Verlenging geldigheidsduur opsporingsvergunning F17a

20 november 2008

Nr. ET/EM / 8182341

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop:

  • Wintershall Noordzee B.V., Grove Energy Limited (hierna genoemd Grove), GDF Production Nederland B.V., Rosewood Exploration Ltd. en DSM Energie B.V. zijn houder van de opsporingsvergunning voor een deel van blok F17 (F17a), welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling (Mbr, Stcrt. 2002, 245) gevoegde kaart.

  • Bij beschikking van 14-07-2005 (E/EP/5043342, Stcrt. 2005, nr.135) heeft de Minister van Economische Zaken aan Wintershall c.s. een opsporingsvergunning verleend voor de duur van 2 jaar nadat de beschikking onherroepelijk was geworden.

  • In deze periode hebben vergunninghouders studies verricht naar ondiepe en diepe voorkomens in dit en aanverwante vergunningsgebieden en is een boring verricht in het blokdeel F17a.

  • Deze studies en de resultaten van de boring rechtvaardigen verder opsporingsonderzoek.

  • Per brief van 30 september 2008 heeft Wintershall c.s. verzocht bovengenoemde termijn te verlengen.

Overwegingen:

  • Gelet op het bovenstaande bestaande en het belang van voortvarende opsporing is een verlenging van de vergunningduur met twee jaar aanvaardbaar.

Gelet op de artikelen 11, 12 en 18 van de Mijnbouwwet,

Besluit:

Artikel 1

In artikel 6 van de beschikking van 14-07-2005, kenmerk E/EP/5043342, Stcrt. 2005, nr. 135, wordt ‘vier jaren’ gewijzigd in ‘zes jaren’.

Artikel 2

Binnen twee jaar na de in werking treding van deze vergunning dient een boring te worden gezet.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

MT-lid Directie Energiemarkt,

Y. Peters.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/1410), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven