Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 november 2008, nr. TRCJZ/2008/2528, houdende wijziging van de Regeling verhandeling teeltmateriaal en de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 6, tweede, derde en vierde lid, artikel 40, eerste lid en tweede lid, onderdelen a en b en artikel 72 van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005, de artikelen 3 en 5 van het Besluit verhandeling teeltmateriaal;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling verhandeling teeltmateriaal1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 20 wordt in paragraaf 1 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 20a

Indien op grond van de door een leverancier van teeltmateriaal gevolgde werkwijze en de resultaten daarvan gebleken is, dat de voortbrenging, bewaring of bewerking van teeltmateriaal niet op voldoende vakkundige wijze geschiedt, kan NAK bij de leverancier de keuring van teeltmateriaal telkens voor ten hoogste drie jaren opschorten.

B

Na artikel 25 wordt in paragraaf 2 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 25a

Artikel 20a is van toepassing, met dien verstande dat NAK wordt gelezen als Naktuinbouw.

C

Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘vanaf de oogst tot 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar’.

2. Het tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervallen.

D

Artikel 45 komt te luiden:

Artikel 45

  • 1. Het maximumvochtgehalte van teeltmateriaal van wintergranen is 17,5 procent.

  • 2. Het maximumvochtgehalte van teeltmateriaal van zomergranen is 16,5 procent.

  • 3. Het maximumvochtgehalte van teeltmateriaal van maïs is 15 procent.

E

Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘vanaf de oogst tot 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar’.

2. Het tweede lid vervalt.

3. Het derde tot en met vijfde lid worden vernummerd tot tweede tot en met vierde lid.

F

Artikel 67, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het samenvoegen van de stammen, genoemd in artikel 59, uitgezonderd uitgangsstammen, is toegestaan onder de voorwaarde dat de bij elkaar gevoegde stammen van hetzelfde uitgangsjaar zijn. Bij éénjarige stammen bedraagt het aantal samen te voegen stammen niet meer dan 20.

ARTIKEL II

De Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

Voor de volgende rassen bedraagt de duur van het kwekersrecht 30 jaar:

  • a. De rassen van het gewas aardappel, aardbei, acacia, anthurium, appel, es, esdoorn, iep, kers, kornoelje, krent, lijsterbes, linde, magnolia, peer, populier, pruim en wilg.

  • b. De rassen van bolgewassen als bedoeld in bijlage II van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007, alsmede freesia en nerine.

B

In de artikelen 26, eerste lid, 27 en 28 wordt ‘€ 65’ telkens vervangen door: € 68.

C

In artikel 29 wordt ‘€ 20’ vervangen door: € 21.

D

In artikel 30, onder e, wordt ‘€ 20’ vervangen door: € 21.

E

In artikel 31 wordt ‘€ 7’ vervangen door: € 7,50

F

Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 2’ vervangen door: € 2,10.

2. In het vierde lid wordt ‘€ 42’ vervangen door: € 44.

G

Bijlage 1 behorende bij artikel 21, eerste lid, van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen, wordt vervangen door de bijlage behorende bij deze regeling.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL II, ONDER G

Bijlage 1 behorende bij artikel 21, eerste lid, van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen

Nr. Gewasgroep

Bedrag

Landbouwgewassen

 

1. Zaadgewassen

€  1.360,00

2. Vegetatief vermeerderende gewassen

€ 1.600,00

3. Oliehoudende gewassen

€ 1.735,00

4A Grassen (Engelse raaigras, veldbeemgras)

€ 1.600,00

4B Grasgewassen (overige)

€ 1.600,00

5 Bieten

€ 1.500,00

6. Vezelgewassen

€ 2.000,00

7. Gewassen met bijzonder onderzoeksprogramma

€ 1.580,00

8. Andere landbouwgewassen

€ 1.735,00

Siergewassen

 

9. Gewassen met levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange teelt

€ 2.100,00

9A. Gewassen met levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange teelt, bijzondere fytosanitaire maatregelen

€ 2.670,00

10. Gewassen met levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, korte teelt

€ 1.970,00

11. Gewassen met levende referentiecollectie, veldonderzoek, lange teelt

€ 1.740,00

12. Gewassen met levende referentiecollectie, veldonderzoek, korte teelt

€ 1.270,00

13. Gewassen zonder levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange teelt

€ 1.630,00

13A. Gewassen zonder levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, lange teelt met verder vermeerdering

€ 2.670,00

14. Gewassen zonder levende referentiecollectie, onderzoek onder glas, korte teelt

€ 1.400,00

15. Gewassen zonder levende referentiecollectie, veldonderzoek, lange teelt

€ 1.370,00

16. Gewassen zonder levende referentiecollectie, veldonderzoek, korte teelt

€ 1.370,00

17. Nieuwe gewassen, onderzoek onder glas

17A. Zaadgewassen, veldonderzoek

€ 1.700,00

18 Nieuwe gewassen, veldonderzoek

-

18A Zaadgewassen, onderzoek onder glas

€ 2.350,00

19 Zaadgewassen, anders dan bedoeld onder 9 t/m 18A

Groentegewassen

 

20 Zaadgewassen, veldonderzoek

€ 1.650,00

20A Zaadgewassen, tweede en volgende teeltperiode

€ 1.240,00

21 Zaadgewassen, onderzoek onder glas

€ 2.100,00

21A Zaadgewassen, onderzoek onder glas, tweede en volgende teeltperiode

€ 1.580,00

22 Vegetatieve gewassen, veldonderzoek

€ 2.100,00

22A Vegetatieve gewassen, veldonderzoek, tweede en volgende teeltperiode

€ 1.580,00

23 Vegetatieve gewassen, onderzoek onder glas

€ 1.890,00

23A Vegetatieve gewassen, onderzoek onder glas, tweede en volgende teeltperiode

€ 1.420,00

Fruitgewassen

 

24 Fruitgewassen

€ 2.310,00

24A Fruitgewassen met grote permanente referentiecollectie

€ 3.235,00

25 Struiken

€ 2.310,00

TOELICHTING

Deze regeling wijzigt de Regeling verhandeling teeltmateriaal en de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen. Deze regeling treedt op 1 januari 2009 in werking. Daarmee wordt afgeweken van de LNV-uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving die inhouden dat nieuwe regels slechts op 1 januari of 1 juli ingaan en dat minimaal drie maanden daaraan voorafgaand publicatie van de nieuwe regels plaatsvindt. Reden voor deze afwijking is dat de regeling voorziet in een aantal tariefswijzigingen in de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen. Deze tariefswijzigingen hangen samen met de begroting van de Raad voor plantenrassen. Derhalve is het niet mogelijk de wijziging voor 1 oktober te publiceren, terwijl inwerkingtreding per 1 juli niet zou stroken met het begrotingsjaar.

Het is opportuun de overige wijzigingen gelijktijdig door te voeren.

De eerste twee wijzigingen in de Regeling verhandeling teeltmateriaal (Artikel I, onderdelen A en B) strekken tot het bieden van meer adequate mogelijkheden voor handhaving. De bestaande instrumenten boden onvoldoende mogelijkheden om in voorkomende gevallen adequaat op te treden. De wijziging voorziet in een mogelijkheid tot opschorting van de keuring van teeltmateriaal in die gevallen waarin de teelt, bewaring of bewerking op onvoldoende professionele wijze wordt verricht en de keuringsinstellingen onvoldoende in de gelegenheid worden gesteld hun werkzaamheden effectief uit te oefenen. Ervaringen met een soortgelijke mogelijkheid tot opschorting onder de oude Zaaizaad- en Plantgoedwet hebben laten zien dat dit een adequate maatregel is.

De wijzigingen in artikel I, onderdelen C, D en E, strekken tot vereenvoudiging van de regelgeving. De Regeling verhandeling teeltmateriaal stelt vochtnormen ter implementatie van artikel 3, tweede lid, van richtlijn 66/402/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaigranen. De regeling maakte daarbij een onderscheid naar datum. De wijziging voorziet erin dit onderscheid te schrappen, omdat de richtlijn het niet vereist. In de artikelen 37, 45 en 56 zijn derhalve de data geschrapt en is een aantal leden vervallen.

Daarnaast voorziet de wijziging in een toevoeging aan artikel 67, tweede lid (Artikel I, onderdeel F). Uitgangsstammen worden uitgezonderd van de stammen waarvan samenvoeging, onder voorwaarden, is toegestaan. Hiermee wordt een eerdere onvolkomenheid gerepareerd.

Met betrekking tot de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen is gebleken dat voor bloembollen en voor het gewas anthurium een kwekersrecht van 30 jaar gewenst is.

De duur van het kwekersrecht hangt samen met de termijn waarbinnen gewassen tot volle wasdom komen en met de exploitatie van het kwekersrecht de investeringskostenkunnen worden terugverdiend. Omdat het veel tijd kost om enkele generaties te maken en te beoordelen, hetzij omdat het relatief lang duurt voordat een ras van een gewas is opgebouwd door de lage vermeerderingssnelheid, hetzij doordat het vanwege de teeltwijze van een gewas lang duurt voordat vaststaat of een ras commerciële waarde heeft in de verschillende teelten, is voor bepaalde gewassen met hoge ontwikkelingskosten een langere kwekersrechtduur nodig. In dit verband wordt artikel 14 van de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen gewijzigd (Artikel II, onderdeel A). Het kwekersrecht is voor anthurium en voor bolgewassen verlengd tot 30 jaar. De verlenging van het kwekersrecht voor bolgewassen geldt voor alle bolgewassen zoals genoemd in bijlage II van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007, alsmede voor freesia en nerine.

De wijziging voorziet tevens in de aanpassing van een aantal tarieven in de Regeling werkzaamheden Raad voor plantenrassen. Voor de onderzoekstarieven in bijlage 1 (Artikel II, onderdeel G) is in de meeste gevallen aangesloten bij de vergoeding die het CPVO, het Communautair Bureau voor plantenrassen, voor deze onderzoeken biedt. In een aantal gevallen liggen de tarieven lager.

De overige tariefswijzigingen (Artikel II, onderdeel B tot en met F) zijn het gevolg van een verhoging overeenkomstig de inflatiecorrectie. Deze tarieven waren niet eerder verhoogd en zijn derhalve gecorrigeerd voor de inflatie over de afgelopen drie jaren.

De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de administratieve lasten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.


XNoot
1

Stcrt. 2006, 15; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 13 juni 2007 (Stcrt. 116).

XNoot
2

Stcrt. 2006, 15; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 11 december 2007 (Stcrt. 246).

Naar boven