Regeling vaststelling modellen Wet bopz

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 juni 2008, nr. CZ/CGG-2854085, houdende wijziging van de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 oktober 2003, nr. GVM-2419898, houdende vaststelling van modellen BOPZ

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van het Besluit administratieve bepalingen Bopz;

Besluit:

Artikel I

De Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 oktober 2003, nr. GVM-2419898, houdende vaststelling van modellen BOPZ wordt als volgt gewijzigd:

A

In bijlage 2, Nr. C, onderdeel 5, aantekeningen betreffende de patiënt en het behandelingsplan, wordt na de laatste zin toegevoegd:

□ artikel 38c, eerste lid, heeft toepassing gevonden. De redenen hiervan zijn:

B

Bijlage 6, Nr. E, onderdeel 5, aantekeningen betreffende de patiënt en het behandelingsplan, komt te luiden:

Een voorwaardelijke machtiging wordt slechts verleend als een behandelingsplan is overlegd dat na overleg met de patiënt is opgesteld.

Aankruisen wat van toepassing is:

□ een afschrift van het behandelingsplan is bijgevoegd.

□ redelijkerwijs is aan te nemen dat betrokkene de voorwaarden zal naleven.

□ betrokkene heeft ingestemd met het behandelingsplan.

□ er is nog geen behandelingsplan. De redenen hiervan zijn:

C

Na artikel 2 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling modellen Wet bopz.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Toelichting

Ten gevolge van de wet van 25 februari 2008 tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (voorwaardelijke machtiging en dwangbehandeling) (Stb. 80) dienen de geneeskundige verklaringen ter verkrijging van een voorwaardelijke machtiging en voor het verkrijgen van een machtiging tot voortgezet verblijf te worden gewijzigd.

De wetswijziging voorwaardelijke machtiging draait om het punt of het behandelingsplan met instemming van of na overleg met de patiënt wordt vastgesteld. Met vermelde wetswijziging is het voldoende dat het behandelingsplan ‘na overleg met’ de patiënt is opgesteld en dat de rechter van oordeel is dat redelijkerwijs verwacht mag worden dat de patiënt zich aan de voorwaarden zal houden.

De wetswijziging verruiming dwangbehandeling bewerkstelligt dat de psychiater onder dwang de onderliggende stoornis of het daaruit voortvloeiende gevaar kan behandelen, voorzover ‘aannemelijk is dat zonder die behandeling het gevaar dat betrokkene door een stoornis van de geestvermogens doet veroorzaken, niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen’.

Deze regeling voorziet in wijziging van genoemde passages in de geneeskundige verklaringen. Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de betreffende regeling alsnog van een citeertitel te voorzien.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven