Besluit mandaat en machtiging inzake in- en uitvoer aan de Belastingdienst/Douane Noord 2008

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 11 juli 2008, nr. WJZ/8074651, houdende regels inzake mandaat en machtiging inzake in- en uitvoer aan de Belastingdienst/Douane Noord 2008

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de Minister van Financiën en van de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane Noord;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de Minister: de Minister van Economische Zaken;

b. de inspecteur: de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane Noord.

Artikel 2

1. Aan de inspecteur wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het verlenen van vergunningen op grond van de Sanctiewet 1977, het Besluit strategische goederen, het Algemeen douanebesluit en de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2006 houdende strafbaarstelling van ongeoorloofde overdracht van programmatuur en technologie van strategische goederen door middel van elektronische media, faxapparaten of telefoon (Stcrt. 245) en met het verlenen van ontheffingen op grond van de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens.

2. De Minister en de Staatssecretaris van Financiën maken omtrent de uitoefening door de inspecteur van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden nadere afspraken. De inspecteur neemt bij de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden deze afspraken in acht.

3. In het geval de Minister een mededeling aan de inspecteur doet dat een aangelegenheid als bedoeld in het eerste lid niet door hem zal worden behandeld, wordt ten aanzien van die aangelegenheid mandaat en machtiging verleend aan de directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen van het Ministerie van Economische Zaken.

4. De inspecteur kan van het aan hem verleende mandaat ondermandaat verlenen aan de onder hem ressorterende teamleiders en hun plaatsvervangers. Het verlenen van ondermandaat alsmede wijziging daarvan, geschiedt schriftelijk en wat de formulering betreft in overeenstemming met de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken.

5. Een afschrift van besluiten inzake ondermandaat als bedoeld in het vorige lid wordt gezonden aan de secretaris-generaal en aan de directeur Wetgeving en Juridisch Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en aan degenen aan wie krachtens het besluit ondermandaat is verleend.

Artikel 3

Het krachtens mandaat of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

(handtekening)

(naam functionaris)

(functie)

Artikel 4

De uit dit besluit voor de inspecteur voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op zijn plaatsvervanger, met uitzondering van de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat en wijzigingen daarvan.

Artikel 5

Het Besluit mandaat Belastingdienst/Douane Noord inzake in- en uitvoer wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2008.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging inzake in- en uitvoer aan de Belastingdienst/Douane Noord 2008.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20101, ALP L/204, 2500 EC ’s-Gravenhage.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 juli 2008.
De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

In het Besluit mandaat Belastingdienst/Douane Noord inzake in- en uitvoer is aan de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane Noord (hierna: de inspecteur) onder meer mandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het verlenen van vergunningen op grond van de In- en uitvoerwet.

Met ingang van 1 augustus 2008 wordt – door de inwerkingtreding van de Algemene Douanewet en de Aanpassingswet Algemene Douanewet – de In- en uitvoerwet ingetrokken. In verband daarmee dient het mandaatbesluit inzake in- en uitvoer aan de inspecteur aangepast te worden. Het gaat om een technische wijziging. De reikwijdte van het mandaat en de machtiging aan de inspecteur wordt niet aangepast.

De bevoegdheden van de Minister van Economische Zaken ten aanzien van de aangelegenheden die voorheen bij of krachtens de In- en uitvoerwet zijn geregeld, worden met ingang van 1 augustus 2008 nagenoeg allemaal geregeld bij of krachtens het Besluit strategische goederen en het Algemeen Douanebesluit die gebaseerd zijn op de Algemene Douanewet.

Enige uitzondering is de vergunningverlening op grond van de – op de In- en uitvoerwet gebaseerde – Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2006 houdende strafbaarstelling van ongeoorloofde overdracht van programmatuur en technologie van strategische goederen door middel van elektronische media, faxapparaten of telefoon (Stcrt. 245). De In- en uitvoerwet blijft namelijk ingevolge overgangsrecht van kracht voor zover het om vergunningverlening gaat die geen goederen in de zin van de Algemene Douanewet betreft. De Algemene Douanewet stelt geen regels ten aanzien van strategische dienstverlening. Er is thans nieuwe wetgeving in voorbereiding die dit onderwerp zal regelen. Zodra ten aanzien van strategische dienstverlening nieuwe wetgeving van kracht wordt, zal het onderhavige mandaatbesluit opnieuw aangepast worden.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven