Beschikking totalisator 2008

Beschikking van de Minister van Justitie van 19 juni 2008, nr. 5551529/08/DSP, houdende verlening van een vergunning tot het organiseren van een totalisator

De Minister van Justitie,

Overwegende dat de geldigheidsduur van de Beschikking Totalisator 2005 op 30 juni 2008 verstrijkt;

Gelezen het verzoek van Scientific Games Racing B.V. van 18 oktober 2007 haar opnieuw vergunning te verlenen tot het organiseren van een totalisator;

Gelet op de artikelen 23, 24, 25 en 34 van de Wet op de kansspelen;

Gehoord het advies van het College van toezicht op de kansspelen van 22 november 2007, nr. C.949/07;

Besluit:

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. de wet: Wet op de kansspelen;

b. de Minister: de Minister van Justitie;

c. vennootschap: besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Scientific Games Racing B.V., gevestigd te ’s-Gravenhage;

d. college: College van toezicht op de kansspelen bedoeld in artikel 33 van de wet;

e. NDR: Vereniging Nederlandse Draf- en Rensport, gevestigd te Wassenaar, daaronder mede begrepen de als rechtsopvolger van de Vereniging Nederlandse Draf- en Rensport aan te merken stichting;

f. totalisator: een kansspel als bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet;

g. wedkantoor: door of namens de vennootschap opengestelde gelegenheid waar in hoofdzaak activiteiten worden verricht die verband houden met het afsluiten van weddenschappen op de uitslag van paardenrennen en harddraverijen en waar tevens, voorzover door de Minister toegestaan, andere kansspelen kunnen worden aangeboden;

h. wedcafé: inrichting, verbonden met een horecalokaliteit als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet, waar onafhankelijk van de horecalokaliteit door de vennootschap de gelegenheid wordt opengesteld tot het afsluiten van weddenschappen op de uitslag van paardenrennen en harddraverijen;

i. verkooppunt: inrichting, niet zijnde een wedcafé, waar in overwegende mate activiteiten worden verricht welke geen verband houden met kansspelen en waar tevens door de vennootschap de gelegenheid wordt opengesteld tot het afsluiten van weddenschappen op de uitslag van paardenrennen en harddraverijen;

j. speelautomatenhal: inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c, van de wet;

k. speelcasino: inrichting als bedoeld in artikel 27g, tweede lid, van de wet;

l. gemeenschappelijke buitenlandse pool: een pool waarin de weddenschappen, die ten aanzien van harddraverijen en paardenrennen in het buitenland in de deelnemende landen zijn afgesloten, worden samengevoegd ten behoeve van het voor uitkering beschikbare bedrag;

m. lokale pool: een pool waarin de weddenschappen in Nederland, die ten aanzien van harddraverijen en paardenrennen in het binnenland of het buitenland zijn afgesloten, worden samengevoegd ten behoeve van het voor uitkering beschikbare bedrag.

Artikel 2

1. Aan de vennootschap wordt voor de duur van vijf jaren, te rekenen vanaf 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2013 vergunning verleend tot het organiseren van een totalisator.

2. De vergunning wordt verleend onder de voorwaarde dat Scientific Games Corporation Inc. gevestigd in New York, USA, of een 100%-dochtervennootschap van Scientific Games Corporation Inc. enig aandeelhouder van de vennootschap is. Scientific Games Corporation Inc. is gehouden in te staan voor de nakoming van alle verplichtingen van de vennootschap onder de vergunning.

3. Aan de in het eerste lid bedoelde vergunning worden de in artikel 3 tot en met artikel 22 vervatte voorschriften verbonden, die zonodig kunnen worden gewijzigd of aangevuld.

Artikel 3

1. Het is de vennootschap toegestaan een totalisator te organiseren:

a. ten aanzien van harddraverijen en paardenrennen die worden gehouden onder auspiciën van de NDR op de koersdagen en op de banen die zijn vermeld op de door de NDR na overleg met de vennootschap vastgestelde en gepubliceerde Koersagenda;

b. ten aanzien van harddraverijen en paardenrennen in het buitenland, voorzover zij worden gehouden onder auspiciën van een daartoe in het betreffende land aangewezen officiële organisatie of instantie, waarbij de weddenschappen, die ter zake zijn afgesloten in de deelnemende landen, kunnen worden samengevoegd tot een gemeenschappelijke buitenlandse pool ten behoeve van het voor uitkering beschikbare bedrag;

c. ten aanzien van harddraverijen en paardenrennen in het buitenland, als hiervoor bedoeld onder b, waarbij de weddenschappen die ter zake zijn afgesloten worden samengevoegd tot een lokale pool ten behoeve van het voor uitkering beschikbare bedrag.

2. De Minister kan, de NDR gehoord, regels stellen betreffende de jurering en de dopingcontrole op de banen. Het is de vennootschap niet toegestaan de totalisator te organiseren op banen waar jurering en dopingcontrole niet overeenkomstig die regels plaatsvinden.

3. De Minister kan een andere rechtspersoon dan de NDR aanwijzen voor de toepassing van dit artikel.

Artikel 4

1. Het is de vennootschap toegestaan weddenschappen af te sluiten:

d. op de banen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a;

e. in wedkantoren;

f. in wedcafés;

g. in verkooppunten;

h. in speelcasino’s;

i. in speelautomatenhallen, voorzover dit krachtens de door de burgemeester afgegeven vergunning is toegestaan.

2. Het is de vennootschap voorts toegestaan weddenschappen af te sluiten langs direct elektronische weg.

Artikel 5

1. De totalisator wordt georganiseerd met inachtneming van de vergunningvoorschriften, de statuten en reglementen van de vennootschap.

2. De statuten en reglementen van de vennootschap, alsmede wijziging daarvan, behoeven de voorafgaande toestemming van de Minister.

3. De reglementen behelzen in ieder geval bepalingen inzake de deelnemingsvoorwaarden, de soorten van weddenschappen en de wijze waarop de weddenschappen worden afgesloten, alsmede de regels die door bezoekers van een wedcafé in acht worden genomen.

4. In alle aankondigingen en voor openbaarmaking of verspreiding bestemde stukken wordt vermeld dat voor het organiseren van een totalisator vergunning is verleend door de Minister, onder aanhaling van datum en kenmerk van deze beschikking.

Artikel 6

De vennootschap houdt van de totale inzet per koers, vóór de verdeling aan de winnaars van de weddenschappen, een bedrag in van 2,5%, van welk bedrag 8% is bestemd voor de Koninklijke Fondsen en 92%, volgens een door de Minister te bepalen verdeelsleutel, ter bevordering van de draf- en rensport in Nederland, volgens een door de Minister te bepalen verdeelsleutel.

Artikel 7

De vennootschap draagt aan de NDR de bedragen af in overeenstemming met de tussen de vennootschap en de NDR gesloten samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 8

1. Binnen vier weken na afloop van enige maand draagt de vennootschap het bedrag, bedoeld in artikel 6, aan de begunstigden af.

2. Indien het verschil tussen het aan de begunstigden toekomende bedrag volgens de vastgestelde jaarrekening en de op het desbetreffende kalenderjaar betrekking hebbende maandafdrachten ingevolge het eerste lid positief is, draagt de vennootschap het aan de begunstigden toekomende bedrag binnen vier weken na de vaststelling van de jaarrekening aan de begunstigden af.

3. Indien het verschil, bedoeld in het tweede lid, negatief is, houdt de vennootschap het van de begunstigden te vorderen bedrag in op de afdracht over het eerste kwartaal volgende op het in het tweede lid bedoelde kalenderjaar.

4. De begunstigden, bedoeld in het eerste lid, verantwoorden jaarlijks aan de vennootschap de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van de bedragen, aan hen door de vennootschap afgedragen. De vennootschap doet hierover verslag aan de Minister en het college.

Artikel 9

1. Bij besluit van de Minister kunnen ambtenaren en andere personen worden aangewezen die zijn belast met het toezicht op de naleving door de vennootschap van het bepaalde bij of krachtens de wet en van haar reglementen.

2. De toezichthouders beschikken niet over de bevoegdheden, genoemd in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 10

De vennootschap zendt binnen vier weken na het einde van elk kwartaal aan de Minister, het college en de NDR een verslag van de exploitatie van de totalisator, alsmede andere door de Minister noodzakelijk geachte gegevens, over dat kwartaal.

De Minister kan, gehoord het college, aanwijzingen geven omtrent de inrichting van het verslag.

Artikel 11

1. De vennootschap stelt een jaarrekening en een jaarverslag op welke voldoen aan de eisen gesteld in Boek 2, Titel 9, van het Burgerlijk Wetboek. De Minister kan, gehoord het college, aanwijzingen geven omtrent de inrichting van de jaarrekening en het jaarverslag.

2. De vennootschap verleent aan een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek opdracht tot onderzoek van de jaarrekening. De uitslag van dit onderzoek wordt weergegeven in een verslag en een verklaring als bedoeld in onderscheidenlijk het vierde en het vijfde lid van artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het onderzoek dient mede betrekking te hebben op de naleving door de vennootschap van het bepaalde in deze beschikking.

3. De vennootschap voert een zodanig beheer dat een goedkeurende verklaring, als bedoeld in het tweede lid, kan worden afgegeven.

4. Binnen vier maanden na afloop van een kalenderjaar zendt de vennootschap de jaarrekening met het verslag en de verklaring, alsmede het jaarverslag aan de Minister, het college en de NDR.

Artikel 12

1. De vennootschap zorgt voor een doelmatige administratie, organisatie en uitvoering van de krachtens deze vergunning georganiseerde totalisator.

2. De vennootschap neemt de nodige maatregelen met het oog op de naleving van de aan deze vergunning verbonden voorschriften en de op grond daarvan opgestelde reglementen door de organisaties en personen die op enigerlei wijze bij de administratie, organisatie en uitvoering van de totalisator zijn betrokken.

Artikel 13

1. Het aantal locaties, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, c, e en f, bedraagt in totaal ten hoogste honderd.

2. Het is de houder van een wedkantoor toegestaan in een wedkantoor een bar of buffet te exploiteren of aan derden te verpachten, waar geen alcoholhoudende drank verkrijgbaar is.

3. Voor andere dan de in het tweede lid genoemde voorzieningen in een wedkantoor ten behoeve van de bezoeker die geen verband houden met de organisatie van de totalisator is de voorafgaande goedkeuring van de Minister, gehoord het college, nodig, behoudens in geval van nevenactiviteiten van beperkte omvang die het karakter van een wedkantoor niet wijzigen.

Artikel 14

1. Uitgesloten als locaties, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b en d, zijn:

a. inrichtingen die beschikken over een vergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet;

b. inrichtingen waar activiteiten worden ontplooid welke in belangrijke mate gericht zijn op personen beneden de leeftijd van 18 jaar.

2. De vennootschap stelt de gelegenheid open tot het afsluiten van weddenschappen in een locatie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder d, tot uiterlijk één uur voor de aanvang van de eerste koers van de koersdag waarop de weddenschap betrekking heeft, behoudens voorzover de mogelijkheid tot het afsluiten van weddenschappen wordt geboden door middel van mechanische, elektrische of elektronische voorzieningen.

Artikel 15

1. Onverminderd artikel 13, eerste lid, is het de vennootschap toegestaan in ten hoogste twintig wedcafés weddenschappen af te sluiten.

2. De vennootschap stelt een huisreglement voor wedcafés op, met regels die door bezoekers van een wedcafé in acht worden genomen.

3. Het huisreglement bevat ten minste regels inzake:

c. de openingsuren van de wedcafés;

d. de entreebewijzen;

e. het opleggen van entreebeperkingen en entreeverboden;

f. de orde en rust in de wedcafés en

g. de veiligheid van het personeel en bezoekers.

Artikel 16

1. De vennootschap gaat het ongeoorloofd wedden en het aanbieden of verlenen van bemiddeling tot wedden op de uitslag van de harddraverijen en paardenrennen zoveel mogelijk tegen en verleent daartoe al haar medewerking aan personen, die zijn belast met de opsporing van overtreding van artikel 27 van de wet.

2. De vennootschap bedingt bij het aangaan van overeenkomsten met werknemers, andere medewerkers of zelfstandige ondernemers dat de betrokken werknemer, andere medewerker of zelfstandige ondernemer gehouden is het bepaalde bij of krachtens de wet in acht te nemen.

3. Van de bevindingen van de vennootschap betreffende het ongeoorloofd wedden en het aanbieden of verlenen van bemiddeling tot wedden op de uitslag van harddraverijen en paardenrennen, alsmede van de daartegen genomen maatregelen, wordt mededeling gedaan in het jaarverslag.

Artikel 17

1. Als deelnemers aan de totalisator mogen niet worden toegelaten personen die nog niet de leeftijd van achttien jaren hebben bereikt.

2. Indien als winnaar in de totalisator wordt aangewezen een persoon die ingevolge het eerste lid niet als deelnemer mocht worden toegelaten of een persoon die bij de deelneming gehandeld heeft in strijd met de door de vennootschap gestelde voorwaarden, wordt de desbetreffende deelneming buiten aanmerking gelaten.

Artikel 18

1. Het is de vennootschap terzake van de weddenschapvormen ‘Winnend’, ‘Plaats’, ‘Duo/Koppel’ en ‘Dubbel Winnend’ niet toegestaan weddenschappen aan te bieden of af te sluiten welke een inzet van €250,– per weddenschap te boven gaan. Voor de weddenschapvormen ‘Trio’, ‘Kwartet’, ‘V75’, ‘V65’, ‘V5’, ‘V3’, en ‘Bigsix’ geldt per weddenschap een limitering van €1000,–.

2. Het is de vennootschap niet toegestaan geldleningen te verstrekken aan spelers of van deze te ontvangen.

Artikel 19

1. De vennootschap treft de noodzakelijke maatregelen en voorzieningen om onmatige deelneming aan de totalisator zo veel mogelijk te voorkomen.

2. De vennootschap ziet er op toe dat de verkooppunten onmatige deelneming aan de totalisator zo veel mogelijk tegengaan.

3. Van het ingevolge het tweede lid gehouden toezicht wordt mededeling gedaan in het jaarverslag.

4. De vennootschap draagt er zorg voor dat aan wervings- en reclameactiviteiten op zorgvuldige en evenwichtige wijze vorm wordt gegeven, waarbij in het bijzonder wordt gewaakt voor het aanzetten tot onmatige deelneming aan de door de vennootschap georganiseerde totalisator.

5. De vennootschap neemt bij haar wervings- en reclameactiviteiten de haar door de Minister gegeven aanwijzingen, gehoord het college, in acht.

Artikel 20

1. De mechanische, elektrische en elektronische processen die gebruikt (?) worden bij de deelneming, prijsbepaling en vaststelling van de winnaars van de krachtens deze vergunning georganiseerde totalisator, zijn onderworpen aan een voorafgaande goedkeuring en periodieke controle door één of meer door de Minister aangewezen onafhankelijke deskundigen of keuringsinstellingen.

2. De eisen die gesteld worden aan de mechanische, elektrische en elektronische processen die gebruikt worden bij de deelneming, prijsbepaling en vaststelling van de winnaars, worden door de Minister in overleg met de vennootschap vastgesteld.

3. Van de bevindingen van de in het eerste lid bedoelde onafhankelijke deskundigen of keuringsinstellingen wordt uiterlijk binnen drie maanden na afloop van een kalenderjaar verslag gedaan aan de Minister en het college.

Artikel 21

De kosten verbonden aan de goedkeuring, controle en onderzoek ingevolge de artikelen 11, tweede lid, en 20, eerste lid, zijn voor rekening van de vennootschap.

Artikel 22

1. Na inwerkingtreding van deze beschikking berusten de besluiten die zijn genomen ter uitvoering van de Beschikking totalisator 2005, op deze beschikking.

2. De weddenschappen die voor de inwerkingtreding van deze beschikking zijn afgesloten op grond van de Beschikking totalisator 2005, worden door de vennootschap afgewikkeld overeenkomstig de ten tijde van het afsluiten van die weddenschappen geldende voorschriften en reglementen.

Artikel 23

De Beschikking totalisator 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 24

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 juli 2008 en zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 25

Deze beschikking wordt aangehaald als: Beschikking totalisator 2008.

Deze beschikking is een besluit als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Stb. 1992, 315). Op grond van voornoemde wet kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag waarop het besluit bekend is gemaakt bezwaar maken. Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van een bezwaarschrift bij de Minister van Justitie, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten de naam en het adres van de indiener, dagtekening, omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaarschrift steunt. Onder vermelding van datum en kenmerk van deze brief, kunt u een bezwaarschrift, voorzien van dagtekening, indienen bij de Directie Sanctie- en Preventiebeleid.

Den Haag, 19 juni 2008.
De Minister van Justitie,
namens deze:
de directeur Sanctie- en Preventiebeleid, M.C.J. Groothuizen.

Naar boven