Mandaatbesluit College Deskundigheid Financiële Dienstverlening

26 mei 2008

Nr. FM 2008-01145 M

Directie Financiële Markten

De Minister van Financiën,

Gelet op de artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht en de schriftelijke instemming van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening van 23 mei 2008;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

besluit: Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft;

College: College Deskundigheid Financiële Dienstverlening, zoals ingesteld bij besluit van 13 maart 2006, nr. 06.000845 (Stcrt. 2006, 63);

Minister: Minister van Financiën;

Exameninstituut: exameninstituut als bedoeld in artikel 4:9, derde lid, van de Wft;

PE-instituut: PE-instituut als bedoeld in de Erkenningsregeling permanente educatie Wft;

regeling: Erkenningsregeling permanente educatie Wft;

voorzitter: voorzitter van het College of diens plaatsvervanger.

Artikel 2

De voorzitter oefent in naam van de Minister de volgende bevoegdheden uit.

Het ingevolge:

a. artikel 9, eerste lid, van het besluit beslissen op een aanvraag om erkenning;

b. artikel 9, derde lid, van het besluit verbinden van voorschriften aan een erkenning als bedoeld in onderdeel a;

c. artikel 9, vierde lid, van het besluit intrekken van een erkenning als bedoeld in onderdeel a;

d. artikel 3, eerste lid, van de regeling beslissen op een aanvraag om erkenning;

e. artikel 3, tweede lid, van de regeling verbinden van voorschriften en voorwaarden aan een erkenning als bedoeld in onderdeel d;

f. artikel 3, derde lid, van de regeling intrekken van een erkenning als bedoeld in onderdeel d;

g. artikel 1, tweede lid, van het Vacatiegeldenbesluit 1988,

vaststellen van vacatiegeld voor de leden van het College en andere personen die op basis van werkzaamheden voor het College aanspraak hebben op vacatiegeld.

Artikel 3

De voorzitter is gemachtigd om ingevolge artikel 11, eerste lid, van het besluit en artikel 5, tweede lid, van de regeling om gegevens te verzoeken bij exameninstituten en PE-instituten.

Artikel 4

Indien uitvoering wordt gegeven aan artikel 2 luidt de ondertekening:

De Minister van Financiën,

namens deze:

gevolgd door de handtekening en de naam van de voorzitter.

Artikel 5

Het College verschaft de minister desgevraagd schriftelijk informatie over de wijze waarop de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2 en 3, worden uitgeoefend.

Artikel 6

Het Mandaatbesluit deskundigheid financiële dienstverlening van 7 maart 2006 (Stcrt. 2006, 229) wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 2008.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, W.J. Bos.

Toelichting

Dit mandaatbesluit vervangt het Mandaatbesluit deskundigheid financiële dienstverlening van 7 maart 2006 (Stcrt. 2006, 229). Belangrijkste wijziging is dat de voorzitter van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) of diens plaatsvervanger, naast de bevoegdheden uit het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, die namens de Minister van Financiën worden uitgeoefend, tevens gemandateerd wordt besluiten te nemen op basis van de Erkenningsregeling permanente educatie Wft.

De Minister van Financiën,

W.J. Bos

Naar boven