Wijziging Sanctieregeling Irak 2004 II

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 23 mei 2008, nr. DJZ/BR/0322-08, houdende wijziging van Sanctieregeling Irak 2004 II

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1210/2003 van de Raad van de Europese Unie van 7 juli 2003 betreffende bepaalde beperkende specifieke restricties op de economische en financiële betrekkingen met Irak en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2465/96 (Pb EG L 169)1 ;

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel I

Sanctieregeling Irak 2004 II wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een nieuw artikel 1a ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1210/2003 van de Raad van de Europese Unie van 7 juli 2003 betreffende bepaalde beperkende specifieke restricties op de economische en financiële betrekkingen met Irak en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2465/96 (Pb EG L 169), is de Minister van Economische Zaken voor zover het betreft het aanwenden van economische middelen als bedoeld in voornoemd artikel 6, eerste lid. De bevoegde autoriteit is de Minister van Financiën voor zover het betreft de aanwending van bevroren tegoeden als bedoeld in voornoemd artikel 6, eerste lid.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, M.J.M. Verhagen.

Toelichting

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Sanctieregeling Irak 2004 II1 .

De wijziging in artikel I bestaat uit het toevoegen van een nieuw artikel 1a.

Europese verordeningen die sancties opleggen bevatten tot en met 2006 veelal een overzicht van bevoegde autoriteiten in alle lidstaten. Vanaf 2007 verschijnen verordeningen die volstaan met een verwijzing naar nationale websites. Dergelijke verordeningen verplichten de lidstaten om via een nationale website bekend te maken welke instanties als bevoegde autoriteit zijn aangewezen.

In voornoemd artikel 1a worden de instanties vermeld die als bevoegde autoriteit zijn aangewezen in Verordening (EG) nr. 195/2008 van de Raad van de Europese Unie van 3 maart 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1210/2003 betreffende bepaalde specifieke restricties op de economische en financiële betrekkingen met Irak (Pb EG L 59). Voor nadere gegevens zij verwezen naar www.minbuza.nl/sancties.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M.J.M. Verhagen

  • 1

    Laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 195/2008 van de Raad van de Europese Unie van 3 maart 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1210/2003 betreffende bepaalde specifieke restricties op de economische en financiële betrekkingen met Irak (Pb EG L 59).

Naar boven