Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs voor de schooljaren 2008/2009 tot en met 2010/2011

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 juni 2008, nr. VO/S&O/2008/1656, houdende aanvullende bekostiging van de maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs (Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs voor de schooljaren 2008/2009 tot en met 2010/2011)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 85a, eerste lid, artikel 89, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 2.2.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

– bevoegd gezag: bevoegd gezag van een school;

– maatschappelijke stage: vorm van leren buiten de school waarbij leerlingen in het voortgezet onderwijs vanuit de school door middel van vrijwilligersactiviteiten kennis maken met en een actieve bijdrage leveren aan allerlei aspecten en onderdelen van de samenleving;

– Minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor zover het betreft landbouwonderwijs, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

– school: uit ’s Rijks kas bekostigde school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, waaronder begrepen het voorbereidend beroepsonderwijs in een agrarisch opleidingscentrum, bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel 2

Reikwijdte

De Minister verstrekt op aanvraag van het bevoegd gezag aanvullende bekostiging als tegemoetkoming in de personele en materiële kosten van het realiseren van de maatschappelijke stage.

Artikel 3

Aanvraag door scholen die de maatschappelijk stage reeds aanbieden

1. De scholen die reeds maatschappelijke stage aanbieden en hiervoor in het lopende schooljaar een tegemoetkoming op basis van een Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage hebben ontvangen, dienen niet opnieuw een digitale aanvraag in ten behoeve van het daaropvolgende schooljaar.

2. De scholen, als genoemd in het eerste lid, die reeds maatschappelijke stage aanbieden geven op het digitale eindrapportageformulier waarin zij verantwoording afleggen over de aanvullende bekostiging, aan dat zij door zullen gaan met het aanbieden van de maatschappelijke stage.

Artikel 4

Omvang aanvullende bekostiging

1. De aanvullende bekostiging, bedoeld in artikel 2, wordt gebaseerd op het aantal leerlingen per school en bedraagt voor het schooljaar 2008/2009 per leerling € 28 met een minimum van € 18.000 per school.

2. Het aantal leerlingen, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op basis van het aantal leerlingen dat op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvullende bekostiging betrekking heeft, op een school staat ingeschreven.

3. Bij Ministeriële regeling wordt voor de schooljaren 2009/2010 en 2010/2011 de hoogte van het bedrag per leerling, als bedoeld in het eerste lid, in de eerste vijf maanden, respectievelijk de tweede zeven maanden van het schooljaar vastgesteld.

Artikel 5

Begrotingsvoorbehoud

Aanvullende bekostiging, als bedoeld in artikel 2 ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verstrekt onder de voorwaarde dat door de wetgever voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 6

Aanvraag van de aanvullende bekostiging voor schooljaren 2009/2010 en 2010/2011

1. Aanvullende bekostiging, als bedoeld in artikel 2, wordt toegekend voor de periode van een schooljaar.

2. Om voor aanvullende bekostiging in aanmerking te komen dient het bevoegd gezag een digitaal aanvraagformulier in dat op de website van Senter Novem is te verkrijgen. Alleen volledig ingevulde en ondertekende formulieren worden in behandeling genomen.

3. Het bevoegd gezag dient de aanvraag in vóór 1 juni van het schooljaar waarop de aanvullende bekostiging betrekking heeft. Aanvragen die zijn ingediend na 1 juni van het jaar waarop de aanvullende bekostiging betrekking heeft, worden afgewezen.

Artikel 7

Aanvraag van de aanvullende bekostiging voor schooljaar 2008/2009

In afwijking van artikel 6 lid 3 dient het bevoegd gezag de aanvraag voor het schooljaar 2008–2009 in vóór 1 oktober 2008. Aanvragen die zijn ingediend na 1 oktober 2008 worden afgewezen.

Artikel 8

Beslissing op aanvraag/eindrapportage en betaling

1. De Minister beslist op een aanvraag als bedoeld in artikel 3, tweede lid, en in artikel 6, tweede lid, vóór 15 oktober van het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

2. De betaling van de aanvullende bekostiging, bedoeld in artikel 2, vindt jaarlijks in twee termijnen plaats, in november en daaropvolgend in maart van het schooljaar waarop de aanvullende bekostiging betrekking heeft.

3. In afwijking van het eerste en tweede lid beslist de Minister op een aanvraag als bedoeld in artikel 7, vóór 15 december 2008, en vindt de betaling van de aanvullende bekostiging plaats in twee termijnen, in december 2008 en daaropvolgend in maart 2009.

Artikel 9

Uitvoering

De activiteiten voor de aanvullende bekostiging, bedoeld in artikel 2, worden uitgevoerd in het schooljaar waarin het bedrag van de aanvullende bekostiging is ontvangen.

Artikel 10

Verantwoording van de aanvullende bekostiging

1. De aanvullende bekostiging, bedoeld in artikel 2, wordt verstrekt als tegemoetkoming in uitgaven voor maatschappelijke stage als bedoeld in artikel 2. Verrekening van eventuele niet bestede middelen of overschotten vindt niet plaats.

2. De aanvullende bekostiging wordt door het bevoegd gezag verantwoord in de jaarrekening die betrekking heeft op het jaar waarin de aanvullende bekostiging is besteed.

3. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de aanvullende bekostiging.

Artikel 11

Informatielevering

1. Het bevoegd gezag legt inhoudelijke verantwoording af over de aanvullende bekostiging door middel van een digitale eindrapportage. Voor het indienen van deze eindrapportage wordt gebruik gemaakt van het formulier Eindrapportage Maatschappelijke Stage, dat te verkrijgen is op de website van Senter Novem. Het formulier wordt volledig digitaal ingevuld en ondertekend.

2. Het formulier wordt ingezonden aan Senter Novem vóór 15 september van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de aanvullende bekostiging is toegekend.

Artikel 12

Intrekking

De regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs wordt ingetrokken.

Artikel 13

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 november 2011.

Artikel 14

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs voor de schooljaren 2008/2009 tot en met 2010/2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en op www.cfi.nl. Het digitaal aanvraagformulier is binnenkort te vinden op de websites van Senter Novem (www.senternovem.nl)) en www.samenlevenkunjeleren.nl.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Toelichting

Algemene toelichting

De maatschappelijke stage heeft als doel jongeren tijdens hun schooltijd kennis te laten maken met én een betekenisvolle bijdrage te laten leveren aan de samenleving. De maatschappelijke stage is een manier om waarden over te dragen met meer dan woorden. Door het doen van vrijwilligersactiviteiten maken de jongeren actief kennis met allerlei aspecten van de samenleving. Het stimuleren van maatschappelijke betrokkenheid en actief burgerschap bij jongeren leidt tot meer begrip, respect en een sterkere sociale cohesie.

De invoering van de maatschappelijke stage is vastgelegd in het beleidsprogramma van het kabinet Balkenende IV van juni 2007 en het plan van aanpak maatschappelijke stage van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) van november 2007.

Voor alle leerlingen die vanaf het schooljaar 2011/2012 instromen in het voorgezet onderwijs, is de maatschappelijke stage verplicht. Vanaf dat moment is de maatschappelijke stage een verplicht onderdeel van het curriculum, en moeten alle leerlingen een maatschappelijke stage van minimaal 72 uur volgen. Deze 72 uur kan volledig in de onderwijstijd vallen.

Naar die situatie wordt in fasen toegewerkt. De schooljaren 2007/2008 en 2008/2009 worden gebruikt om de invoering zoveel mogelijk te stimuleren en betrokkenen van elkaar te laten leren. Vanaf 2009/2010 wordt de invoering versneld. Vanaf 2010/2011 moeten alle scholen over een invoeringsplan maatschappelijke stage beschikken. In schooljaar 2011/2012 is de maatschappelijke stage wettelijk verplicht, integraal onderdeel van het onderwijsprogramma en per 1 augustus 2011 opgenomen in de lumpsumfinanciering van scholen.

Om scholen de kans te geven zich zo goed mogelijk voor te bereiden op het moment dat de maatschappelijke stage verplicht wordt, kunnen zij de bij de onderhavige regeling verstrekte aanvullende bekostiging ontvangen.

Enerzijds zal vanaf het schooljaar 2011/2012 de maatschappelijke stage een verplicht onderdeel worden van het voortgezet onderwijs, anderzijds kan in de schooljaren vanaf 2007/2008 ervaring worden opgedaan door de scholen met de praktische kant van de maatschappelijke stage.

Vanaf het schooljaar 2011/2012 is circa € 500 per leerling beschikbaar voor degene die stage loopt; in het bekostigingssysteem (bekostiging in de lumpsum is gekoppeld aan het aantal telleerlingen per school) betekent dit dat elke school dan € 105 per telleerling ontvangt. In de jaren voorafgaand aan 2011/2012 geldt hetzelfde. De reeks wordt als volgt:

 

2007/2008

2008/2009

2009/2010

2010/2011

2011/2012

Bedrag per telleerling

€ 13,25

€ 28,00

€ 48,00

€ 88,25

€ 105,00

Bedrag per MaS-leerling

€ 62,75

€ 136,00

€ 223,00

€ 407,25

€ 485,00

Telleerling: de leerling die op 1 oktober van het schooljaar wordt geteld en daadwerkelijk het onderwijs volgt.

MaS-leerling: de leerling waarvan verwacht wordt dat hij/zij een maatschappelijke stage zal volgen.

De aanvullende bekostiging is bedoeld als tegemoetkoming in de personele en materiële kosten die gemoeid zijn met het coördineren en organiseren van de maatschappelijke stage (bij scholen en stagebieders), het opbouwen van een netwerk voor de ontwikkeling en uitvoering van de maatschappelijke stage, de inbedding ervan in de school en de eventuele inhuur van derden zoals een medewerker van een vrijwilligerscentrale. Ook zijn de middelen bedoeld om begeleiding op de werkplek te realiseren.

Een maatschappelijk stage is maatwerk. Daarom is het absoluut noodzakelijk om aandacht te hebben voor de leerling: bij de voorbereiding, op de stageplek en bij de terugkoppeling en reflectie. De intensiteit van begeleiding kan per leerling en stageplek verschillen. Van de scholen wordt verwacht dat zij de begeleiding goed regelen met stagebieders en leerlingen. Bijvoorbeeld door aan te sluiten bij de interesses en capaciteiten van leerlingen en gebruik te maken van creatieve oplossingen.

Scholen die reeds maatschappelijke stage bieden, kunnen de maatschappelijke stage verder uitbouwen (meer leerlingen en meer uren, inbedden in het curriculum, structureel investeren in netwerk van stagebieders). Scholen die nog niet hebben kennisgemaakt met maatschappelijke stage moeten net als de scholen die reeds bezig zijn, laagdrempelig de mogelijkheid krijgen om ervaringen op te doen.

De inhoudelijke verantwoording van de aanvullende bekostiging vindt plaats door middel van een Eindrapportage Maatschappelijke Stage. Het (digitale) formulier voor deze eindrapportage wordt beschikbaar gesteld via Senter Novem. Met deze eindrapportage wordt onder andere informatie verschaft over het aantal leerlingen dat stage heeft gelopen, de sectoren waarin, het aantal uren stage, de samenwerkingspartners en de knelpunten die worden ervaren bij de invoering.

De informatie uit de eindrapportages wordt door OCW gebruikt voor de invoering van de verplichte maatschappelijke stage.

In deze regeling wordt de aanvullende bekostiging voor de maatschappelijke stage voor de schooljaren 2008/2009 tot en met 2010/2011 geregeld. Met deze regeling wordt overgegaan van financiering van een vast bedrag per school, naar een vast bedrag per leerling.

De berekening van de aanvullende bekostiging vindt plaats op basis van het aantal leerlingen per school, met een minimum van € 18.000 per school. Door over te gaan op leerlinggewijze financiering wordt het beschikbare budget beter verdeeld over de scholen, maar het bedrag zal nooit lager zijn dan de € 18.000 die in voorgaande jaren per school (BRIN-nummer) beschikbaar was.

De tot nu toe bestaande Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs (met kenmerk VO/S&O/2007/31224) wordt ingetrokken.

Administratieve lasten

Deze regeling leidt in vergelijking met de Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs niet tot een verhoging van de administratieve lasten voor de scholen. Aangezien het aanvraagformulier verder vereenvoudigd is, is sprake van een significante verlaging van de administratieve lasten.

Vaste verander momenten

In deze regeling is de mogelijkheid vastgelegd om een aanvraag voor aanvullende bekostiging maatschappelijke stage voor de schooljaren 2008/2009 t/m 2011/2012 in te dienen. Bij toepassing van een vaste datum van inwerkingtreding en invoeringstermijn van ten minste drie maanden – volgens het uitgangspunt van kabinetsbeleid Vaste Verander Momenten, zoals verwoord in Kamerstukken II, vergaderjaar 2006/07, 29 515, nr. 181 – zou inwerkingtreding pas op 1 januari 2009 mogelijk zijn bij publicatie van de regeling op 1 juli 2008.

Inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2009 zou betekenen dat niet spoedig aanvragen kunnen worden ingediend voor het schooljaar 2008/2009 en het voor het kalenderjaar 2008 reeds in de rijksbegroting voor maatschappelijke stage opgenomen bedrag van € 13,6 miljoen niet meer kan worden besteed. Ter vermijding van hoge/buitensporige private of publieke kosten van vertraging treedt deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Het aanbieden van een maatschappelijke stage door scholen voor voortgezet onderwijs vindt plaats op vrijwillige basis. Derhalve vindt bekostiging plaats op aanvraag van het bevoegd gezag. Vanaf schooljaar 2011/2012 is de maatschappelijke stage verplicht op alle VO-scholen. Met de aanvullende bekostiging kunnen scholen zich hierop voorbereiden.

Artikel 3

Scholen die reeds maatschappelijke stage aanbieden en hiervoor in het lopende schooljaar een tegemoetkoming hebben ontvangen, dienen niet opnieuw een aanvraagformulier in. Om opnieuw aanvullende bekostiging te ontvangen, kunnen zij in het digitale eindrapportageformulier waarin zij verantwoording afleggen over de aanvullende bekostiging, aangeven dat zij door zullen gaan met het aanbieden van de maatschappelijke stage.

Artikel 4

De aanvullende bekostiging wordt berekend door het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 3, te vermenigvuldigen met het aantal leerlingen, dat op 1 oktober voorafgaand aan het schooljaar waarvoor de aanvullende bekostiging wordt versterkt, staat ingeschreven op de school.

Het bedrag is nooit lager dan € 18.000,– per school (BRIN-nummer).

Artikel 5

Indien de vereiste middelen niet of in onvoldoende mate op de begroting beschikbaar komen voor jaren waarvoor nog geen begroting is vastgesteld, kan het aan scholen toe te kennen bedrag worden aangepast.

Artikel 6

Om in aanmerking te komen voor deze aanvullende bekostiging moet het bevoegd gezag van de school een digitaal aanvraagformulier indienen bij Senter Novem.

Voor de aanvraag moet gebruik worden gemaakt van een digitaal aanvraagformulier. Dit formulier is te verkrijgen op de website van Senter Novem (www.senternovem.nl/maatschappelijke_stages), op de website van het CFI (www.cfi.nl) en op de website www.samenlevenkunjeleren.nl.

De unieke inlogcodes voor de scholen worden door Senter Novem toegestuurd op BRIN-nummer)

Via het digitale aanvraagformulier verstrekt het bevoegd gezag onder meer informatie over het beoogde aantal leerlingen dat maatschappelijke stage in het volgende schooljaar loopt, het beoogde aantal uren en samenwerkingspartners.

Artikel 7

De aanvragen voor het schooljaar 2008–2009 dienen vóór 1 oktober 2008 bij SenterNovem worden ingediend. Aanvragen die zijn ingediend na 1 oktober 2008 worden afgewezen.

Artikel 8

Aanvraagformulieren en eindrapportageformulieren (via www.senternovem.nl)

 

Indienen vóór

Beschikking voor

Uitbetaald in

Aanvraag 2008–2009

1 oktober 2008

15 december 2008

december 2008 +

maart 2009

Eindrapportage 2007–2008 t.b.v. bekostiging 2008–2009

15 september 2008

15 december 2008

december 2008 +

maart 2009

Aanvragen vanaf 2009–2010

1 juni

15 oktober

november +

maart

Eindrapportage t.b.v. bekostiging vanaf 2009–2010

15 september

15 oktober

november +

maart

Artikel 10

Overeenkomstig de OCenW-Richtlijnen Jaarverslaggeving wordt in de jaarrekening de aan het verslagjaar toe te rekenen aanvullende bekostiging herkenbaar als bate verantwoord en worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde posten. Een afzonderlijke specificatie van de lasten naar kostensoort is niet noodzakelijk. De subsidie wordt opgenomen in bijlage D2 bij de jaarrekening als niet geoormerkte subsidie.

Artikel 11

De inhoudelijke verantwoording van de aanvullende bekostiging vindt plaats door middel van een volledig ingevulde Eindrapportage Maatschappelijke Stage. Het formulier voor deze (digitale) eindrapportage wordt beschikbaar gesteld door OCW, via de website van Senter Novem (www.senternovem.nl).

Het formulier wordt ingezonden aan Senter Novem vóór 15 september van het jaar volgend op het schooljaar waarvoor de aanvullende bekostiging is toegekend.

Der informatie uit de eindrapportages wordt door OCW gebruikt voor de invoering van de verplichte maatschappelijke stage vanaf schooljaar 2011/2012.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven