Instellingsbesluit Werkgroep Wenkend Perspectief

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 juni 2008, nr. MC/U-2845422, houdende de instelling van de Werkgroep wenkend perspectief

De Minister en Staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluiten:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de Minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b. de Staatssecretaris: de Staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

c. de Werkgroep: de Werkgroep, genoemd in artikel 2, eerste lid.

Artikel 2

Doel Werkgroep

1. Er is een Werkgroep Wenkend Perspectief

2. Deze Werkgroep heeft tot taak het schetsen van de kenmerken van een sterke patiënten-, gehandicapten- of ouderenorganisatie in de toekomst.

Artikel 3

Samenstelling Werkgroep

De Werkgroep bestaat uit de volgende leden:

– de heer J.J. Gillissen, voorzitter;

– de heer B.J. Boneschansker;

– mevrouw dr.ir. P.P.C.W. Huijbregts;

– mevrouw drs. M.W. Knuttel;

– de heer mr. O. Pol.

Artikel 4

Ondersteuning

Het secretariaat van de Werkgroep wordt gevoerd door medewerkers van het bureau van de Stichting Fonds PGO.

Artikel 5

Werkwijze

De Werkgroep stelt zijn eigen werkwijze vast.

Artikel 6

Vergoeding

1. De leden van de commissie worden bezoldigd op basis van het Vacatiegeldenbesluit 1988, waarbij geldt dat het een zware commissie is als bedoeld in artikel 1 van de Regeling maximumbedragen vacatiegeld 2004.

2. De voorzitter ontvangt met toepassing van artikel 4 van de regeling maximumbedragen vacatiegeld 2004 een bedrag van € 260,00 (tweehonderd en zestig euro) per dag waarop hij één of meer vergaderingen van de Werkgroep heeft bijgewoond.

3. De leden ontvangen een bedrag van € 200,00 (tweehonderd euro) per dag waarop zij één of meer vergaderingen van de Werkgroep hebben bijgewoond.

4. De leden hebben daarnaast recht op een vergoeding wegens reiskosten overeenkomstig het Reisbesluit binnenland.

Artikel 7

Verantwoording

Uiterlijk 15 juli 2008 zendt de Werkgroep zijn verslag aan de Minister en Staatssecretaris. In het verslag zijn de kenmerken waaraan een sterke pgo-organisatie in de toekomst moet voldoen uitgewerkt.

Artikel 8

Archivering

1. Het beheer van de archiefbestanden van de Werkgroep geschiedt op overeenkomstige wijze als het beheer van de archiefbescheiden door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

2. De archiefbescheiden van de Werkgroep worden na opheffing, of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 9

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2008. Dit besluit vervalt met ingang van 1 oktober 2008.

Artikel 10

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Werkgroep Wenkend Perspectief.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Bussemaker.

Toelichting

De Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn van mening dat patiënten-, gehandicapten en ouderenorganisaties (pgo-organisaties) voorzien in een brede maatschappelijke behoefte en bijdragen aan het welbevinden van mensen die door omstandigheden kwetsbaar zijn. De Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport werken momenteel een nieuwe bijpassende subsidiesystematiek uit. Het doel van een nieuwe systematiek is dat pgo-organisaties hun goede werk kunnen voortzetten én zich tegelijkertijd verder kunnen ontwikkelen tot nog sterkere vertegenwoordigers van patiënten, gehandicapten en ouderen. Bij de uitwerking van de subsidiesystematiek is het pgo-veld nadrukkelijk betrokken door middel van een onderzoek, veldbijeenkomsten en gesprekken met individuele pgo-organisaties en hun koepels.

Gezien de wens de pgo-organisaties zich te laten ontwikkelen tot nog sterkere organisaties, vinden wij het van groot belang dat het pgo-veld zelf de kenmerken schetst waaraan sterke pgo-organisaties dienen te voldoen, uitgaande van hun expertise en deskundigheid op het betrokken terrein. Om die reden wordt de onderhavige werkgroep ingesteld die tot doel heeft het veld te laten aangeven aan welke kenmerken een sterke pgo-organisatie dient te voldoen. Het gaat hierbij om kenmerken die niet reeds voortvloeien uit algemene subsidiebepalingen, zoals die thans gelden voor pgo-organisaties. De nadere invulling van de taakopdracht geschiedt in overleg met VWS.

Voor de samenstelling van de werkgroep is het van belang dat personen zijn aangezocht, die beschikken over draagvlak, vertrouwen en een breed netwerk binnen het pgo-veld. Voorts beschikt de Werkgroep over voldoende kennis van de ontwikkelingen binnen het pgo-veld, van de stelsels van zorg en ondersteuning, over aspecten van maatschappelijke participatie van patiënten, gehandicapten en ouderen en over de relatie tussen behandelaar en patiënt. Daarnaast beschikt de Werkgroep over affiniteit met de verschillende deelsectoren binnen het pgo-veld en de (verschillen tussen) professionele en vrijwilligersorganisaties. De samenstelling van de Werkgroep is mede in het licht hiervan op voordracht van de pgo-koepels CG-Raad, CSO en NPCF tot stand gekomen.

Aan de Werkgroepleden wordt, gezien de tijdsdruk waaronder zij hun taak uitvoeren en het belang ervan voor het pgo-veld, een vacatiegeld toegekend van maximaal € 200,– voor iedere dag, waarop zij een of meer vergaderingen van de Werkgroep hebben bijgewoond. De voorzitter van de Werkgroep ontvangt een bedrag van maximaal € 260,– voor iedere dag, waarop hij een of meer vergaderingen van de Werkgroep heeft bijgewoond.

Met de Stichting Fonds PGO is afgesproken dat medewerkers van het bureau van die Stichting zorg zullen dragen voor het secretariaat van de Werkgroep.

De Werkgroep heeft als opdracht uiterlijk 15 juli het verslag, waarin de kenmerken van de pgo-organisatie van de toekomst verder zijn uitgewerkt, aan de Minister en Staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te verzenden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker

Naar boven