Ontheffing ex artikel 34 Luchtvaartwet voor militair luchtvaartterrein Valkenburg

26 november 2008

Nr. MLA/192/2008

De Staatssecretaris van Defensie en de Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelezen:

de e-mails van 25 november 2008 12:14 uur en van 26 november 2008 20:56 uur van de heer J. van der Weijden, hierna te noemen verzoeker, namens Business de Luxe BV, Postbus 45, 3300 AA Dordrecht;

Gelet op artikel 34, tweede lid, van de Luchtvaartwet;

Besluiten:

Artikel 1

Aan verzoeker wordt in de periode van zaterdag 29 november 2008 tot en met vrijdag 5 december 2008 voor 2 dagen ten behoeve van maximaal 10 vluchten met een helikopter van het type Eurocopter EC 120B, met registratie PH-RBC, ontheffing verleend van de verbodsbepaling van artikel 34, eerste lid, onder a, van de Luchtvaartwet, met betrekking tot het medegebruik van het militaire luchtvaartterrein Valkenburg.

Artikel 2

Aan de ontheffing zijn de volgende voorwaarden verbonden.

  • a. Verzoeker neemt ruim voor aanvang van de geplande vliegtuigbewegingen contact op met de voor het recreatieve vliegverkeer aangewezen Hoofdvliegcoördinator/Havenmeester, bedoeld in artikel 34 van de Algemene en Bijzondere Voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden, teneinde de operationele procedures op het militaire luchtvaartterrein Valkenburg tot zich te nemen. Verzoeker wijst hiervoor een verantwoordelijke functionaris aan.

  • b. Alle daadwerkelijke vliegtuigbewegingen dienen te worden afgestemd met de voor het recreatieve vliegverkeer aangewezen Hoofdvliegcoördinator/Havenmeester. Aan voorwaarden en beperkingen die door de Hoofdvliegcoördinator/Havenmeester worden gesteld, wordt stipt de hand gehouden.

  • c. Het terrein wordt uitsluitend gebruikt voor het uitvoeren van VFR-vluchten.

  • d. Er worden voorzorgsmaatregelen getroffen om eventueel publiek op veilige afstand van de helikopter te houden.

  • e. Verzoeker draagt er zorg voor dat op of nabij het terrein voldoende materieel en middelen, alsmede voldoende deskundigheid en bedreven personeel aanwezig zijn voor het redden van mensenlevens en het voorkomen, beperken en bestrijden van brand ten gevolge van een ongeval of incident met de helikopter.

  • f. Verzoeker zorgt er voor dat een voorschrift is vastgesteld waarin het geheel van de te nemen maatregelen is opgenomen voor een doelmatige bestrijding van ongevallen en incidenten.

Artikel 3

De Algemene en Bijzondere Voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden, zoals vastgesteld bij ministeriële beschikking van 8 mei 1967, nr. 202.620/11K, en laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 26 november 1980, nr. CWL 80/028, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onder ‘de vergunning’ deze beschikking dient te worden verstaan en onder ‘Commandant’ de Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking op 29 november 2008 en vervalt op 6 december 2008.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 november 2008

De Staatssecretaris van Defensie,

voor deze:

de Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, Generaal-Majoor KLu b.d.

P.M.A. Vorderman.

Hoofddorp, 26 november 2008

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

voor deze:

de Hoofdinspecteur Toezichteenheid, Luchthavens en Luchtruim,

S. Jager.

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 20701, 2500 ES ’s-Gravenhage. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Het rijksbeleid voor het burgermedegebruik van militaire luchtvaartterreinen ligt vast in het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT2) en de nota Regionale luchthavenstrategie (RELUS). In het SMT2 is aangegeven dat burgermedegebruik mogelijk blijft, indien daardoor geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en de taakuitvoering van de militaire luchtvaart, met inachtneming van de geluidhinderproblematiek. Onderhavige ontheffing past in het huidige beleid van de betrokken ministeries.

Het luchtvaartterrein Valkenburg is ingevolge de aanwijzing nog steeds een militair luchtvaartterrein. Dat betekent dat burgermedegebruik enkel kan plaatsvinden door middel van een ontheffing. Deze ontheffing maakt het mogelijk gedurende een bepaalde periode gebruik te maken van het militaire luchtvaartterrein. De militaire luchtvaart maakt feitelijk geen gebruik meer van Valkenburg. De aanwezige militaire voorzieningen worden ontmanteld en het luchtvaartterrein wordt thans enkel gebruikt door een vijftal recreatieve vliegclubs. Deze vliegclubs hebben zich verenigd in de Stichting Luchtsportcentrum Valkenburg (LCV). Door de Stichting is een Hoofdvliegcoördinator/Havenmeester aangewezen die de diverse vliegtuigbewegingen van de vliegclubs coördineert. Het is dus zaak dat de vliegtuigbewegingen van verzoeker worden gecoördineerd met de vliegtuigbewegingen van de recreatieve vliegclubs. Deze zogenaamde coördinatieverplichting is als voorwaarde in de ontheffing opgenomen.

Aangezien de Stichting niet over de vereiste mensen en middelen beschikt om in voorkomend geval reddend te kunnen optreden alsmede voor het voorkomen, beperken en bestrijden van brand is aan verzoeker de verplichting opgelegd daar zelf zorg voor te dragen.

Naar boven