Aanwijzing werkingssfeer van de aanwijzingen vrije prijsvorming fysiotherapie en oefentherapie

Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 januari 2008, CZ/EKZ-2822885, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg houdende nadere bepaling van de werkingssfeer van de aanwijzingen vrije prijsvorming fysiotherapie en oefentherapie

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Brieven van 23 augustus 2007; Kamerstukken II, 2006/07, 30 800 XVI, nr. 178, respectievelijk brieven van 25 september 2007; Kamerstukken II, 2006/07, 29 689, nr. 156);

Besluit:

Artikel 1

Na de eerste volzin van artikel 1 van de aanwijzing van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 12 november 2007, kenmerk MC-U 2805004, Staatscourant nr. 228, inzake invoering van vrije prijsvorming fysiotherapie wordt een volzin ingevoegd, luidend als volgt:

Deze aanwijzing is niet van toepassing op zorg geleverd door instellingen als bedoeld in artikel 1.2, aanhef en onder de nummers 1 tot en met 3, 10 en 12 tot en met 24 van het Uitvoeringsbesluit WTZi.

Artikel 2

Na de eerste volzin van artikel 1 van de aanwijzing van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 12 november 2007, kenmerk MC-U 2807537, Staatscourant nr. 228, inzake vrije prijsvorming oefentherapie wordt een volzin ingevoegd, luidend als volgt:

Deze aanwijzing is niet van toepassing op zorg geleverd door instellingen als bedoeld in artikel 1.2, aanhef en onder de nummers 1 tot en met 3, 10 en 12 tot en met 24 van het Uitvoeringsbesluit WTZi.

Artikel 3

Deze aanwijzing treedt terstond in werking, werkt terug tot en met 12 november 2007, en wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Toelichting

Op 12 november 2007 heb ik aanwijzingen aan de Nederlandse Zorgautoriteit, verder te noemen de zorgautoriteit, vastgesteld strekkende tot vrije prijsvorming per 1 januari 2008 voor fysiotherapie en oefentherapie (aanwijzingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kenmerk MC-U 2805004 en kenmerk MC-U 2807537, Staatscourant nr. 228).

In de beide aanwijzingen staat aangegeven dat het om paramedische zorg gaat zoals fysiotherapeuten onderscheidenlijk oefentherapeuten bieden. Met deze formuleringen is aansluiting gezocht bij het beginsel van ‘functionele omschrijving van zorg’, overeenkomstig de gehanteerde systematiek van Zorgverzekeringswet en Wet marktordening gezondheidszorg. Omdat het principe van ‘functionele zorg’ inhoudt dat geen verband wordt gelegd met omschreven zorgaanbieders, zijn deze in de aanwijzing ook niet genoemd. Zonder nadere aanwijzing zou de oorspronkelijke aanwijzing ook van toepassing zijn op instellingen die deze zorg kunnen leveren. Daarom worden instellingen voor medisch-specialistische zorg, audiologische centra, trombosediensten, instellingen voor het verstrekken van hulpmiddelen en AWBZ-instellingen van de werkingssfeer van deze aanwijzing uitgesloten.

Hoewel de gelijkschakeling van prijsvorming voor dezelfde zorg in de toekomst wordt overwogen zijn er thans praktische bezwaren die verhinderen om vrije prijsvorming voor fysiotherapie en oefentherapie verleend door voornoemde instellingen reeds in 2008 in te voeren. De betrokken instellingen kennen thans nog een dermate specifieke opbouw van prestatiebeschrijvingen, budget en tarieven dat vrije prijsvorming voor deze sector grote inspanningen zou vergen. Mede gelet op de beoogde overgang tot een maatstafsysteem in 2009, ligt het derhalve niet in de rede om vrije prijsvorming in het tussenjaar 2008 voor de voornoemde instellingen in te voeren.

Gelet op het voorgaande is duidelijk dat de ruime werkingssfeer van de eerder gegeven aanwijzingen niet in stand kan blijven. Met de voorliggende aanwijzing wordt de werkingssfeer beperkt. De vrije prijsvorming voor bedoelde paramedische zorg is niet van toepassing voor instellingen als bedoeld in artikel 1.2, aanhef en onder de nummers 1 tot en met 3, 10 en 12 tot en met 24 van het Uitvoeringsbesluit WTZi. Deze wijziging werkt terug tot en met de datum van vaststelling van de te wijzigen aanwijzingen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven