Wijziging Regeling risico’s zware ongevallen 1999

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 15 juni 2008, nr. SVS/2008061237, houdende wijziging van de Regeling risico’s zware ongevallen 1999 inzake het voorschrijven van een rekenmethodiek ten behoeve van het berekenen van de risico-analyse

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Handelende in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 10, tweede lid, van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999;

Besluit:

Artikel I

De Regeling risico’s zware ongevallen 1999 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 komt te luiden:

1. Bij de uitvoering van een risico-analyse worden:

a. de ingevolge bijlage III, tweede lid, bij het besluit in het veiligheidsrapport weer te geven resultaten berekend met gebruikmaking van de in het rapport opgenomen gegevens, bedoeld in bijlage III, eerste lid, onder a, b, c, voor zover het betreft de personen buiten de inrichting, d, f, g, h, i, j, k, p en q, bij dat besluit;

b. de berekeningen, bedoeld onder a, uitgevoerd met toepassing van de rekenmethodiek Bevi, als bedoeld in artikel 1, onderdeel I, van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, en,

c. de ingevolge bijlage III, tweede lid, onder b en c, bij het besluit in het veiligheidsrapport weer te geven resultaten verkregen met gebruikmaking van de resultaten die overeenkomstig het tweede lid, onder a, van die bijlage zijn berekend.

2. De artikelen 8b, 8c en 8d van de Regeling externe veiligheid inrichtingen zijn van overeenkomstige toepassing.

B

In artikel 7 wordt het zinsdeel ‘de bij deze regeling behorende bijlage B’ vervangen door: de bij deze regeling behorende bijlage A.

C

Bijlage A komt te vervallen.

D

Bijlage B wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘Bijlage B’ vervangen door: Bijlage A.

2. In onderdeel I, onder a, wordt de tweede volzin ‘voorts dient de wijze waarop de selectie van de onderdelen van de inrichting, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder d, tot stand is gekomen, op verzoek van het bevoegd gezag te worden toegelicht;’ vervangen door: voorts dient de wijze waarop de selectie van de onderdelen van de inrichting tot stand is gekomen, op verzoek van het bevoegd gezag te worden toegelicht;.

3. In onderdeel I vervalt onderdeel b.

4. In onderdeel I worden de onderdelen c tot en met e geletterd b tot en met d.

5. In onderdeel I, onder b (nieuw), wordt de zinsnede ‘overeenkomstig bijlage A’ vervangen door: overeenkomstig de Handleiding Risicoberekeningen, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Regeling externe veiligheid inrichtingen.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 juni 2008.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.

Toelichting

Algemeen

Deze wijzigingsregeling strekt er toe dat in de Regeling risico’s zware ongevallen 1999 (hierna: Rrzo) een rekenmethodiek wordt voorgeschreven voor het uitvoeren van een risico-analyse. Deze risico-analyse dient opgenomen te worden in het veiligheidsrapport en uitgevoerd te worden met toepassing van de rekenmethodiek Bevi, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Regeling externe veiligheid inrichtingen (hierna: Revi).

Het is van groot belang dat het risico van een inrichting op zijn omgeving met voldoende betrouwbaarheid en reproduceerbaarheid wordt vastgesteld. De praktijk tot nu toe is dat voor het berekenen van risico’s in Nederland diverse modellen en softwareprogramma’s mochten worden toegepast. Dat leidde er toe dat berekening van eenzelfde situatie of inrichting, met een ander model of een ander computerprogramma regelmatig ook andere uitkomsten gaf. Opgemerkt moet worden dat de berekening van risico’s in dit kader altijd de inzet van een softwareprogramma vereist. Berekening van risico’s zonder computerprogramma is in de praktijk geen reële mogelijkheid. Inmiddels is in Nederland veel inzicht verkregen in de mogelijkheden om de berekening van risico’s te standaardiseren. In overleg met alle betrokken partijenis besloten de rekenmethodiek voor risicoberekeningen te standaardiseren.

Naar aanleiding van een Europese aanbestedingsprocedure is voor een softwareprogramma gekozen dat is ontwikkeld door DNV Software (Londen), te weten: SAFETI-NL. Dit programma voldeed het best aan het uitgebreide programma van eisen, waarin naast vele inhoudelijke eisen en eisen over mogelijkheden die het programma moet bieden, eisen worden gesteld met betrekking tot transparantie en reproduceerbaarheid. SAFETI-NL is een softwareprogramma voor het berekenen van de externe veiligheidsrisico's van een inrichting waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen. Met de uitkomsten van de berekeningen kan onder meer worden bepaald of een inrichting voldoet aan de risiconormen zoals vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) en kan worden nagegaan of het veiligheidsrapport een juiste weergave bevat van de risico’s die de inrichting veroorzaakt.

Aan de hand van een aantal invoergegevens, zoals de hoeveelheid gevaarlijke stof, de procescondities en de mogelijke scenario's, berekent SAFETI-NL hoe de stof zich in de omgeving verspreidt, welke effecten optreden en hoe groot het risico voor de mens in de omgeving van het bedrijf is. Het resultaat van een berekening bestaat uit de contour voor het plaatsgebonden risico en de hoogte van het groepsrisico.

Om eenduidigheid in de rekenresultaten te bereiken, wordt voor het uitvoeren van een risico-analyse voor inrichtingen, die onder het Bevi vallen, één specifieke rekenmethodiek voorgeschreven, de zogenaamde ‘rekenmethodiek Bevi’. Deze rekenmethodiek Bevi bestaat uit het softwareprogramma SAFETI-NL en de Handleiding Risicoberekeningen Bevi.

Inrichtingen die onder het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (hierna: Brzo) vallen, vallen op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van het Bevi, tevens onder het toepassingsgebied van het Bevi. In die gevallen, bij besluiten op grond van de Wet milieubeheer en de Wet op de Ruimtelijke Ordening, moet bij het opstellen van een risico-analyse, gebruik gemaakt worden van de rekenmethodiek Bevi. Inrichtingen die onder de werkingsfeer van het Brzo vallen, kunnen verplicht zijn tot opstellen van een veiligheidsrapport. Een van de aspecten die een dergelijk rapport dient te bevatten, is een risico-analyse. Deze risico-analyse diende voorheen berekend te worden met gebruikmaking van modellen en parameterwaarden die naar het oordeel van het bevoegd gezag hiervoor geschikt waren. Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt aangesloten bij de wijze waarop de risico-analyse in het kader van het Bevi berekend wordt, de rekenmethodiek Bevi en daarmee wordt voor alle bedrijven op een uniforme manier het risico op de omgeving berekend.

Notificatie

De wijzigingsregeling is op 18 december 2007 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatie nummer 2007/0704/NL) ter voldoening aan artikel 8, eerste lid van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217). Artikel I onderdeel A van de wijzigingsregeling bevat mogelijk een technisch voorschrift in de zin van de hiervoor bedoelde richtlijn.

Naar aanleiding van deze melding zijn geen opmerkingen gemaakt.

Het ontwerp van de regeling is niet gemeld bij het Secretariaat van de Wereld handelsorganisatie, omdat de voorschriften van de regeling, gezien hun doelstelling en effect, geen significante handelsbelemmeringen opleveren.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Het veiligheidsrapport bevat een weergave van de risico’s die de inrichting veroorzaakt, waaronder een risico-analyse. Deze dient uitgevoerd te worden conform de rekenmethodiek Bevi bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Revi. In bijlage III, eerste lid, van het Brzo is opgesomd wat in het veiligheidsrapport dient te staan. In artikel 6, eerste lid, van deze regeling is aangegeven welke van deze gegevens, indicaties en beschrijvingen, men dient te gebruiken om de berekeningen uit te voeren.

Inrichtingen die onder het Brzo vallen, zijn reeds verplicht om in het kader van het Bevi de risico-analyse conform de rekenmethodiek Bevi uit te voeren. Het gaat hier met name om besluiten in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Die inrichtingen die tevens verplicht zijn om een veiligheidsrapport op te stellen, dienen daarin een risico-analyse op te nemen. Deze risico-analyse dient berekend te worden met behulp van de rekenmethodiek Bevi.

De artikelen 8b, 8c en 8d, van de Revi zijn van overeenkomstige toepassing. De daar genoemde uitzonderingen, respectievelijk het afwijken van de invoergegevens, het toepassen van een andere rekenmethodiek en een gelijkwaardigheidsbepaling, gelden derhalve ook voor Brzo-bedrijven. In die gevallen waarvoor de rekenmethodiek niet passend is voor de situatie waarvoor de risico-analyse uitgevoerd dient te worden, kan naar het oordeel van het bevoegd gezag of met toestemming van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, afgeweken worden van de voorgeschreven rekenmethodiek.

Onderdeel C

Bijlage A van de regeling geeft aan voor welke onderdelen van de inrichting een risico-analyse uitgevoerd dient te worden en hoe de selectie van de relevante onderdelen plaats dient te vinden. Deze zogenaamde subselectiemethode is terug te vinden in de Handleiding Risicoberekeningen Bevi die onderdeel uitmaakt van de rekenmethodiek Bevi.

Doordat de rekenmethodiek Bevi nu ook voorgeschreven is voor Brzo-bedrijven, kan bijlage A komen te vervallen.

Onderdeel D

Doordat de rekenmethodiek Bevi van toepassing is op inrichtingen die onder het Brzo vallen, zou in beginsel ook bijlage B (oud) kunnen vervallen. Immers, de in bijlage B vermelde gegevens die in het veiligheidsrapport moeten worden opgenomen, zijn tevens terug te vinden in de Handleiding Risicoberekeningen Bevi, die onderdeel uitmaakt van de rekenmethodiek Bevi. Echter, in de Handleiding Risicoberekeningen Bevi wordt voornamelijk aangegeven welke informatie het bevoegd gezag nodig heeft om een beoordeling van de juistheid en volledigheid van de risico-analyse te kunnen maken. De Handleiding Risicoberekeningen Bevi is niet bedoeld om extra eisen te stellen aan de wijze waarop de risico-analyse in het veiligheidsrapport moet worden weergegeven. Om mogelijke verwarring te voorkomen is, op verzoek van het bedrijfsleven, besloten bijlage B vooralsnog in stand te laten.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

Naar boven