Instellingsbesluit Taskforce Financiering Landschap Nederland

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 11 juni 2008, nr. TRCJZ/2008/638, houdende de instelling van de Taskforce Financiering Landschap Nederland

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Minister: de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. taskforce: Taskforce Financiering Landschap Nederland.

Artikel 2

1. Er is een Taskforce Financiering Landschap Nederland.

2. De taskforce heeft tot taak aan de Minister rapport uit te brengen van haar verkenning van en advies te geven over de mogelijke financieringsconstructies voor investeringen in het landschap, het draagvlak voor en de kritieke succesfactoren van de meest kansrijke financieringsconstructies en het proces van implementatie van de financieringsvormen.

Artikel 3

1. De Minister benoemt, schorst en ontslaat de voorzitter en de overige leden van de taskforce.

2. De Minister voorziet in de ondersteuning van de taskforce.

Artikel 4

Als leden van de taskforce worden benoemd:

– de heer prof. dr. A.H.G. Rinnooy Kan, tevens voorzitter;

– de heer mr. drs. L.C. Brinkman;

– mevrouw prof. H.E. Bakker;

– de heer dr. S.R.A. van Eijck;

– mevrouw prof. dr. ir. L.O. Fresco;

– de heer J.H.J. Zegering Hadders.

Artikel 5

1. De taskforce brengt zijn rapport, bedoeld in artikel 2, tweede lid, uit in september 2008.

2. De archiefbescheiden van de taskforce worden na zijn opheffing, of zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 november 2008.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als Instellingsbesluit Taskforce Financiering Landschap Nederland.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 juni 2008.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Toelichting

In de regeringsverklaring heeft het kabinet aangegeven grote waarde te hechten aan de kwaliteit van het karakteristieke Nederlandse landschap. In mijn brief aan de Tweede Kamer van 26 oktober 2007 (Kamerstukken II 2007/08, 31 253 nr. 1) heb ik geconstateerd dat het traditionele Nederlandse cultuurlandschap verdwijnt en dat de diversiteit en de toegankelijkheid afnemen. Ik heb derhalve, onder meer verwijzend naar het Deltaplan ‘Nederland weer mooi’ van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (Kamerstukken II 2006/07, 30 800 XIV, nr. 135) en de daarop gebaseerde Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA) ‘Investeren in landschap’, een aantal voorstellen gedaan om nieuwe impulsen aan het landschapsbeleid te geven. De MKBA heb ik in april 2007 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden (Kamerstukken II 2006/07, 30800 XIV nr. 98). Uit de MKBA blijkt dat investeren in landschap loont: de baten liggen hoger dan de kosten.

In de motie van de leden Cramer en Atsma (Kamerstukken II 2007/08, 31 200 XIV nr. 121) wordt de regering verzocht om een onafhankelijke commissie in te stellen die de overheid van advies kan dienen over mogelijke financieringsvormen om het Deltaplan ‘Nederland weer mooi’ tot uitvoer te kunnen brengen. Op 15 november 2007 heb ik in reactie op deze motie toegezegd een onafhankelijk adviescollege op te richten met als taak de Minister te adviseren over de financiering van het landschap (Handelingen 2007/08, 31 200 XIV nr. 18). Het onderhavige besluit strekt tot instelling van een adviserende taskforce, genaamd ‘Taskforce Financiering Landschap Nederland’.

De taskforce adviseert de Minister over onder meer de mogelijke financieringsconstructies voor investeringen in het landschap. De constructies hebben betrekking op de uitgaven voor de ontwikkeling, de inrichting, het duurzaam beheer en het onderhoud van het landschap. De financieringsconstructies moeten voldoen aan internationale wet- en regelgeving.

Het advies van de taskforce zal daarnaast ingaan op het draagvlak en kritieke succesfactoren van de meest kansrijke financieringsconstructies en op het proces van implementatie. Daarbij moet ook de organisatorische en juridische vormgeving en de beschrijving van de rolverdeling van betrokken overheden en andere organisaties in overweging worden genomen.

In haar advies dient de taskforce rekening te houden met de wens van de beheerders van de landschappen om marktconforme vergoedingen te ontvangen voor beheer en onderhoud. Tevens moet de taskforce rekening houden met de wens van de overheid om meer private middelen te betrekken bij investeringen in en onderhoud van het landschap. Zoals reeds aangegeven in het MKBA is het uitgangspunt dat degenen die baat hebben van de investeringen in het landschap een aandeel in de lasten dragen.

De taskforce kan naar eigen inzicht onafhankelijke deskundigen en reeds uitgebrachte studies en adviezen raadplegen om tot het advies te komen.

De vergoeding van de voorzitter en de overige leden van de taskforce zal plaatsvinden op basis van artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988. Ingevolge artikel 2 Vacatiegeldenbesluit worden geen vacatiegelden aan een ambtenaar verstrekt voor zover de benoeming haar oorzaak vindt in zijn functie.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven