Regeling intra- en intersectorale programma’s vmbo

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 11 juli 2008, nr. VO/OK/33116, houdende vaststelling en voorwaarden voor intra- en intersectorale programma’s in het vmbo ( Regeling intra- en intersectorale programma’s vmbo)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedingskwaliteit;

Gelet op artikel 26j, eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.;

Besluit:

Artikel 1

Aanwijzing intra- en intersectorale programma’s

1. Als intrasectorale programma’s en daaraan onderliggende afdelingen, als bedoeld in artikel 26j, eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., worden aangewezen de programma’s onderscheidenlijk de afdelingen die zijn opgenomen in onderstaande tabel:

Sector techniek

Intrasectorale programma’s

Afdelingen

Het programma bouw-breed, bestaande uit een combinatie van programma-onderdelen behorend bij de afdeling bouwtechniek

bouwtechniek

Het programma metalektro, bestaande uit een combinatie van programma-onderdelen behorend bij de afdeling metaaltechniek en elektrotechniek

metaaltechniek en elektrotechniek

Het programma instalektro, bestaande uit een combinatie van programma-onderdelen behorend bij de afdeling installatietechniek en elektrotechniek

installatietechniek en elektrotechniek

Het programma techniek-breed, bestaande uit een combinatie van programma-onderdelen behorend bij 2 of meer afdelingen in de sector techniek

2 afdelingen in de sector techniek

Sector zorg en welzijn

Intrasectorale programma’s

Afdelingen

Het programma zorg en welzijn-breed, bestaande uit een combinatie van programma-onderdelen behorend bij de afdelingen verzorging en uiterlijke verzorging

verzorging of uiterlijke verzorging

Sector economie

Intrasectorale programma’s

Afdelingen

Het programma handel en administratie, bestaande uit een combinatie van programma-onderdelen behorend bij de afdelingen handel en verkoop, administratie en mode en commercie

handel en verkoop of administratie of

mode en commercie

Het programma consumptief breed, bestaande uit een combinatie van programma-onderdelen behorend bij de afdeling consumptief, aangevuld met programma-onderdelen op het gebied van toerisme en recreatie

consumptief

Sector landbouw

Intrasectorale programma’s

Afdelingen

Het programma landbouw-breed, bestaande uit een combinatie van programma-onderdelen behorend bij de afdeling landbouw en natuurlijke omgeving

landbouw en natuurlijke omgeving

2. Als intersectorale programma’s en daaraan onderliggende afdelingen, als bedoeld in artikel 26j, eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.,worden aangewezen de programma's onderscheidenlijk de afdelingen die zijn opgenomen in onderstaande tabel:

Intersectorale programma’s

Afdelingen uit de sectoren

Intersectoraal Dienstverlening en Commercie

zorg en welzijn en economie

Intersectoraal Technologie en Dienstverlening

techniek en zorg en welzijn

Intersectoraal Technologie en Commercie

techniek en economie

Technologie in de gemengde leerweg

techniek en zorg en welzijn of economie

ICT-route

techniek en zorg en welzijn of economie

Sport,Dienstverlening en Veiligheid

economie en zorg en welzijn

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit van 29 mei 2008, houdende wijziging van enkele besluiten in verband met de modernisering, vereenvoudiging en beperking van de wettelijke regels over de voorzieningenplanning bij scholen in het voortgezet onderwijs alsmede enkele andere wijzigingen in werking treedt.

Artikel 3

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling intra- en intersectorale programma’s v.m.b.o..

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Toelichting

Bij de invoering van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) per 1-8-1999 is het vmbo ingedeeld in sectoren met de daarbij behorende afdelingen en afdelingsprogramma’s. Enkele programma’s kenden ook nog specialisaties die werden aangeduid met differentiaties binnen het programma.

Deze differentiaties zijn nu in de programma’s opgenomen als programmaonderdelen. Via de leerwegen is een niveau-indeling bereikt. De maatschappelijke vraag naar breed opgeleide jongeren nam toe. Niet meer de timmerman die binnen de afdeling bouwtechniek zich gespecialiseerd had in het programmaonderdeel timmeren maar een werknemer die ook de metselwerkzaamheden beheerst of het schilderen en daardoor breed inzetbaar is in de bouw. Deze programmaonderdelen werden als breed onderwijsconcept opgenomen in het programma bouw-breed en als zonodig getypeerd als sectoraal programma. Werden hierin ook programmaonderdelen uit andere disciplines van de techniek toegevoegd dan kreeg het nieuwe programma de naam ‘intrasectoraal’ mee. Voor onderwijsprogramma’s samengesteld uit programmaonderdelen van twee of meer sectorprogramma’s werd de naam ‘intersectoraal’ gebruikt.

Vanaf 2001 zijn diverse scholen gestart met deze bredere experimentele programma’s. Afstemming met het m.b.o. – hoewel niet in alle gevallen geregeld – was een instrument voor de scholen om de maatschappelijke of regionale noodzaak te borgen. Hiermee kon tevens de doorstroom naar m.b.o.-opleidingen worden gegarandeerd. De ervaringen hebben geleid tot diverse aanpassingen en bijstellingen en op grond hiervan zijn nu de definitieve eindtermen per programma vastgesteld .

In de W.V.O. wordt met de inwerkingtreding van het Besluit van 29 mei 2008, houdende wijziging van enkele besluiten in verband met de modernisering, vereenvoudiging en beperking van de wettelijke regels over de voorzieningenplanning bij scholen in het voortgezet onderwijs een basis gelegd voor deze programma’s. Vervolgens wordt in artikel 26j Inrichtingsbesluit W.V.O. bepaald dat per ministeriële regeling de programma’s en onderliggende afdelingen worden gepubliceerd. Bij bouw-breed, zorg en welzijn-breed en landbouw-breed betreft het een combinatie van programmaonderdelen.

Hierbij is het niet noodzakelijk dat alle onderliggende afdelingsvakken moeten worden aangeboden om bouw-breed respectievelijk landbouw-breed te kunnen verzorgen.

Vanaf de inwerkingtreding van het Besluit van 29 mei 2008, houdende wijziging van enkele besluiten in verband met de modernisering, vereenvoudiging en beperking van de wettelijke regels over de voorzieningenplanning bij scholen in het voortgezet onderwijs kunnen scholen, indien zij beschikken over de benodigde afdelingen/ afdelingsvakken respectievelijk één of meer afdelingen behorend tot de genoemde sectoren, deze programma’s opnemen in hun onderwijsaanbod. Zo niet dan kan in het kader van Regionaal plan onderwijsvoorzieningen (RPO) afspraken worden gemaakt over het onderwijsaanbod. Nieuwe intra- en intersectorale programma’s behoren daar dan ook toe mits wordt voldaan aan de onderliggende afdelingen/sectoren.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven