Tijdelijke vrijstelling bestrijding bonenspint

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 juni 2008, nr. TRCJZ/2008/1394, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewas-beschermingsmiddelen en biociden (Tijdelijke vrijstelling bestrijding bonenspint)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

In overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het gewasbeschermingsmiddel Oberon (toelatingsnummer 12588N) ter bestrijding van de bonenspint (tetranychus urticae) in de bedekte teelt van bonen.

Artikel 2

De vrijstelling, bedoeld in artikel 1, is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit, worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 1 september 2008.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling bestrijding bonenspint.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 juni 2008.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Bijlage

Het gewasbeschermingsmiddel Oberon met toelatingsnummer 12588 N mag worden toegepast in de bedekte teelt van bonen, mits de voorschriften, behorend bij het toelatingsbesluit van voormeld middel, laatstelijk gewijzigd bij besluit van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden van 21 december 2007, in acht worden genomen.

Toelichting

Inleiding

Op verzoek van LTO groeiservice wordt het voor een beperkte periode toegestaan in de bedekte teelt van bonen het gewasbeschermingsmiddel Oberon te gebruiken tegen schade door spint. Voornoemd middel wordt vrijgesteld voor gebruik in de periode vanaf de tweede dag na publicatie in de Staatscourant tot 1 september 2008.

In 2007 was een ander gewasbeschermingsmiddel nog toegestaan in de bedekte teelt van bonen. Dit jaar ontbreekt voor de zomerperiode een geschikt middel tegen spint. Voor de periode 1 september tot 1 maart is het middel Oberon wel reeds regulier toegelaten voor de bestrijding van spint in bonen onder bedekte teelt.

Kader

Artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biocide maakt het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel in Nederland te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken. Vrijstelling kan worden verleend als de plantaardige productie door onvoorziene gevaren wordt bedreigd, terwijl het gevaar niet op andere wijze kan worden bestreden.

Beoordeling

De Plantenziektenkundige Dienst heeft vastgesteld dat er sprake is van een zodanig landbouwkundig knelpunt voor de telers van bonen onder glas dat zonder een geschikt gewasbeschermingsmiddel de teelt van zomerbonen niet meer mogelijk zal zijn. De bonenspint prikt oppervlakkige bladcellen massaal aan en zuigt deze leeg. Naast bladschade ontstaat schade door webvorming. Een spintaantasting zorgt voor een verminderd assimilerend oppervlakte dat leidt tot belangrijke productievermindering en dito kwaliteitsverlies tot gevolg heeft. De spintaantasting begint meestal pleksgewijs maar zal zich bij oplopende temperaturen snel uitbreiden over de gehele kas.

Het besluit van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, waarbij de toepassing voor de bedekte bonenteelt van het middel Nissorun is vervallen, is op 14 december jl. in werking getreden. In dat besluit is geen opgebruik- en aflevertermijn voor genoemd middel vastgesteld. Gelet op het tijdstip van dat besluit en de aanvang van een nieuwe teeltseizoen kon de sector niet op het besluit anticiperen.

Getoetst aan de criteria van artikel 38 van de Wet heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu in dit bijzondere geval besloten de gevraagde vrijstelling te verlenen. Immers, de plantaardige productie van bonen onder glas wordt bedreigd, deze bedreiging is onvoorzien en alternatieve bestrijdingswijzen ontbreken.

Bijzondere omstandigheden

Er is sprake van bijzondere omstandigheden, omdat als gevolg van de herbeoordeling van middelen het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden de toelating van een ander gewasbeschermingsmiddel, Nissorun, zonder opgebruik- of aflevertermijn heeft ingetrokken. Voor de periode tot 1 september is geen geschikt gewasbeschermingsmiddel voor de Nederlandse bonentelers voorhanden. Het verval van het middel Nissorun als gevolg van het herbeoordelingsbesluit van het College kwam onverwacht voor de bonentelers. Tot slot is van belang dat bij het College een vereenvoudigde uitbreidingsaanvraag in procedure is, zodat uitzicht bestaat op een overbrugging naar een reguliere toelating.

Voorafgaand aan dit besluit is reeds vastgesteld, dat afdoende bestrijdingsalternatieven ontbreken, terwijl andere toelatingsvormen niet mogelijk zijn op dit moment. In het kader van deze vrijstelling zijn de risico’s van het voorgenomen gebruik door het College beoordeeld op hun effecten op de gezondheid van mens en dier en op het milieu.

De onderhavige vrijstelling betreft slechts een tijdelijke uitbreiding van de periode waarin het middel in de bedekte bonenteelt tegen bonenspint mag worden toegepast.

Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik, hetgeen betekent dat degene die het middel toepast, dient te beschikken over een geldig bewijs van vakbekwaamheid.

Rechtsbescherming

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven