Toestemming overdracht opsporingsvergunning

Blokdeel A15a

6 augustus 2008

ET/EM/8103592

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop:

- Wintershall Noordzee B.V., Cirrus Energy Nederland B.V. en Dana Petroleum (E&P) Ltd. (hierna genoemd de vergunninghouder) zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 12-01-1999, kenmerk: E/EOG/MW/98086397 (Staatscourant 21-01-1999, nr. 14) verleende opsporingsvergunning voor een deel van blok A15 van het Continentaal Plat, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart, genaamd blokdeel A15a;

- Bovengenoemde vergunninghouder heeft per brief van 22-07-2008, ontvangen op 23-07-2008, gevraagd om toestemming, op grond van artikel 20, eerste lid van de Mijnbouwwet, voor overdracht van bovenbedoelde vergunning aan Cirrus, Dana en Venture Production Nederland B.V. (hierna genoemd Venture) en gevraagd om Venture aan te wijzen als de persoon die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht verleent, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet;

Overwegingen:

- Voor het blok waarvoor de opsporingsvergunning geldt, geldt niet ook een door een ander gehouden opslagvergunning (artikel 20, eerste lid, Mijnbouwwet in samenhang met artikel 7, tweede lid, Mijnbouwwet);

- De aanvraag wordt als volgt begrepen, dat de huidige vergunninghouder de vergunning wil overdragen, zodanig dat de beoogde vergunninghouder bestaat uit Cirrus, Dana en Venture gezamenlijk;

- Venture wordt aangewezen als de persoon die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht verleent, zoals bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet;

- Noch de technische of financiële mogelijkheden van de beoogde vergunninghouder, noch de wijze waarop hij voornemens is met de vergunning activiteiten te verrichten, noch zijn efficiëntie en verantwoordelijkheidszin bij opsporingsactiviteiten geven aanleiding de gevraagde toestemming te weigeren (artikel 20, eerste lid, Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder a tot en met c, Mijnbouwwet).

Gelet op:

- Artikel 20, eerste lid, artikel 22, derde en vijfde lid, van de Mijnbouwwet en artikel 1.3.7, derde lid, van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan de houder van de opsporingsvergunning voor blokdeel A15a, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 12-01-1999, kenmerk: E/EOG/MW/98086397 (Staatscourant 21-01-1999, nr. 14), wordt toestemming gegeven tot het doen overgaan van deze vergunning, zodanig dat Cirrus Energy Nederland B.V., Dana Petroleum (E&P) Ltd. en Venture Production Nederland B.V. gezamenlijk houder zullen worden van deze opsporingsvergunning.

Artikel 2

Venture Production Nederland B.V wordt aangewezen als de persoon bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 3

De vergunning dient binnen één jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

Artikel 4

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken en aan Energie Beheer Nederland B.V., Postbus 19063, 3501 DB Utrecht.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,namens deze:
A. Leenstra,
MT-lid directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP/L204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven