De Minister van Economische Zaken,
Procesverloop
- Smart Energy Solutions B.V. (hierna genoemd SES B.V.) heeft mede
namens Scotsdale Petroleum Ltd (hierna genoemd Scotsdale Ltd) op 5 oktober
2006 ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, 542) een aanvraag
ingediend om een vergunning voor de opsporing van koolwaterstoffen in blok
Q7, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling (Stcrt.
2002, 245) gevoegde kaart.
- Naar aanleiding van de onderhavige aanvraag is in het Publicatieblad
van de Europese Unie van 17 november 2006, nr. C 279 en in de Staatscourant
van 28 november 2006, nr. 232, een uitnodiging geplaatst voor het indienen
van concurrerende aanvragen om een opsporingsvergunning voor blok Q7.
- Binnen de periode van dertien weken na plaatsing van bovenbedoelde
uitnodiging in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn geen concurrerende
aanvragen ingediend.
- Op 12 februari 2007 hebben SES B.V. en Scotsdale Ltd nadere gegevens
omtrent de vergunningaanvraag aan de Minister van Economische Zaken verstrekt.
- TNO Bouw en Ondergrond (hierna genoemd TNO) en Staatstoezicht op
de mijnen (hierna genoemd Sodm) hebben op verzoek van de Minister hebben bij
brieven van respectievelijk 27 maart 2007 en 11 april 2007 advies uitgebracht.
- De Mijnraad heeft per brief van 15 oktober 2007 op basis van artikel
105, derde lid, van de Mijnbouwwet advies uitgebracht (kenmerk MIJR/7113994).
Gelet op:
De artikelen 6, 7, 9, 11, 12, 15, 17, artikel 22, vijfde en zesde lid,
82 en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.7 van de Mijnbouwregeling;
Besluit:
Artikel 1
Aan Smart Energy Solutions B.V. (hierna genoemd SES B.V.) en Scotsdale
Petroleum Ltd wordt een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.
Artikel 2
SES B.V. is de aangewezen persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid,
van de Mijnbouwwet.
Artikel 3
De vergunning geldt voor het blok Q7, welk blok is aangegeven op de als
bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling (Stcrt. 2002, 245) gevoegde kaart.
Artikel 4
De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel
uitmaakt van de op 5 oktober 2006 ingediende aanvraag.
Artikel 5
De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding nadat zij
onherroepelijk is geworden, gedurende een tijdvak van 4 jaar, indien:
- binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning tijdig
aan de Minister van Economische Zaken schriftelijk gemotiveerd wordt aangegeven
waar een boring zal worden verricht, onder vermelding van tijdstip, plaats,
geologische structuur en diepte;
- uiterlijk 3 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning
bedoelde boring is uitgevoerd en de Minister van Economische Zaken terstond
na aanvang van deze boring hierover schriftelijk is ingelicht;
- binnen één jaar direct na beëindiging van de
boring de resultaten van de boring zijn geëvalueerd.
Artikel 6
Energie Beheer Nederland B.V., wordt aangewezen als de vennootschap als
bedoeld in artikel 82 van de Mijnbouwwet.
Artikel 7
De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de
beschikking is bekendgemaakt.
Deze beschikking wordt bekendgemaakt door verzending aan de aanvrager.
Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit
is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd
bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving
en Juridische Zaken (ALP: L/1410), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage.
Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.