Wijziging Sanctieregeling Liberia 2004 II

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 23 mei 2008, nr. DJZ/BR/0330-08, houdende wijziging van Sanctieregeling Liberia 2004 II

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt nr. 2008/109/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 12 februari 2008 betreffende beperkende maatregelen tegen Liberia (Pb EG L 38);

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel I

Sanctieregeling Liberia 2004 II wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt als volgt te luiden:

Artikel 2

1. Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de bijlage bij het In- en uitvoerbesluit strategische goederen, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen of uit te voeren aan entiteiten of personen in Liberia, ongeacht of de goederen afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer, met vooraf verleende ontheffing van de Minister van Economische Zaken en voor de onderdelen b, c, e en f tevens vooraf verleende goedkeuring van het Sanctiecomité, ingesteld bij paragraaf 21 van Resolutie 1521 (2003), van:

a. wapens en aanverwant materieel uitsluitend bestemd ter ondersteuning van en voor gebruik door de missie van de Verenigde Naties en Liberia;

b. wapens en aanverwant materieel uitsluitend bestemd ter ondersteuning van en voor gebruik door een internationaal opleidings- en hervormingsprogramma voor de Liberiaanse strijdkrachten en politie;

c. niet-dodelijke militaire uitrusting uitsluitend bestemd voor humanitair gebruik of beschermingsdoeleinden;

d. tijdelijke uitvoer van beschermende kleding voor persoonlijk gebruik, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, door personeel van de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Gemeenschap en haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, of medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel;

e. wapens en munitie die voor opleidingsdoeleinden aan de leden van de Speciale Veiligheidsdienst (SSS) werden geleverd en onbeperkt ter beschikking blijven van de SSS;

f. wapens en munitie voor de politie en strijdkrachten van de regering van Liberia die sinds de missie van de Verenigde Naties in Liberia in oktober 2003 zijn doorgelicht en opgeleid, mits de goedkeuring van de levering door het Sanctiecomité volgt op een gezamenlijk verzoek van voornoemde regering en de uitvoerende staat;

g. niet-dodelijke militaire uitrusting uitsluitend bestemd voor de politie en veiligheidsdiensten van de regering van Liberia die sinds de missie van de Verenigde Naties in Liberia in oktober 2003 zijn doorgelicht en opgeleid nadat het Sanctiecomité, ingesteld bij paragraaf 21 van Resolutie 1521 (2003), in kennis is gesteld.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, M.J.M. Verhagen.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling wijzigt het wapenembargo tegen Liberia zoals vastgesteld in Gemeenschappelijk Standpunt nr. 2004/137/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 10 februari 2004 betreffende beperkende maatregelen tegen Liberia en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/357/GBVB (Pb EG L 40). De wijziging bestaat naast een aanvulling van de uitzonderingsgronden uit de verplichting de toegestane leveringen van wapens en aanverwant materieel te melden aan het Sanctiecomité dat is ingesteld bij paragraaf 21 van Resolutie 1521 (2003) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 22 december 2003.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M.J.M. Verhagen

Naar boven