Splitsing en overdracht winningsvergunning L12b/L15b

5 augustus 2008

ET/EM / 8098812

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop:

- Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna genoemd NAM), Wintershall Noordzee B.V. (hierna genoemd Wintershall) en Burlington Resources Nederland Petroleum B.V. (hierna genoemd Burlington) (hierna gezamenlijk genoemd de vergunninghouder) zijn gezamenlijk de houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 16 januari 1990 met kenmerk: E/EAM/89106322 (Staatscourant 1990, nr. 14) verleende winningsvergunning voor koolwaterstoffen voor de blokdelen L12b/L15b, van het continentaal plat; de blokken zijn aangegeven op de als bijlage 2 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart;

- De vergunninghouder heeft bij brieven van 24 oktober 2007, 26 oktober 2007en 1 november 2007, allen ontvangen 26 november 2007, gevraagd op grond van artikel 19, aanhef en onder a, en op grond van artikel 20 van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 135 van het Mijnbouwbesluit, om splitsing van de vergunning, zodanig dat drie winningsvergunningen ontstaan, en aansluitend om overdracht van twee winningsvergunningen aan Tullow Oil UK Ltd (hierna genoemd) Tullow, waarbij Tullow wordt aangewezen als de persoon die de feitelijke werkzaamheden uitvoert of daartoe opdracht verleent, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Overwegingen:

- Deze winningsvergunning wordt op grond van artikel 143, tweede lid onder c, van de Mijnbouwwet beschouwd als een winningsvergunning als bedoeld in artikel 6 van de Mijnbouwwet;

- Voor een voorkomen waarvoor de opsporingsvergunning geldt, geldt niet ook een opslagvergunning (artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 7, tweede lid, van de Mijnbouwwet);

- De aanvraag wordt als volgt begrepen dat de huidige vergunninghouder allereerst vraagt om splitsing van de vergunning, op grond van artikel artikel 19, aanhef en onder a, van de Mijnbouwwet in drie winningsvergunningen met drie gebieden die tezamen hetzelfde gebied vormen als waarvoor de huidige, te splitsen, winningsvergunning geldt. Hiermee is voldaan aan de eis van artikel 135, derde lid, van de Mijnbouwwet;

- Op grond van artikel 135, tweede en vierde lid, van het Mijnbouwbesluit gelden na de splitsing van de te splitsen winningsvergunning voor de nieuwe winningsvergunningen dezelfde beperkingen en voorschriften als voor de te splitsen vergunning;

- Op basis van de huidige kennis leidt splitsing er niet toe dat een voorkomen in het oorspronkelijke vergunninggebied zich door deze splitsing in twee of meer nieuwe vergunningsgebieden zal bevinden. Hiermee is voldaan aan het gestelde in artikel 136 van het Mijnbouwbesluit;

- De aanvrager vraagt, na de splitsing van de huidige vergunning L12b/L15b in drie delen - te weten een vergunning voor blokdeel L15d (het zuidwestelijke deel van het huidige blokdeel L15b), een vergunning voor blokdeel L15b/L12b (het noordoostelijke deel van het huidige blokdeel L15b en het westelijk deel van het huidige blokdeel L12b) en een vergunning voor het blokdeel L12c (het oostelijke deel van het huidige blokdeel L12b) -, om toestemming voor overdracht van de vergunningen L15d en L12c, zodanig dat Wintershall, Burlington en Tullow gezamenlijk de nieuwe vergunninghouder worden van deze twee vergunningen en dat Tullow in beide vergunningen de persoon is die de feitelijke werkzaamheden uitvoert of daartoe opdracht verleent als bedoeld in artikel 22, vijfde lid van de Mijnbouwwet.

- Noch de technische of financiële mogelijkheden van de beoogde vergunninghouders, noch de wijze waarop zij voornemens zijn de winningsactiviteiten te verrichten, noch hun efficiëntie en verantwoordelijkheidszin bij winningsactiviteiten geven aanleiding de gevraagde toestemming tot overdracht te weigeren. Hiermee is voldaan aan het vereiste van artikel 20, eerste lid, Mijnbouwwet, in samenhang met artikel 9, eerste lid onder a tot en met c, van de Mijnbouwwet;

- Er bestaat evenmin reden de toestemming tot splitsing te weigeren op grond van artikel 141, eerste lid en onder a en b van het Mijnbouwbesluit.

Gelet op:

De artikelen 19, onder a, artikel 20, eerste en tweede lid en artikel 22, derde lid van de Mijnbouwwet, de artikelen 135, 136, 141, 142 en 143 van het Mijnbouwbesluit en de artikelen 1.3.7, derde lid, en 1.8.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel I

Artikel 1

De winningsvergunning voor de blokdelen L12b/L15b wordt gesplitst in drie winningsvergunningen voor vier blokdelen.

Artikel 2

Het eerste gebied, dat door de in artikel 1 bedoelde splitsing ontstaat zal worden aangeduid als blokdeel L12b. Dit blokdeel wordt begrensd door de breedtecirkel tussen punten I en K, door de grootcirkel tussen de punten J en K en door de cirkelboog met een straal van 8 zeemijl, waarvan het middelpunt ligt op 53° 15’ 06.000” NB en 04° 56’ 42.000” OL tussen de punten I en J. De coördinaten van eerder genoemde punten zijn:

I 53° 20’ 00.000” NB en 04° 46’ 10.356” OL

J De intersectie van de grootcirkel door het punt K en het hulppunt 1 met de cirkelboog met en straal van 8 zeemijl en het middelpunt op 53° 15’ 06.000” NB en 04° 56’ 42.000” OL, nabij: 53° 22’ 50.106” NB en 04° 53’ 21.857” OL

K 53° 20’ 00.000” NB en 04° 57’ 00.000” OL

Hulppunt 1 53° 22’ 50.000” NB en 04° 53’ 22.000” OL.

De oppervlakte van dit blokdeel bedraagt 36.65 km2.

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten, berekend volgens het stelsel van de Europese vereffening.

Artikel 3

Een tweede gebied, dat door de in artikel 1 bedoelde splitsing ontstaat, zal worden aangeduid als blokdeel L12c.

Blokdeel L12c (het oostelijke deel van het huidige blokdeel L12b) wordt begrensd door de breedtecirkel tussen de punten C en K, door de lengtecirkel tussen de punten A en B, door de grootcirkel tussen de punten J en K, door de cirkelboog met een straal van 8 zeemijl, waarvan het middelpunt ligt op 53° 15’ 06.000” NB en 04° 56’ 42.000” OL, tussen de punten A en J en door de lijn die is vastgelegd in de Bijlage bij de Mijnbouwwet tussen de punten B en C. De coördinaten van eerdergenoemde punten zijn:

A 53° 22’ 50.339” NB en 05° 00’ 00.000” OL

B De intersectie van de lengtecirkel door het punt A met de lijn die is vastgelegd in de Bijlage bij de Mijnbouwwet.

C De intersectie van de breedtecirkel door het punt K met de lijn die is vastgelegd in de Bijlage bij de Mijnbouwwet.

J De intersectie van de grootcirkel door het punt K en het hulppunt 1 met de cirkelboog met een straal van 8 zeemijl en het middelpunt op 53° 15’ 06.000” NB en 04° 56’ 42.000” OL, nabij: 53° 22’ 50.106” NB en 04° 53’ 21.857” OL

K 53° 20’ 00.000” NB en 04° 57’ 00.000” OL

Hulppunt1 53° 22’ 50.000” NB en 04° 53’ 22.000” OL

De oppervlakte van dit van dit blokdeel bedraagt 30.16 km2.

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten, berekend volgens het stelsel van de Europese vereffening.

Artikel 4

Het derde gebied, dat door de in artikel 1 bedoelde splitsing ontstaat, zal worden aangeduid als blokdeel L15b.

Blokdeel L15b (het noordoostelijke deel van het huidige blokdeel L15b) wordt begrensd door de breedtecirkel tussen de punten C en I, door de grootcirkel tussen de punten E en H, door de cirkelboog met een straal van 8 zeemijl, waarvan het middelpunt ligt op 53° 15’ 06.000” NB en 04° 56’ 42.000” OL, tussen de punten H en I en door de lijn die is vastgelegd in de Bijlage bij de Mijnbouwwet tussen de puntenparen C-D en D-E. De coördinaten van eerdergenoemde punten zijn:

C De intersectie van de breedtecirkel door het punt K met de lijn die is vastgelegd in de Bijlage bij de Mijnbouwwet.

D 53° 19’ 19.000” NB en 04° 56’ 12.000” OL

E De intersectie van de grootcirkel door het hulppunt 2 en het hulppunt 3 met de lijn die is vastgelegd in de Bijlage bij de Mijnbouwwet.

H De intersectie van de grootcirkel door het hulppunt 2 en het hulppunt 3 met de cirkelboog met een straal van 8 zeemijl en het middelpunt op 53° 15’ 06.000” NB en 04° 56’ 42.000” OL, nabij: 53° 18’ 55.230” NB en 04° 44’ 59.530” OL

I 53° 20’ 00.000” NB en 04° 46’ 10.356” OL

K 53° 20’ 00.000” NB en 04° 57’ 00.000” OL

Hulppunt 2 53° 16’ 12.000” NB en 04° 51’ 00.000” OL

Hulppunt 3 53° 18’ 55.000” NB en 04° 45’ 00.000” OL.

De oppervlakte van dit van dit blokdeel bedraagt 54.95 km2.

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten, berekend volgens het stelsel van de Europese vereffening.

Artikel 5

Het vierde gebied, dat door de in artikel 1 bedoelde splitsing ontstaat, zal worden aangeduid als blokdeel L15d.

Blokdeel L15d (het zuidwestelijke deel van het huidige blokdeel L15b) wordt begrensd door de grootcirkel tussen de punten E en H, door de cirkelboog met een straal van 8 zeemijl, waarvan het middelpunt ligt op 53° 15’ 06.000” NB en 04° 56’ 42.000” OL, tussen de punten G en H en door de lijn die is vastgelegd in de Bijlage bij de Mijnbouwwet tussen de puntenparen E-F en F-G. De coördinaten van eerdergenoemde punten zijn:

E De intersectie van de grootcirkel door het hulppunt 2 en het hulppunt 3 met de lijn die is vastgelegd in de Bijlage bij de Mijnbouwwet

F 53° 15’ 00.000” NB en 04° 49’ 00.000” OL

G 53° 11’ 15.589” NB en 04° 45’ 01.860” OL

H De intersectie van de grootcirkel door het hulppunt 2 en het hulppunt 3 met de cirkelboog met een straal van 8 zeemijl en het middelpunt op 53° 15’ 06.000” NB en 04° 56’ 42.000” OL, nabij: 53° 18’ 55.230” NB en 04° 44’ 59.530” OL

Hulppunt 2 53° 16’ 12.000” NB en 04° 51’ 00.000” OL

Hulppunt 3 53° 18’ 55.000” NB en 04° 45’ 00.000” OL

De oppervlakte van dit van dit blokdeel bedraagt 61.96 km2.

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten, berekend volgens het stelsel van de Europese vereffening.

Artikel II

Artikel 1

Aan Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna genoemd NAM), Wintershall Noordzee B.V. en Burlington Resources Nederland Petroleum B.V. gezamenlijk wordt een winningsvergunning voor koolwaterstoffen verleend. De vergunning geldt voor het gebied aan te duiden als blokdelen L12b en L15b, zoals aangegeven in Artikel I, onder artikel 2 en Artikel I, onder artikel 4.

Artikel 2

De vergunninghouder sluit met Energie Beheer Nederland B.V. een overeenkomst als bedoeld in artikel 90 van de Mijnbouwwet.

Artikel 3

NAM is de aangewezen persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 4

De vergunning geldt tot 12 maart 2030.

Artikel III

Artikel 1

Aan Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna genoemd NAM), Wintershall Noordzee B.V. en Burlington Resources Nederland Petroleum B.V. wordt een winningsvergunning voor koolwaterstoffen verleend voor het blokdeel L12c, zoals aangegeven in artikel I, onder 3.

Artikel 2

NAM is de aangewezen persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 3

De beoogde vergunninghouder sluit met Energie Beheer Nederland B.V. een overeenkomst als bedoeld in artikel 90 van de Mijnbouwwet.

Artikel 4

De vergunning geldt tot 12 maart 2030.

Artikel IV

Artikel 1

Aan Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna genoemd NAM), Wintershall Noordzee B.V. en Burlington Resources Nederland Petroleum B.V. wordt een winningsvergunning voor koolwaterstoffen verleend. De vergunning geldt voor het gebied aan te duiden als blokdeel L15d, zoals aangegeven in Artikel I onder artikel 5.

Artikel 2

NAM is de aangewezen persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 3

De vergunninghouder sluit met Energie Beheer Nederland B.V. een overeenkomst als bedoeld in artikel 90 van de Mijnbouwwet.

Artikel 4

De vergunning geldt tot 12 maart 2030.

Artikel V

Artikel 1

Aan de houder van de winningsvergunning L12c (zoals genoemd in Artikel III) wordt toestemming verleend tot overdracht van de vergunning, zodat Tullow Oil UK Ltd (hierna genoemd Tullow), Wintershall Noordzee B.V. en Burlington Resources Nederland Petroleum B.V. houder zullen worden van deze winningsvergunning.

Artikel 2

Tullow is de persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 3

Indien de vergunning niet binnen één jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk is overgedragen, vervalt deze toestemming.

Artikel 4

De vergunninghouder doet van de overdrachten onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken en aan Energie Beheer Nederland B.V., Postbus 19063, 3501 DB Utrecht.

Artikel VI

Artikel 1

Aan de houder van de winningsvergunning L15d (zoals genoemd in artikel IV) wordt toestemming verleend tot overdracht van de vergunning, zodat Wintershall Noordzee B.V., Tullow Oil Uk Ltd. (hierna genoemd Tullow) en Burlington Resources Nederland Petroleum B.V. houder zullen worden van deze winningsvergunning.

Artikel 2

Tullow is de persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 3

Indien de vergunning niet binnen één jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk is overgedragen, vervalt deze toestemming.

Artikel 4

De vergunninghouder doet van de overdrachten onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken en aan Energie Beheer Nederland B.V., Postbus 19063, 3501 DB Utrecht.

Artikel VII

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking bekend is gemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,namens deze:
J.C. De Groot,
directeur Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven