Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Dienst voor het kadaster en de openbare registers | Staatscourant 2008, 237 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Dienst voor het kadaster en de openbare registers | Staatscourant 2008, 237 | Interne regelingen |
25 november 2008
Nr. 08.071554
Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,
Gelet op artikel 7 van de Organisatiewet Kadaster en de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
1. In dit besluit wordt verstaan onder:
de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Organisatiewet Kadaster;
het bestuur van de Dienst;
1°. directeur Strategie en Beleid;
2°. directeur Rechtszekerheid;
3°. directeur GEO;
4°. directeur Services;
5°. directeur Financiën, Planning en Control;
6°. secretaris Raad van Bestuur.
1. Onverminderd het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2008 en de Regeling archiefbeheer Kadaster, wordt met betrekking tot aan het bestuur bij wettelijk voorschrift toegekende bevoegdheden tot het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling, mandaat, volmacht en machtiging verleend aan elk van de directeuren ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot zijn werkterrein en naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door het bestuur.
2. Uitsluitend voor de gevallen waarin de directeur GEO afwezig is, worden gelijke mandaten, volmachten en machtigingen als die op grond van het eerste tot lid aan de directeur GEO zijn verleend, ook verleend aan de directeur Rechtszekerheid.
3. Uitsluitend voor de gevallen waarin de directeur Rechtszekerheid afwezig is, worden gelijke mandaten, volmachten en machtigingen als die op grond van het eerste lid aan de directeur Rechtszekerheid zijn verleend, ook verleend aan de directeur GEO.
4. De in het eerste tot en met derde lid omschreven mandaten, volmachten en machtigingen worden verleend met inachtneming van de artikelen 3 tot en met 7.
Aan het bestuur blijft voorbehouden de bevoegdheid tot:
a. het nemen van beslissingen die op grond van artikel 13 van de Organisatiewet Kadaster onderworpen zijn aan de goedkeuring dan wel instemming van de raad van toezicht;
b. het vaststellen van beleidsregels;
c. het op grond van artikel 110 van de Kadasterwet nemen van een besluit op verzoeken tot vrijstelling, vermindering of teruggaaf van kadastraal recht, waarvoor geen precedent of gedragslijn bestaat.
1. Een directeur is niet bevoegd een besluit te nemen, noch om een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten met betrekking tot hemzelf.
2. Een directeur is niet bevoegd te beslissen op een bezwaarschrift ingeval de directeur zelf het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt, heeft genomen of anderszins bij dat besluit betrokken is geweest.
1. Een directeur oefent zijn mandaat, volmacht en machtiging uit binnen de grenzen van de voor zijn eenheid vastgestelde taken en zijn functieomschrijving, alsmede met inachtneming van het ter zake geldende recht, de door het bestuur vastgestelde kaders zoals beleids- en uitvoeringsregels, en de bepalingen vermeld in dit besluit.
2. Het nemen van beslissingen of het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen met (mogelijke) financiële gevolgen geschiedt overigens met inachtneming van de aan hem toegekende budgetten op basis van het geldende jaarplan. Daarbij is een directeur bevoegd tot het aangaan van verplichtingen tot een bedrag van € 500.000, inclusief BTW zo die verschuldigd is, per verplichting, voor zover niet anders is bepaald met betrekking tot specifieke kosten dan wel investeringen.
3. Bij de uitoefening van de in artikel 2, tweede en derde lid, bedoelde mandaten, volmachten en machtigingen is de directeur Rechtszekerheid onderscheidenlijk de directeur GEO gehouden tot hetgeen waartoe de directeur GEO onderscheidenlijk de directeur Rechtszekerheid gehouden is op grond van het eerste en tweede lid.
1. Met betrekking tot de uitoefening van het mandaat, de volmacht en de machtiging door een directeur kan het bestuur algemene en bijzondere aanwijzingen geven.
2. Een directeur is, indien het eerste lid toepassing heeft gevonden, gehouden de algemene en bijzondere aanwijzingen van het bestuur op te volgen.
1. Een directeur is bevoegd aan functionarissen die rechtstreeks onder hem ressorteren, ondervolmacht en ondermachtiging te verlenen ten aanzien van de bevoegdheden die aan hem zijn verleend op grond van artikel 2, eerste lid.
2. De uitoefening van de in het eerste lid genoemde bevoegdheid geschiedt met inachtneming van de door het bestuur gegeven aanwijzingen.
3. Een directeur kan aan de in het eerste lid genoemde functionarissen met betrekking tot de uitoefening van de ondervolmacht en ondermachtiging algemene en bijzondere aanwijzingen geven.
4. De directeur is gehouden toe te zien op de naleving van dit besluit en van de algemene en bijzondere aanwijzingen, bedoeld in artikel 6 en het derde lid van dit artikel, door degene aan wie hij ondervolmacht en ondermachtiging heeft verleend.
5. Een directeur die ondervolmacht en ondermachtiging verleent, draagt zorg voor bekendmaking hiervan. Hij legt een register aan met betrekking tot door hem verleende ondervolmachten en ondermachtigingen. De directeur draagt tevens zorg, voor zover nodig, voor de te verrichten opgaven aan het handelsregister.
Het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging niet-personele aangelegenheden Kadaster 2006 wordt ingetrokken.
Dit besluit zal met de toelichting worden bekendgemaakt in de Staatscourant.
Apeldoorn, 25 november 2008
Raad van Bestuur,
Th.A.J. Burmanje.
G.J.M. Barnasconi.
A.P.G. Groothedde.
Bezwaarclausule
Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, een bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van het Kadaster door tussenkomst van mr. J.G. Brouwer, senior juridisch adviseur bij Juridische Services, postbus 9046, 7300 GH Apeldoorn. Het bezwaarschrift moet van een datum en van uw naam en adres zijn voorzien. U moet duidelijk aangeven waarom en tegen welk besluit u bezwaar maakt en zo mogelijk een kopie van het besluit meezenden. Op het bezwaar zal een besluit worden genomen door de Raad van Bestuur van het Kadaster.
1. Op 1 maart 2008 was de inrichting van de vijf nieuwe directies van de Dienst met de inrichting van de directies Rechtszekerheid en GEO voltooid. De voltooiing van deze fase van de organisatie-ontwikkeling van het Kadaster heeft, in de eerste plaats, geleid tot het Reglement inrichting organisatie Kadaster 2008 dat op 20 juni 2008 in werking is getreden en terugwerkte tot en met 1 maart 2008. Die voltooiing en de bij die organisatie-ontwikkeling behorende besturingsvisie (zie hierna onder 2) noopten ook de verlening van mandaat, volmacht en machtiging voor niet P-zaken zoals vastgelegd in het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging niet-personele aangelegenheden Kadaster 2006, daarop af te stemmen. Het onderhavige Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging niet-personele aangelegenheden Kadaster 2008, waarbij het besluit van 2006 is ingetrokken, voorziet hierin.
2. Bij het nader vorm geven van de inhoud van het nieuwe besluit is als uitgangspunt gehanteerd, dat de te verlenen mandaten, volmachten en machtigingen dienen aan te sluiten bij de aan de nieuwe organisatie ten grondslag liggende besturingsvisie. In die visie is het bestuur verantwoordelijk voor de vaststelling van strategie en beleid(skaders) en toezicht op de uitvoering; de directeuren en de secretaris Raad van Bestuur zijn verantwoordelijk voor de uitvoering binnen de kaders van het beleid.
Bij het voorgaande is van belang dat in het slot van artikel 2, eerste lid, besloten ligt dat besluiten enz. met een mogelijke precedentwerking aan de Raad van Bestuur ter beslissing moeten worden voorgelegd.
De hiervoor op hoofdlijnen beschreven opzet van de (onder)mandatering enz. maakt dat de (onder)gemandateerde geen ruimte wordt gelaten om beleid te maken.
3. De besluiten omtrent de Kadaster organisatie-ontwikkeling kent geen inregeling van het plaatsvervangerschap van directeuren. Dat brengt mee dat in het onderhavige besluit niet meer een bepaling is opgenomen, die erop neerkomt dat bij afwezigheid van een directeur zijn plaatsvervanger gelijke bevoegdheden als de directeur heeft en moet kunnen uitoefenen.
Bij de toepassing van dit artikel is van belang, dat bijvoorbeeld ook de behandeling van aanvragen en verzoeken, waarbij nog wel eens heen en weer gecorrespondeerd wordt alvorens de beslissing op de aanvraag dan wel het verzoek wordt genomen, gezien het stelsel van de Algemene wet bestuursrecht (hierna ook te noemen: Awb) onder ‘beslissen’ valt. Dit behoeft derhalve niet expliciet in het besluit bepaald te worden.
Aan het slot van het eerste lid wordt de omvang van het mandaat, de volmacht en machtiging ingeperkt. Een directeur oefent een aan hem verleende bevoegdheid uit, voor zover deze bevoegdheid naar zijn oordeel en verantwoordelijkheid niet door het bestuur behoeft te worden uitgeoefend. Het slot van het eerste lid verplicht een directeur dus steeds na te gaan of een te nemen besluiten mogelijk een precedentwerking heeft. Is dat naar zijn oordeel het geval, dan mag hij dat besluit niet zelf nemen maar moet hij het ter beslissing voorleggen aan het bestuur.
In het kader van de organisatie-ontwikkeling Kadaster is besloten in de nieuwe organisatie het plaatsvervangerschap van directeuren enz. niet in te regelen. Bij afwezigheid van een directeur moet soms – kort gezegd – de besluitvorming toch doorgang vinden waar het betreft bevoegdheden die gemandateerd enz. maar niet ondergemandateerd enz. zijn. Het desbetreffende besluit kan in die gevallen worden genomen door het bestuur, die na het verlenen van mandaat enz. ook zelf daartoe bevoegd blijft, of door het lid van het bestuur dat daartoe mandaat en machtiging is verleend bij het Besluit verlening mandaat en machtiging leden Raad van Bestuur Kadaster 2006.
De bepalingen van het tweede en derde lid openen voor de directies Rechtszekerheid en GEO een extra mogelijkheid om in voornoemde gevallen de besluitvorming voortgang te laten vinden.
Indien de directeur GEO en de directeur Rechtszekerheid bij afwezigheid van de directeur Rechtszekerheid respectievelijk de directeur GEO tekenen, dient dit uitdrukkelijk vermeld te worden in het besluit door vermelding van ‘b.a.’ voorafgaand aan de handtekening.
Dit lid houdt, gelet op de inhoud van de artikelen 3 en 4, impliciet ook een inperking van de omvang van het mandaat enz. in.
In de aanhef van dit artikel juncto onderdeel c wordt de bestendige praktijk van behandelen van de daar bedoelde verzoeken, die niet is vastgelegd in een beleids- of gedragslijn, te continueren. Dat brengt mee dat alleen het nemen van besluiten in de gevallen die van niet-routinematige aard zijn en waar precedentwerking van kan uitgaan, blijven voorbehouden aan de Raad van Bestuur. Zo kunnen verzoeken voor vrijstelling van kadastraal recht in het kader van historisch onderzoek worden afgedaan door de betrokken directeur.
Bij de in het eerste lid bedoelde kaders die een directeur bij de uitoefening van zijn mandaat, volmacht en machtiging in acht dient te nemen, zijn in het eerste lid al als voorbeelden genoemd de geldende beleids- en uitvoeringsregels. Bij ‘kaders’ kan verder gedacht worden aan het Handboek AO/IC Kadaster, het Handboek Bedrijfseconomische Besturing (HBEB) 2002 en het register tekeningsbevoegdheden voor het verrichten van financiële handelingen (deze laatste term is gelijk te stellen met privaatrechtelijke rechtshandelingen).
In het tweede lid wordt, wat betreft – kort gezegd – het aangaan van financiële verplichtingen, daaraan nog als voorbeeld van kaders toegevoegd het budgettaire kader op basis van het geldende jaarplan.
Met betrekking tot het aangaan van verplichtingen met (mogelijke) financiële gevolgen is in dit besluit expliciet een bovengrens opgenomen, die inclusief BTW is zo die althans verschuldigd is. Op deze wijze kunnen derden kennis nemen van de grenzen van deze bevoegdheid en kan overschrijding ervan hun in beginsel worden tegengeworpen.
Dit lid maakt dat, ingeval de directeur GEO afwezig is en de directeur Rechtszekerheid het in artikel 2, tweede lid, bedoelde mandaat uitoefent, laatstgenoemde directeur gehouden is daarbij de voor de directeur GEO geldende grenzen enz. als bedoeld in het eerste en tweede lid in acht te nemen. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor de directeur GEO.
Het eerste lid haakt aan bij artikel 10:6 Awb, dat bepaalt dat de mandaatgever de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies kan geven ter zake de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. Deze instructies kunnen worden gegeven zowel bij algemene aanwijzing voor een hele reeks van gevallen als bij bijzondere aanwijzing per afzonderlijk concreet geval. Al deze instructies kunnen vormvrij worden gegeven. Zo kunnen algemene instructies de vorm hebben van (naar buiten werkende) beleidsregels die bekend gemaakt moeten worden door publicatie in de Staatscourant. Maar deze algemene instructies kunnen ook een volledig intern karakter hebben. Zij hebben dan het karakter van een gedragslijn en gelden dan niet als een Awb-besluit.
Dit artikel opent voor een directeur de mogelijkheid tot het verlenen van ondervolmacht en ondermachtiging.
Het verlenen van ondermandaat door de directeuren wordt niet mogelijk gemaakt. Het op een lager niveau in de organisatie leggen van de gemandateerde bevoegdheden wordt namelijk niet wenselijk geoordeeld, waar het gaat om bijvoorbeeld bevoegdheden van het bestuur tot het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 105, tweede lid, van de Kadasterwet en in de artikelen 36, tweede lid, en 37, tweede lid, van het Kadasterbesluit.
Bij de bekendmaking van zijn besluit dient de directeur de desbetreffende bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht in acht te nemen.
In het in de tweede zin bedoelde register dienen afschriften van de besluiten te worden opgeborgen, ook van besluiten tot wijziging en intrekking van verleende ondervolmachten en ondermachtigingen.
De directeur dient, voor zover nodig, ook te zorgen voor de te verrichten opgaven aan het handelsregister waar het gaat om ondervolmachten. De verplichting daartoe bestaat voor publiekrechtelijke rechtspersonen sinds 1 juli 2008.
Raad van Bestuur,
Th.A.J. Burmanje.
G.J.M. Barnasconi.
A.P.G. Groothedde.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2008-1427.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.