Warenwetregeling etikettering magnetisch speelgoed

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 juni 2008, nr. VGP/PSL 2857928, houdende tijdelijke regels inzake de etikettering van magnetisch speelgoed ter uitvoering van beschikking 2008/329/EG (Warenwetregeling etikettering magnetisch speelgoed)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op beschikking nr. 2008/329/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 april 2008 waarbij de lidstaten worden verplicht ervoor te zorgen dat op magnetisch speelgoed dat in de handel wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden, een gezondheids- en veiligheidswaarschuwing is aangebracht (PbEU L 114), alsmede op artikel 2d van het Warenwetbesluit algemene productveiligheid;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. beschikking 2008/329/EG: beschikking nr. 2008/329/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 april 2008 waarbij de lidstaten worden verplicht ervoor te zorgen dat op magnetisch speelgoed dat in de handel wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden, een gezondheids- en veiligheidswaarschuwing is aangebracht (PbEU L 114);

b. speelgoed: elke waar die is ontworpen of kennelijk is bestemd om door kinderen onder de leeftijd van 14 jaar bij het spelen te worden gebruikt;

c. magnetisch speelgoed: speelgoed dat bestaat uit één of meer magneten of één of meer magnetische onderdelen bevat, die:

1° volledig passen in de cilinder voor kleine onderdelen zoals omschreven in de norm EN 71-1:2005; en

2° los van het speelgoed zijn geraakt, of los van het speelgoed kunnen raken bij normaal of redelijkerwijs te verwachten wijze van gebruik door kinderen;

ook al waren deze magneten of magnetische onderdelen oorspronkelijk in het speelgoed ingesloten, ingekapseld, verzonken of ingevat.

Artikel 2

1. Magnetisch speelgoed is voorzien van de volgende waarschuwing:

‘Opgelet! Dit speelgoed bevat magneten of magnetische onderdelen. Magneten die in het menselijk lichaam aan elkaar of aan een metalen voorwerp hechten, kunnen een ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Raadpleeg onmiddellijk een arts indien magneten worden ingeslikt of ingeademd’.

2. In afwijking van het eerste lid mag magnetisch speelgoed zijn voorzien van een waarschuwing die in gelijkluidende, gemakkelijk te begrijpen bewoordingen duidelijk dezelfde inhoud overbrengt als de in het eerste lid bedoelde waarschuwing.

3. Een in dit artikel bedoelde waarschuwing:

a. is duidelijk zichtbaar, leesbaar en opvallend aangebracht op de verpakking van het magnetisch speelgoed, of zodanig aan het magnetisch speelgoed bevestigd dat de waarschuwing voor de consument op het verkooppunt zichtbaar is; en

b. is gesteld in de Nederlandse taal.

Artikel 3

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 21 juli 2008.

2. Deze regeling vervalt met ingang van 21 april 2009.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling etikettering magnetisch speelgoed.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Toelichting

Op 26 april 2008 is gepubliceerd beschikking nr. 2008/329/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 april 2008 waarbij de lidstaten worden verplicht ervoor te zorgen dat op magnetisch speelgoed dat in de handel wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden, een gezondheids- en veiligheidswaarschuwing is aangebracht (PbEU L 114), verder te noemen: beschikking 2008/329/EG.

Beschikking 2008/329/EG dient te worden uitgevoerd krachtens de Warenwet. Deze regeling zorgt daarvoor.

In de overwegingen bij beschikking 2008/329/EG is uitgebreid aangeven welke redenen hebben geleid tot de vaststelling van die beschikking, en dus ook tot de vaststelling van deze regeling. Samengevat komt het erop neer dat door ongevallen die zich in 2006 en 2007 wereldwijd hebben voorgedaan, gebleken is dat magneten in speelgoed een ernstig risico vormen. Weliswaar worden magneten al lang gebruikt in speelgoed, maar de laatste jaren zijn die magneten steeds sterker geworden en kunnen zij gemakkelijker loslaten als zij met dezelfde technieken als voorheen worden bevestigd. Juist door hun toegenomen kracht bestaat bij losse magneten of magnetische onderdelen in speelgoed bovendien een grotere kans op ernstige ongevallen dan in het verleden.

Op grond van beschikking 2008/329/EG en deze regeling mag met ingang van 21 juli 2008 magnetisch speelgoed slechts verhandeld1 worden indien dat speelgoed voorzien is van een waarschuwing als bedoeld in artikel 2 van deze regeling. Een later tijdstip van inwerkingtreding acht de Commissie van de Europese Gemeenschappen (verder: de Europese Commissie) uit oogpunt van gezondheidsbescherming niet verantwoord.

Handelen in strijd met deze regeling is verboden op grond van artikel 2a, tweede lid, van het Warenwetbesluit algemene productveiligheid. Dat betekent dat magnetisch speelgoed zonder de verplichte waarschuwing niet op de markt mag worden aangeboden of in de handel mag worden gebracht, en uit de handel moet worden genomen. Bij dat laatste kan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gebruik maken van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 21 van de Warenwet inzake het waarschuwen van de consument en het terughalen van gevaarlijke waren.

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen beschikking 2008/329/EG en deze regeling.

Beschikking 2008/329/EG

Deze regeling

artikel 1, eerste tot en met vierde streepje

artikel 1

artikel 1, vijfde tot en met zevende streepje

– (geen implementatie noodzakelijk)

artikel 2

artikel 2

artikel 3, eerste lid

artikel 3, eerste lid

artikel 3, tweede lid

– (al geregeld in artikel 21 Warenwet)

artikel 3, derde lid

– (geen implementatie vereist)

artikel 4

– (geen implementatie vereist)

artikel 5

artikel 3, tweede lid

artikel 6

– (geen implementatie vereist).

Ter bevordering van de leesbaarheid zijn de definities in artikel 1, eerste vier streepjes, van beschikking 2008/329/EG, niet letterlijk overgenomen in artikel 1 van deze regeling. Hiermee is evenwel niet beoogd de betekenis daarvan te wijzigen.

Het ontwerp van beschikking 2008/329/EG is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)2 . Daarbij is gebleken dat ondernemers bezwaar hebben tegen het feit dat de beschikking reeds vanaf 21 juli 2008 door de lidstaten van de Europese Unie moet worden uitgevoerd. Deze ondernemers hadden graag gezien dat de beschikking, en dus ook deze regeling, op een later tijdstip in werking zou treden. Hiervoor is evenwel reeds opgemerkt dat de Europese Commissie een later tijdstip van inwerkingtreding uit oogpunt van gezondheidsbescherming niet verantwoord acht.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven