Regeling eenmalige tegemoetkoming schoolboeken voor leerlingen van het door het rijk bekostigde voortgezet onderwijs voor het schooljaar 2008–2009

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 juni 2008, nr. VO/FBI/2008/22854, houdende uitvoering van artikel VI van de wet van 29 mei 2008 tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het door de scholen om niet ter beschikking stellen van lesmateriaal aan de leerlingen in het voortgezet onderwijs, alsmede tot uitvoering van artikel 8.1, eerste lid, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Regeling eenmalige tegemoetkoming schoolboeken voor leerlingen van het door het rijk bekostigde voortgezet onderwijs voor het schooljaar 2008–2009)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel VI van de wet tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het door de scholen om niet ter beschikking stellen van lesmateriaal aan de leerlingen in het voortgezet onderwijs en gelet op artikel 8.1, eerste lid, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepaling

a. wet: de wet tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het door de scholen om niet ter beschikking stellen van lesmateriaal aan de leerlingen in het voortgezet onderwijs;

b. wettelijke vertegenwoordiger: de wettelijke vertegenwoordiger, bedoeld in artikel VI, derde lid, onderdelen a tot en met c, van de wet;

c. teldatum: 1 oktober 2008;

d. leerling: een leerling als bedoeld in artikel VI, eerste en tweede lid, van de wet;

e. tegemoetkoming: de tegemoetkoming als bedoeld in artikel VI van de wet;

f. IB-Groep: de Informatie Beheergroep, genoemd in de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank;

g. SVB: de Sociale Verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

h. uitvoerder: degene die door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met de uitvoering van deze regeling is belast.

Artikel 2

Aanspraak op en hoogte van de tegemoetkoming

1. Aanspraak op een tegemoetkoming heeft:

a. de leerling die op de teldatum 18 jaar of ouder is;

b. de wettelijke vertegenwoordiger van de leerling die op de teldatum jonger dan 18 jaar is, of bij ontbreken daarvan de ouder aan wie de kinderbijslag wordt uitbetaald;

c. de leerling die op de teldatum jonger is dan 18 jaar, indien een wettelijke vertegenwoordiger of een ouder aan wie de kinderbijslag wordt uitbetaald ontbreekt.

2. De tegemoetkoming bedraagt € 316.

Artikel 3

Betaling en aanvraag

1. De uitvoerder betaalt de tegemoetkoming in december 2008, maar uiterlijk in januari 2009, aan degene die een aanspraak heeft op grond van artikel 2, eerste lid.

2. Indien het de uitvoerder ontbreekt aan de voor de betaling noodzakelijke gegevens verzoekt de uitvoerder in december 2008, maar uiterlijk in januari 2009, aan degene die een aanspraak heeft op grond van artikel 2, eerste lid, om aanlevering van die gegevens op een door de uitvoerder te bepalen wijze en binnen een door de uitvoerder te bepalen termijn.

3. Voor zover degene die een aanspraak heeft op grond van artikel 2, eerste lid, op 1 februari 2009 geen betaling als bedoeld in het eerste lid of verzoek om aanlevering van gegevens als bedoeld in het tweede lid heeft ontvangen, doet degene vóór 1 april 2009 een aanvraag om een tegemoetkoming bij de IB-Groep.

4. De IB-Groep bepaalt op welke wijze en met opgave van welke gegevens een aanvraag als bedoeld in het derde lid wordt gedaan.

5. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kan op voorstel van SVB of IB-Groep besluiten af te zien van terugvordering van een reeds uitbetaalde tegemoetkoming.

Artikel 4

Uitvoering

1. De SVB heeft mandaat voor de uitvoering van deze regeling voor leerlingen jonger dan 18 jaar, met inachtneming van artikel 3, derde lid.

2. De SVB handelt bij de uitvoering van deze regeling, bedoeld in het eerste lid, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

3. De IB-Groep is belast met de uitvoering van deze regeling, voor leerlingen van 18 jaar en ouder, met inachtneming van artikel 3, derde lid.

4. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kan op voorstel van de uitvoerders afwijken van de taakverdeling, bedoeld in het eerste en derde lid.

5. Als de toepassing van het vierde lid voor de SVB leidt tot een uitbreiding van de werkzaamheden op grond van het eerste lid, strekt het mandaat van de SVB voor de uitvoering van de regeling zich eveneens daartoe uit.

Artikel 5

Wijziging van de Regeling TOS: aanpassing betaalritme WTOS

Aan artikel 4.2 van de Regeling tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt een zevende lid toegevoegd luidende:

7. In afwijking van het eerste lid wordt de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 3.5, eerste lid, van de WTOS, voor het schooljaar 2008–2009, voor wat betreft een leerling in de onderbouw van het volledig op grond van de WVO bekostigd onderwijs en een leerling in het volledig op grond van de WEB bekostigd voorbereidend beroepsonderwijs verzorgd in een agrarisch opleidingscentrum en een leerling in de bovenbouw van het volledig op grond van de WVO bekostigd onderwijs, binnen vier weken na het besluit, bedoeld in artikel 3.8, derde lid, van de WTOS uitbetaald.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2008.

Artikel 7

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling eenmalige tegemoetkoming schoolboeken voor leerlingen van het door het rijk bekostigde voortgezet onderwijs voor het schooljaar 2008–2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Toelichting

Algemeen

Met deze regeling wordt de eenmalige tegemoetkoming schoolboeken voor leerlingen van het door het rijk bekostigde voortgezet onderwijs (vo) voor het schooljaar 2008–2009 verder vormgegeven, en wordt ook de uitvoering nader geregeld. De wettelijke basis voor deze tegemoetkoming is vastgelegd in de wet tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het door de scholen om niet ter beschikking stellen van lesmateriaal aan de leerlingen in het voortgezet onderwijs (ARTIKEL VI. INVOERINGSBEPALING SCHOOLJAAR 2008–2009). De regeling zal worden uitgevoerd door de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De IB-Groep selecteert op basis van de gegevens van de leerlingtelling per 1 oktober 2008 de vo-leerlingen jonger dan 18 jaar en verstrekt de betreffende gegevens aan de SVB. De SVB zal namens ondergetekende voor die leerlingen de tegemoetkoming vaststellen en uitbetalen, en eveneens namens ondergetekende daaruit voortkomend bezwaar en beroep afhandelen. De IB-Groep zal voor de oudere vo-leerlingen diezelfde taken uitvoeren. De IB-Groep zal ook de aanvragen voor vo-leerlingen die langs deze weg niet konden worden bereikt in behandeling nemen, en afhandelen.

De invoering van de tegemoetkoming voor lesmateriaal in het voortgezet onderwijs gaat gepaard met een verlaging van de WTOS-bedragen voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Daarin was immers ook een bedrag voor het lesmateriaal begrepen. De (resterende) WTOS wordt normaliter in twee termijnen uitbetaald: eind juli/begin augustus en januari. Omdat de tegemoetkoming voor de boeken pas in december wordt betaald, zouden WTOS gerechtigden dan in juli/augustus een lager bedrag ontvangen dan in eerdere jaren. En dat terwijl juist aan het begin van het schooljaar de boeken moeten worden betaald. Daar staat weliswaar tegenover dat zij in december de tegemoetkoming schoolboeken ontvangen, maar tijdelijk zou er dus liquiditeitsverlies optreden. Dat is voor deze kwetsbare groep niet wenselijk. Daarom wordt in artikel 5 geregeld dat voor de leerlingen van het voortgezet onderwijs in het onderhavige schooljaar de inkomensafhankelijke WTOS in één termijn wordt uitbetaald. Voor de WTOS-ontvangers die hun tegemoetkoming tijdig hebben aangevraagd betekent deze bepaling dat zij dit gehele WTOS-jaarbedrag eind juli/begin augustus mogen verwachten.

Ook voor niet WTOS-gerechtigden komt de tegemoetkoming schoolboeken in december, dus later dan de boekenrekening, maar voor deze groep geldt dat in voorgaande jaren niets werd ontvangen en voor hen is er dus in ieder geval sprake van een voordeel.

Administratieve lasten

De regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten van scholen en vrijwel geen gevolgen voor de administratieve lasten van ouders en leerlingen. Doordat de betaling van de eenmalige tegemoetkoming schoolboeken in december 2008 plaatsvindt en voor de betaling gebruik wordt gemaakt van de leerlingentelling (de zogenaamde onderwijsnummerinformatie) per 1 oktober 2008, kan de betaling nagenoeg volledig ambtshalve plaatsvinden.

Artikelsgewijs

Artikel 1. Begrippen

De groep leerlingen waarvoor de tegemoetkoming wordt verstrekt omvat alle leerlingen bij het van rijkswege bekostigde voortgezet onderwijs, dus inclusief het zogenaamde groene voortgezet onderwijs waarvoor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de bekostiging verzorgt, en inclusief de scholen voor praktijkonderwijs. Dit is precies de groep die in volgende schooljaren het lesmateriaal vanwege de school verstrekt krijgt. Leerlingen aan andere vormen van onderwijs zoals het Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO) en het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) komen dus niet voor deze tegemoetkoming in aanmerking. Leerlingen van het niet bekostigde voortgezet onderwijs komen ook niet voor de tegemoetkoming in aanmerking.

De leerling die op de teldatum 18 jaar of ouder is ontvangt zelf de tegemoetkoming schoolboeken. Aangezien deze leerling ook in aanmerking komt voor de zogenaamde inkomensonafhankelijke tegemoetkoming van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) die door de IB-Groep wordt verstrekt, beschikt de IB-Groep in de meerderheid van de gevallen over de nodige gegevens voor deze leerlingen en heeft ondergetekende de uitvoering voor hen aan de IB-Groep opgedragen.

Voor de leerling die jonger is dan 18 jaar wordt de tegemoetkoming verstrekt aan zijn wettelijke vertegenwoordiger. Dat zijn gewoonlijk de ouders. En voor de bepaling welke ouder of andere wettelijke vertegenwoordiger daadwerkelijk de tegemoetkoming ontvangt, wordt aangesloten bij de ontvanger van de kinderbijslag voor die leerling over het derde kwartaal in 2008 (zie lid 3 van artikel VI van de wet). Daarom is de SVB, als uitvoeringsinstelling voor de Algemene Kinderbijslagwet, voor deze leerlingen belast met de uitvoering van de onderhavige regeling namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die het aangaat.

Uitvoerders zijn dus de SVB voor de leerlingen jonger dan 18 jaar en de IB-Groep voor de leerlingen van 18 jaar en ouder. De IB-Groep heeft voorts zoals hiervoor onder algemeen aangegeven als taak om uit de gegevens van de leerlingentelling per 1 oktober 2008 de noodzakelijke gegevens (vo-leerlingen jonger dan 18 jaar) aan de SVB te leveren, en om aanvragen voor leerlingen die niet ambtshalve werden bereikt af te handelen. Dit betreft vermoedelijk alleen leerlingen waarvan de gegevens van de leerlingentelling (de zogenaamde onderwijsnummerinformatie) niet correct zijn. Aangezien de IB-Groep ook de leerlingentelling met het bijhorende beheer van de onderwijsnummerinformatie als taak heeft, ligt het voor de hand dat de IB-Groep deze taak uitvoert. De IB-Groep kan dan in een voorkomend geval efficiënt de gewenste terugkoppeling met de school met betrekking tot een juiste onderwijsnummerregistratie verzorgen. En de IB-Groep kan met behulp van de onderwijsnummerinformatie ook eenvoudig vaststellen of de aanvraag bijvoorbeeld een leerling aan het MBO of VSO betreft, die niet voor de tegemoetkoming in aanmerking komt.

Artikel 2. Aanspraak op en hoogte van de tegemoetkoming

Bij de bepaling van de aanspraak voor leerlingen jonger dan 18 jaar is aangesloten bij de systematiek van uitbetaling van de kinderbijslag. Primair is degene die kinderbijslag voor die leerling over het derde kwartaal in 2008 ontvangt ook degene die aanspraak heeft op de tegemoetkoming. Voor een leerling die jonger dan 18 jaar is en geen wettelijk vertegenwoordiger heeft (bijvoorbeeld als hij gehuwd is), wordt de aanspraak toegekend aan de ouder aan wie voor deze leerling de kinderbijslag wordt uitbetaald. Ontbreekt ook deze dan wordt de tegemoetkoming aan de leerling zelf uitbetaald. Leerlingen ouder dan 18 jaar hebben zelf aanspraak op de tegemoetkoming.

Sinds de voorbereiding van het wetsvoorstel een aanvang nam, toen voor de tegemoetkoming nog een bedrag van € 308 gold dat overeenstemt met de gemiddelde jaarlijkse prijs van een boekenpakket in het voortgezet onderwijs, is de nodige tijd verstreken. In die tijd is de boekenprijs niet ongewijzigd gebleven. Daarom wordt de tegemoetkoming thans op een hoger bedrag van € 316 vastgesteld.

Artikel 3. Betaling en aanvraag

Dit artikel regelt op welk moment aan wie wordt betaald en door wie, hoe moet worden gehandeld als betaalinformatie ontbreekt en gedurende welke termijn aanvragen kunnen worden ingediend wanneer is gebleken dat ambtshalve toekenning nog niet heeft plaats gevonden. Alle aanvragen worden zoals hierboven aangegeven behandeld door de IB-Groep. Indien daarbij sprake blijkt te zijn van een vo-leerling die op de teldatum jonger is dan 18 jaar, dan worden de gegevens alsnog verstrekt aan de SVB.

De betaling in december vindt plaats op basis van de onderwijsnummerregistratie zoals die in november beschikbaar is. Incidenteel kan het voorkomen dat in deze onderwijsnummerregistratie leerlingen met de benodigde gegevens zijn opgenomen die daar naar later zal blijken niet horen. In deze gevallen wordt niet overgegaan tot terugvordering. Het zal naar verwachting weinig gevallen betreffen en de kosten en moeite voor terugvordering zijn onevenredig groot. Het vijfde lid van dit artikel biedt de basis voor het niet-terugvorderen.

Artikel 4. Uitvoering

De taakverdeling tussen de SVB en de IB-groep en de mandaatverlening aan de SVB is in dit artikel geregeld. In bijzondere gevallen kunnen de uitvoerders om reden van doelmatigheid een andere taakverdeling voorstellen. Het vierde lid biedt hiervoor de basis.

Artikel 5. Wijziging van de Regeling TOS: aanpassing betaalritme WTOS

Dit artikel regelt door aanpassing van de betreffende regeling TOS dat het op grond van artikel III onderdeel B van de Wet verlaagde WTOS bedrag in een keer wordt uitbetaald.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven