Wijziging Regeling SUWI

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 mei 2008, nr. UB/S/2008/14903, tot wijziging van de Regeling SUWI in verband met eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op de artikelen 5.2a, derde en vierde lid, 5.20, 5.21, vierde lid, 5.22, tweede lid, 5.23, vierde lid, 5.24, tweede lid en 5.25, vijfde lid van het Besluit SUWI;

Besluit:

Artikel I

De Regeling SUWI wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. onderdeel k komt te luiden:

k. IB:

Het Inlichtingenbureau, bedoeld in artikel 1, onderdeel p, van de Wet SUWI

2. onderdeel p vervalt.

B

Het opschrift ‘§ 2.1. Methodiek indeling werkzaamheden’ vervalt.

C

Het opschrift ‘§ 2.2 Uitkeringsintake en overdracht aanvraag door CWI’ en de artikelen 2.2 (en de daarbij behorende bijlagen I en II), 2.3, 2.4, 2.5 en 2.6 vervallen.

D

Artikel 5.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘en de SVB’vervangen door: , de SVB en het IB en ‘ bijlagen IV, VI en VIII’ door: bijlagen IV, VI, VIII en XI.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. De bij deze regeling behorende bijlage IV bevat een afzonderlijke opgave van de kosten van het in artikel 5.21, tweede lid, van het Besluit SUWI bedoelde organisatieonderdeel dat in het bijzonder is belast met het beheer van de elektronische voorzieningen.

E

Artikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Jaarplan van RWI

2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

3. In het tweede lid (nieuw) vervalt: ‘, en het tweede lid, onderdeel d’.

F

Artikel 5.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Begroting van RWI

2. De aanduiding ‘1’ voor het eerste lid vervalt.

3. Het tweede lid vervalt.

G

Artikel 5.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Raming van inkomsten en uitgaven van RWI

2. In de aanhef vervalt: ‘en het IB’.

H

Artikel 5.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Raming van investeringsuitgaven van RWI

2. In het eerste lid vervalt: ‘en het IB’.

I

In artikel 5.10 a, derde en vierde lid, wordt ‘het in artikel 6.3, tweede lid, bedoelde organisatieonderdeel’ telkens vervangen door: het in artikel 5.21, tweede lid, van het Besluit SUWI bedoelde organisatieonderdeel.

J

In artikel 5.17a, eerste lid, wordt ‘, de RWI en het IB’ vervangen door: en de RWI.

K

§ 5.2.3 en artikel 5.21 vervallen.

L

Na artikel 5.20 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 5.2.3

Kennisgeving besluiten CWI, UWV en SVB aan de IWI

1. De CWI, het UWV en de SVB brengen hun besluiten van algemene strekking binnen twee weken na vaststelling schriftelijk ter kennis van de IWI.

2. Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van besluiten die goedkeuring van de Minister behoeven.

M

In het opschrift ‘§ 5.2.4 Rapportage gegevensverwerking’ wordt ‘5.2.4’vervangen door: 5.3.

N

Artikel 5.22, tweede lid, komt te luiden:

2. De rapportage wordt vergezeld van een oordeel van een tot de Nederlandse Orde van Register EDP-Auditors toegelaten persoon of van een verklaring van getrouwheid van een dergelijke persoon.

O

§ 5.2.5 en artikel 5.23 vervallen.

P

Hoofdstuk 6 komt te luiden:

Hoofdstuk 6

Eenmalige uitvraag van gegevens, elektronische voorzieningen en IB

§ 6.1

Eenmalige uitvraag van gegevens en elektronische voorzieningen

Artikel 6.1

Eenmalige uitvraag van gegevens

1. In bijlage II bij deze regeling zijn de gegevens uit Bijlage II, bedoeld in artikel 5.2a van het Besluit SUWI opgenomen, waarop artikel 5.2a, eerste lid, van toepassing is.

2. In de bijlage wordt bij de gegevens aangegeven vanaf welk moment artikel 5.2a, eerste lid, van het Besluit SUWI voor de verwerking van die gegevens van toepassing is.

1. In bijlage XII (‘Gegevensregister SUWI 5.0’) bij deze regeling is het Gegevensregister SUWI opgenomen, bedoeld in artikel 5.20 van het Besluit SUWI.

2. In bijlage XVIII (‘Gegevensregister IB’) bij deze regeling zijn gegevens opgenomen als bedoeld in artikel 5.24, tweede lid, van het Besluit SUWI, die door het IB worden verwerkt.

In bijlage I (‘Stelselontwerp & Beveiliging Gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI’) bij deze regeling is het Stelselontwerp gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI opgenomen, bedoeld in artikel 5.21, vierde lid, van het Besluit SUWI.

1. De CWI, het UWV, de SVB, de colleges van burgemeester en wethouders, het IB en op de gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI aangesloten niet SUWI-partijen dragen zorg voor de beveiliging van de gegevensuitwisselingen die plaatsvinden in het kader van de gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI, tegen inbreuk op de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid, overeenkomstig hetgeen over de voor het stelsel van maatregelen en procedures te hanteren normen wordt bepaald in bijlage I (‘Stelselontwerp & Beveiliging Gezamenlijke elektronische Voorzieningen SUWI’).

2. De CWI, het UWV, de SVB, de colleges van burgemeester en wethouders, het IB en op de gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI aangesloten niet- SUWI- partijen geven ieder in een beveiligingsplan aan op welke wijze zij invulling geven aan het eerste lid.

3. Artikel 5.22 is van overeenkomstige toepassing op het gebruik en de inrichting van de gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI.

Bij het tot stand komen van de overeenkomst als bedoeld in artikel 5.23, eerste lid, van het Besluit SUWI wordt het in bijlage III bij deze regeling opgenomen protocol in acht genomen.

§ 6.2 IB

1. De Stichting Inlichtingenbureau wordt aangewezen als de instelling, bedoeld in artikel 1, onderdeel p, van de Wet SUWI.

2. De Stichting Inlichtingenbureau informeert de Minister telkens schriftelijk over elke uitbreiding van andere taken dan de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel p, van de Wet SUWI.

Q

De bijlage XX wordt vervangen door de bijlage XX bij deze regeling.

R

De bijlagen XIII en XIV vervallen.

Artikel II

Artikel 5.22 van de Regeling SUWI, zoals dit luidt na de inwerkingtreding van deze regeling, is van toepassing op de wijze van verantwoording over de gegevensverwerking over het kalenderjaar 2007.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 september 2008.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen I, II, III, XI en XX in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen XII en XVIII worden ter inzage gelegd bij de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Den Haag, 30 mei 2008.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. Aboutaleb.

Bijlage I, bedoeld in artikel 6.3 van de Regeling SUWI

Stelselontwerp & Beveiliging Kaders en uitgangspunten aangaande de Gezamenlijke elektronische Voorzieningen Suwi (GeVS)

Definities op het gebied van beveiliging en gegevensbescherming als vervat in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) en voorliggende bijlage zijn gelijklopend.

Inleiding

Bij de uitvoering van de wettelijke taken (het primaire proces) binnen het domein Werk en Inkomen zijn meerdere uitvoeringsorganisaties betrokken (CWI, UWV, SVB en gemeenten c.q. de SUWI-partijen. Het Inlichtingenbureau treedt op als bewerker voor gemeenten). Uitvoeringsorganisaties die elk een deel van de dienstverlening in het kader van Werk en Inkomen uitvoeren en daartoe elk hun eigen, vanuit GeVS perspectief, decentrale, e(lektronische)-voorzieningen hebben ingericht.

Vanuit de optiek van de klant is het gewenst dat deze het domein ervaart als één efficiënt werkend geheel. Belangrijk leidend principe om dit te bewerkstelligen is eenmalige gegevensuitvraag (de klant hoeft zijn gegevens niet te verstrekken aan een van de SUWI partijen als deze gegevens al eerder door hem of haar aan deze of een andere SUWI- en/of overheidspartij zijn verstrekt). Uitwerking van dit principe leidt in de regel tot het éénmalig vastleggen en meervoudig gebruiken van voor de dienstverlening in de SUWI-keten noodzakelijke persoons (gerelateerde) gegevens.

In artikel 5.21 Besluit SUWI wordt in principe de centrale voorziening SUWI, (welke zorg draagt voor gegevensuitwisseling tussen gegevensaanbieders en –afnemers, §1.1) aangewezen als het hulpmiddel om aan het principe van eenmalige vastlegging en meervoudig gebruik binnen het domein Werk en Inkomen tegemoet te komen. Daarnaast kan het principe van eenmalige gegevensvastlegging en meervoudig gebruik vorm worden gegeven met behulp van massaal (bulk) gegevenstransport Wil men binnen de SUWI-keten individuele (nominatieve) klantgegevens uitwisselen met als doel gezamenlijke digitale klantdossiervorming dan zal men in gezamenlijk overleg1 de ICT-inspanningen binnen en buiten het domein (voor zover deze het domein raken) op elkaar moeten afstemmen. De beheerder (van de centrale voorziening) heeft in deze een beherende en coördinerende rol.

Voorliggende bijlage richt zich, vanuit ketenperspectief, op het realiseren van de gewenste samenhang in de ICT-inspanningen van de diverse SUWI-partijen om te komen tot gezamenlijke digitale dossiervorming op nominaal c.q individueel klantniveau. Op hoofdlijnen wordt daartoe aangegeven wat minimaal op keten niveau ingeregeld moet zijn om het samenstel van e-voorzieningen, relevant voor de uitoefening van de wettelijke taken binnen het SUWI-domein, als één samenhangend en betrouwbaar geheel te laten werken. In gezamenlijk overleg zorgen de SUWI-partijen voor de uitwerking van de hoofdlijnen in werkafspraken. De werkafspraken worden namens de SUWI-partijen door de beheerder van de centrale voorziening voor bekrachtiging voorgelegd aan het ketenoverleg. Na bekrachtiging zijn de werkafspraken bindend.

Deze bijlage vervangt de bijlagen Stelselontwerp en Beveiliging Suwi-net. Vigerend beleid dat door de SUWI-partijen gezamenlijk is geformuleerd (op basis en naar aanleiding van de voorgaande bijlagen) blijft zijn geldigheid behouden voorzover in lijn met de richting en de uitgangspunten zoals in deze bijlage neergelegd. Het stelselontwerp omvat het totaal aan e-voorzieningen, verantwoordelijkheden, afspraken, uitgangspunten en ketenproducten die nodig zijn om in het kader van digitale (nominatieve) dossiervorming op efficiënte wijze gegevens met elkaar uit te wisselen binnen het domein van Werk en Inkomen. Als zodanig komt het tegemoet aan de realisatie van het principe van eenmalige gegevensuitvraag binnen het SUWI-domein.

1.1 (e-)Voorzieningen

Het stelsel van voorzieningen omvat enerzijds (linker kolom) gegevens (bestanden) die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de wettelijke taken binnen het SUWI-domein. Deze gegevens kunnen zich zowel bij één van de SUWI-partijen bevinden als bij andere, niet SUWI, overheidsorganisaties (Gemeenschappelijk overheidsbreed). Anderzijds (rechter kolom) omvat het stelsel voorzieningen die de gegevens uit de gegevensbestanden presenteren aan de daartoe geautoriseerde professional bij de diverse SUWI-partijen, bij op de GeVS aangesloten geautoriseerde derden en/of bij de geautoriseerde klant/burger.

Het e-gegevenstransport wordt, voor zover dit tussen en over organisaties binnen het stelsel plaatsvindt, gefaciliteerd door een centrale voorziening (in het midden) die, op basis van gezamenlijke afspraken tussen alle op deze voorziening aangesloten partijen, gegevens bij diverse gegevensbestanden opvraagt, normaliseert (technisch), valideert (technisch), routeert en vervolgens voor presentatie beschikbaar stelt. De centrale voorziening als zodanig verzorgt de transportfunctie tussen de gegevens- en presentatievoorzieningen binnen het stelsel.

Model

stcrt-2008-110-p20-SC85982-1.gif

1.2 Verantwoordelijkheden

De eigenaar van een gegevensbestand (de registerhouder; de leverende partij / linker kolom stelselontwerp) heeft een zelfstandige verantwoordelijkheid / is aanspreekbaar voor de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van zijn bestand en de gegevens die in zijn bestand zitten. Hij bepaalt, in afstemming met de ontvangende partijen, uiteindelijk ook wanneer en op welke tijden zijn gegevens beschikbaar zijn.

De leverende (linker kolom stelselontwerp) en ontvangende partij (rechter kolom stelselontwerp) bepalen, voor zover dit niet al is voorgeschreven bij het Besluit en/of de Regeling SUWI, onderling welke de gegevens zijn die bij een bepaalde uitwisseling horen (inclusief toets op proportionaliteit) en de mate waarin deze gegevens beschikbaar dienen te zijn. De leverende partij is als bestandseigenaar ‘verantwoordelijke’ (en aanspreekbaar) ex art 1 WBP 2 en dient aan alle door de Wet bescherming persoonsgegevens gestelde eisen te voldoen. De beheerder onderhoudt en (door)ontwikkelt op aanwijzing van de gezamenlijke SUWI-partijen de GeVS.

De beheerder van de centrale voorziening draagt, op basis van wat door afnemer en leverancier is afgesproken, zorg voor (publieke) weergave van de gegevenslevering in het SGR (§ 1.4) en het daadwerkelijke gegevenstransport (van deur tot deur).

Op de GeVS aangesloten partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het maken van afspraken die leiden tot één samenhangend en betrouwbaar samenstel van gezamenlijke voorzieningen. De beheerder van de centrale voorziening is operationeel verantwoordelijk voor de coördinatie van het tot stand komen van de gezamenlijke afspraken en de inrichting van een gemeenschappelijke faciliteit voor (logische)toegangsbeveiliging.

Ontvangende partijen zijn verantwoordelijk voor de wijze waarop de gegevens (kwantiteit, samenhang, structuur) uiteindelijk op hun schermen worden gepresenteerd. Na ontvangst van de gegevens (en bij verdere verwerking van deze gegevens) zijn ze ook zelfstandig verantwoordelijk / aanspreekbaar voor toepassing en naleving van de wettelijke regels welke gelden rondom privacy en beveiliging (zie §2.3).

Bij een redelijk vermoeden van onjuistheid van een gegeven afkomstig uit een wettelijke basisregistratie zijn de afnemers in de regel verplicht daarvan melding te doen bij de registerhouder. Daar waar nog geen sprake is van een wettelijke basisregistratie worden gezamenlijke afspraken gemaakt over terugmelding door ontvangers.

1.3 Afspraken

Artikel 62 lid 2 van de wet SUWI stelt dat de SUWI-partijen gezamenlijk zorg dragen voor de instandhouding van de GeVS.

In concreto betekent dit dat de SUWI-partijen onderling en gezamenlijk, met de beheerder van de centrale voorziening, afspraken maken op de verschillende deelgebieden van informatie-uitwisseling binnen de SUWI-keten. De beheerder van de centrale voorziening faciliteert de tot stand koming van de gezamenlijke afspraken, ziet toe op de samenhang en actualiteit van de afspraken en op niet strijdigheid daarvan met gemeenschappelijke, overheidsbrede, afspraken. Indien voldaan is aan de gestelde eisen worden de gemaakte afspraken, namens de SUWI-partijen, door de beheerde van de centrale voorziening voor akkoord voorgelegd aan het ketenoverleg. Uiteindelijk vinden de afspraken hun weerslag in diverse concrete producten, bijvoorbeeld de Keten Service Level Agreement, het SUWI-Gegevens Register, de SUWI-Ketenarchitectuur en de Verantwoordingsrichtlijn Privacy & Beveiliging GeVS.

1.4 Uitgangspunten & keten producten

Naleving van de principes van de Elektronische Overheid; de SUWI-Ketenarchitectuur

Principes van de elektronische overheid zoals eenmalige uitvraag / meervoudig gebruik van gegevens, een service gerichte architectuur, één loket voor burger en bedrijf, gebruik van open source en open standaarden, webrichtlijnen etc. zijn richtinggevend aan de SUWI-ICT inspanningen. Deze principes zijn grotendeels neergeslagen in de Nederlandse Overheids Referentie Architectuur (NORA). De NORA geldt daarom als het ICT denk- en ontwikkelkader binnen het SUWI-domein en is mede richtinggevend voor de SUWI-Ketenarchitectuur.

Transparantie van gegevensleveringen en éénduidigheid in gegevensdefinities en technische standaarden; het SUWI-gegevensregister (SGR)

Op hoofdlijnen bevat het SGR enerzijds een Conceptueel Gegevensmodel (object en gegevensdefinities van met de centrale voorziening uitgewisselde gegevens) en de technische standaarden. Anderzijds bevat het SGR een Berichtenregister. Het Berichtenregister geeft weer ten behoeve van welke wettelijke taak (doelbinding) welke gegevenssoorten (proportionaliteit) door wie (verantwoordelijke) aan wie (verwerker) met de centrale voorziening worden uitgewisseld.

Het SGR wordt aangepast wanneer tot daadwerkelijke levering wordt overgegaan. Het berichtenregister is publiek.

De daadwerkelijke gegevenslevering vindt vervolgens plaats op basis van de gegevens-definitie in het Conceptueel Gegevensmodel. Het SGR is als zodanig het referentiekader voor systeembouwers.

Eén structuur voor steeds verbeterende wederzijdse dienstverlening; Keten Service Level Agreement (de Keten-SLA )

De Keten-SLA is een gezamenlijke overeenkomst tussen op de centrale voorziening SUWI aangesloten gegevensleveranciers (sectoraal en bovensectoraal) de SUWI-partijen onderling èn tussen de SUWI-partijen en de beheerder van de centrale voorziening over wederzijdse dienstverlening (zoals de snelheid en beschikbaarheid van (bestands)gegevens) en specifieke diensten (zoals de logische toegangsbeveiliging). Ook wordt in de Keten-SLA aandacht besteed aan de wijze waarop partijen de kwaliteit van de gegevens borgen. Dit uit zich bijvoorbeeld in een terugmeld procedure voor het geval bij een geleverd gegeven een redelijk vermoeden van onjuistheid bestaat, en een correctieprocedure voor betrokkenen .

De Keten SLA sluit enerzijds aan bij de SUWI wet- en regelgeving en de wederzijdse afspraken die in de bestaande SLA’s tussen verschillende op de centrale voorziening aangesloten partijen zijn vastgelegd en stelt anderzijds eisen aan de onderhouds- en beheercontracten die de verschillende ketenpartners met hun ICT-leveranciers hebben afgesloten.

De keten-SLA gaat uit van wederzijdse resultaatverplichtingen. De SUWI-partijen en de beheerder van de centrale voorziening rapporteren aan elkaar over wijzigingen, incidenten en calamiteiten (c.q. over de effectiviteit en naleving van de afgesproken maatregelen). De beheerder van de centrale voorziening rapporteert over de behaalde resultaten aan het ketenoverleg. Daar worden, waar nodig, onderling de te nemen verbetermaatregelen benoemd.

Het ketenoverleg stelt het Keten SLA vast. Wijzigingen worden periodiek door beheerder van de centrale voorziening , in overleg met ketenpartijen, ter goedkeuring voorgelegd aan het ketenoverleg.

2 Privacy & Beveiliging

Dit onderdeel geeft, binnen de kaders van de wettelijke voorschriften, invulling aan de gezamenlijke governance van privacy en beveiliging. Hierbij is van belang:

– Beschikbaarheid en Integriteit: het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksoverheid (VIR)

– Voor best practices: Code voor Informatiebeveiliging. Vertrouwelijkheid: Wet bescherming Persoonsgegevens (WBP).

– Voor het niveau van vertrouwelijkheid: Achtergronden en Verkenningen (AV) 23 van het CBP.

Het geeft kaders voor de te stellen betrouwbaarheidseisen aan de voor gegevensuitwisseling benodigde gegevensbestanden (technisch), de centrale voorziening zelf, de gegevensuitwisseling die daarmee wordt gerealiseerd en aan de presentatievoorzieningen die de gegevens presenteren aan klant en professional.

Betrouwbaarheid is beschreven in termen van Beschikbaarheid, Integriteit en Vertrouwelijkheid3 .

2.1 Beschikbaarheid en Integriteit

In de Keten-SLA (§ 1.4) worden concrete (wederzijdse) prestatie afspraken gemaakt over ICT-beheer. Deze afspraken borgen dat het benodigde samenstel van GeVS-voorzieningen zodanig is ingericht dat deze beschikbaar en integer zijn op het moment dat de diverse SUWI-partijen ze nodig hebben.

2.2 Vertrouwelijkheid

Vertrouwelijkheid houdt in dat de (persoons) gegevens uitsluitend beschikbaar zijn voor het uitvoeren van wettelijke taken (doelbinding) en dat de toegang tot en kennisname van de beschikbare informatie daarbij is beperkt tot een gedefinieerde groep van gerechtigden.

Naast in de Keten-SLA gemaakte afspraken over beschikbaarheid en integriteit van de voorzieningen en het bieden van transparantie over doelbinding, proportionaliteit en eigenaarschap bij gegevensuitwisselingen met de centrale voorziening middels het SGR (§ 1.4) stelt deze bijlage in het kader van Vertrouwelijkheid bij de gegevensuitwisseling tevens eisen aan de (logische) toegangsbeveiliging. Deze zijn:

– Leverende en ontvangende partij bepalen onderling welke de gegevens zijn die bij een bepaalde uitwisseling horen (op basis van ondermeer doelbinding en proportionaliteit).

– Leverende en ontvangende partijen maken met de beheerder van de centrale voorziening afspraken over gezamenlijke niveaus van toegangsbeveiliging per gegevenssoort4 . In het verlengde daarvan maken de leverende en ontvangende partijen met de beheerder van de centrale voorziening afspraken over toekenning van gebruikersrollen door de beheerder van de centrale voorziening aan ontvangende partijen en toekenning van autorisaties door ontvangende partijen aan eigen personeel.

– Toegangsbeveiliging wordt gerealiseerd door gebruikers te voorzien van een rol (taak beheerder van de centrale voorziening), en rollen te verbinden aan autorisaties (taak ontvanger). Een autorisatie is medewerker-gebonden en geeft toegang tot vooraf vastgestelde (§ 1.2) klant gegevens die mogen worden geraadpleegd op basis van de toegekende rol. Op deze wijze wordt voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel.

– Beheerder van de centrale voorziening faciliteert het invoeren van autorisaties voor afgesproken rollen en houdt een logging bij van de geautoriseerde inkijk op gegevens van de diverse bestandseigenaren bij diverse ontvangende partijen (wie raadpleegt wanneer welke gegevenssoorten).

– Log-informatie wordt door beheerder van de centrale voorziening maandelijks geanonimiseerd beschikbaar gesteld aan de leverende en ontvangende partijen die het betreft.

– Partijen kunnen zo detecteren of er sprake is van oneigenlijk gebruik. Als dat zo blijkt te zijn kan meer specifieke en niet anonieme informatie worden verstrekt door de beheerder van de centrale voorziening.

– Beheerder van de centrale voorziening neemt passende maatregelen bij geconstateerde beveiligingsinbreuken of misbruik van de GeVS.

2.3 Uitgangspunt & ketenproduct

Eén gezamenlijk, transparant en uniform niveau van betrouwbaarheid in termen van Beschikbaarheid, Integriteit en Vertrouwelijkheid; de Verantwoordingsrichtlijn Privacy& Beveiliging GeVS

De Verantwoordingsrichtlijn (privacy en beveiliging van de GeVS) is een gezamenlijk product van de SUWI-partijen en de beheerder van de centrale voorziening welke, op basis van de wettelijke voorschriften rondom privacy en beveiliging, vorm en inhoud is gegeven. Het bevat de normen, criteria en vormvereisten op basis waarvan het oordeel dan wel de verklaring van getrouwheid (ex. art 5.22 regeling SUWI) over de privacy en beveiliging van de GeVS in de Jaarverslagen van de op de GeVS aangesloten ontvangende partijen en de beheerder van de centrale voorziening wordt onderbouwd. In het Jaarverslag wordt daartoe een aparte, als zodanig herkenbare, paragraaf gewijd aan de privacy en beveiliging van de GeVS waarin, waar nodig, verbetermaatregelen worden benoemd.

Bij wijziging wordt de Verantwoordingsrichtlijn voor akkoord voorgelegd aan het ketenoverleg, gehoord de Inspectie Werk en Inkomen.

1

Tussen SUWI-partijen onderling, tussen SUWI-partijen en de beheerder van de centrale voorziening, tussen de beheerder van de centrale voorziening en externe gegevensleveranciers (v.w.b. beschikbaarheid en standaarden), tussen de beheerder van de centrale voorziening en SUWI-partijen enerzijds en externe afnemers van gegevens anderzijds.

2

Voor alle duidelijkheid: één organisatie kan zowel registerhouder als afnemer zijn.

3

Definities zijn conform MvT Besluit SUWI, § 3.4

4

Voor het juiste niveau van vertrouwelijkheid wordt verwezen naar AV23 van het CBP.

Bijlage II, bedoeld in artikel 6.1 van de Regeling SUWI eenmalige gegevensuitvraag

  

Uiterlijk 31 december 2008

Uiterlijk 31 december 2009

Uiterlijk 31 december 2010

GBA

   

Gegevens genoemd in bijlage 1d. bij artikel 58a van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens voor zover van toepassing.

  

X of zoveel eerder als mogelijk.*

– Gegevens over de burgerlijke staat:

  

* Gelet op afspraken in kader van GBA. Bestuursorganen hebben tot 2010 voor aanpassing.

– Naam:

  
 

– geslachtsnaam;

  
 

– voornamen;

  
 

– geboortedatum.

  

– Geboorte:

   
 

– geboorteplaats;

   
 

– geboorteland en zo nodig gebiedsdeel.

   

– Geslacht

   

– Ouders:

   
 

– geslachtsnaam;

   
 

– voornamen;

   
 

– geboortedatum.

   

– Kinderen:

   
 

– geslachtsnaam;

   
 

– voornamen;

   
 

– geboortedatum.

   

– Overlijden:

   
 

– overlijdensdatum.

   

– Datum ingang en beëindiging rechtsgeldigheid gegevens;

   
 

– datum ingang rechtsgeldigheid;

   
 

– datum beëindiging rechtsgeldigheid.

   
     

Gegevens over de nationaliteit.

   

Nationaliteit of nationaliteiten, dan wel een aanduiding dat de betrokkene geen nationaliteit bezit, of een aanduiding dat de nationaliteit van de betrokkene niet kan worden vastgesteld;

   
     

De aantekening dat op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap is vastgesteld dat de betrokkene niet de Nederlandse nationaliteit bezit;

   
     

De aantekening dat de betrokkene op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander behandeld wordt.

   
     

Gegevens over het verblijfrecht van de vreemdeling

   

de aantekening over het verblijfsrecht;

   
     

datum ingang verblijfsrecht;

   
     

datum beëindiging verblijfsrecht.

   
     

Gegevens over de gemeente van inschrijving en het adres in die gemeente alsmede het verblijf in Nederland en het verstrek uit Nederland

   

– Gemeente van inschrijving:

   
 

– gemeente.

   

– Adres, voor zover het betreft een woonadres:

   
 

straatnaam en zo nodig gemeentedeel;

   
 

huisnummer;

   
 

aanduiding bij huisnummer;

   
 

letter bij huisnummer;

   
 

toevoeging bij huisnummer;

   
 

lokatiebeschrijving en zonodig gemeentedeel.

   
     

Gegevens over het burgerservicenummer van de ingeschrevene

   
 

burgerservicenummer ingeschrevene

   
     

Gegevens over het burgerservicenummer van de ingeschrevene van de ouders, de echtgenoot danwel van de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten of eerdere geregistreerde partners en de kinderen

   
 

burgerservicenummer ouder;

   
 

burgerservicenummer echtgenoot dan wel geregistreerd partner;

   
 

burgerservicenummer eerdere echtgenoot;

   
 

burgerservicenummer eerdere geregistreerde partner;

   
 

burgerservicenummer kind.

   
     

Gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner

   
     

de aantekening dat de ingeschrevene de eigen geslachtsnaam voert;

   
     

de aantekening dat de ingeschrevene de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerd partner voert;

   
     

de aantekening dat de ingeschrevene de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerd partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner vooraf doet gaan aan de eigen geslachtsnaam;

   
     

de aantekening dat de ingeschrevene de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner doet volgen op de eigen geslachtsnaam.

   
     

CWI

X

  

Gegevens betreffende inschrijving.

   
 

– Datum inschrijving CWI

   
 

– Inschrijfreden CWI

   
 

– Datum einde inschrijving CWI

   
 

– Datum einde geldigheidstermijn inschrijving CWI

   
 

– Reden einde inschrijving CWI

   
     

UWV

   

Gegevens m.b.t. inkomens- en Arbeidsverhoudingen*

   
     

Uitkeringsgegevens;

   
 

– Hoogte van de bruto uitkering per dag

   
 

– Aanvang uitkering

   
 

– Eind van de uitkering

   
     

Uitkeringsstatus en Re-integratiegegevens*

   
     

Gegevens betreffend financiële afhandeling

X

  
 

– Betaalspecificatie WW (met uitzondering van de O&O klantgroep)

   
 

– Jaaroverzicht

   
     

SVB

   

Gegevens over de kinderbijslag.

X

  
 

– indicatie thuis-/uitwonend

   
 

– indicatie recht kinderbijslag

   
 

– landencode ISO

   
     

Gegevens over de Algemene nabestaandenwet (Anw).

X

  
 

– ingangsdatum Anw

   
 

– brutobedrag Anw

   
     

Gegevens over de Algemene ouderdomswet (Aow).

X

  
 

ingangsdatum Aow

   
 

einddatum Aow

   
 

indicatie toeslag Aow

   
 

percentage Aow

   
 

netto bedrag Aow

   
 

bruto bedrag Aow

   
     

Gemeenten

   
     

WWB:

X

  

– Begindatum uitkering;

   

– Einddatum uitkering.

   

– Datum aanvang maatregel

   

– Datum einde maatregel

   

– Reden maatregel

   

– Huisvesting.

   

– Leefvorm.

   

– Soort normbedrag;

   

– Normbedrag.

   

– Reden beëindiging bijstand.

   

– Datum bijzondere bijstand

   

– Soort kosten bijzondere bijstand

   

– Datum besluit vordering

   

– Reden vordering

   

– Bedrag aanvang vordering

   

– Bedrag saldo vordering

   

– Status vordering

   
     

WWIK:

X

  

– Datum ingang uitkering;

   

– Datum beëindiging uitkering.

   
     

IOAW:

X

  

– Datum ingang uitkering;

   

– Datum beëindiging uitkering.

   
     

IOAZ:

X

  

– Datum ingang uitkering;

   

– Datum beëindiging uitkering.

   
     

RDW

X

  

Aansprakelijke:

   

– datum registratie aansprakelijkheid;

   

– datum einde aansprakelijkheid.

   

Status:

   

– code status voertuig;

   

– datum aanvang status voertuig;

   

– datum einde status voertuig.

   

Voertuig:

   

– code soort voertuig;

   

– code classificatie voertuig;

   

– kenteken voertuig;

   

– type voertuig

   

– hoofdkleur voertuig;

   

– nevenkleur voertuig;

   

– datum eerste inschrijving voertuig nationaal;

   

– datum eerste inschrijving voertuig internationaal.

   
     

IB-Groep

X

  

Gegevens met betrekking tot het recht op studiefinanciering en diplomagegevens.*

   
    

* gegevenssoort wordt nog nader gespecificeerd

   

Bijlage III, bedoeld in artikel 6.5 van de Regeling SUWI

Aansluitprotocol GeVS

Aansluitvoorwaarden en aansluitprocedures niet-suwipartijen op de gezamenlijke elektronische voorzieningen suwi en ontsluiten nieuwe bronnen

1. Inleiding

Middels de wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (Stb. 2007, 555) wordt in artikel 62, tweede lid, van de Wet SUWI de basis gelegd voor het gebruik van de Gezamenlijke elektronische Voorzieningen SUWI (GevS)1 door niet-Suwipartijen voor de verwerking van gegevens. Het gebruik van de elektronische voorzieningen voor gegevensuitwisseling met derden, niet SUWI-partijen is nader uitgewerkt in het nieuwe artikel 5.23 van het Besluit SUWI. Artikel 6.5 van de regeling bepaalt dat in bijlage III

bij deze regeling regels kunnen zijn opgenomen over de overeenkomst, als bedoeld in artikel 5.23, eerste lid, van het Besluit SUWI.

Uitgangspunt bij aansluiting niet-Suwipartijen is dat het gesloten verstrekkingregime SUWI gehandhaafd blijft. Kernvoorwaarde voor het gebruik van de gezamenlijke voorzieningen voor gegevensuitwisselingen met niet-Suwipartijen is dat het verstrekken en verkrijgen van de gegevens wettelijk is toegestaan. In beginsel heeft het aansluiten van niet-Suwipartijen betrekking op bestuursorganen. De voorwaarden kunnen echter ook betrekking hebben op andere organen met een wettelijke taak en gelden voor het ontsluiten van nieuwe bronnen via de GeVS. Voor het gebruik van de GeVS door niet-Suwipartijen kunnen extra inspanningen worden verricht en kosten gemaakt door de beheerder. Deze kosten kunnen in rekening worden gebracht bij de niet-Suwipartij (de aanvrager)..

Gemeenten vallen onder het Aansluitprotocol en worden als niet-Suwipartij beschouwd indien:

– het beoogde gegevensverkeer via de GeVS zal verlopen én

– het de uitvoering van taken betreft anders dan voortvloeiend uit de SUWI wet- en regelgeving.

Het protocol is niet van toepassing op gegevensuitwisselingen tussen gemeenten, UWV, SVB en CWI en andere organisaties wanneer deze niet via de GeVS verlopen. Verder is geregeld dat een rechtspersoon gemeenten kan vertegenwoordigen bij het sluiten van een overeenkomst, zoals bedoeld in het Aansluitprotocol.

Aansluiting op de GeVS vindt plaats in een aantal stappen. Zo wordt vastgesteld welke gegevens, door wie en voor welke taken mogen worden verwerkt en aan welke technische voorwaarden dat gebruik gekoppeld is. Deze bijlage beschrijft de volgende stappen:

Paragraaf 2. Voorwaarden van aansluiting;

Paragraaf 3. De aansluitstappen;

Paragraaf 4. Standaardovereenkomst.

2. De Voorwaarden

Aansluiting op de GeVS, moet aan de volgende voorwaarden voldoen.

– Er dient een wettelijke grondslag aanwezig te zijn, waaruit volgt voor welk doel partijen welke gegevens mogen uitwisselen;

– De aanvragende niet-Suwipartijen conformeren zich aan de Suwi-beleidskaders, vastgelegd in bijlage I, genaamd ‘Stelselontwerp en beveiliging GeVS’ bij de Regeling SUWI;

– De aansluiting van niet-Suwipartijen en de ontsluiting van nieuwe bronnen wordt bevestigd in een overeenkomst.

3. De aansluitstappen

De eerste stap is een overleg tussen aanvrager en leverancier over een beoogde gegevensuitwisseling. Als door de aanvrager en de leverancier besloten wordt voor de betreffende gegevensuitwisseling van de GeVS gebruik te maken worden de volgende stappen gevolgd.

De tweede stap omvat het formele verzoek van de aanvrager om van de GeVS gebruik te mogen maken. Een dergelijk verzoek kan ook afkomstig zijn van een of meerdere Suwipartijen, die wensen dat een derde partij aansluit als afnemer of leverancier.

Dit verzoek is gericht aan de beheerder van GeVS. De beheerder informeert de beoogde gegevens leverende partij(en) en – voorzover dit niet de verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) voor die gegevensverwerking zijn – de verantwoordelijke over de aanvraag. Deze stap wordt afgerond met een toets op de wettelijke grondslag, uitgevoerd door de gegevens leverende partij(en). Daarbij wordt niet getoetst of dat orgaan aan de vereisten voldoet om de betreffende wettelijke taak uit te voeren. Dat is al getoetst door het bestuursorgaan dat de wettelijke taak aan het orgaan heeft toebedeeld. Wordt geconstateerd dat er een wettelijke basis voor de gegevenslevering aanwezig is, dan wordt de volgende stap gezet. De aanvraag wordt afgewezen indien de wettelijke basis ontbreekt.

De derde stap is het beleggen van een bijeenkomst door de beheerder met alle betrokken partijen, uitmondend in een helder beschreven informatieanalyse, waarin is opgenomen welke gegevens, voor welke taak en welke processen worden gevraagd en op grond van welke wet- en regelgeving dit mogelijk is. Hierop wordt de technische invulling en de gegevensvulling van de beoogde aansluiting c.q. ontsluiting gebaseerd. Op basis hiervan wordt de inhoud van de te sluiten overeenkomst bepaald. Hierin wordt ten minste aangegeven welke rollen en autorisaties benodigd zijn en hoe aan de voorwaarden, genoemd in hoofdstuk 2 van dit protocol, zal worden voldaan.

De vierde stap is de beoordeling of de beoogde ontsluiting van nieuwe bronnen c.q. de aanvraag tot gebruik van de GeVS tot overeenstemming leidt. Indien overeenstemming is bereikt wordt de overeenkomst gesloten. Het SUWI Gegevensregister wordt geactualiseerd op basis van de gesloten overeenkomst. Elk besluit wordt gemeld aan de Minister van SZW.

Stap vijf betreft de daadwerkelijke aansluiting c.q. ontsluiting en het gebruik middels de GeVS.

4. Standaardovereenkomst

Op grond van het nieuwe artikel 5.23 van het Besluit SUWI dient er een overeenkomst te worden gesloten tussen de aanvrager en de leverancier van gegevens. Onderstaand wordt het bepaalde in artikel 5.23 Besluit SUWI uitgewerkt.

Er wordt een overeenkomst gesloten tussen de contractpartijen, zijnde de betrokken verantwoordelijken en de aanvrager, alsook de beheerder van de GeVS.

SUWI-partijen kunnen zowel leverancier als afnemer zijn.

In deze overeenkomst spreken de contractpartijen de volgende zaken af:

a. hoe aan de eisen van hoofdstuk 2 van dit Aansluitprotocol wordt voldaan;

b. op welke wijze het dienstverleningniveau als responsetijden, hersteltijden, mate van beschikbaarheid en integriteit van de techniek, (KetenSLA) wordt geregeld;

c. welke rollen en autorisaties benodigd zijn;

d. op welke wijze de eisen voortvloeiend uit de Wet bescherming persoonsgegevens worden nageleefd;

e. hoe wordt omgegaan met wijzigingen. Het betreft wijzigingen ten gevolge van politieke besluitvorming, wijzigingen in gehanteerde standaarden en/of wijzigingen in verband met releasebeleid van de beheerder;

f. op welke wijze de verantwoording wordt geregeld. Uitgangspunt is het vigerende verantwoordingsregime van de aanvrager. Afspraken over verantwoording aan de registerhouder(s), van wiens gegevens gebruik wordt gemaakt, alsook met de beheerder kunnen in de overeenkomst worden opgenomen;

g. dat doorlevering van gegevens is niet toegestaan;

h. dat het beoogde gegevensverkeer in het SUWI Gegevensregister wordt beschreven;

i. hoe met nieuwe deze eisen en wensen wordt omgegaan. Uitgangspunt is dat deze in de overeenkomst worden opgenomen; Indien gegevensleveranciers al (algemene) leveringsvoorwaarden hanteren, kunnen deze onderdeel uitmaken van de overeenkomst.

1

In de bijlage Stelselontwerp van de Regeling SUWI is de GeVS beschreven.

Bijlage XI, bedoeld in de artikelen 5.3, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI

Planning & control producten van IB

In deze bijlage zijn de diverse producten uit de P&C-cyclus tussen IB en SZW gespecificeerd, die IB periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:

I

meerjarenbeleidsplan (niet van toepassing op IB)

II

jaarplan met begroting

III

tussentijds verslag

IV

jaarverslag incl. jaarrekening

V

fondsennota (niet van toepassing op IB)

VI

VBTB-informatie t.b.v. het SZW-jaarverslag

IB levert één planningsdocument op, te weten het jaarplan met begroting. Het jaarplan van IB bevat in elk geval een omschrijving van de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel p, van de Wet SUWI en de andere taken die het IB ten behoeve van gemeenten verricht. IB dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode aan de Minister verstrekt.

De planning voor de oplevering van deze producten kan als volgt worden weergegeven.

Opleverdatum

Product

15/2

VBTB-informatie t.b.v. jaarverslag SZW (niet van toepassing op IB)

15/3

Jaarverslag incl. jaarrekening

Vóór 1/7

Ontwerp jaarplan met begroting

11/8

Tussentijds verslag t/m juni (halfjaarverslag)

Vóór 1/10

Definitief jaarplan met begroting

In die hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.

Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
  

I

II

III

IV

V

VI

1.

Volumeontwikkeling en fondsbelasting

      

a.

voorlopige opgave voorgaand jaar

      

b.

realisatie lopend jaar t/m verslagperiode

      

c.

raming lopend jaar

      

d.

raming volgend jaar

      

e.

voorstel herziening premiepercentages

      

f.

kerncijfers per wet

      

2.

Ontwikkelingen wetsuitvoering + andere taken

      

a.

doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten

 

x

x

x

  

b.

prestatie-indicatoren / kengetallen

 

x

x

x

 

x

c.

speerpunten Klantgerichtheid

 

x

M

x

  

c.

speerpunten Handhaving

      

3.

Ontwikkelingen grote projecten en W&R-projecten

 

x

x

x

  

4.

Ketensamenwerking

 

x

x

x

  

5.

Bedrijfsvoering

      

a.

rechtmatigheid (incl. M&O)

 

M

x

x

  

b.

doelmatigheid

 

M

M

x

  

c.

totstandkoming niet-financiële informatie

 

M

M

x

  

d.

financieel beheer (tekortkomingen)

 

M

M

M

  

e.

ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting

 

M

M

M

  

6.

Governance

      

a.

Raad van Bestuur

   

x

  

b.

Raad van Advies (gegeven adviezen en afgegeven signalen)

   

x

  

c.

risicomanagement

   

x

  

7.

Uitvoeringskosten

 

x

x

x

 

x

a.

opbouw per product c.q. per groot project

 

x

x

x

  

b.

opbouw per kostensoort

 

x

x

x

  

c.

opbouw per wet / andere taken

      

d.

prognose lopend jaar

  

x

   

e.

vergelijking met vorig jaar

 

x

x

x

  

f.

vergelijking met begroting

  

x

x

  

g.

vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening

 

x

 

x

  

h.

bestuurskosten (gesplitst naar RvB en RvA)

   

x

  

8

Investeringen per categorie

 

x

x

x

  

9.

Kasstroomoverzicht

 

x

 

x

  

10.

Jaarrekening

   

x

  

11.

n.v.t.

   

x

  

12.

VBTB-informatie

      

13.

Kwantitatieve informatie1

  

x

x

  

14.

Toezichtbevindingen

   

x

  

1 De afspraken over de levering van de kwantitatieve informatie per wet wordt bilateraal per brief tussen SZW en de IB geregeld.

Legenda

I

meerjarenbeleidsplan (niet van toepassing op IB)

II

jaarplan met begroting

III

tussentijdse verslag

IV

jaarverslag incl. jaarrekening

V

fondsennota’s (niet van toepassing op IB)

VI

VBTB-informatie (niet van toepassing op IB)

x

Opnemen

M

Opnemen indien sprake er is van majeure ontwikkelingen

1. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken

Het jaarplan gaat – volgens de VBTB-systematiek – in op de volgende vragen:

– Wat willen we bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?

– Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten)?

– Wat mag het kosten (begroting)?

In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:

– Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;

– Andere taken die IB ten behoeve van de gemeenten verricht.

In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet IB verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft IB zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.

Bij onderdeel c. Klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.

2. Ontwikkelingen grote projecten en W&R-projecten

IB doet verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. IB legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wenst de consequenties van de financiële taakstellingen op de personeelsformaties van het Rijk te kunnen volgen. Hieronder zijn ook de SUWI-organisaties begrepen. IB dient daarom zowel in budgettaire termen als in termen van fte's verslag te doen van de effecten van de generieke taakstelling uit het coalitieakkoord. Als basisformatie (nulpunt) geldt de ontwikkeling van het aantal fte vanaf het aantal fte per 31 december 2006.

Uitbreiding van de formatie als gevolg van intensiveringen dienen separaat zichtbaar te worden gemaakt.

3. Ketensamenwerking

IB doet verslag van de samenwerking met zijn ketenpartners, de ontwikkelingen in de keten werk en inkomen en de voortgang van de uitvoering van het ketenprogramma.

Het jaarplan vormt hierbij het uitgangspunt. Per speerpunt wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen IB heeft genomen om de doelstellingen alsnog te realiseren.

4. Bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag gaat IB in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen IB. Het doel is aan te geven in welke mate het management van IB haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt IB, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de onderstaande onderwerpen.

a) Rechtmatigheid

Het onderdeel over rechtmatigheid dient afzonderlijk identificeerbaar te zijn in de bedrijfsvoeringsparagraaf. Dit is noodzakelijk voor de accountant, zodat in de accountantsverklaring duidelijk en ondubbelzinnig kan worden aangegeven over welke onderdelen van het jaarverslag welke soort c.q. mate van zekerheid wordt gegeven.

Onder rechtmatigheid wordt verstaan de financiële rechtmatigheid. Financiële rechtmatigheid houdt in dat een financiële transactie in overeenstemming is met de Europese regelgeving, Nederlandse wetten, Algemene Maatregelen van Bestuur, Ministeriële regelingen en beleidsregels opgenomen bepalingen die de uitkomst van de financiële transactie beïnvloeden. Voor het onderdeel over rechtmatigheid gelden kwantitatieve rapportagegrenzen. De wijze waarop IB verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbijbehorende toelichting.

b) Doelmatigheid

In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat IB inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. IB brengt verslag uit ter zake van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e , eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.

c) Totstandkoming niet-financiële informatie (kwaliteit)

IB rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI). In zowel de tussentijdse verslagen als het jaarverslag wordt ingegaan op de voortgang van verbetermaatregelen.

d) Financieel Beheer

In dit onderdeel rapporteert de SUWI-organisatie over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend. Administraties zijn immers onlosmakelijk met een goed beheer verbonden.

Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.

Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.

De SUWI-organisatie rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer, en/of betrekking hebben op kritieke processen, en/of wijd verbreid zijn, en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.

e) Overige onderwerpen bedrijfsvoering

IB rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:

– Sociaal beleid en HRM

IB rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.

– ICT Algemeen

IB rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hier onder.

– Gegevensverwerking en beveiliging Suwinet

In het jaarverslag wordt ingegaan op het oordeel van de EDP-auditor. Deze geeft conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI een oordeel over het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en over het beveiligingsniveau van Suwinet. Indien van toepassing geeft IB inzicht in de verrichte inspanningen om de kwaliteit te verbeteren c.q. te consolideren.

– Huisvesting

De IB doet in de tussentijdse rapportages en in het jaarverslag verslag van de voortgang van het huisvestingsplan. In het bijzonder rapporteert de IB specifiek over de volgende onderwerpen:

Leegstand

– Fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO (conform de definitie van de Rijksgebouwendienst)

De voortgang van de activiteiten om de huisvesting in lijn te brengen met de behoefte:

– ontwikkeling in flexibele leegstand;

– ontwikkeling in volledige leegstand;

– ontwikkeling in bouwleegstand.

Huisvestingskosten

– Huisvestingskosten

5. Governance

De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van IB de wijze waarop zij haar taken uitvoert. IB rapporteert in haar jaarverslag over de volgende onderwerpen. Indien IB van mening dat over onderstaande onderwerpen op andere plek in het jaarverslag moet worden gerapporteerd, dan is IB hier vrij in.

Risicomanagement

IB rapporteert over de wijze waarop invulling is gegeven aan risicomanagement. IB gaat in op welke wijze risico’s binnen de organisatie zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s en hoe risico’s worden gemanaged.

Bestuurskosten

Het IB doet jaarlijks verslag van de bestuurskosten van de leden van het Bestuur (artikel 5 vierde lid Wet SUWI) en van de topinkomens op basis van de Wet openbaarmaking uit financiële middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).

6. Uitvoeringskosten

Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

– uitleg belangrijke posten

– verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting)

– opvallende ontwikkelingen

– de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten

– omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

– omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren

– de financiering van vaste activa

7. Investeringen per categorie

De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.

8. Jaarrekening

De jaarrekening van de IB geeft inzicht in de baten en lasten over het boekjaar, de balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow.

De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken.

De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

De jaarrekening IB bestaat uit de volgende onderdelen:

– Grondslagen waardering en resultaatbepaling

– Balans met toelichting

– Resultatenrekening met toelichting

– Kasstroomoverzicht

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

– uitleg belangrijke posten

– verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting)

– opvallende ontwikkelingen

– risico’s

– de wijze waarop het bestuur invulling heeft gegeven aan de sturing en beheersing van bedrijfsprocessen ter waarborging van het financieel beheer en de rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitvoering.

– de wijze van toerekening van uitvoeringskosten

– omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

10.1 Grondslagen waardering en resultaatbepaling

In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.

11. Accountantsverklaring en verslag van bevindingen

De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van het IB op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXI van de Regeling SUWI.

11.1 Balans IB per 31 december

Activa

jaar t

jaar t-1

• immateriële vaste activa

  

• materiële vaste activa

  

• financiële vaste activa

  

Totaal vaste activa

  
   

• vorderingen

  

• liquide middelen

  

• overige vlottende activa

  

Totaal vlottende activa

  
   

Totaal activa

  
   

Passiva

  

• eigen vermogen

  

• voorzieningen

  

• langlopende schulden

  

• kortlopende schulden

  
   

Totaal passiva

  

Bijlage XX, bedoeld in de artikelen 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI

Planning & control producten van BKWI

In deze bijlage zijn de diverse producten uit de P&C-cyclus tussen BKWI en SZW gespecificeerd, die BKWI periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:

I

meerjarenbeleidsplan (niet van toepassing op BKWI)

II

jaarplan met begroting

III

tussentijds verslag

IV

jaarverslag incl. jaarrekening

V

fondsennota (niet van toepassing op BKWI)

VI

VBTB-informatie t.b.v. het SZW-jaarverslag

BKWI levert één planningsdocument op, te weten het jaarplan met begroting. Het jaarplan van BKWI bevat in elk geval een omschrijving van de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel p, van de Wet SUWI en de andere taken die het BKWI ten behoeve van gemeenten verricht. BKWI dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode aan de Minister verstrekt.

De planning voor de oplevering van deze producten kan als volgt worden weergegeven.

Opleverdatum

Product

15/2

VBTB-informatie t.b.v. jaarverslag SZW (niet van toepassing op BWKI)

15/3

Jaarverslag incl. jaarrekening

Vóór 1/7

Ontwerp jaarplan met begroting

11/8

Tussentijds verslag t/m juni (halfjaarverslag)

Vóór 1/10

Definitief jaarplan met begroting

In die hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.

Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
  

I

II

III

IV

V

VI

15.

Volumeontwikkeling en fondsbelasting

      

g.

voorlopige opgave voorgaand jaar

      

h.

realisatie lopend jaar t/m verslagperiode

      

i.

raming lopend jaar

      

j.

raming volgend jaar

      

k.

voorstel herziening premiepercentages

      

l.

kerncijfers per wet

      

16.

Ontwikkelingen wetsuitvoering + andere taken

      

e.

doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten

 

x

x

x

  

f.

prestatie-indicatoren / kengetallen

 

x

x

x

 

x

g.

speerpunten Klantgerichtheid

 

x

M

x

  

h.

speerpunten Handhaving

      

17.

Ontwikkelingen grote projecten en W&R-projecten

 

x

x

x

  

18.

Ketensamenwerking

 

x

x

x

  

19.

Bedrijfsvoering

      

f.

rechtmatigheid (incl. M&O)

 

M

x

x

  

g.

doelmatigheid

 

M

M

x

  

h.

totstandkoming niet-financiële informatie

 

M

M

x

  

i.

financieel beheer (tekortkomingen)

 

M

M

M

  

j.

ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting

 

M

M

M

  

20.

Governance

      

d.

Raad van Bestuur

   

x

  

e.

Raad van Advies (gegeven adviezen en afgegeven signalen)

   

x

  

f.

risicomanagement

   

x

  

21.

Uitvoeringskosten

 

x

x

x

 

x

i.

opbouw per product c.q. per groot project

 

x

x

x

  

j.

opbouw per kostensoort

 

x

x

x

  

k.

opbouw per wet / andere taken

      

l.

prognose lopend jaar

  

x

   

m.

vergelijking met vorig jaar

 

x

x

x

  

n.

vergelijking met begroting

  

x

x

  

o.

vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening

 

x

 

x

  

p.

bestuurskosten (gesplitst naar RvB en RvA)

   

x

  

22.

Investeringen per categorie

 

x

x

x

  

23.

Kasstroomoverzicht

 

x

 

x

  

24.

Jaarrekening

   

x

  

25.

n.v.t.

   

x

  

26.

VBTB-informatie

      

27.

Kwantitatieve informatie1

  

x

x

  

28.

Toezichtbevindingen

   

x

  

1 De afspraken over de levering van de kwantitatieve informatie per wet wordt bilateraal per brief tussen SZW en BKWI geregeld.

Legenda

I

meerjarenbeleidsplan (niet van toepassing op BWKI)

II

jaarplan met begroting

III

tussentijdse verslag

IV

jaarverslag incl. jaarrekening

V

fondsennota’s (niet van toepassing op BKWI)

VI

VBTB-informatie (niet van toepassing op BKWI)

x

Opnemen

M

Opnemen indien sprake er is van majeure ontwikkelingen

9. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken

Het jaarplan gaat – volgens de VBTB-systematiek – n op de volgende vragen:

– Wat willen we bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?

– Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten)?

– Wat mag het kosten (begroting)?

In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:

– Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;

– Wijzigingen in de andere taken.

In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet BKWI verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft BKWI zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.

Bij onderdeel c. Klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.

10. Ontwikkelingen grote projecten en W&R-projecten

BKWI doet verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. BKWI legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wenst de consequenties van de financiële taakstellingen op de personeelsformaties van het Rijk te kunnen volgen. Hieronder zijn ook de SUWI-organisaties begrepen. BKWI dient daarom zowel in budgettaire termen als in termen van fte's verslag te doen van de effecten van de generieke taakstelling uit het coalitieakkoord. Als basisformatie (nulpunt) geldt de ontwikkeling van het aantal fte vanaf het aantal fte per 31 december 2006.

Uitbreiding van de formatie als gevolg van intensiveringen dienen separaat zichtbaar te worden gemaakt.

11. Ketensamenwerking

BKWI doet verslag van de samenwerking met zijn ketenpartners, de ontwikkelingen in de keten werk en inkomen en de voortgang van de uitvoering van het ketenprogramma.

Het jaarplan vormt hierbij het uitgangspunt. Per speerpunt wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen BKWI heeft genomen om de doelstellingen alsnog te realiseren.

12. Bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag gaat BKWI in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen BKWI. Het doel is aan te geven in welke mate het management van BKWI haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt BKWI, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de onderstaande onderwerpen.

f) Rechtmatigheid

Het onderdeel over rechtmatigheid dient afzonderlijk identificeerbaar te zijn in de bedrijfsvoeringsparagraaf. Dit is noodzakelijk voor de accountant, zodat in de accountantsverklaring duidelijk en ondubbelzinnig kan worden aangegeven over welke onderdelen van het jaarverslag welke soort c.q. mate van zekerheid wordt gegeven.

Onder rechtmatigheid wordt verstaan de financiële rechtmatigheid. Financiële rechtmatigheid houdt in dat een financiële transactie in overeenstemming is met de Europese regelgeving, Nederlandse wetten, Algemene Maatregelen van Bestuur, Ministeriële regelingen en beleidsregels opgenomen bepalingen die de uitkomst van de financiële transactie beïnvloeden. Voor het onderdeel over rechtmatigheid gelden kwantitatieve rapportagegrenzen. De wijze waarop BKWI verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbijbehorende toelichting.

g) Doelmatigheid

In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat BKWI inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. BKWI brengt verslag uit ter zake van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e , eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.

h) Totstandkoming niet-financiële informatie (kwaliteit)

BKWI rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI). In zowel de tussentijdse verslagen als het jaarverslag wordt ingegaan op de voortgang van verbetermaatregelen.

i) Financieel Beheer

In dit onderdeel rapporteert de SUWI-organisatie over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend. Administraties zijn immers onlosmakelijk met een goed beheer verbonden.

Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.

Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.

De SUWI-organisatie rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer, en/of betrekking hebben op kritieke processen, en/of wijd verbreid zijn, en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.

j) Overige onderwerpen bedrijfsvoering

BKWI rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:

– Sociaal beleid en HRM

BKWI rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.

– ICT Algemeen

BKWI rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hier onder.

– Gegevensverwerking en beveiliging Suwinet

In het jaarverslag wordt ingegaan op het oordeel van de EDP-auditor. Deze geeft conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI een oordeel over het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en over het beveiligingsniveau van Suwinet. Indien van toepassing geeft BKWI inzicht in de verrichte inspanningen om de kwaliteit te verbeteren c.q. te consolideren .

– Huisvesting

De BKWI doet in de tussentijdse rapportages en in het jaarverslag verslag van de voortgang van het huisvestingsplan. In het bijzonder rapporteert de BKWI specifiek over de volgende onderwerpen:

Leegstand

– Fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO (conform de definitie van de Rijksgebouwendienst)

De voortgang van de activiteiten om de huisvesting in lijn te brengen met de behoefte:

– ontwikkeling in flexibele leegstand;

– ontwikkeling in volledige leegstand;

– ontwikkeling in bouwleegstand.

Huisvestingskosten

– Huisvestingskosten

13. Governance

De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van BKWI de wijze waarop zij haar taken uitvoert. BKWI rapporteert in haar jaarverslag over de volgende onderwerpen. Indien BKWI van mening dat over onderstaande onderwerpen op andere plek in het jaarverslag moet worden gerapporteerd, dan is BKWI hier vrij in.

Risicomanagement

BKWI rapporteert over de wijze waarop invulling is gegeven aan risicomanagement. BKWI gaat in op welke wijze risico’s binnen de organisatie zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s en hoe risico’s worden gemanaged.

Bestuurskosten

Het BKWI doet jaarlijks verslag van de bestuurskosten van de leden van het Bestuur (artikel 5 vierde lid Wet SUWI) en van de topinkomens op basis van de Wet openbaarmaking uit financiële middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).

14. Uitvoeringskosten

Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

– uitleg belangrijke posten

– verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting)

– opvallende ontwikkelingen

– de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten

– omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

– omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren

– de financiering van vaste activa

15. Investeringen per categorie

De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.

16. Jaarrekening

De jaarrekening van de BKWI geeft inzicht in de baten en lasten over het boekjaar, de balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow.

De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken.

De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

De jaarrekening BKWI bestaat uit de volgende onderdelen:

– Grondslagen waardering en resultaatbepaling

– Balans met toelichting

– Resultatenrekening met toelichting

– Kasstroomoverzicht

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

– uitleg belangrijke posten

– verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting)

– opvallende ontwikkelingen

– risico’s

– de wijze waarop het bestuur invulling heeft gegeven aan de sturing en beheersing van bedrijfsprocessen ter waarborging van het financieel beheer en de rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitvoering.

– de wijze van toerekening van uitvoeringskosten

– omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

10.1 Grondslagen waardering en resultaatbepaling

In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.

11. Accountantsverklaring en verslag van bevindingen

De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van het BKWI op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXI van de Regeling SUWI.

11.1 Balans BKWI per 31 december

Activa

jaar t

jaar t-1

• immateriële vaste activa

  

• materiële vaste activa

  

• financiële vaste activa

  

Totaal vaste activa

  
   

• vorderingen

  

• liquide middelen

  

• overige vlottende activa

  

Totaal vlottende activa

  
   

Totaal activa

  
   

Passiva

  

• eigen vermogen

  

• voorzieningen

  

• langlopende schulden

  

• kortlopende schulden

  
   

Totaal passiva

  

11.2 Resultatenrekening BKWI

Baten

jaar t

jaar t-1

Rijksbijdrage

  

Incidenteel budget

  

Overig baten

  

Totaal baten

  
   

Lasten

  

Loonkosten eigen personeel

  

Kosten extern personeel

  

Overige personeelskosten

  

Totaal personeelskosten

  
   

Afschrijvingskosten

  

Huisvestingskosten

  

Automatiseringskosten

  

Kantoorkosten

  

Vervoerskosten

  

Overige beheerskosten

  

Totaal overig beheer

  
   

Beleidsbudgetten

  

Totaal overige kosten

  
   

Totaal lasten

  
   

Saldo van baten en lasten

  

11.3 Toelichting balans BKWI

– Verloopstaat immateriële vaste activa

– Verloopstaat materiële vaste activa

– Verloopstaat financiële vaste activa

– Verloopstaat eigen vermogen

– Verloopstaat voorzieningen

11.4 Toelichting op de resultatenrekening BKWI

11.4.1. Saldo van baten en lasten regulier

Baten

jaar t

Regulier

jaar t

Projecten

jaar t

Totaal

jaar t-1

Regulier

jaar t-1

Projecten

jaar t-1

Totaal

Rijksbijdrage

      

Incidenteel budget

      

Overig baten

      

Totaal baten

      
       

Lasten

      

Loonkosten eigen personeel

      

Kosten extern personeel

      

Overige personeelskosten

      

Totaal personeelskosten

      
       

Afschrijvingskosten

      

Huisvestingskosten

      

Automatiseringskosten

      

Kantoorkosten

      

Vervoerskosten

      

Overige beheerskosten

      

Totaal overig beheer

      
       

Beleidsbudgetten

      

Totaal overige kosten

      
       

Totaal lasten

      
       

Saldo van baten en lasten

      

11.4.2. Saldo van baten en lasten regulier en projecten

 

Regulier

Projecten

Jaarbudget t

Totaal

Baten

   

Lasten

   

Saldo

   

11.4.3 Meerjarenoverzicht baten projecten

 

Projecten

jaarbudget t-1

Projecten

Jaarbudget t

Totaal

Jaarbudget

   

Afrekening boekjaar

   

Saldo

   

11.5 Kasstroomoverzicht

Gehanteerd wordt het kasstroomoverzicht met onderscheid naar operationele, investerings- en financieringskasstromen. De kasbeweging dient aan te sluiten op de rekeningencourant.

12. Accountantsverklaring en verslag van bevindingen

De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van het BKWI op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXI van de Regeling SUWI.

13. Kwantitatieve informatie

Naast het jaarverslag en de tussentijdse verslagen dient BKWI periodiek kwantitatieve informatie te verstrekken ten behoeve van verschillende functies binnen SZW, te weten aansturing, beleid, toezicht en financiering. Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks aparte bilaterale afspraken gemaakt.

14. Toezichtbevindingen

BKWI gaat in het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.

11.2 Resultatenrekening IB

Baten

jaar t

jaar t-1

Rijksbijdrage

  

Incidenteel budget

  

Overig baten

  

Totaal baten

  
   

Lasten

  

Loonkosten eigen personeel

  

Kosten extern personeel

  

Overige personeelskosten

  

Totaal personeelskosten

  
   

Afschrijvingskosten

  

Huisvestingskosten

  

Automatiseringskosten

  

Kantoorkosten

  

Vervoerskosten

  

Overige beheerskosten

  

Totaal overig beheer

  
   

Beleidsbudgetten

  

Totaal overige kosten

  
   

Totaal lasten

  
   

Saldo van baten en lasten

  

11.3 Toelichting balans IB

– Verloopstaat immateriële vaste activa

– Verloopstaat materiële vaste activa

– Verloopstaat financiële vaste activa

– Verloopstaat eigen vermogen

– Verloopstaat voorzieningen

11.4 Toelichting op de resultatenrekening IB

11.4.1. Saldo van baten en lasten regulier

Baten

jaar t

Regulier

jaar t

Projecten

jaar t

Totaal

jaar t-1

Regulier

jaar t-1

Projecten

jaar t-1

Totaal

Rijksbijdrage

      

Incidenteel budget

      

Overig baten

      

Totaal baten

      
       

Lasten

      

Loonkosten eigen personeel

      

Kosten extern personeel

      

Overige personeelskosten

      

Totaal personeelskosten

      
       

Afschrijvingskosten

      

Huisvestingskosten

      

Automatiseringskosten

      

Kantoorkosten

      

Vervoerskosten

      

Overige beheerskosten

      

Totaal overig beheer

      
       

Beleidsbudgetten

      

Totaal overige kosten

      
       

Totaal lasten

      
       

Saldo van baten en lasten

      

11.4.2. Saldo van baten en lasten regulier en projecten

 

Regulier

Projecten

Jaarbudget t

Totaal

Baten

   

Lasten

   

Saldo

   

11.4.3 Meerjarenoverzicht baten projecten

 

Projecten

jaarbudget t-1

Projecten

Jaarbudget t

Totaal

Jaarbudget

   

Afrekening boekjaar

   

Saldo

   

11.5 Kasstroomoverzicht

Gehanteerd wordt het kasstroomoverzicht met onderscheid naar operationele, investerings- en financieringskasstromen. De kasbeweging dient aan te sluiten op de rekeningencourant.

12. Accountantsverklaring en verslag van bevindingen

De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van het IB op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXI van de Regeling SUWI.

13. Kwantitatieve informatie

Naast het jaarverslag en de tussentijdse verslagen dient IB periodiek kwantitatieve informatie te verstrekken ten behoeve van verschillende functies binnen SZW, te weten aansturing, beleid, toezicht en financiering. Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks aparte bilaterale afspraken gemaakt.

14. Toezichtbevindingen

IB gaat in het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb

Toelichting

Algemeen

1. Inleiding

Bij de inwerkingtreding – met ingang van 1 januari 2008 – van de wet van 12 december 2007 (Stb. 555) houdende wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de Wet werk en bijstand, de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met eenmalige gegevensuitvraag aan burgers (Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen) (de wet) en van het Besluit van 31 maart 2008 tot wijziging van het Besluit SUWI in verband met eenmalige gegevensuitvraag aan burgers en intrekking Besluit Inlichtingenbureau gemeenten (het besluit), is het noodzakelijk ook de Regeling SUWI (de regeling) aan te passen.

2. Opbouw van de regeling

De wijziging van de regeling betreft een aantal technische aanpassingen onder andere in verband met het feit dat op grond van de wet en het besluit enige deregulering heeft plaatsgevonden bijvoorbeeld met betrekking tot gegevensuitvraag door de Centrale Organisatie werk en inkomen (CWI) en de voorwaarden die gesteld worden aan het onderhoud van de ICT-voorzieningen binnen het SUWI-domein. Daarnaast wordt de regeling inhoudelijk op de volgende onderdelen aangepast:

– de verantwoording over de gegevensverwerking wordt gewijzigd (de artikelen 5.22 en 6.4);

– een bijlage wordt toegevoegd met daarin opgesomd de gegevens die voor eenmalige gegevensuitvraag in aanmerking komen;

– de bijlage met daarin opgenomen het gegevensregister SUWI wordt opnieuw vastgesteld;

– een bijlage wordt toegevoegd met daarin het Stelselontwerp en Beveiliging Gezamenlijke elektronische Voorzieningen SUWI (GeVS);

– een bijlage wordt toegevoegd met aansluitvoorwaarden niet SUWI-partijen op de GeVS;

– de bijlagen inzake de planning en control producten van het IB en het BKWI worden vervangen door geactualiseerde bijlagen.

– de Stichting Inlichtingenbureau wordt aangewezen als de instelling bedoeld in artikel 1, onderdeel p, van de Wet SUWI.

3. Verantwoording

De huidige verantwoording over de (interne) gegevensverwerking vindt plaats door middel van een rapportage door CWI, UWV, SVB en IB. De rapportage wordt vergezeld van een oordeel en een rapport van bevindingen van een EDP-auditor.

Het wordt gewenst geacht dat het naast de huidige wijze van verantwoording, waarbij de verantwoording van de organisatie voor een groot gedeelte wordt vormgegeven door de auditor, mogelijk wordt dat de verantwoording plaats vindt door de betrokken organisatie in het kader van de mededeling bedrijfsvoering als onderdeel van het jaarverslag. De verantwoording wordt voorzien van een verklaring van getrouwheid door een EDP-auditor.

Dit is analoog aan de wijze waarop ook over de rechtmatigheid wordt gerapporteerd.

4. De bijlagen: eenmalige uitvraag van gegevens, elektronische voorzieningen en aansluitvoorwaarden

De wet en het besluit hebben tot doel de dienstverlening aan de burger te verbeteren door te bepalen dat de gegevens die de ketenpartners werk en inkomen nodig hebben voor hun werk slechts eenmaal mogen worden uitgevraagd bij de burger. In bijlage II bij het besluit is vastgelegd voor welke soort gegevens – middels een groeipad – het beginsel van eenmalige gegevensuitvraag geldt. In bijlage II bij deze regeling wordt nader uitgewerkt welke gegevens het specifiek betreft. Het gaat daarbij om een nadere beschrijving van de gegevens, niet om het toevoegen van gegevens uit nieuwe administraties, die nog niet in bijlage II van het besluit zijn opgenomen. Gegevens waarvoor de Belastingdienst (mede) verantwoordelijk is zullen in overeenstemming met de Minister van Financiën in bijlage II van deze regeling worden opgenomen. De gegevens in bijlage II zullen onderdeel uit gaan maken van het digitaal klantdossier en zijn – of zullen zijn – van een zodanig kwaliteitsniveau dat verplicht hergebruik binnen de keten verantwoord wordt geacht. In bijlage II wordt middels een jaartal aangegeven op welk tijdstip hiervan sprake is of zal zijn. Wanneer geen jaartal in de bijlage wordt genoemd is het exacte jaar van invoering van het principe van eenmalige uitvraag nog niet bekend.

De verplichting tot eenmalige gegevensuitvraag brengt de noodzaak met zich mee dat de aard en de betekenis van de gegevens die tussen de SUWI-partijen worden uitgewisseld en de wijze waarop de gegevens worden gecodeerd bij de uitwisseling eenduidig en ondubbelzinnig zijn. Bijlage XII met daarin het Gegevensregister SUWI is een berichtenindex die hierin voorziet. Het Gegevensregister SUWI maakt inzichtelijk welke gegevens de ketenpartners verwerken en bij welke organisatie de verantwoordelijkheid van de gegevens berust teneinde de transparantie naar de burger te optimaliseren. Per bericht wordt aangegeven wie de verantwoordelijke is in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Tot slot wordt in het Gegevensregister vastgelegd welke gegevens aan de klant worden getoond (het klantbeeld).

In het besluit worden regels gesteld met betrekking tot de (gezamenlijke) inrichting en het gebruik van elektronische voorzieningen. Krachtens het besluit wordt voorzien in een Stelselontwerp Gezamenlijke elektronische voorziening SUWI (GeVS) op Ministerieel niveau. Bijlage I bij de regeling beschrijft op hoofdlijnen wat minimaal op ketenniveau ingeregeld moet zijn om het samenstel van e-voorzieningen, relevant voor de uitoefening van de wettelijke taken binnen het SUWI-domein, als één samenhangend en betrouwbaar geheel te laten werken. Kern is dat partijen een kader aangereikt krijgen waarbinnen zij gezamenlijk tot nadere afspraken moeten komen. In die bijlage worden tevens de regels op hoofdlijnen neergelegd met betrekking tot de beveiliging van de GeVS. De bijlage vormt een uitwerking van het bepaalde in artikel 6.4 van de regeling.

Artikel 62 van de wet biedt de mogelijkheid om de GeVS te gebruiken voor gegevensuitwisseling buiten het SUWI-domein. In het besluit wordt nader bepaald dat deze gegevensverwerking slechts plaats vindt indien met de SUWI-partijen overeenstemming bestaat over de te verstrekken gegevens, de omstandigheden waaronder en de wijze van verstrekking. De gegevensuitwisseling tussen SUWI-organisaties middels de GeVS is aan normen gebonden. Deze worden ook gesteld aan de derde organisaties waarmee wordt uitgewisseld. Op grond van het besluit SUWI is het mogelijk om hierover regels te stellen. Er is voor gekozen deze mogelijkheid in te vullen gelet op het feit dat er meerdere gegevensleveranciers en -afnemers op de GeVS zijn of zullen worden aangesloten. Door in bijlage III bij de Regeling de voorwaarden te protocoleren wordt eenduidig en centraal de aansluiting op de GeVS geregeld. Daarnaast komen in het protocol ook de technische en functionele aspecten van de elektronische uitwisseling aan bod. Mocht te zijner tijd uit de evaluatie van de regelgeving blijken dat partijen zelf komen tot gezamenlijk afspraken over aansluitvoorwaarden, is voorstelbaar dat het huidige protocol kan komen te vervallen.

5. Het Inlichtingenbureau

Met de wet en het besluit wordt ook met betrekking tot het Inlichtingenbureau (IB) deregulering voorgestaan. In artikel 1, onderdeel p, van de wet wordt het IB beschreven als de instelling die belast is met de coördinatie en dienstverlening ten behoeve van de gemeenten bij de verwerking van gegevens, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van taken op het gebied van de sociale zekerheid. Uit de nota van toelichting bij het besluit volgt dat de Stichting Inlichtingenbureau bij afzonderlijk Ministerieel besluit op grond van artikel 1, onderdeel p, Wet SUWI wordt aangewezen als zijnde het Inlichtingenbureau, bedoeld in artikel 63. Dit is gebeurd in artikel 6.6 van deze regeling. De Stichting Inlichtingenbureau heeft door wijziging van de Wet SUWI en het Besluit SUWI de mogelijkheid gekregen andere taken uit te voeren. In deze regeling wordt bepaald dat de Stichting het Inlichtingenbureau de Minister telkens schriftelijk informeert over elke uitbreiding van andere taken dan de wettelijke taken en dat in het jaarplan deze andere taken worden beschreven. Zie de toelichting bij artikel 6.6.

Het IB treedt onder bepaalde voorwaarden op als bewerker voor gemeenten. Artikel 6.2 van de regeling geeft hieraan een nadere invulling door te bepalen dat in bijlage XVIII bij deze regeling de gegevens zijn opgenomen die door het IB worden verwerkt: het IB gegevensregister. Het IB-gegevensregister beschrijft de dienstverlening van het IB op het gebied van de sociale zekerheid aan gemeenten en derden. Het gegevensregister vormt daarmee een uitwerking van de bewerkersrol die het IB vervult voor gemeenten. Gemeenten zijn op grond van de wet verplicht gegevens te leveren ten behoeve van de andere ketenpartners. Uit het IB-gegevensregister wordt duidelijk welke gegevensverwerkingen dit betreft. Daarnaast blijkt uit het gegevensregister welke gegevens gemeenten moeten leveren ten behoeve van de samenloopapplicatie. De bewerkersrol van het IB wordt voorts nader uitgewerkt doordat in het gegevensregister bepalingen zijn opgenomen ten aanzien van de bewaartermijn van de gegevens en het beveiligingsbeleid.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Artikel 1, onderdeel k (betreffende het IB), behelst een technische aanpassing aan de Wet SUWI. Onderdeel p (Suwinet-partijen) van dat artikel kan vervallen omdat met de wet de definitiebepalingen in de Wet SUWI over Suwinet zijn vervallen.

Onderdeel C

Het laten vervallen van de artikelen 2.2, 2.3, 2.4, 2.5 en 2.6 vloeit voort uit de wet op grond waarvan een aantal procedureregels, met name met betrekking tot het verstrekken, controleren en overdragen van gegevens van de belanghebbende door het CWI, zijn vervallen ( artikel 28, tweede en vierde lid).

Onderdelen D tot en met M en O

Naast een aantal technische aanpassingen houdt de wijziging van de in deze onderdelen genoemde artikelen verband met een eerdere wijziging van de regeling, waarbij ten aanzien van de ZBO’s in het SUWI domein deregulering heeft plaatsgevonden van de informatievoorziening in het kader van de planning en de verslaglegging. In aansluiting daarop is ook ten aanzien van het Inlichtingenbureau deze deregulering doorgevoerd. Dit betekent dat een aantal van de desbetreffende bepalingen alleen nog betrekking heeft op de Raad voor Werk en Inkomen (RWI).

Onderdeel N

Artikel 5.22 gaat over de verantwoording over de gegevensverwerking.

Uitgangspunt bij beide rapportagevormen is dat wordt vastgehouden aan vastgestelde normenkaders en gemaakte afspraken met betrekking tot de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures, gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en dat dit tot uitdrukking komt in de rapportage. Voor wat betreft de gegevensverwerking binnen de eigen organisatie gelden daarbij in ieder geval vereisten en normen overeenkomstig het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst (VIR) en/of de Code voor Informatiebeveiliging, evenals de Wbp. Voor wat betreft de gegevensuitwisseling in het kader van de Gemeenschappelijke Elektronische Voorzieningen Suwi gelden de, door de Suwi-partijen gezamenlijk geformuleerde, normenkaders en afspraken welke op basis van bijlage I zijn verwoord in de Verantwoordingsrichtlijn Privacy & Beveiliging Gezamenlijke elektronische Voorzieningen Suwi.

Bij rapportage met verklaring van getrouwheid geeft het management in het jaarverslag haar oordeel over de mate waarin is voldaan aan de vastgestelde normenkaders en gemaakte afspraken. Het betreft een uitzonderingsrapportage waarbij de risicovolle aspecten worden benoemd die relevant zijn voor zowel de interne bedrijfsdoelstellingen als de ketendoelstellingen. Bij materiele afwijkingen van een norm of afspraak geeft het management, op basis van een risicoafweging, aan:

– welke risico’s de organisatie/keten ten gevolge van deze afwijking(en) lopen;

– welke (beheers)maatregelen het management treft om aan de norm of afspraak te voldoen c.q. het risico weg te nemen.

Het management baseert zich daarbij op interne controle- en beheermaatregelen en het onderzoeksrapport van de EDP-auditor. De EDP-auditor geeft een verklaring af over de getrouwheid van het oordeel van het management en stelt een rapport op waarin de verklaring van getrouwheid wordt onderbouwd (voor wat betreft het oordeel van het management aangaande de beveiliging van de Gemeenschappelijke Elektronische Voorzieningen Suwi, op grond van artikel 6.4 van deze regeling, wordt de getrouwheid getoetst aan de door de Suwi-partijen gezamenlijk geformuleerde, normenkaders en afspraken welke op basis van bijlage I zijn verwoord in de Verantwoordingsrichtlijn Privacy & Beveiliging Gezamenlijke elektronische Voorzieningen Suwi). Het management stuurt vervolgens de relevante informatie met betrekking tot de beveiliging van de Gemeenschappelijke Elektronische Voorzieningen Suwi aan het BKWI waarmee het BKWI een totaalrapportage kan samenstellen (het management van het BKWI verantwoordt zich in de mededeling bedrijfsvoering tevens over de beveiliging van de Gemeenschappelijke Elektronische Voorzieningen Suwi in zijn totaliteit). Ook de inspectie Werk en Inkomen (IWI) wordt evengenoemde informatie toegestuurd ten behoeve van hun toezichtsfunctie.

Onderdeel P

Het nieuwe hoofdstuk 6 voorziet in een nadere uitwerking van de eenmalige gegevensuitvraag, de elektronische voorzieningen en het IB.

Voor wat betreft de eenmalige gegevensuitvraag en de elektronische voorzieningen is daarin met name de basis gelegd voor een aantal bij deze regeling behorende bijlagen die op die onderwerpen betrekking hebben.

Het begrip elektronische voorzieningen is neergelegd in artikel 62, tweede lid, van de wet.

Om te benadrukken dat het daarbij met name gaat om het feit dat de CWI, het UWV, de SVB en burgemeester en wethouders van de gemeenten gezamenlijk zorg dragen voor de instandhouding van elektronische voorzieningen voor de verwerking van gegevens als omschreven in genoemd artikel, worden deze voorzieningen in artikel 6.4 aangeduid als:

Gezamenlijke elektronische Voorzieningen Suwi.

Artikel 6.1

De basis voor dit artikel is gelegen in artikel 5.2a van het besluit dat gaat over het bij de wet geïntroduceerde verbod op dubbele gegevensuitvraag van bepaalde gegevens. Het eerste lid bepaalt dat bijlage II bij het besluit een opsomming bevat van de soort gegevens die onder dat verbod vallen.

Op grond van het derde lid van artikel 5.2a kan bij Ministeriële regeling worden bepaald dat aan te wijzen bestuursorganen (vooralsnog) zijn uitgezonderd van het beginsel van eenmalige gegevensuitvraag met betrekking tot bepaalde gegevens voor bepaalde taken. Het vierde lid van dat artikel bepaalt dat bij regeling wordt bepaald voor welke gegevens specifiek de verplichting tot eenmalige gegevensuitvraag gaat gelden. Om voornoemde bepalingen te kunnen effectueren, voorziet het eerste lid van artikel 6.1 van deze regeling erin dat de inhoud van bijlage II bij het besluit nader wordt gespecificeerd in bijlage II bij deze regeling en dat hiermee feitelijk inhoud wordt gegeven aan het derde en vierde lid van artikel 5.2a van het besluit.

Artikel 6.2

Dit artikel is de basis voor bijlage XII waarin het Gegevensregister SUWI is opgenomen. Het tweede lid ziet op het Gegevensregister IB (bijlage XVIII).

Artikel 6.3

Op basis van dit artikel is in bijlage I bij deze regeling het Stelselontwerp gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI opgenomen, bedoeld in artikel 5.21, vierde lid van het Besluit SUWI.

Artikel 6.4

Dit artikel is aangepast aan de nieuwe wijze van elektronische gegevensuitwisseling binnen het Suwi-domein en de mogelijkheid van derden om daarop aan te sluiten. De focus is verbreed; naast dat er afspraken worden gemaakt over beveiliging van infrastructuur en koppelvlakken, geldt dit nu ook ten aanzien van de beschikbaarheid en integriteit van gegevensbronnen en presentatieschermen. Bijlage I, genoemd in het eerste lid, verplicht CWI en de beheerder van de Gezamenlijke elektronische Voorzieningen Suwi, UWV, SVB en de gemeenten, binnen de kaders van de bijlage, gezamenlijk nadere beveiligingsnormen en -afspraken te formuleren deze vast te leggen en vervolgens te onderhouden in de Verantwoordingsrichtlijn Privacy & Beveiliging Gezamenlijke elektronische Voorzieningen Suwi. Het beveiligingsplan zoals genoemd onder lid 2 dient tegemoet te komen aan de normen en afspraken welke door de Suwi-partijen gezamenlijk zijn verwoord in de Verantwoordingsrichtlijn Privacy & Beveiliging Gezamenlijke elektronische Voorzieningen op basis van bijlage I, genoemd in het eerste lid.

Artikel 6.5

In bijlage III bij deze regeling zijn regels opgenomen over de overeenkomst, bedoeld in artikel 5.23, eerste lid.

Artikel 6.6

In het kader van de wet is het IB gedefinieerd als de als zodanig door Onze Minister aangewezen instelling die is belast met de coördinatie en dienstverlening ten behoeve van de gemeenten bij de verwerking van gegevens, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van taken op het gebied van sociale zekerheid. Daarnaast bepaalt het tweede lid van artikel 6.6 dat de Stichting Inlichtingenbureau de Minister schriftelijk informeert over andere taken die het IB ten behoeve van de gemeenten verricht, dat wil zeggen taken gelegen buiten het gebied van de sociale zekerheid. Met de Stichting Inlichtingenbureau worden afspraken gemaakt over de informatie met betrekking tot het verrichten van andere taken die aan de Minister moet worden verstrekt.

Onderdeel Q

Dit onderdeel betreft de actualisering van bijlage XX (Planning & control producten van BKWI).

Onderdeel R

De bij de Regeling SUWI behorende bijlagen XIII (Stelselontwerp suwinet) en XIV (Beveiliging suwinet) kunnen vervallen, omdat daarvoor in de plaats is gekomen de bij deze regeling behorende bijlage I (Stelselontwerp & Beveiliging Gezamenlijke elektronische Voorzieningen Suwi).

Artikel II

Aangezien het wenselijk wordt geacht dat de wijze van verantwoording zoals neergelegd in het bij deze regeling gewijzigde artikel 5.22 reeds geldt voor de verantwoording over het kalenderjaar 2007, voorziet artikel II daarin.

Artikel III

De datum van inwerkingtreding is zo gekozen dat de SUWI-partijen een redelijke periode de tijd hebben om de benodigde implementatiemaatregelen te treffen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb

Naar boven