Verordening tot wijziging van de Financiële verordening Loodswezen

20 mei 2008

Bij de hieronder genoemde verordening, vastgesteld op 20 mei 2008 in de ledenvergadering van de Nederlandse Loodsencorporatie dient te worden opgemerkt dat aan deze wijzigingsverordening een bijlage is toegevoegd. Deze bijlage ligt vanaf 22 mei 2008 ter inzage ten kantore van de Nederlandse Loodsencorporatie , Seattleweg 7 gebouw 3, te Pernis-Rotterdam en kan worden ingezien op werkdagen tijdens kantooruren.

De ledenvergadering van de Nederlandse Loodsencorporatie;

Gelet op artikel 26 van de Loodsenwet;

Besluit:

Artikel I

De Financiële verordening Loodswezen wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. algemene raad: algemene raad van de Nederlandse Loodsencorporatie, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Loodsenwet;

b. adspirant-registerloods: adspirant-registerloods, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Loodsenwet;

c. afbestelling: situatie waarin het voor een aangevraagde registerloods door een aan het schip, gezagvoerder of agent toe te rekenen omstandigheid binnen de ETA/ETD termijn niet mogelijk is zijn diensten ten aanzien van het schip daadwerkelijk te verlenen;

d. loodsgebied: ieder in de tot deze verordening behorende bijlage I, onderdeel a, als zodanig omschreven gebied;

e. verrichting: beroepsuitoefening door iedere registerloods aan boord van een schip dan wel vanaf een ander schip in een loodsgebied;

f. loodsen vanaf de wal: het vanaf de wal adviseren door een registerloods als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Loodsenwet, juncto artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van het Voorschriftenbesluit registerloodsen;

g. direct productieve loodstaak: verrichting aan boord inclusief de daarop betrekking hebbende reistijd, wachttijd en beschikbaarheidsuren, loodsen vanaf de wal of afbestelling;

h. indirecte productieve loodstaak: iedere taak, niet zijnde een direct productieve loodstaak, ter uitvoering van een bij of krachtens de wet aan een registerloods opgedragen taak, alsmede het volgen van opleidingen;

i. loodscertificaat: certificaat, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Voorschriftenbesluit registerloodsen;

j. loodsgeld: de krachtens wettelijk voorschrift verschuldigde bedragen in verband met het gebruik maken van de diensten van een registerloods met uitzondering van de vergoedingen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Loodsgeldbesluit 1995;

k. organisatie: organisatie aangewezen krachtens artikel 15a, tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet;

l. personeel: werknemers in dienst van de organisatie;

m. samenwerkingsverband: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 2 van de Dienstverleningsverordening registerloodsen;

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

1. Voor de onderscheiden direct productieve en indirect productieve loodstaken gelden de vergoedingen zoals opgenomen in de tot deze verordening behorende bijlage II.

2. De vergoedingen bedoeld in het eerste lid zijn op basis van de administraties en jaarrekeningen van de samenwerkingsverbanden alsmede van de gemeenschappelijke exploitatie van de samenwerkingsverbanden over 2006 berekend volgens het model als opgenomen in de tot deze verordening behorende bijlage III.

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Een samenwerkingsverband is verplicht de krachtens artikel 3, zesde lid, van het Financieel besluit Loodswezen ontvangen bedragen als volgt te vergoeden:

a. aan een aangesloten registerloods volgens de regels van het samenwerkingsverband;

b. aan een niet aangesloten registerloods de vergoeding als bedoeld in de tot deze verordening behorende bijlage II voor de desbetreffende verrichte direct productieve loodstaak en indirect productieve loodstaak.

D

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

De vergoedingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden aangepast overeenkomstig de door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde indexcijfer CAO lonen per maand inclusief bijzondere beloningen over de periode van 12 maanden, eindigend op de laatste dag van de maand februari van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de vergoedingen gelden.

E

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

1. De vergoedingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden jaarlijks door de algemene raad nader vastgesteld aan de hand van de daarvoor relevante en door de door de ledenvergadering van de Nederlandse Loodsencorporatie aangewezen accountant gevalideerde gegevens in de administraties en jaarrekeningen van de samenwerkingsverbanden alsmede van de gemeenschappelijke exploitatie van de samenwerkingsverbanden. Deze jaarlijkse nadere vaststelling bestaat uit een voorlopige vaststelling en een definitieve vaststelling.

2. Iedere voorlopige vaststelling vindt plaats op basis van de vergoedingen van het jaar voorafgaande aan het jaar van deze vaststelling. Deze vergoedingen worden aangepast:

a. door de factor gemiddelde duur in uren van de betreffende verrichting, bedoeld in het model zoals vermeld als ‘Ugem_ver’ in de tot deze verordening behorende bijlage III, te herberekenen, door de begrote uren, zoals deze zijn vastgesteld door de algemene raad in het tariefvoorstel als bedoeld in artikel 27c van de Loodsenwet voor het desbetreffende jaar, in het voornoemde model te verwerken;

b. door de uitkomsten van de herberekening als bedoeld onder a te indexeren als bedoeld in artikel 4; en

c. de hieruit voortvloeiende hoogte van de vergoedingen te vermenigvuldigen met de factor bestaande uit de verwachte landelijke som van arbeidsvergoedingen voor het desbetreffende jaar zoals opgenomen in het tariefvoorstel als bedoeld in artikel 27c van de Loodsenwet te delen door de uit de onderdelen a en b berekende voortvloeiende landelijke som van de arbeidsvergoedingen.

3. De voorlopige vaststellingen vinden plaats in het boekjaar voorafgaande aan het boekjaar waarin deze vaststellingen gelden. De aldus voorlopig vastgestelde vergoedingen gelden met ingang van het boekjaar volgend op het jaar waarin deze voorlopige vaststelling heeft plaatsgevonden.

4. De definitieve vaststelling vindt plaats binnen vier maanden na afloop van het betreffende boekjaar. De definitieve vaststelling vindt plaats op basis van de werkelijke uren en de som van de arbeidsvergoedingen, als bedoeld in de door de algemene raad opgenomen financiële verantwoording als bedoeld in artikel 27j, eerste lid van de Loodsenwet over het betreffende jaar. De aldus definitief vastgestelde vergoedingen vervangen de voorlopige vastgestelde vergoedingen voor het betreffende jaar.

F

Het opschrift van paragraaf 2 komt te luiden:

Paragraaf 2. Direct productieve loodstaken

G

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

1. Het aantal te vergoeden verrichtingen wordt bepaald door het aantal registerloodsen waarvan op grond van een wettelijke verplichting of op verzoek van de kapitein dan wel van de verkeersdeelnemer gebruik is gemaakt.

2. Voor de vaststelling van een verrichting geldt het voor de loodsreis door de kapitein en de registerloods ingevulde en ondertekende loodscertificaat.

H

Na artikel 6 worden de artikelen 6a, 6b en 6c ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

1. Als vaststelling voor de tijdsduur van het loodsen vanaf de wal geldt het door de registerloods ingevulde en ondertekende loodsjournaal, zoals dit is vastgesteld krachtens artikel 12, eerste lid, van het Voorschriftenbesluit registerloodsen.

2. Voor het loodsen vanaf de wal geldt de uurvergoeding als bedoeld in de tot deze verordening behorende bijlage II maal de werkelijke tijdsduur van het loodsen vanaf de wal.

3. De krachtens het tweede lid verkregen vergoeding wordt vermeerderd met een forfaitair bedrag ter hoogte van driemaal het uurvergoeding.

Artikel 6b

1. Als vaststelling van een afbestelling geldt het door de registerloods ingevulde en ondertekende loodscertificaat.

2. Voor elk uur dat de registerloods aan boord is ten gevolge van een aanwijzing door de bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel b, van het Voorschriftenbesluit registerloodsen, waarbij de betreffende registerloods slechts voor dat doel zijn functie aan boord uitoefent, geldt een vergoeding ter hoogte van het in artikel 6a, eerste lid, bedoelde uurvergoeding. Indien de registerloods uitsluitend voor dat doel is besteld wordt het bedrag voor een dergelijke verrichting vermeerderd met een forfaitair bedrag ter hoogte van driemaal dat uurvergoeding.

Artikel 6c

De vergoeding voor een in artikel 4.13 van het Besluit Markttoezicht registerloodsen genoemde bijzondere loodsreis is gelijk aan het voor de betreffende bijzondere loodsreis vastgestelde tarief.

Na artikel 6c wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 2a

Indirect productieve loodstaken

Artikel 6d

1. De loodsdienstleider wordt overeenkomstig de regels van het samenwerkingsbestand aangewezen.

2. Indien de functie van loodsdienstleider wordt vervuld door een bestuurder van de regionale loodsencorporatie binnen de tijd dat hij als bestuurder is vrijgesteld, geldt geen vergoeding voor loodsdienstleider.

Artikel 6e

1. De vergoeding voor het verzorgen van de opleiding van adspirant-registerloodsen, alsmede de bijscholing en training aan registerloodsen door de daarvoor aangewezen registerloodsen wordt, bij minder dan acht effectieve lesuren per dag, naar evenredigheid verlaagd.

2. Het aantal te vergoeden opleidingsdagen voor het verzorgen van opleidingen wordt door de algemene raad bepaald op basis van het door haar of door haar aangewezen organisatie goedgekeurde opleidingsplan van het betreffende jaar of op basis van een door de algemene raad vast te stellen forfaitaire basis.

Artikel 6f

1. De vergoeding voor deelname aan de door de algemene raad vastgestelde taken wordt, bij minder dan acht effectieve uren per dag, naar evenredigheid verlaagd.

2. De deelname van registerloodsen aan bij of krachtens de wet ingestelde organen, indien deze deelname voortvloeit uit het zijn van registerloods, wordt vergoed op basis van werkelijke uren.

J

Na artikel 6f wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 2b

Aan de corporatie

Artikel 6g

1. De kosten met betrekking tot de adspirant-registerloodsen in een kalenderjaar worden door de algemene raad vastgesteld volgens de werkelijke kosten verbonden aan de uitvoering van de leerovereenkomsten.

2. De vergoedingen voor de kosten, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b, 2°, van het Financieel besluit Loodswezen, geschieden door tussenkomst van de organisatie op grond van een door de algemene raad vastgestelde begroting, met uitzondering van de kosten met betrekking tot de verzorgen taak, zoals bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel b, van de Loodsenwet.

K

In artikel 9 derde lid wordt ‘artikel 4 zesde lid’ vervangen door: artikel 4.

L

Als bijlagen worden toegevoegd de bij deze verordening behorende bijlagen.

Artikel II

De vergoedingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden voor de eerste maal geïndexeerd tot het jaar van inwerkingtreding van deze verordening overeenkomstig de index bedoeld in artikel 4.

Artikel III

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

Deze verordening zal in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen die ter inzage worden gelegd ten kantore van de Nederlandse Loodsencorporatie. Van deze terinzagelegging wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Aldus vastgesteld in de ledenvergadering van de Nederlandse Loodsencorporatie op 20 mei 2008 te Rotterdam.

Naar boven