Wijziging Regeling tarieven Spoorwegwet

20 december 2007

Nr. HDJZ/S&W/2007-1749

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 91 van de Spoorwegwet;

Besluit:

Artikel I

De Regeling tarieven Spoorwegwet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. voor de tekst van artikel 1, wordt een ‘1.’ Geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd luidende:

2. In deze regeling wordt verstaan onder Deel A: de constatering als bedoeld in artikel 16, vierde lid onder a van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest hoofdspoorwegen.

3. In deze regeling wordt verstaan onder Deel B: de constatering als bedoeld in artikel 16, vierde lid onder b van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest hoofdspoorwegen

B

In artikel 2 wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

Vergunning

 

Bedrijfsvergunning, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de wet

€ 7.047,–

Beperkte bedrijfsvergunning, bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de wet en artikel 8, eerste lid, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest

€ 1.006,–

Beperkte bedrijfsvergunning, bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de wet en artikel 8, tweede lid, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest

€ 503,–

C

In artikel 3 wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

Veiligheidsattest

DEEL A

DEEL B

Veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die minder dan 300 personeelsleden een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 9.665,–

€ 6.443,–

Veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden of meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 20.539,–

€ 13.693,–

   

Veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die gebruik maakt van de hoofdspoorweg op één locatie, ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen of met zelfrijdend gereedschap of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden aan of nabij de hoofdspoorweg uit te voeren op een deel van een hoofdspoorweg dat daartoe buiten dienst is gesteld

€ 906,–

 

D

In artikel 4 wordt de tabel vervangen door onderstaan de tabel:

Hernieuwd veiligheidsattest

Deel A

Deel B

Hernieuwd veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die minder dan 300 personeelsleden een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 7.576,–

€ 5.718,–

Hernieuwd veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden of meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 10.365,–

€ 4.833,–

   

Hernieuwd veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die gebruik maakt van de hoofdspoorweg op één locatie, ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen of met zelfrijdend gereedschap of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden aan of nabij de hoofdspoorweg uit te voeren op een deel van een hoofdspoorweg dat daartoe buiten dienst is gesteld

€ 906,–

 

E

In artikel 5 wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

Wijziging veiligheidsattest

Deel A

Deel B

Wijziging van een veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die minder dan 300 personeelsleden een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 4.883,–

€ 3.222,–

Wijziging van een veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden of meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 7.249,–

€ 4.833,–

   

Wijziging van een veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die gebruik maakt van de hoofdspoorweg op één locatie, ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen of met zelfrijdend gereedschap of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden aan of nabij de hoofdspoorweg uit te voeren opeen deel van een hoofdspoorweg dat daartoe buiten dienst is gesteld

€ 906,–

 

F

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

1. Voor de behandeling van een aanvraag tot verlening of wijziging van een inzetcertificaat voor spoorvoertuigen als bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de wet, is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

Inzetcertificaat

 

Inzetcertificaat of het op aanvraag wijzigen hiervan, indien het een spoorvoertuig betreft waarvan voor eenzelfde type niet eerder een inzetcertificaat is verleend

€ 4.430,–

Inzet certificaat of het op aanvraag wijzigen hiervan, indien het een spoorvoertuig betreft waarvoor van eenzelfde type al eerder een inzetcertificaat is verleend

€ 202,–

2. In afwijking van het eerste lid is voor een wijziging van het certificaat in verband met het toekennen van een identificatiecode als bedoeld in artikel 28, vijfde lid, van het Besluit keuring spoorvoertuigen voor de eerste inschrijving van een voertuig een tarief verschuldigd van € 25,–. Hierbij wordt bij samengestelde voertuigen elke voertuigbak als een afzonderlijk voertuig aangemerkt.

3. Het in het tweede lid bedoelde tarief wordt bij het in één aanvraag in één keer inschrijven van een reeks identieke voertuigen voor het zesde en alle daarop volgende voertuigen verminderd tot € 15,– per voertuig.

G

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.626,–’ vervangen door: € 2.114,–

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.626,–’ vervangen door: € 2.114,–

H

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 4.182,–’ vervangen door: € 5.437,–

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.394,–’ vervangen door: € 1.812,–

I

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1084,–’ vervangen door: € 1.409,– en ‘€ 774,–’ vervangen door: € 1.006,–

2. In het tweede lid wordt ‘€ 774,–’ vervangen door: € 1.006,–

J

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€2.788’ vervangen door: € 3.624,–

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.084’vervangen door: € 1.409,–

K

In artikel 11 wordt ‘€ 2.788,–’ vervangen door: € 3.624,–

L

In artikel 12 wordt ‘€ 840,–’ vervangen door: € 882,–

M

Na artikel 12 wordt een artikel toegevoegd luidende:

Artikel 12a

In afwijking van de genoemde bedragen in de artikelen 2 tot en met 12 van deze regeling bedraagt het tarief voor de behandeling van een aanvraag die uitsluitend betrekking heeft op een administratieve aanpassing, € 125,–.

N

1. In artikel 13 wordt de zinsnede ‘met een minimum van € 200’ vervangen door ‘met een minimum van € 200,– met uitzondering van administratieve aanpassingen als bedoeld in artikel 12a.’

2. In artikel 13 wordt na de in het eerste lid genoemde wijziging een zin toegevoegd luidende:

‘Voor deze wijzigingen is geen tarief verschuldigd.’

O

Na artikel 15 wordt een nieuw artikel toegevoegd luidende

Artikel 15a

1. Buitenlandse reis- en verblijfkosten die verband houden met de in deze regeling genoemde handelingen of werkzaamheden, worden tegen de werkelijke kosten in rekening gebracht en zijn separaat verschuldigd naast de in deze regeling genoemde tarieven. Binnenlandse reis- en verblijfkosten worden niet separaat in rekening gebracht.

2. De in het eerste lid genoemde buitenlandse reis- en verblijfkosten worden voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag begroot en aan de aanvrager medegedeeld. De werkelijk gemaakte kosten mogen het begrote bedrag niet overstijgen.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting worden geplaatst in de Staatscourant.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, C.M.P.S. Eurlings.

Toelichting

Voor werkzaamheden in het kader van de Regeling tarieven Spoorwegwet worden tarieven in rekening gebracht. Uitgangspunt van het kabinetsbeleid is dat de overheid, voor het verlenen van diensten aan derden, zoveel als mogelijk kostendekkende tarieven in rekening brengt. De tarieven die de Inspectie tot nu toe hanteerde waren nog niet kostendekkend. Om toe te groeien naar die kostendekkendheid zijn de tarieven in 2007 al verhoogd. Na een jaar als batenlastendienst gefunctioneerd te hebben bestaat nu een accurater beeld over de kostprijzen van producten dan een jaar geleden, en daarmee is tevens een zuiverder beeld ontstaan over de mate van kostendekkendheid van de tarieven die in 2007 in rekening zijn gebracht. Die blijkt in 2007 over het algemeen lager dan was aangenomen. De tarieven stijgen ook in 2008 nog niet tot het berekende kostenniveau, omdat de Inspectie VenW verwacht dat zij de komende jaren door interne efficiencyverbeteringen de kosten nog kan verlagen. Naast het nastreven van efficiencyverbetering, zet de Inspectie VenW ook in 2008 vooral nog in op verdere verbetering van de kwaliteit en verkorting van de doorlooptijden. Afhankelijk van de resultaten die daarbij gerealiseerd worden, wordt bepaald volgens welk scenario de tarieven na 2008 verder zullen stijgen tot het kostendekkende niveau.

Gemiddeld is de kostendekkendheid voor spoor rond de 45%, met een grote variatie in kostendekkendheid over de producten heen. Om te komen tot een hogere mate van kostendekkendheid van de tarieven worden deze met 25% voor bestaande ongewijzigde producten verhoogd. Tarieven voor producten die qua inhoud en samenstelling zijn gewijzigd worden, worden met een stijging van 50%, sneller op een kostendekkend niveau gebracht. De tariefstijging wordt gemaximeerd op 100% van de genormeerde kostprijs. Naast deze stijgingen is een inflatiecorrectie toegepast van ca 5%.

Met deze stijgingen komt de gemiddelde kostendekkendheid van de tarieven op ca 65%.

Introductie A en B deel van het Veiligheidsattest

De wijziging in een A en een B deel van het Veiligheidsattest vloeit voort uit richtlijn 2004/49/EG (Spoorwegveiligheidsrichtlijn), onderdeel van het tweede Europese spoorpakket. Het A-deel en B-deel is opgenomen in artikel 16, vierde lid, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest hoofdspoorwegen. Het Deel A is geldig in de gehele Europese Unie en Deel B is alleen geldig in Nederland. Het wijzigen van de Regeling tarieven Spoorwegwet brengt de tarieven in overeenstemming met de splitsing van het veiligheidsattest in twee delen. Het bestaande tarief is, uitgaande van de voor een beoordeling van een aanvraag benodigde inspanningen, met een verhouding 60/40 verdeeld over de Delen A en B. Voor de aanvrager van een Deel B betekent het tarief een aanzienlijke verlaging. Dit is in overeenstemming met de bedoeling van de eerder genoemde richtlijn. Zo kan de beoordeling van de aan Deel A ten grondslag liggende eisen eenmalig in het vestigingsland van de aanvrager plaatsvinden, omdat dit Deel A in de gehele Europese Uni geldig is

Lager tarief administratieve handelingen

Het tarief voor administratieve wijzigingen wordt nieuw ingevoerd omdat de Europese regelgeving voor bedrijfsvergunningen en veiligheidsattesten de vermelding van gebruikelijke gegevens zoals bedrijfsnaam en vestigingsadres een reeks andere gegevens zoals bedrijfsomvang en verzekeringsdekking verlangen. Deze gegevens kunnen wijzigen en daarmee de afgifte van een nieuw document noodzakelijk maken, zonder dat een verdergaande inhoudelijke beoordeling nodig is. Omdat deze administratieve wijzigingen zich ook bij de andere aanvragen voordoen wordt hiervoor in één algemeen tarief ingevoerd.

Wijziging als gevolg van identificatie code

Het invoeren van een Nationaal Voertuigregister volgt uit de implementatie van de artikelen 14 van Richtlijnen 96/48/EG en 2001/16/EG. Details van de voertuigregistratie en de inrichting van dit register worden geregeld in besluiten van de Europese Commissie op basis van deze Richtlijnen.

De op Europees niveau voorgeschreven werkwijze resulteert in regelmatige beperkte aanpassingen van de opgenomen gegevens. Aanvraag en uitvoering hiervan zal vrijwel geheel langs elektronische weg plaatsvinden.

De vergoeding voor de eerste inschrijving is wel verbonden aan het daadwerkelijk inschrijven van een voertuig. Omdat deze eerste inschrijving bewerkelijker is en in korte tijd meerdere aanpassingen kan opleveren naar gelang op te nemen gegevens beschikbaar komen, is hieraan een afzonderlijk tarief verbonden. Voor de inschrijving van een reeks voertuigen ineens geldt een reductie.

Geen vergoeding is verschuldigd voor voertuigen die niet van het volgens de Europese regelgeving vastgestelde identificatienummer hoeven te zijn voorzien. Zij kunnen wel vrijwillig worden opgenomen, maar hier geldt geen tarief voor. Dit betreft hoofdzakelijk een beperkt aantal voertuigen c.q. organisaties die nu ook al in het huidige artikel 13 begunstigd worden. Ook is geen vergoeding verschuldigd voor het registreren van buitenlandse voertuigen die in Nederland toegelaten zijn.

Vergoeding buitenlandse reis- en verblijfkosten

Daarmee wordt aangesloten op de verschuldigde vergoedingen voor buitenlandse reis- en verblijfskosten zoals die ook voor de luchtvaart- en de scheepvaartsector gelden.

Administratieve lasten

De onderhavige regeling leidt niet tot extra administratieve lasten voor burgers en het bedrijfsleven. Een voorontwerp van deze regeling is derhalve niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings

  • 1

    Stcrt. 2005, nr. 103; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 12 december 2006 (Stcrt. 249).

Naar boven