Regeling verhoging subsidieplafond wegwerken restauratieachterstand 2007

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 juni 2008, nr. DS-2008-86, houdende verhoging van een subsidieplafond op grond van de Regeling rijkssubsidiëring wegwerken restauratieachterstand 2007 (Regeling verhoging subsidieplafond wegwerken restauratieachterstand 2007)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 14 van de Regeling rijkssubsidiëring wegwerken restauratieachterstand 2007;

Besluit:

Artikel 1

Het subsidieplafond, bedoeld in artikel 7, aanhef en onder d, van de Regeling rijkssubsidiëring wegwerken restauratieachterstand 2007, wordt vastgesteld op € 6.075.000.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verhoging subsidieplafond wegwerken restauratieachterstand 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H.A. Plasterk.

Toelichting

Bij de behandeling van de subsidieaanvragen die op grond de Regeling rijkssubsidiëring wegwerken restauratieachterstand 2007 (hierna: Rrwr 2007) zijn ingediend, is inmiddels inzichtelijk geworden dat het totaalbudget van € 88 miljoen verdeeld over de verschillende subsidieplafonds per groep monumenten niet volledig zal worden uitgeput. Op de aanvragen voor de groep monumenten met een grootschalige restauratie (artikel 3, onder a, van de Rrwr 2007) is op 19 mei 2008 beslist. Van het voor deze groep beschikbare budget van € 38 miljoen bleef € 3,79 miljoen door toepassing van de verdeelcriteria onbenut.

Tevens is gebleken dat op de aanvragen voor de groep molens met subsidiabele kosten tussen € 250.000 en € 500.000 niet kan worden beslist zonder het subsidieplafond voor deze groep te verhogen. Voor deze groep monumenten zijn namelijk meer aanvragen ingediend met een vastgesteld bedrag aan subsidiabele kosten van € 250.000, dan er met het beschikbare budget van € 5.000.000 kunnen worden gehonoreerd. Een nadere rangorde is niet aan te brengen omdat de Rrwr 2007 niet voorziet in een daartoe noodzakelijk extra voorrangscriterium.

Met onderhavige regeling wordt daarom toepassing gegeven aan artikel 14 van de Rrwr 2007, dat bepaalt dat de gedeelten van de subsidiegelden die niet kunnen worden verleend, kunnen worden toegevoegd aan een of meer van de overige subsidieplafonds. Voornoemd restbudget maakt de noodzakelijke verhoging van het subsidieplafond voor de groep molens met subsidiabele kosten tussen € 250.000 en € 500.000 met € 1.075.000 mogelijk.

De overige restbudgetten zullen, al dan niet via de Regeling rijkssubsidiëring wegwerken restauratieachterstand 2008 (hierna: de Rrwr 2008), eveneens volledig ten goede komen aan het wegwerken van de restauratieachterstand. Hierbij moet met name worden gedacht aan restauraties van die monumenten waarvoor in het verleden uitsluitend voor plankosten subsidie is verleend op grond van het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten 1997 (hierna: het Brrm 1997). De eigenaren van deze monumenten zien immers hun subsidieaanvraag op grond van de Rrwr 2007 stranden door de weigeringsgrond van artikel 11, derde lid, van die regeling, dat bepaalt dat in geval van eerdere subsidieverlening op grond van het Brrm 1997 voor de desbetreffende groepen monumenten geen subsidie wordt verstrekt. Dit was voor deze specifieke gevallen niet beoogd en daarom is in de Rrwr 2008 een voorziening getroffen om de gedupeerde aanvragers alsnog aanspraak te kunnen laten maken op subsidie.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Naar boven