Regeling erkenning EG-beroepskwalificatie registerloodsen en certificaatloodsen

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat ten behoeve van het verkrijgen van erkenning van EG-beroepskwalificaties voor het beroep van registerloods en certificaatloods (Regeling erkenning EG-beroepskwalificatie registerloodsen en certificaatloodsen)

30 juni 2008

Nr. CEND/HDJZ/2008-817 sector SCH

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255) en de artikelen 33, eerste en tweede lid, en 36 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties;

Besluit:

§ 1

Definities

Artikel 1

Definities

aanvraag: aanvraag tot het verkrijgen van erkenning van EG-beroepskwalificaties voor het beroep van registerloods of certificaatloods;

algemene raad: algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Loodsenwet;

certificaatloods: de loods, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2º, van de Loodsenwet; examencommissie: examencommissie, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit adspirant-registerloodsen, of een van de examencommissies, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van dat besluit dan wel de examencommissie als bedoeld in artikel 5 van het Besluit certificaatloodsen;

Koninklijke Dirkzwager: Koninklijke Scheepsagentuur Dirkzwager BV, statutair gevestigd te Maassluis;

registerloods: de loods, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 1º, van de Loodsenwet;

wet: Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.

§ 2

Delegatie en mandaat van bevoegdheid van de Minister

Artikel 2

Delegatie- en mandaatbepaling

Alle taken en bevoegdheden tot het nemen van besluiten met betrekking tot het afgeven van een erkenning van EG-beroepskwalificaties als bedoeld in de wet, worden, voor de uitoefening van het beroep van:

a. registerloods in Nederland, gedelegeerd aan de algemene raad;

b. certificaatloods in Nederland, gemandateerd aan Koninklijke Dirkzwager.

§ 3

Erkenning van EG-beroepskwalificaties

Artikel 3

Aanvraag

1. Een aanvraag voor het beroep van registerloods wordt ingediend bij de algemene raad.

2. Een aanvraag voor het beroep van certificaatloods wordt ingediend bij Koninklijke Dirkzwager.

3. Bij de aanvraag overlegt de aanvrager de documenten, bedoeld in artikel 13, eerste lid juncto artikelen 14 tot en met 17 van de wet, en geeft daarbij tevens zo nodig aan voor welke regio de aanvraag wordt ingediend.

Artikel 4

Aanpassingsstage of proeve van bekwaamheid

Indien het door de toepassing van artikel 11, eerste lid, onderdeel a, b of c, van de wet, noodzakelijk is dat een aanpassingsstage wordt doorlopen of proeve van bekwaamheid wordt afgelegd, maakt de aanvrager zijn keuze tussen de aanpassingsstage en de proeve van bekwaamheid kenbaar, tenzij artikel 11, vijfde lid, van de wet van toepassing is.

Artikel 5

De aanpassingsstage

1. De algemene raad onderscheidenlijk Koninklijke Dirkzwager stelt vast op welk terrein en binnen welke termijn de aanvrager de aanpassingsstage doorloopt.

2. De algemene raad kan ten behoeve van het afgeven van een erkenning voor het beroep van registerloods bepalen dat de aanpassingsstage wordt beoordeeld door een door hem aan te wijzen examencommissie. De artikelen 12, tweede lid, 25 tot en met 29 en 32 tot en met 38 van het Besluit adspirant-registerloodsen zijn van overeenkomstige toepassing.

3. Koninklijke Dirkzwager kan ten behoeve van het afgeven van een erkenning voor het beroep van certificaatloods bepalen dat de aanpassingsstage wordt beoordeeld door een door hem aan te wijzen examencommissie. De artikelen 14, 15 en 16 van het Besluit certificaatloodsen zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6

De proeve van bekwaamheid

1. De algemene raad stelt vast binnen welke termijn en in welke examenvakken, genoemd in artikel 13 van het Besluit adspirant-registerloodsen, de aanvrager de proeve van bekwaamheid aflegt. De algemene raad kan bepalen dat de proeve van bekwaamheid wordt beoordeeld door een door hem aan te wijzen examencommissie. De artikelen 12, tweede lid, en 14 tot en met 38 van het Besluit adspirant-registerloodsen zijn van overeenkomstige toepassing.

2. Koninklijke Dirkzwager stelt vast binnen welke termijn en in welke examenvakken, genoemd in artikel 11 van het Besluit certificaatloodsen de aanvrager de proeve van bekwaamheid aflegt. Koninklijke Dirkzwager kan bepalen dat de proeve van bekwaamheid wordt beoordeeld door een door hem aan de wijzen examencommissie. De artikelen 14, 15 en 16 van het Besluit certificaatloodsen zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

Herkansing

Indien geen beoordeling door een examencommissie als bedoeld in de artikelen 5, tweede of derde lid, of 6, heeft plaatsgevonden, beslist de algemene raad onderscheidenlijk Koninklijke Dirkzwager of de aanvrager die ervan blijk heeft gegeven, dat hij de voor het beroep van registerloods onderscheidenlijk certificaatloods benodigde kennis of vaardigheden niet in voldoende mate beheerst, in aanmerking komt voor een herkansing. De algemene raad onderscheidenlijk Koninklijke Dirkzwager stelt de termijn waarbinnen en de wijze waarop de herkansing plaatsvindt vast.

Artikel 8

Afwijzen aanvraag

De aanvraag wordt afgewezen, indien de aanvrager de aanpassingsstage, de proeve van bekwaamheid of de herkansing, bedoeld in artikel 7, niet met goed gevolg heeft volbracht.

Artikel 9

Intrekken afgegeven erkenning EG-beroepskwalificatie

Indien na afgifte van de erkenning van de EG-beroepskwalificaties voor het beroep van registerloods onderscheidenlijk certificaatloods is gebleken, dat de bij de aanvraag overgelegde documenten niet geldig, vals of vervalst waren, wordt de erkenning ingetrokken en vervangen door een afwijzing van de aanvraag.

§ 4

Tijdelijke en incidentele dienstverrichting

Artikel 10

Overleggen van documenten door dienstverrichter

1. Voorafgaand aan de eerste dienstverrichting in Nederland als registerloods of certificaatloods door een dienstverrichter als bedoeld in artikel 21 van de wet, overlegt deze dienstverrichter aan de algemene raad onderscheidenlijk aan Koninklijke Dirkzwager:

a. een schriftelijke verklaring met daarin gegevens betreffende verzekering of gelijksoortige bescherming tegen de financiële risico’s van zijn beroepsaansprakelijkheid als bedoeld in artikel 23, eerste en tweede lid, van de wet; en

b. de documenten, genoemd in artikel 23, derde lid, van de wet.

2. Onverminderd het eerste lid, overlegt de dienstverrichter voorafgaande aan de eerste dienstverrichting in Nederland aan de afnemer van zijn dienst de gegevens, genoemd in artikel 29 van de wet.

§ 5

Overige bepalingen

Artikel 11

Intrekken Regeling EG-verklaring registerloods

De Regeling EG-verklaring registerloods wordt ingetrokken.

Artikel 12

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 21 december 2007.

Artikel 13

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties registerloodsen en certificaatloodsen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, C.M.P.S. Eurlings.

Toelichting

Algemeen

1. Inleiding

In deze regeling worden regels gesteld ten behoeve van de erkenning van beroepskwalificaties die nodig zijn voor het beroep van registerloods en certificaatloods.

Deze regeling dient ter uitvoering van artikelen 33, eerste en tweede lid, en 36 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. Deze nieuwe wet (hierna: de Algemene wet) is met ingang van 21 december 2007 in werking is getreden en was noodzakelijk in verband met de implementatie van de op 7 september 2005 vastgestelde richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie nr. 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepkwalificaties (PbEU 2005, L 255). Deze richtlijn (hierna: de richtlijn beroepskwalificaties) heeft tot doel de grensoverschrijdende toegang tot gereglementeerde beroepen in EU-lidstaten te vergemakkelijken door te waarborgen dat EU-onderdanen die hun beroepskwalificaties in een lidstaat hebben behaald, toegang hebben tot hetzelfde gereglementeerde beroep in een andere lidstaat en dit beroep kunnen uitoefenen met dezelfde rechten als de onderdanen van die andere lidstaat.

De richtlijn beroepskwalificaties dient ter vervanging van vijftien eerdere richtlijnen betreffende stelsels van erkenning van beroepskwalificaties. Deze richtlijnen zijn in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd in de Algemene wet erkenning EG-hoger-onderwijs diploma’s en de Algemene wet erkenning EG-beroepsopleidingen. Deze laatste twee wetten zijn bij de inwerkingtreding van de Algemene wet komen te vervallen.

Omdat de Regeling EG-verklaring registerloods mede op de hierboven genoemde vervallen wetten was gebaseerd, is een deel de genoemde regeling met ingang van 21 december 2007 van rechtswege komen te vervallen. Bijgaande regeling dient ter vervanging van de voor registerloodsen geldende vervallen regeling, maar treft ook regels ten behoeve van de erkenning van beroepskwalificaties voor het beroep van certificaatloods (ook wel Noordzeeloods genoemd).

2. De richtlijn beroepskwalificaties en Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties

In verband met deze nieuwe regeling wordt een aantal voor deze regeling relevante onderwerpen uit de richtlijn en de Algemene wet hier meer uitgebreid toegelicht:

a. Registerloods en certificaatloods gereglementeerd beroep

De richtlijn beroepskwalificaties heeft betrekking op zogenaamde gereglementeerde beroepen. Dit is een beroepswerkzaamheid of een geheel van beroepswerkzaamheden waarvoor geldt dat de toegang daartoe of de uitoefening of één van de wijzen van uitoefening daarvan krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect afhankelijk wordt gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties.

Het beroep van registerloods wordt hiervan afhankelijk gesteld. Artikel 4 juncto artikel 1, onderdeel e, van de Loodsenwet bepaalt dat het degene die geen bevoegd registerloods is, dat wil zeggen, niet staat ingeschreven in het loodsenregister, verboden is diensten als loods aan te bieden dan wel dergelijke diensten te verrichten. Om voor een dergelijke inschrijving in aanmerking te komen, bepaalt artikel 22 van de Loodsenwet dat dit geschiedt wanneer de aanvrager is geslaagd voor de vereiste examens of beschikt over een ten aanzien van het beroep van registerloods verleende erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet, beschikt over een geneeskundige verklaring en is toegelaten tot het beroep.

Ook het beroep van certificaatloods wordt afhankelijk gesteld van bepaalde beroepskwalificaties. Artikel 5, eerste lid, van de Loodsenwet bepaalt dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur eisen worden gesteld met betrekking tot de vakbekwaamheid en geschiktheid voor het loodsen van schepen op bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen wateren. In het Besluit certificaatloodsen is vervolgens vastgelegd dat in het beloodsingsgebied het Kanaal (zoals gedefinieerd in artikel 1, onderdeel c, van dat besluit), een loods die zijn diensten aanbiedt één van de in het besluit genoemde certificaten dient te hebben behaald.

Voor de volledigheid wordt hier nog opgemerkt dat de richtlijn betrekking heeft op erkenning van beroepskwalificaties. Dit betekent dat de richtlijn en deze regeling dus geen betrekking hebben op zogenaamde verklaringhouders. Een verklaringhouder is een kapitein of aan boord zijnde stuurman wiens schip is vrijgesteld van de loodsplicht, omdat hij in het bezit is van een verklaring van vrijstelling. Een dergelijke verklaring wordt betrokkene, na een zeer beperkte loodsenopleiding, voor een bepaald zeevaarttraject verstrekt en is niet vergelijkbaar met de reguliere loodsenopleidingen.

b. Elders verkregen beroepskwalificaties

Een dergelijke erkenning van EG-beroepskwalificaties op grond van artikel 5 van de Algemene wet wordt verleend aan een migrerende beroepsbeoefenenaar die in Nederland toegang tot of uitoefening van een gereglementeeerd beroep wenst op basis van beroepskwalificaties die in een andere betrokken staat verplicht zijn gesteld voor toegang tot of uitoefening van dat beroep. Op grond van de definitie van betrokken staat (in artikel 1 van de Algemene wet), heeft deze erkenning slechts betrekking op beroepskwalificaties die zijn verkregen in een lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europeese Economische ruimte of Zwitserland. Voorheen was dit beperkt tot lidstaten van de Europese Unie.

c. De erkenning van beroepskwalificaties

De erkenning van de opleiding tot registerloods respectievelijk certificaatloods valt onder het zogenaamde algemene stelsel. Kenmerk van dit algemene stelsel is dat dit is gebaseerd op wederzijdse erkenning van diploma’s, zonder voorafgaande harmonisatie van studieprogramma’s. Erkenning vindt plaats nadat de bevoegde autoriteit van het ontvangende land de kwalificaties van de migrerende beroepsbeoefenaar heeft vergeleken met de vereiste kwalificaties van de lidstaat van herkomst. Dit systeem is vastgelegd in hoofdstuk 2 van de Algemene wet.

Indien bovendien het beroep in de lidstaat van herkomst net als in Nederland is gereglementeerd, moet, om in aanmerking te kunnen komen voor erkenning, de beroepskwalificatie van de beroepsbeoefenaar ten minste gelijk zijn aan het niveau direct onder het niveau dat in het ontvangende land wordt gevraagd. In verband daarmee zijn vijf opleidingsniveaus vastgesteld (artikel 9 van de Algemene wet). De opleiding tot registerloods dient gekwalificeerd te worden op het hoogste niveau. Immers voordat toelating tot de opleiding van registerloods mogelijk is, zal men eerst in het bezit moeten zijn van een geldig vaarbevoegdheidsbewijs (ten minste twaalf maanden vaartijd eerste stuurman alle schepen, ten minste twee jaar eerste maritiem officier of ten minste twee jaar kapitein alle schepen) die verkregen kan worden na een vier jarige HBO-opleiding met minimaal twee jaar praktijkervaring op een zeeschip. Een andere mogelijkheid is het bezit van de officiersrang bij de Koninklijke marine (minimaal een 4 jarige HBO-opleiding). Daarna volgt de landelijke opleiding tot registerloods (opleiding van 3 maanden) aangevuld met een opleiding ten behoeve van de regio waarin men als loods dienst zal doen (afhankelijk van de regio een opleiding van 7 tot 10 maanden).

Ook de opleiding tot certificaatloods dient gekwalificeerd te worden op het hoogste niveau. Om voor toelating tot de opleiding van certificaatloods in aanmerking te komen zal men ten minste zes jaar in het bezit moeten zijn van een vaarbevoegdheid kapitein alle schepen of in het bezit zijn van het diploma registerloods in combinatie met ten minste vier jaar ervaring in die functie.

d. Tijdelijke en incidentele dienstverrichting

Wat betreft de procedure bij tijdelijke en incidentele dienstverrichting wordt onder het nieuwe stelsel uitgegaan van een flexibeler regime dan voorheen. De nieuwe wetgeving maakt het nu namelijk mogelijk dat iedere burger van de EU die rechtmatig is gevestigd in een lidstaat, tijdelijk en incidenteel in een andere lidstaat diensten kan verrichten zonder dat hij, zoals tot op heden het geval was, om erkenning van zijn beroepskwalificaties hoeft te vragen.

Artikel 25 van de Algemene wet geeft de Minister echter wel de mogelijkheid te bepalen dat de tijdelijke dienstverrichter bepaalde stukken overlegt alvorens aan de eerste dienstverrichting in Nederland te beginnen. In artikel 10 van deze regeling wordt daar gebruikt van gemaakt. Immers het aan boord nemen van een loods moet borg staan voor verhoging van de veiligheid op de scheepvaartweg. Daarvoor is, zoals hierboven al omschreven, een langdurige opleiding vereist. Een kapitein die een loods aan boord neemt moet ervan op aan kunnen dat deze loods de regionale omstandigheden kent, maar daarbij ook over voldoende ervaring beschikt om het betreffende schip veilig over de scheepvaartweg te loodsen. Een deel van de opleiding van een loods bestaat uit het opdoen van ervaring op steeds grotere schepen. Omdat het voor een tijdelijke of incidentele dienstverrichter nauwelijks mogelijk is hieraan op afdoende wijze te kunnen voldoen, worden in artikel 10 aanvullende eisen gesteld met betrekking tot stukken die een dergelijke dienstverlener dient te overleggen, alvorens dienst als loods te mogen verrichten.

Omdat zowel het beroep van registerloods als van certificaatloods is opgenomen in de (op artikel 27, eerste lid, van de Algemene wet gebaseerde) Regeling vaststelling gereglementeerde beroepen, mogen deze stukken voorafgaande aan de eerste dienstverrichting worden gecontroleerd.

Voor de volledigheid wordt hier nog wel opgemerkt dat een tijdelijke dienstverrichter op grond van artikel 24 van de Algemene wet zich niet behoeft in te schrijven bij een beroepsorganisatie, zoals in casu in het Loodsenregister.

e. De erkenningsprocedure

De nieuwe wetgeving voorziet in een eenvoudige erkenningsprocedure. In de artikelen 13 tot en met 16 van de Algemene wet is vastgelegd welke documenten aan de migrerende dienstverlener mogen worden gevraagd. In artikel 10 van de onderhavige regeling wordt naar deze documenten verwezen.

3. De Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties registerloodsen en certificaatloodsen

Op grond van artikel 33, eerste lid, van de Algemene wet beroepskwalificaties kan de Minister wie het aangaat, per gereglementeerd beroep nadere regels stellen. In de onderhavige regeling worden nadere regels gesteld ten aanzien van de aanvraag tot het verkrijgen van een erkenning, de stukken die bij die aanvraag dienen te worden gevoegd alsmede ten aanzien van de aanpassingsstage en de proeve van bekwaamheid en de wijze waarop deze worden beoordeeld.

Voor het geval een migrerende werknemer tijdelijk of incidenteel loodsdiensten wil verrichten, worden nadere regels gesteld ten aanzien van de verklaring en de documenten bedoeld in artikel 23 van de Algemene wet.

4. Consultaties en uitvoeringstoets

Een voorontwerp van deze regeling is ter consultatie voorgelegd aan de algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie en aan Koninklijke Dirkzwager. Zowel de algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie als Koninklijke Dirkzwager gaven aan zich in het ontwerp te kunnen vinden.

5. Administratieve lasten, bedrijfseffecten en nalevingskosten

De administratieve lasten, bedrijfseffecten en nalevingskosten voor het bedrijfsleven, voortvloeiend uit deze regeling zijn reeds begrepen in de verantwoording van deze effecten bij de Algemene wet beroepskwalificaties. Een afzonderlijke berekening van de administratieve lasten van deze regeling is daarom achterwege gelaten. Een voorontwerp van deze regeling is om deze redenen niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten.

Voor de volledigheid wordt hier nog aan toegevoegd dat in de onderhavige regeling, zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de voorwaarden voor erkenning van beroepskwalificaties die golden op grond van de (in te trekken) Regeling EG-verklaring registerloods.

Artikelsgewijs

Artikel 2 Delegatie- en mandaatbepaling

In de hoofdstukken 2 (in verband met vestiging in Nederland) en 3 (indien het tijdelijke en incidentele dienstverrichting betreft) van de Algemene wet is geregeld op welke wijze door de Minister wie het aangaat, in casu de Minister van Verkeer en Waterstaat, erkenning van de beroepskwalificatie voor het beroep van registerloods respectievelijk certificaatloods, wordt verleend. Op grond van artikel 36 van de Algemene wet kan de Minister wie het aangaat, taken en bevoegdheden die hij op grond van de Algemene wet heeft, delegeren.

Omdat met deze nieuwe regeling geen wijziging in het bestaande beleid wat betreft het verlenen van de erkenning van elders verkregen opleidingen tot registerloodsen wordt beoogd, wordt in artikel 2, onderdeel a, van deze regeling van deze delegatiebevoegdheid gebruik gemaakt. De algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie wordt hierdoor bevoegd alle taken en bevoegdheden uit te voeren met betrekking tot het afgeven van erkenningen van EG-beroepskwalificaties voor het uitoefenen van het beroep van registerloods. Op grond van artikel 9, eerste lid, onderdeel a, onder 2º, van de Loodsenwet, is de algemene raad al bevoegd de opleiding daartoe te verzorgen.

Omdat de afgifte van verklaringen voor het beroep van certificaatloods aan de Minister van Verkeer en Waterstaat is voorbehouden (artikel 5 van de Loodsenwet) wordt wat betreft de erkenning voor het uitoefenen van het beroep van certificaatloods Koninklijke Dirkzwager in mandaat aangewezen (onderdeel b). Dit is op dit moment het enige bedrijf in Nederland dat certificaatloodsen in dienst heeft.

Artikel 3 Aanvraag

Dit artikel regelt, door de verwijzing naar artikel 13, eerste lid van de Algemene wet, welke stukken bij de aanvraag voor een erkenning van beroepskwalificaties moeten worden overlegd. Het betreft een bewijs van nationaliteit, zo nodig een verblijfsvergunning (of vergelijkbaar bewijs), bekwaamheidsattesten of opleidingstitels, bewijs van beroepservaring, verklaringen omtrent gedrag, gezondheid en financiële draagkracht of verzekering en een verklaring van de autoriteiten van het land van herkomst dat er geen beroepsbeoefeningsverbod is opgelegd.

Artikelen 4 tot en met 6 en 8 Aanpassingsstage of proeve van bekwaamheid

Op grond van de aanvraag wordt beoordeeld in hoeverre aan de Nederlandse eisen wordt voldaan. Indien de aanvrager daaraan niet geheel voldoet of niet aantoont dat hij daaraan zou voldoen, wordt hij in de gelegenheid gesteld om door middel van een aanpassingsstage de ontbrekende ervaring op te doen of door middel van een proeve van bekwaamheid aan te tonen dat hij de vereiste beroepsbekwaamheid bezit. Het wordt aan de betrokken aanvrager overgelaten voor welk instrument hij kiest. In de onderhavige artikelen is ter zake van de aanpassingsstage en de proeve van bekwaamheid en de wijze van beoordeling daarvan aansluiting gezocht bij de artikelen van het Besluit adspirant-registerloodsen en het Besluit certificaatloodsen. Indien de aanvrager de aanpassingsstage of de proeve van bekwaamheid niet naar tevredenheid afrondt of de herkansing niet met goed gevolg aflegt, wordt geen erkenning afgegeven (artikel 8).

Bij de beoordeling van de vraag of aan de Nederlandse eisen wordt voldaan, kan gebruik worden gemaakt van een van de in die besluiten genoemde examencommissies. Op deze wijze wordt bereikt, dat de hier bedoelde erkenning van EG-beroepskwalificaties gelijkwaardig is aan de verklaringen, bedoeld in het Besluit adspirant-registerloodsen en het Besluit certificaatloodsen, en dat de houder van de erkenning derhalve volwaardig als loods in Nederland kan functioneren.

Artikel 7 Herkansing

Indien de algemene raad onderscheidenlijk Koninklijke Dirkzwager het afnemen van de proeve van bekwaamheid of de aanvullende proeve van bekwaamheid of het beoordelen van de aanpassingsstage aan zichzelf heeft voorbehouden, beslist hij of de aanvrager in aanmerking komt voor een herkansing.

Artikel 9 Intrekken afgegeven erkenning

Dit artikel biedt de mogelijkheid om op te treden tegen fraude. Na intrekking van de erkenning wordt de inschrijving in het loodsenregister automatisch doorgehaald op grond van artikel 24, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Loodsenwet.

Artikel 10 Overleggen documenten door dienstverrichter

Zie punt 2, onder d, van het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Omdat de Algemene wet al met ingang van 21 december 2007 inwerking is getreden, wordt ervoor gekozen bijgaande regeling met terugwerkende kracht tot die datum in werking te laten treden. Er zijn in de tussenliggende periode ten behoeve van het beroep van certificaatloods verzoeken om erkenning van beroepskwalificaties afgedaan.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings

Naar boven