Wijziging en verlenging Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen

Wijziging en verlenging van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen

10 juli 2008

Nr. CEND/HDJZ-2008/895 sector I&O

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Besluit:

Artikel I

De Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen¹ wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 1.1.1, tweede alinea, met bijbehorende voetnoten, komt te luiden:

Het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen was aanvankelijk gebaseerd op de Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen² . Dit beleid is inmiddels geëvalueerd. In de Nota vervoer gevaarlijke stoffen³ is naar deze resultaten verwezen.

In het Vierde Nationaal Milieu Beleidsplan (NMP-4)⁴ is een wettelijke verankering van de risiconormen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen aangekondigd. Bij deze wettelijke verankering zullen de resultaten van voormelde evaluatie worden betrokken. Tot het moment van realisatie van deze verankering wordt in deze circulaire het beleid met betrekking tot risiconormering geoperationaliseerd en verduidelijkt. Daarmee treedt deze circulaire in de plaats van de Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. De werkingsduur van deze circulaire loopt tot uiterlijk 31 juli 2012. Wanneer voornoemde wettelijke verankering wordt gerealiseerd, zal de circulaire echter worden ingetrokken.

B

Paragraaf 1.1.2 vervalt, onder vernummering van paragraaf 1.1.3 tot 1.1.2.

C

In paragraaf 1.3.2 wordt ‘artikel 34, tweede lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen’ vervangen door: artikel 9.2.3.1, tweede lid, van de Wet milieubeheer.

D

Na de laatste volzin van paragraaf 1.3.3 wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Dit laat onverlet dat de omvang van de zone ook door middel van berekeningen kan worden vastgesteld.

E

De laatste volzin van paragraaf 1.3.4 komt te luiden:

Hiervoor wordt verwezen naar de ‘Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico’ (uitgave november 2007) die door de Ministeries van BZK, VROM en VenW in samenwerking met de medeoverheden is opgesteld.

F

Paragraaf 3.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘de ‘Guideline for Quantitative Risk Assessment’, deel 2, uitgave 1999, van de Commissie Preventie van Rampen (CPR 18E, het zogenaamde Paarse Boek)’ wordt vervangen door: ‘Guidelines for Quantitative Risk Assessment’, uitgave december 2005 (PGS 3, het zogenaamde Paarse Boek);

2. ‘de IPO-Risicoberekeningsmal (IPO-RBM) van juli 1997’ wordt vervangen door: het risicoberekeningsprogramma RBMII (zie www.rbmii.nl);

3. ‘IPO-RBM’ wordt vervangen door: RBMII.

G

In de bij paragraaf 3.2.2 behorende tabel wordt ‘de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat’ vervangen door: de Dienst Verkeer en Scheepvaart van Rijkswaterstaat.

H

Paragraaf 3.4, eerste alinea, komt te luiden:

Indien de gegevens in de risicoatlassen of de toepassing van de vuistregels leiden tot een vermoeden of zekerheid van een situatie waarbij externe veiligheid van belang is, dient de initiatiefnemer het risico met behulp van een specifiek rekenprogramma te kwantificeren. Voor betrekkelijk eenvoudige situaties is het rekenprogramma RBMII geschikt.

I

Paragraaf 3.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘Methods for the determination of possible damage’, het zogenaamde Groene Boek (CPR 16 E)’ wordt vervangen door: ‘Methoden voor het bepalen van mogelijke schade’, uitgave maart 2005 (PGS 1, het zogenaamde Groene Boek);

2. ‘Methods for de calculation of phsyical effects’, het zogenaamde Gele boek (CPR 14 E)’ wordt vervangen door: ‘Methods for the calculation of physical effects’, uitgave 2005 (PGS 2, het zogenaamde Gele Boek);

3. ‘(CPR 12 E)’ wordt vervangen door: (PGS 4, uitgave december 2005);

4. ‘de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) van Rijkswaterstaat’ wordt vervangen door: de Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) van Rijkswaterstaat.

J

In de bij paragraaf 3.6 behorende tabel wordt ‘AVV’ vervangen door: DVS.

K

Paragraaf 4.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. De volzin ‘Het is raadzaam ook het bestuur van de regionale brandweer hierbij te consulteren’ wordt vervangen door:

Het bestuur van de veiligheidsregio of – indien nog geen veiligheidsregio is gevormd – het bestuur van de regionale brandweer dient in de gelegenheid te worden gesteld advies uit te brengen over het groepsrisico, de zelfredzaamheid en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval.

2. De laatste volzin komt te luiden:

Ten behoeve van de verantwoording hebben de Ministeries van BZK, VROM en VenW in samenwerking met de medeoverheden een ‘Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico’ opgesteld, waarin ook de elementen zelfredzaamheid en hulpverlening zijn opgenomen.

L

In paragraaf 5.1 wordt de volzin ‘Bij de afweging kan gebruik worden gemaakt van een leidraad voor de toepassing van het beleid inzake het groepsrisico die in interdepartementaal verband onder coördinatie van het Ministerie van VROM tot stand zal worden gebracht.’ vervangen door: Bij de afweging kan gebruik worden gemaakt van de ‘Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico’.

M

In paragraaf 6.1.1, onderdeel j, wordt ‘de Minister van Economische Zaken’ vervangen door: de Minister van VROM.

N

Paragraaf 6.1.2 komt te luiden:

6.1.2 Omgevingsbesluiten

Toepassing van de risicobenadering moet plaatsvinden bij de volgende besluiten:

a. de vaststelling van een bestemmingsplan, bedoeld in artikel 3.1, eerste en tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening;

b. een projectbesluit, bedoeld in de artikelen 3.10, eerste lid, 3.27, eerste lid, en 3.29, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening;

c. de vaststelling van een inpassingsplan, bedoeld in de artikelen 3.26, eerste lid, en 3.28, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening;

d. de wijziging, uitwerking of ontheffing van een bestemmingsplan of het stellen van nadere eisen, bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening;

e. de ontheffing van een bestemmingsplan, bedoeld in de artikelen 3.22, eerste lid, en 3.23, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening;

f. de vaststelling van een beheersverordening, bedoeld in artikel 3.38, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening;

g. het geven van een aanwijzing, bedoeld in de artikelen 4.2, eerste lid, en 4.4, eerste lid, onderdeel a, van de Wet ruimtelijke ordening;

h. de ontheffing van een in de bouwverordening gegeven voorschrift, bedoeld in artikel 11 van de Woningwet.

Ook deze opsomming is niet limitatief.

O

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘IPO-RBM’ wordt telkens vervangen door: RBMII;

2. ‘CPR 18E, 16E, 14E en 12E’ wordt telkens vervangen door: PGS 3, 1, 2 en 4.

P

Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘WRO’ wordt telkens vervangen door: Wro;

2. ‘Streekplan’ en ‘Provinciale Staten’ worden telkens geschrapt;

3. ‘De Kroon m.b.t. de concessie’ komt te luiden: De Kroon/Minister van VROM m.b.t. de concessie.

Q

In bijlage 4 wordt ‘Adviesdienst Verkeer en Vervoer, Rijkswaterstaat’, met bijbehorende adresgegevens, vervangen door:

Dienst Verkeer en Scheepvaart

Van den Burghweg 1

2628 CS Delft

Postbus 5044

2600 GA Delft

Telefoon 088-7982222

Fax 088-7982999

Artikel II

De werkingsduur van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen wordt verlengd tot en met 31 juli 2012.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2008.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, C.M.P.S. Eurlings.

Toelichting

Sinds 4 augustus 2004 is de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen van kracht. Tot dat moment was het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen gebaseerd op de Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Met de circulaire hebben de Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer dit beleid verder geoperationaliseerd en verduidelijkt.

Bij vaststelling van de circulaire in 2004 werd gestreefd naar een wettelijke verankering van de risiconormen binnen vier jaren, waarna de circulaire – die als voorbode van de wettelijke verankering wordt gezien – zou kunnen worden ingetrokken. Inmiddels is gebleken dat de wettelijke verankering van de risiconormen niet vóór 4 augustus 2008 gerealiseerd kan worden. De werkingsduur van de circulaire wordt daarom – zekerheidshalve met opnieuw vier jaar – verlengd. Er wordt naar gestreefd de wettelijke verankering van de risiconormen zo spoedig mogelijk te realiseren. Zodra de verankering gereed is, zal de circulaire worden ingetrokken.

Bij gelegenheid van deze verlenging is de circulaire voorts op een aantal punten aangepast. De wijzigingen zijn feitelijk van aard en leiden niet tot een inhoudelijke verandering van de risicobeoordeling. De aangebrachte wijzigingen zijn onder meer nodig in verband met wetswijzigingen die sinds 2004 hebben plaatsgevonden. Daarbij wordt met name gewezen op paragraaf 6.1.2 van de Circulaire die is aangepast aan de op 1 juli 2008 in werking getreden nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Tevens maken onder meer naamswijzigingen en totstandkoming van in de eerdere versie van de circulaire aangekondigde handreikingen wijziging van de circulaire noodzakelijk.

Tenslotte is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de circulaire ook expliciet tot uiting te brengen dat de circulaire indertijd in de plaats is getreden van de Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. In de 2004-versie van de circulaire was dit niet uitdrukkelijk vermeld, waardoor onduidelijkheid bestond over de vraag of deze nota niet toch gewoon van toepassing bleef. Met deze wijziging van de circulaire wordt daarom de ontstane onduidelijkheid weggenomen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings

• 1 Stcrt. 2004, 147.

• 2 Kamerstukken II 1995/96, 24 611, nr. 1.

• 3 Kamerstukken II 2005/2006, 30 373, nr. 2.

• 4 Kamerstukken II 2000/01, 27 801.