Financiële regeling handelsregister

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 23 juni 2008, nr. WJZ 8073595, houdende de vaststelling van de retributies en het eenheidsbedrag voor de heffing van het Handelsregister (Financiële regeling handelsregister)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 3 en 4 van het Financieel besluit handelsregister en artikel 36, eerste lid, artikel 36a, eerste lid en 37, zesde lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;

Besluit:

Artikel 1

Het eenheidsbedrag, bedoeld in artikel 3 van het Financieel besluit handelsregister, is € 13,50.

Artikel 2

Voor het inzien van het handelsregister en de bescheiden die daarbij krachtens wettelijk voorschrift zijn gedeponeerd, worden de navolgende tarieven berekend:

a. voor het ten kantore van een Kamer inzien van het elektronische bestand: € 2,80 per dossier;

b. voor het telefonisch vragen van inlichtingen over hetgeen in het handelsregister is ingeschreven of krachtens wettelijk voorschrift daarbij is gedeponeerd: € 0,70 per tijdseenheid van 1 minuut of gedeelte daarvan;

c. voor het door middel van internet raadplegen van uittreksels en concernrelaties uit het elektronisch bestand: € 2,50 per uittreksel en € 2,50 per geraadpleegd concern;

d. voor het door middel van internet raadplegen van jaarrekeningen uit het elektronisch bestand: per boekjaar € 2,90 per jaarrekening;

e. voor het door middel van internet raadplegen van de twee of drie meest recente jaarrekeningen van een rechtspersoon: € 4,–;

f. Voor het door middel van internet raadplegen van het bedrijfsprofiel: minimaal € 2,50 en ten hoogste € 9,–, afhankelijk van de beschikbaarheid van de in onderdeel c, d en e genoemde gegevens.

Artikel 3

Voor het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit hetgeen in het handelsregister is ingeschreven of krachtens wettelijk voorschrift daarbij is gedeponeerd, worden de volgende tarieven berekend:

a. voor fotokopieën: € 11,– per gekopieerd dossier of gedeelte daarvan, ongeacht het aantal bladzijden;

b. voor uittreksels: € 11,– per uittreksel;

c. voor afdrukken welke worden verstrekt tijdens het ten kantore van een Kamer inzien van het elektronisch bestand: € 0,23 per bladzijde;

d. voor een schriftelijke mededeling met betrekking tot hetgeen in het handelsregister is ingeschreven of daarbij is gedeponeerd: € 4,70 per dossier;

e. voor het door middel van internet ontvangen van een elektronisch gewaarmerkt uittreksel: € 7,50 per uittreksel.

Artikel 4

Artikel 1 van de Regeling bijdragen en vergoedingen kamers van koophandel1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Het eerste lid, onderdeel c, komt als volgt te luiden:

c. vennootschappen onder firma, maatschappen en rederijen: € 7,–;

B

Onder verlettering van onderdeel n tot onderdeel q, worden in het eerste lid drie onderdelen ingevoegd luidende:

n. publiekrechtelijke rechtspersonen die een onderneming drijven: € 7,–;

o. kerkgenootschappen die een onderneming drijven: € 3,50;

p. overige rechtspersonen die een onderneming drijven: € 7,–;

C

Er wordt een lid toegevoegd luidende:

4. Voor een publiekrechtelijke rechtspersoon die een onderneming drijft bedraagt de bijdrage, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997, ten hoogste twee maal het eenheidsbedrag dat door de kamers is vastgesteld dan wel ten hoogste de bijdrage voor de categorie verenigingen die een onderneming drijven.

Artikel 5

Indien het bij koninklijke boodschap van 24 december 2002 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Kamerstukken II 2002/03, 28 746, nr. 1–2) tot wet wordt verheven en in werking treedt, komen artikel 1, eerste lid, onderdelen c en d, van de Regeling bijdragen en vergoedingen kamers van koophandel te luiden:

c. openbare vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid, niet zijnde commanditaire vennootschappen, en rederijen: € 7,–;

d. openbare vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en commanditaire vennootschappen: € 10,50;

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2008.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Financiële regeling handelsregister.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst

Den Haag, 23 juni 2008.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, F. Heemskerk.

Toelichting

Algemeen

1. Doel en aanleiding

Met deze regeling wordt een invulling gegeven aan de bedragen die op grond van de Handelsregisterwet 2007 en het Financieel besluit handelsregister zijn verschuldigd door ingeschrevenen in het handelsregister en door afnemers van handelsregisterproducten (uittreksels, gedeponeerde jaarrekeningen en dergelijke).

Tevens wordt met deze regeling de Regeling bijdragen en vergoedingen kamers van koophandel aangepast aan de Handelsregisterwet 2007. Deze wet treedt op 1 juli 2008 in werking, op grond daarvan zullen een aantal entiteiten zich voor het eerst moeten inschrijven. Sommige van deze entiteiten, namelijk de entiteiten die een onderneming voeren, zijn naast de heffing op grond van de Handelsregisterwet 2007 ook een heffing verschuldigd op grond van artikel 36, eerste lid, 36a, eerste lid en 37, eerste lid van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 (hierna: Wet op de kvk’s).

2. Retributies

Bij het vaststellen van de retributies geldt het profijtbeginsel: de gebruiker betaalt.

Het raadplegen van het handelsregister is namelijk niet kosteloos: de zogeheten berichtendienst van het register genereert (computer)kosten en deze worden aan de afnemers doorberekend. De retributies zijn afgestemd op de werkelijk gemaakte kosten. Daarmee is deze regeling in overeenstemming met hetgeen bij gelegenheid van de memorie van toelichting van de Handelsregisterwet 2007 reeds is gemeld en het vigerende kabinetsbeleid op dit punt.

De gegevens in het register alsmede de gegevens die ten kantore van het handelsregister zijn gedeponeerd, zoals de jaarrekening van vennootschappen, worden elektronisch opgeslagen. Deze gegevens kunnen worden ingezien (door middel van internet, telefonisch of ten kantore van het handelsregister) maar er kan ook door de kamers een afschrift of uittreksel worden verstrekt. Een (gewaarmerkt) uittreksel wordt in beginsel elektronisch verstrekt maar tegen meerkosten levert de kamer desgewenst een papieren uittreksel.

Voor de diverse modaliteiten waaronder aldus gegevens ter beschikking van gebruikers worden gesteld stelt deze regeling de tarieven vast.

3. Heffing

Op grond van de Handelsregisterwet 2007 moeten een aantal nieuwe groepen ondernemingen en rechtspersonen worden ingeschreven in het handelsregister. Deze entiteiten zijn dan op basis van artikel 1 jo. artikel 3 van het Financieel besluit handelsregister een heffing verschuldigd voor de registratietaak van de kamer. De heffing wordt berekend door het in het Financieel besluit handelsregister genoemde heffingsgewicht te vermenigvuldigen met het in artikel 1 van deze regeling genoemde bedrag.

4. Bijdrage nationale taak

De nieuw in te schrijven entiteiten drijven in veel gevallen een onderneming. In dat geval is ook een bijdrage verschuldigd op grond van de artikelen 36, en 36a van de Wet op de kvk’s. Deze bijdrage is gekoppeld aan de zogeheten ‘nationale taak’ van de kamers van koophandel, de voorlichting.

Het bedrag dat een nieuw in te schrijven entiteit die een onderneming drijft per kwartaal is verschuldigd wordt in artikel 1 van de regeling bijdragen en vergoedingen kamers van koophandel ingevoegd. Voor de hoogte van dit bedrag is aangesloten bij het heffingsgewicht dat in artikel 1 van het Financieel besluit handelsregister aan de entiteit wordt toegekend. Uitzondering daarop vormt de publiekrechtelijke rechtspersoon die een onderneming drijft. Bij een publiekrechtelijke rechtspersoon is het aantal vestigingen in hoge mate bepalend voor de werkbelasting bij de kamers ter zake van de registratietaak, maar de ondernemingsactiviteit is hier secundair en het aantal vestigingen van deze rechtspersoon staat dus niet in enige relatie tot het profijt van de voorlichtingstaak en de regiostimulering door de kamers. Voor een publiekrechtelijke rechtspersoon die een onderneming drijft is gekozen voor een bedrag dat naar verwachting tegemoet komt aan de belangstelling van deze ondernemingen voor het gebruik van deze taak van de kamers. Deze bijdragen worden gemonitord en zullen worden aangepast, als daar aanleiding toe is.

5. Bijdrage regionale taak

Een ingeschreven onderneming is in de meeste gevallen ook een bijdrage verschuldigd voor de regionale taak (regiostimulering) van de kamers van koophandel op grond van artikel 37 van de Wet op de kvk’s. In artikel 43 van deze wet worden slechts de agrarische bedrijven en pensioen-BV’s van deze bijdrage vrijgesteld. Deze vrijstelling geldt overigens tevens voor de bijdrage voor de nationale taak.

Voor de bijdrage op grond van artikel 37 van de Wet op de kvk’s wordt een bedrag per kamer vastgesteld, dat in de meeste gevallen wordt vermenigvuldigd met het heffingsgewicht dat is vastgesteld in artikel 1 van het Financieel besluit handelsregister. Om dezelfde reden als hierboven is beschreven vormen de publiekrechtelijke rechtspersonen die een onderneming drijven hierop een uitzondering. Op grond van het zesde lid van artikel 37 van de Wet op de kvk’s wordt een andere berekeningswijze voorgeschreven in artikel 4, onderdeel c. Daarbij wordt een fictief gewicht van twee toegekend aan de publiekrechtelijke rechtspersoon die een onderneming drijft. Als een kamer geen gewichten gebruikt voor het berekenen van de bijdrage voor de regionale taak, dan is deze bijdrage voor publiekrechtelijk rechtspersonen (met een onderneming) ten hoogste gelijk aan de bijdrage die ook voor overige privaatrechtelijke rechtspersonen met een onderneming is vastgesteld.

6. Notificatie

De ontwerpregeling is op 28 maart 2008 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen [notificatienummer 2008/0129/NL] ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217).

7. Administratieve lasten

Deze regeling brengt geen aparte administratieve lasten met zich mee.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Het eenheidsbedrag genoemd in dit artikel wordt vermenigvuldigd met het heffingsgewicht, zoals dat is vastgesteld in artikel 1 van het Financieel besluit handelsregister. Voor een onderneming die toebehoort aan een vennootschap onder firma bedraagt de heffing op grond van artikel 49, eerste lid, van de Handelsregisterwet 2007 dus: € 27,– per jaar.

Artikel 2

In dit artikel worden de retributies vastgesteld voor het raadplegen van de gegevens die zijn opgenomen in het handelsregister. Voor de telefonische inlichtingen, bedoeld in onderdeel b, is het telefoonnummer 0900-1234567 beschikbaar (€ 0,70 per minuut).

Voor het door middel van internet raadplegen is een inlognaam en -code benodigd die het mogelijk maken om de bedragen in rekening te brengen. Deze inlognaam en -code kan eenvoudig en kostenloos worden verkregen op www.kvk.nl.

Voor het inzien van het door de kamer samengestelde bedrijfsprofiel is een bedrag verschuldigd afhankelijk van de beschikbaarheid van de verschillende soorten gegevens.

Een bedrijfsprofiel kost € 2,50 indien er geen jaarrekeningen zijn gedeponeerd en er geen concernrelaties zijn. Dit bedrag wordt met € 2,50 verhoogd indien er concernrelaties zijn en wordt verhoogd met € 4,– indien er jaarrekeningen zijn gedeponeerd. In totaal wordt ten hoogste € 9,– in rekening gebracht voor een bedrijfsprofiel met gedeponeerde jaarrekeningen en concernrelaties.

Artikel 3

In dit artikel worden de retributies vastgesteld voor het verstrekken van afschriften en uittreksels van de gegevens die zijn opgenomen in het handelsregister.

Artikel 4

De Regeling bijdragen en vergoedingen kamers van koophandel wordt aangevuld met de nieuw in te schrijven entiteiten die een onderneming (kunnen) drijven. Dit betreft de maatschappen en rederijen, de publiekrechtelijke rechtspersonen en de kerkgenootschappen. Deze worden in de opsomming van artikel 1 van de Regeling bijdragen en vergoedingen kamers van koophandel opgenomen.

In onderdeel c wordt de berekeningswijze van de bijdrage voor de regionale taak voorgeschreven. Dit is hierboven in de paragraaf ‘bijdrage regionale taak’ nader toegelicht. De grondslag voor dit artikel is artikel 37, zesde lid, van de Wet op de kvk’s.

Artikel 5

De verwachte wijziging van titel 7.13 van het Burgerlijk Wetboek houdt ook een wijziging in van de Regeling bijdragen en vergoedingen kamers van koophandel. Deze wijziging wordt door middel van deze bepaling doorgevoerd, zodat niet een aparte wijzigingsregeling hoeft te volgen. De bijdragen voor deze vennootschappen blijven ongewijzigd.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

  • 1

    Stcrt. 2007, 247.

Naar boven