Invoeringsregeling Wet ruimtelijke ordening

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 20 juni 2008, nr. BJZ2008061005, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, houdende aanpassingen van een aantal ministeriële regelingen en besluiten in verband met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Invoeringsregeling Wet ruimtelijke ordening)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op de artikelen 6.10 , 6.11 en 10.2 van de Wet ruimtelijke ordening en afdeling 6.3 van het Besluit ruimtelijke ordening;

Besluit:

Artikel I

Het Besluit van 19 augustus 1966 tot Aanwijzing van functionarissen krachtens artikel 69, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt als volgt gewijzigd:

A

Met vernummering van de artikelen 1 en 2 tot de artikelen 2 en 3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1

Dit besluit vindt zijn grondslag in artikel 10.2, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening.

B

Artikel 2 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘Wet op de Ruimtelijke Ordening’ wordt vervangen door: Wet ruimtelijke ordening.

2. In de opsomming van artikel 2 wordt ‘de Directies Visievorming, Ontwerp en Strategie, Nationaal en Internationaal Beleid, en Realisatie en Ontwikkeling van het Directoraat Generaal Ruimte van vorengenoemd ministerie’ vervangen door: de Directies Nationale Ruimtelijke Ordening, Gebiedsontwikkeling en Leefomgevingskwaliteit van vorengenoemd ministerie.

Artikel II

Het Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving van 16 december 2004 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Met vernummering van het enige lid tot tweede lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

1. Deze regeling vindt mede haar grondslag in de Wet ruimtelijke ordening.

2. In het tweede lid (nieuw) wordt ‘Wet op de Ruimtelijke Ordening’ vervangen door: Wet ruimtelijke ordening.

B

In Artikel 2, eerste lid, vervalt: – artikel 77, vijfde lid, van de onteigeningswet;.

C

In artikel 4 vervalt: : – artikel 49 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;.

D

In artikel 5 wordt ‘de Wet op de Ruimtelijke Ordening’ vervangen door: ‘de Wet ruimtelijke ordening’ en vervalt: – de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;.

Artikel III

In artikel 2, eerste lid, van het Besluit mandaat en machtiging handhaving Inspectoraat-Generaal VROM wordt ‘Wet op de Ruimtelijke Ordening’ vervangen door: Wet ruimtelijke ordening.

Artikel IV

De regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 januari 2003, houdende vaststelling van regels met betrekking tot de sanering van wegen in de omgeving van de gemeenten Hof van Twente en Harderwijk, waarin asbestbevattend materiaal is verwerkt, wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, tweede lid, onder c, komt te luiden:

c. wegen en stroken, die in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan of de krachtens dat plan gestelde eisen zijn aangelegd voor zover die strijd niet alsnog door een wijziging van dat bestemmingsplan is of wordt opgeheven.

B

In artikel 9, derde lid, wordt ‘een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening’ vervangen door: een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 3.3, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel V

Met vernummering van het enige lid van artikel 1 van de Projectstimuleringsregeling INTERREG IV tot tweede lid, wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

1. Deze regeling vindt haar grondslag in artikel 6.10 van de Wet ruimtelijke ordening en de artikelen 6.3.1.5, eerste lid, 6.3.2.1, vierde lid, en 6.3.4.1, vierde lid, van het Besluit ruimtelijke ordening.

Artikel VI

Met vernummering van het enige lid van artikel 1 van de RijksCofinancieringsregeling INTERREG IV tot tweede lid, wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

1. Deze regeling vindt haar grondslag in artikel 6.10 van de Wet ruimtelijke ordening en de artikelen 6.3.1.5, eerste lid, 6.3.2.1, vierde lid, 6.3.4.1, vierde lid, en 6.3.5.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.

Artikel VII

Artikel 2, tweede lid, onder c, van de Saneringsregeling asbestwegen derde fase komt te luiden:

c. wegen en stroken, die in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan of de krachtens dat plan gestelde eisen zijn aangelegd voor zover die strijd niet alsnog door een wijziging van dat bestemmingsplan is of wordt opgeheven.

Artikel VIII

De Beleidsregeling Subsidies Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit van 28 januari 2003 wordt als volgt gewijzigd:

A

Met vernummering van het enige lid van artikel 1 tot tweede lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

1. Deze regeling vindt mede haar grondslag in artikel 6.10 van de Wet ruimtelijke ordening en afdeling 6.3 van het Besluit ruimtelijke ordening.

B

In artikel 11, eerste lid, onder a, wordt ‘de directeur DGR/RI’ vervangen door: de Directeur Gebiedsontwikkeling.

C

In artikel 19 wordt ‘art. 38d Bro’ vervangen door: artikel 6.3.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.

D

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel 38i, eerste lid, van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985’ vervangen door: artikel 6.3.5.1, eerste lid, van het Besluit ruimtelijke ordening.

2. In het tweede lid wordt ‘artikel 38i, tweede lid, van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985’ vervangen door: artikel 6.3.5.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening.

Artikel IX

In Bijlage 1 van het Mandaatbesluit SenterNovem Regelingen Ruimte wordt ‘op grond van artikel 50a lid c van deWet op de Ruimtelijke Ordening juncto artikel 38a en volgende van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening’ vervangen door: op grond van artikel 6.10, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening juncto artikel 6.3.1.1 en volgende van het Besluit ruimtelijke ordening.

Artikel X

In Bijlage 1 van het Mandaatbesluit SenterNovem Regelingen Wonen, Wijken en Integratie vervallen in de opsomming:

– Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;

– Besluit op de stads- en dorpsvernieuwing;.

Artikel XI

In artikel 2, vierde lid, van de Regeling externe veiligheid inrichtingen wordt ‘een besluit als bedoeld in de artikelen 10, 11, eerste en tweede lid, 15, eerste lid, 17, eerste lid, 19, eerste tot en met derde lid, 28, 37, 39b en 40, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, van een besluit tot het verlenen van vrijstelling als bedoeld in artikel 11 van de Woningwet’ vervangen door: een besluit als bedoeld in de artikelen 3.1, eerste tot en met derde lid, 3.6, eerste lid, 3.10, eerste lid, 3.22, eerste lid, 3.23, eerste lid, 3.26, eerste lid, 3.27, eerste lid, 3.28, eerste lid, 3.29, eerste lid, 3.40, eerste lid, 3.41, eerste lid, 3.42, eerste lid, 4.2, eerste lid en 4.4, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening en van een besluit tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 11 van de Woningwet.

Artikel XII

Artikel 2.3, eerste lid, onderdeel f, van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 komt te luiden:

f. ontwerp voor een projectbesluit dat reeds ter inzage is gelegd;.

Artikel XIII

In het onderdeel Energie in de bouw van Bijlage 2, behorend bij de Vervolgsubsidieregeling BANS klimaatconvenant 2007, wordt ‘Wet op de Ruimtelijke Ordening’ telkens vervangen door: Wet ruimtelijke ordening.

Artikel XIV

Het Instellingsbesluit Commissie schadebeoordeling beleidslijn ‘Ruimte voor de rivier’ van 15 oktober 1999 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel e. wordt de ‘Wet op de Ruimtelijke Ordening’ vervangen door: de Wet ruimtelijke ordening.

2. In onderdeel g. wordt ‘artikel 31a van de Wet’ vervangen door: artikel 6.8 van de Wet.

B

In artikel 4, onder a, wordt ‘artikel 49 van de Wet’ vervangen door: artikel 6.1 van de Wet.

Artikel XV

De volgende regelingen en besluiten op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening worden ingetrokken:

a. Vaststellingsregeling subsidieplafond 2000 ex artikel 50a Wet op de Ruimtelijke Ordening;

b. Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 16 januari 2004, houdende de vaststelling van het subsidieplafond voor 2004 voor subsidiëring ingevolge artikel 50a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

c. Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 20 mei 2005, houdende de vaststelling van het subsidieplafond voor 2005 voor subsidiëring ingevolge artikel 50a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Artikel XVI

Het Besluit van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 22 februari 1985, op grond van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing, houdende de aanwijzing van ambtenaren Wet op de stads- en dorpsvernieuwing wordt ingetrokken.

Artikel XVII

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2008.

Artikel XVIII

Deze regeling wordt aangehaald als: Invoeringsregeling Wet ruimtelijke ordening.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 juni 2008.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.

Toelichting

De onderhavige regeling bevat voornamelijk aanpassingen van verwijzingen in bestaande ministeriële regelingen naar de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 aan de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening. Voorts wordt de grondslag van enkele regelingen mede gebaseerd op de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening en tenslotte wordt een aantal regelingen ingetrokken. Tevens schrapt deze regeling verwijzingen naar de vervallen Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

Naar boven