Sanctieregeling Birma 2008

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 23 mei 2008, nr. DJZ/BR/0304-08, houdende beperkende maatregelen ten aanzien van Birma/Myanmar (Sanctieregeling Birma 2008)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op Verordening (EG) nr. 194/2008 van de Raad van de Europese Unie van 25 februari 2008 tot verlenging en verscherping van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 817/2006 (Pb EG L 66);

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2006/318/GBVB1 van de Raad van de Europese Unie van 27 april 2006 tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar (Pb EG L 116);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, tweede lid, 4, eerste lid, 5, 7, 8, 11, 15, tweede en derde lid, en 16, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 194/2008 van de Raad van de Europese Unie van 25 februari 2008 tot verlenging en verscherping van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 817/2006 (Pb EG L 66).

2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet in gevallen waarin de artikelen 2, vierde lid, 3, eerste lid, 4, tweede lid, 6, 9, 12, 13 of 15, zesde lid, van Verordening (EG) nr. 194/2008 van toepassing zijn.

Artikel 2

1. Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de bijlage bij het In- en uitvoerbesluit strategische goederen, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen of uit te voeren aan natuurlijke personen of rechtspersonen in Birma/Myanmar, ongeacht of de goederen afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op de verkoop, de levering, overdracht of uitvoer, met vooraf verleende ontheffing van de Minister van Economische Zaken, van:

a. niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik of voor programma’s voor institutionele opbouw van de Verenigde Naties, de Europese Unie en de Gemeenschap, of voor materieel dat bedoeld is voor crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie en de Verenigde Naties;

b. mijnopruimingsuitrusting en materieel voor gebruik van mijnopruimingsoperaties.

3. Het eerste lid is niet van toepassing op de tijdelijke uitvoer van beschermende kleding voor persoonlijk gebruik, met inbegrip van kogelvrije vesten en militaire helmen, door personeel van de Verenigde Naties, personeel van de Europese Unie, de Gemeenschap of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en daarmee geassocieerd personeel.

Artikel 3

1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 5 en 8 van Verordening (EG) nr. 194/2008, is de Minister van Economische Zaken.

2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 9 en 13 van Verordening (EG) nr. 194/2008, is de Minister van Economische Zaken tenzij het betreft het verstrekken van financiering of financiële bijstand als bedoeld in artikel 9, dan wel het ter beschikking stellen van tegoeden als bedoeld in artikel 13, eerste lid. In laatstbedoelde transacties is de Minister van Financiën de bevoegde autoriteit.

Artikel 4

De Sanctieregeling Birma 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Birma 2008.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, M.J.M. Verhagen.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 194/2008 van de Raad van de Europese Unie van 25 februari 2008 tot verlenging en verscherping van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 817/2008 (Pb EG L 66) en van het wapenembargo, neergelegd in Gemeenschappelijk Standpunt 2006/318/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 27 april 2006 tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar (Pb EG L 116).

Deze regeling vervangt de Sanctieregeling Birma 2007. De noodzaak daartoe vloeit voort uit nieuwe beperkende maatregelen in voornoemde verordening. De nieuwe beperkende maatregelen zijn gericht op sectoren die een inkomstenbron zijn voor het militaire regime van Birma (houtindustrie en bepaalde winningsindustrieën).

Artikel 1

In dit artikel is overtreding van Verordening (EG) nr. 194/2008 strafbaar gesteld. De voor de toepassing van de onderhavige regeling relevante artikelen van de verordening betreffen achtereenvolgens:

Artikel 2. Dit artikel bevat een verbod op de uitvoer uit, uitvoer naar en investeringen in Birma, gericht op hout en houtproducten, en op bepaalde winningsindustrieën zoals die van steenkool, goud, zilver, bepaalde onedele metalen en edelstenen en halfedelstenen (bijlage I van de verordening). Het vervoer van de in bijlage I genoemde producten is eveneens verboden. De invoer, aankoop en vervoer van vorenbedoelde producten voor persoonlijk gebruik, valt buiten het verbod.

Artikel 3 regelt dat het verbod evenmin geldt in geval krachtens een overeenkomst de in bijlage I genoemde producten vóór 10 maart 2008 reeds onderweg waren naar een wederpartij in de Europese Gemeenschap.

Artikel 4. Deze bepaling verbiedt het direct of indirect verkopen, leveren, overdragen of exporteren aan personen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Birma van uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt (artikel 4, eerste lid). Het verbod is niet van toepassing op de tijdelijke uitvoer van beschermende kleding voor persoonlijk gebruik, met inbegrip van kogelvrije vesten en militaire helmen, door personeel van de Verenigde Naties, personeel van de Europese Unie, de Gemeenschap of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en daarmee geassocieerd personeel (artikel 4, tweede lid).

Artikel 5 verbiedt de in bijlage III van de verordening opgenomen goederen of technologie direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen of uit te voeren aan en naar ondernemingen in Birma die actief zijn in, samengevat, de houtindustrie, de winning en verwerking van bepaalde onedele metalen en (half) edelstenen.

Uitvoer naar Birma van goederen en technologie opgenomen in bijlage III is gebonden aan een vergunning die wordt afgegeven door de bevoegde autoriteit.

Artikel 6 regelt dat artikel 5 niet van toepassing is op goederen die vóór 10 maart 2008 de Europese Gemeenschap hebben verlaten.

Artikel 7 bevat een verbod op:

a. het verlenen van technische bijstand gerelateerd aan militaire activiteiten, wapens en aanverwant materieel, direct of indirect, aan personen, entiteiten of lichamen in Birma of voor gebruik in Birma;

b. het verstrekken van financieringsmiddelen of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop of levering van wapens en aanverwant materieel, direct of indirect, aan personen, entiteiten of lichamen in Birma of voor gebruik in Birma;

c. het direct of indirect verlenen van technische bijstand gerelateerd aan de uitrusting die voor militaire repressie zou kunnen worden gebruikt, aan personen, entiteiten of lichamen in Birma of voor gebruik in Birma;

d. het direct of indirect verlenen van financiële bijstand in verband met de uitrusting die voor militaire repressie zou kunnen worden gebruikt, aan personen, entiteiten of lichamen in Birma of voor gebruik in Birma;

e. het financieren of het verlenen aan financiële en technische bijstand aan de in bijlage V genoemde ondernemingen voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de in bijlage III bedoelde goederen of technologie. De bedoelde ondernemingen opgenomen in bijlage V zijn actief in de houtindustrie of de eerder genoemde winnigsindustrieën, dan wel rechtspersonen of entiteiten die eigendom zijn van of gecontroleerd worden door, ofwel namens voornoemde onderneming handelen.

Voorts is het verboden om bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat het onder a tot en met e bedoelde wordt omzeild.

Artikel 8 bevat een verbod op het direct of indirect verlenen van technische bijstand gerelateerd aan de in bijlage III bedoelde goederen of technologie aan ondernemingen die actief zijn in de houtindustrie of de eerder genoemde winningsindustrieën. Voorafgaand aan het verlenen van de technische bijstand is een vergunning vereist die geweigerd wordt indien redelijke gronden zijn om aan te nemen dat de ontvanger een onderneming is die actief is in de eerder genoemde industrieën.

Artikel 9. Deze bepaling geeft aan wanneer de artikelen 4 en 7 van de verordening niet van toepassing zijn, dan wel van die artikelen kan worden afgeweken. Daarbij wordt als voorwaarde gesteld dat vooraf ontheffing is verleend door de bevoegde autoriteit, i.c., afhankelijk van de transactie, de Minister van Economische Zaken of de Minister van Financiën.

Artikel 11. Deze bepaling:

1. geeft opdracht tot bevriezing van alle tegoeden en economische middelen die in het bezit zijn van de individuele leden van de regering van Birma en van de in bijlage VI bij de verordening vermelde, met deze regering geassocieerde personen, entiteiten of lichamen;

2. verbiedt de terbeschikkingstelling van tegoeden en economische middelen aan de in bijlage VI vermelde personen, entiteiten of lichamen; en

3. verbiedt het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel hebben of tot gevolg hebben direct of indirect de transacties, bedoeld onder 1 en 2, te bevorderen.

Artikel 12. In afwijking van artikel 11 kunnen rente en andere inkomsten op bevroren rekeningen worden overgemaakt, alsmede betalingen die reeds verschuldigd waren vóór de eerste datum waarop Verordening (EG) nr. 1081/2000, Verordening (EG) nr. 798/2004 of Verordening (EG) nr. 817/2006 op deze rekeningen van toepassing werden, mits deze rente, inkomsten en betalingen eveneens bevroren worden.

Artikel 13. In afwijking van artikel 11 kan de bevoegde autoriteit, i.c. de Minister van Financiën, ontheffing verlenen voor de vrijgave of beschikbaarstelling van bevroren tegoeden of economische middelen die noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven of betaling van buitengewone lasten, of bestemd zijn voor de betaling van juridische kosten of kosten betreffende het houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen.

Artikel 15 introduceert bijlage VII waarop de ondernemingen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen zijn vermeld die eigendom zijn van de Birmese staat, dan wel gecontroleerd worden door de Birmese regering of namens de Birmese staat handelen. Voorts verbiedt artikel 15:

a. het verstrekken van een lening of krediet aan de in de eerder genoemde bijlage V of VII genoemde ondernemingen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, of het verwerven van obligaties, depositocertificaten, warrants of schuldbewijzen van deze ondernemingen;

b. het verwerven of uitbreiden van een deelneming in de in bijlage VII vermelde ondernemingen die eigendom zijn van de Birmese staat, inclusief de volledige verwerving van dergelijke ondernemingen en de verwerving van aandelen en effecten die een deelnemingsrecht vertegenwoordigen;

c. het sluiten van een joint venture met de in bijlage V of VII genoemde ondernemingen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen met dochterondernemingen van deze ondernemingen of met gelieerde rechtspersonen, entiteiten of lichamen die door de Birmese staat gecontroleerd worden.

d. het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de verboden onder a, b en c worden omzeild.

Artikel 16. Regelt de informatieplicht teneinde het toezicht op de naleving van de verordening te vergemakkelijken.

Artikel 2

Deze bepaling strekt tot uitvoering van het wapenembargo dat bij Gemeenschappelijk Standpunt 2006/318/GBVB jegens Birma is ingesteld. Op dit wapenembargo zijn op grond van het gemeenschappelijk standpunt humanitaire uitzonderingen mogelijk. Deze uitzonderingen zijn neergelegd in het tweede en derde lid van de onderhavige bepaling.

Artikel 3

In dit artikel worden de instanties vermeld die als bevoegde autoriteit zijn aangewezen in Verordening (EG) nr. 194/2008. Voor nadere gegevens zij verwezen naar www.minbuza.nl/sancties.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M.J.M. Verhagen

  • 1

    Laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2007/750/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 19 november 2007 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2006/318/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar (Pb EG L 308).

Naar boven