Tussentijds Bericht Nationaliteiten TBN 2008/7, TBN-A 2008/4, TBN-NA 2008/3

Aan:

– de Burgemeesters (t.a.v. hoofd Burgerzaken)

– de Minister van Volksgezondheid, Milieu, Administratieve- en Vreemdelingenzaken van Aruba; en

– de Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen

i.a.a:

– de Minister van Buitenlandse Zaken

– de Gevolmachtigde Minister van Aruba

– de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen

– de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

– de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken

– de Gouverneur van de Nederlandse Antillen

– de Gouverneur van Aruba

– de Gezaghebbers van Bonaire, Curacao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten de directeur DIMAS

Onderdeel: Stafdirectie Uitvoeringsbeleid

Datum: 12 november 2008

Ons kenmerk: IND UIT 08 – 4067 (AUB)

Juridische achtergrond: Art. 13, eerste lid Rijkswet op het Nederlanderschap;

Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002

Onderwerp: Indexeringsverhoging optiegelden en naturalisatiegelden

Geldig vanaf: 1 januari 2009

Inleiding

Ingevolge artikel 9, eerste lid Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 (Stb. 2002, 325) worden de leges jaarlijks met ingang van 1 januari met een bepaald percentage gewijzigd. Dit betekent dat met ingang van 1 januari 2009 de optieleges en de naturalisatieleges worden verhoogd. De hoogte van het indexeringspercentage waarmee de nu geldende leges worden verhoogd, is bij ministeriële beschikking van 2 november 2008 vastgesteld op 3,9%.

De verschuldigde leges zijn de bedragen die gelden op de datum van in ontvangstneming van de optieverklaring of het naturalisatieverzoek. In ontvangstneming van de optieverklaring of het naturalisatieverzoek vindt plaats op het tijdstip dat de optant of verzoeker in persoon bij de in ontvangstnemende instantie verschijnt en zijn verklaring of verzoek aflegt dan wel indient. De verklaring of het verzoek worden bij ontvangst door de instantie voorzien van een datum en dienststempel, waarna een kopie van de verklaring of het verzoek aan de optant of verzoeker wordt verstrekt. De datum waarop de verklaring wordt afgelegd dan wel het verzoek in ontvangst wordt genomen, kan derhalve worden afgeleid uit de aantekening op de verklaring of het verzoek. (Zie onder andere art. 7 en 33 Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap (BVVN)).

Tariefcodes

De hieronder genoemde tariefcodes A tot en met F hebben betrekking op de codes die zijn vermeld in de toelichting op artikel 13, eerste lid RWN in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003.

Optiegelden

Met ingang van 1 januari 2009 moet voor het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap worden betaald:

 

Tariefcode A (enkelvoudige optie)

Tariefcode B (gemeenschappelijke optie)

Nederland en buiten het Koninkrijk:

€ 144 (was € 139)

€ 246 (was € 237)

Nederlandse Antillen:

242 (was 233) N-A gulden

416 (was 400) N-A gulden

Aruba:

242 (was 233) florin

416 (was 400) florin

Ontvangen optiegelden behoeven niet te worden afgedragen.

Naturalisatiegelden Nederland en verzoeken van buiten het Koninkrijk

Met ingang van 1 januari 2009 moet voor de behandeling van een naturalisatieverzoek worden betaald:

Hoge tariefgroep

Enkelvoudig verzoek (tariefcode E):

€ 380 (was € 366)

Gemeenschappelijk verzoek (tariefcode F):

€ 482 (was € 464)

Lage tariefgroep

Enkelvoudig verzoek (tariefcode C):

€ 252 (was € 243)

Gemeenschappelijk verzoek (tariefcode D):

€ 355 (was € 342).

Afdracht burgemeester

Van ieder enkelvoudig verzoek behoudt de gemeente € 144 (was € 139).

Van een gemeenschappelijk verzoek behoudt de gemeente € 246 (was € 237).

Derhalve draagt de gemeente af aan de IND:

€ 236 (bij toepassing van de hoge tariefgroep, zowel een enkelvoudig als een gemeenschappelijk verzoek; dit was € 227).

 

Voor de hoge tariefgroep gelden de volgende IND-afdrachtcodes:

 

Voor een enkelvoudig verzoek:

afdrachtcode 090

 

Voor een gemeenschappelijk verzoek:

afdrachtcode 093

   

€ 108 resp. € 109 (bij toepassing van de lage tariefgroep, zowel een enkelvoudig als een gemeenschappelijk verzoek; dit was respectievelijk € 104 en € 105).

 

Voor de lage tariefgroep gelden de volgende IND-afdrachtcodes:

 

Voor een enkelvoudig verzoek (€ 108)

afdrachtcode 091

 

Voor een gemeenschappelijk verzoek (€ 109):

afdrachtcode 094

Afdracht hoofd Diplomatieke/consulaire post

Voor de verzoeken ingediend buiten het Koninkrijk gelden dezelfde afdrachtbedragen als vermeld bij de afdracht door de gemeente aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Naturalisatiegelden Antillen/Aruba

Met ingang van 1 januari 2009 zijn de naturalisatiegelden als volgt vastgesteld (onderstaande bedragen zijn zowel in Nederlands-Antilliaanse gulden als in Arubaanse florin):

 

hoge tariefgroep

lage tariefgroep

– Enkelvoudig verzoek:

637 (was 613)

422 (was 406)

– Gemeenschappelijk verzoek:

811 (was 781)

595 (was 573)

Afdracht Antillen/Aruba

Van ieder enkelvoudig verzoek behoudt de regering van de Nederlandse Antillen 242 Nederlands-Antilliaanse gulden (voorheen: 233 N-A gulden).

Van ieder enkelvoudig verzoek behoudt de Gouverneur van Aruba 242 florin (voorheen: 233 florin).

Van ieder gemeenschappelijk verzoek behoudt de regering van de Nederlandse Antillen of de Gouverneur van Aruba het bedrag van 416 in eigen valuta (voorheen: 400 gulden of florin).

Artikel 13, eerste lid

De toelichtingen bij artikel 13, eerste lid in de Handleidingen voor de toepassing van de RWN toegespitst in respectievelijk Nederland, Aruba en de Nederlandse Antillen worden overeenkomstig bovenstaande wijzingen aangepast.

De Minister van Justitie van het Koninkrijk,

namens deze:

de plaatsvervangend directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

L. Mulder.

Naar boven