Verlening opsporingsvergunning koolwaterstoffen

Blok Q7

15 januari 2008

ET/EM / 8002781

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop

- Smart Energy Solutions B.V. (hierna genoemd SES B.V.) heeft mede namens Scotsdale Petroleum Ltd (hierna genoemd Scotsdale Ltd) op 5 oktober 2006 ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, 542) een aanvraag ingediend om een vergunning voor de opsporing van koolwaterstoffen in blok Q7, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling (Stcrt. 2002, 245) gevoegde kaart.

- Naar aanleiding van de onderhavige aanvraag is in het Publicatieblad van de Europese Unie van 17 november 2006, nr. C 279 en in de Staatscourant van 28 november 2006, nr. 232, een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen om een opsporingsvergunning voor blok Q7.

- Binnen de periode van dertien weken na plaatsing van bovenbedoelde uitnodiging in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn geen concurrerende aanvragen ingediend.

- Op 12 februari 2007 hebben SES B.V. en Scotsdale Ltd nadere gegevens omtrent de vergunningaanvraag aan de Minister van Economische Zaken verstrekt.

- TNO Bouw en Ondergrond (hierna genoemd TNO) en Staatstoezicht op de mijnen (hierna genoemd Sodm) hebben op verzoek van de Minister hebben bij brieven van respectievelijk 27 maart 2007 en 11 april 2007 advies uitgebracht.

- De Mijnraad heeft per brief van 15 oktober 2007 op basis van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet advies uitgebracht (kenmerk MIJR/7113994).

Gelet op:

De artikelen 6, 7, 9, 11, 12, 15, 17, artikel 22, vijfde en zesde lid, 82 en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.7 van de Mijnbouwregeling;

Besluit:

Artikel 1

Aan Smart Energy Solutions B.V. (hierna genoemd SES B.V.) en Scotsdale Petroleum Ltd wordt een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.

Artikel 2

SES B.V. is de aangewezen persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 3

De vergunning geldt voor het blok Q7, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling (Stcrt. 2002, 245) gevoegde kaart.

Artikel 4

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 5 oktober 2006 ingediende aanvraag.

Artikel 5

De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding nadat zij onherroepelijk is geworden, gedurende een tijdvak van 4 jaar, indien:

- binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning tijdig aan de Minister van Economische Zaken schriftelijk gemotiveerd wordt aangegeven waar een boring zal worden verricht, onder vermelding van tijdstip, plaats, geologische structuur en diepte;

- uiterlijk 3 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning bedoelde boring is uitgevoerd en de Minister van Economische Zaken terstond na aanvang van deze boring hierover schriftelijk is ingelicht;

- binnen één jaar direct na beëindiging van de boring de resultaten van de boring zijn geëvalueerd.

Artikel 6

Energie Beheer Nederland B.V., wordt aangewezen als de vennootschap als bedoeld in artikel 82 van de Mijnbouwwet.

Artikel 7

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door verzending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,namens deze:
Y. Peters,
MT-lid directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/1410), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven