevoegdheden op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (klachtbehandeling) uit te oefenen, behoudens voor zover het klachten (mede) omtrent zijn persoon betreffen;

o. besluiten te nemen inzake personele aangelegenheden, met uitzondering van:

- het aanstellen van bovenformatief personeel;

- het opleggen van disciplinaire straffen, zoals bedoeld in de artikelen 80 en 81 ARAR;

- schorsing en inhouding van bezoldiging, zoals bedoeld in de artikelen 91 en 92 ARAR;

- het beëindigen van dienstverbanden op grond van artikel 96, 96a, 96b, 97b, 98, 98a, 98b of 99 ARAR;

- het beslissen op bezwaarschriften inzake personele aangelegenheden;

p. samenwerkingsverbanden met derden aan te gaan of te verbreken op provinciaal, regionaal, lokaal of productniveau, waarmee invulling wordt gegeven aan de kerntaken van Staatsbosbeheer, voor zover zo’n samenwerking niet moet worden aangemerkt als zijnde van ingrijpende betekenis voor Staatsbosbeheer en voor zover met deze samenwerking voor Staatsbosbeheer een totaal financieel belang is gemoeid van minder dan € 100.000,- per jaar;

q. Staatsbosbeheer te vertegenwoordigen bij strafrechtelijke onderzoeken en in strafrechtelijke en civielrechtelijke procedures, waaronder begrepen het zich als benadeelde partij voegen in strafzaken.

2. Het hoofd Dienstverlening is bevoegd namens de directeur Staatsbosbeheer:

a. (rechts)handelingen te verrichten als bedoeld in het vorige lid onder a, b en d tot en met q;

b. (toekomstige) roerende zaken, te verwerven, te vervreemden, in gebruik te geven of in gebruik te nemen, onverminderd het nader bepaalde onder c en d;

c. overeenkomsten te sluiten met een transactiewaarde tot € 2.500.000,- en met een maximale looptijd van één jaar betreffende hout niet zijnde brandhout of biomassa;

d. overeenkomsten te sluiten met een transactiewaarde tot € 1.000.000,- en met een maximale looptijd van één jaar betreffende (te) ontgraven grond, biomassa en producten van de productgroep Buitenleven.

Artikel 4

1. De clusterhoofden Concernstaf, districtshoofden en bureauhoofden regio’s zijn bevoegd namens de directeur Staatsbosbeheer:

a. beperkte zakelijke rechten en persoonlijke gebruiksrechten op onroerende zaken te vestigen, te wijzigen en/of te beëindigen;

b. (toekomstige) roerende zaken, te verwerven, te vervreemden, in gebruik te geven of in gebruik te nemen, voor zover het geen zaken en producten betreft als bedoeld in lid 2 onder c;

c. overeenkomsten te sluiten betreffende het verrichten van diensten en het tot stand brengen van werken voor Staatsbosbeheer;

d. overeenkomsten te sluiten betreffende de inhuur van tijdelijke werkkrachten;

e. het aangaan of verbreken van samenwerkingsverbanden met derden op lokaal niveau, waarmee invulling wordt gegeven aan de kerntaken van Staatsbosbeheer, voor zover zo’n samenwerking niet moet worden aangemerkt als zijnde van ingrijpende betekenis voor Staatsbosbeheer en voor zover met deze samenwerking voor Staatsbosbeheer een totaal financieel belang is gemoeid van minder dan € 100.000,- per jaar.

2. De hoofden productgroepen Staatsbosbeheer Dienstverlening zijn bevoegd namens de directeur Staatsbosbeheer:

a. (rechts)handelingen te verrichten als bedoeld in het vorige lid onder a, c, d, en e;

b. (toekomstige) roerende zaken, te verwerven, te vervreemden, in gebruik te geven of in gebruik te nemen, onverminderd het nader bepaalde onder c;

c. overeenkomsten te sluiten met een transactiewaarde tot € 1.000.000,- en met een maximale looptijd van één jaar betreffende hout niet zijnde brandhout, (te) ontgraven grond, biomassa en producten van Staatsbosbeheer Buitenleven.

Artikel 5

1. De opzichters, boswachters, beheerders bezoekerscentra, teamleiders en projectleiders zijn bevoegd namens de directeur Staatsbosbeheer:

a. (toekomstige) roerende zaken te verwerven;

b. overeenkomsten te sluiten betreffende het verrichten van diensten en het tot stand brengen van werken voor Staatsbosbeheer.

2. De opzichters zijn daarnaast bevoegd namens de directeur Staatsbosbeheer:

a. persoonlijke gebruiksrechten op onroerende zaken te verlenen, te wijzigen en/of te beëindigen;

b. overeenkomsten te sluiten betreffende de verkoop van resthout en andere terreinproducten, niet zijnde producten als bedoeld in artikel 4 lid 2 onder c.

Paragraaf 3: Voorwaarden

Artikel 6

De in de artikelen 3, 4 en 5 verleende bevoegdheden zijn beperkt tot de terreinen die zijn gelegen in en zaken en aangelegenheden die betrekking hebben op de organisatorische eenheid waaraan de betreffende functionaris leiding geeft of waarvoor de betreffende functionaris werkzaam is.

Artikel 7

De in de artikelen 2 tot en met 5 verleende bevoegdheden omvatten tevens de bevoegdheid tot ondertekening van akten, beslissingen en overige ter zake doende stukken. In de daarvoor in aanmerking komende stukken dient tot uitdrukking te worden gebracht dat gehandeld wordt namens de directeur, bij voorkeur door ondertekening op de volgende wijze:

De directeur, namens deze,

<naam>,

<functie> <aanduiding organisatie onderdeel>,

Paragraaf 4: Overige bepalingen

Artikel 8

1. Wanneer dit om praktische redenen gewenst is, is het aan een in deze regeling genoemde functionaris toegestaan om aan een derde, al dan niet zijnde een medewerker van Staatsbosbeheer, voor een concreet geval een bijzondere volmacht of machtiging te verlenen om een in deze regeling aan hem, functionaris, toegekende bevoegdheid, niet zijnde een bevoegdheid tot het nemen van een publiekrechtelijk besluit, uit te oefenen.

2. Het is aan de in deze regeling genoemde functionarissen toegestaan om de aan hen in deze regeling verleende bevoegdheden schriftelijk over te dragen aan derden in geval van en voor de duur van afwezigheid, zoals bijvoorbeeld vakantie. Een bevoegdheidsoverdracht als hier bedoeld vindt alleen plaats aan een medewerker van Staatsbosbeheer.

Artikel 9

De Voorlopige regeling mandaat, volmacht en machtiging Staatsbosbeheer 2006 van 14 december 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 10

Deze regeling wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 11

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

Artikel 12

Deze regeling kan worden aangehaald als: Mandaatregeling Staatsbosbeheer 2008.

Driebergen, 18 december 2007.
C.J. Kalden,
directeur Staatsbosbeheer.

Naar boven