Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2008, 1 pagina 34 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2008, 1 pagina 34 | Overig |
14 december 2007
Nr. HDJZ/WAT/2007-1657
Hoofddirectie Juridische Zaken
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
Gelet op de artikelen 3 en 4 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. Minister: Minister van Verkeer en Waterstaat;
b. Deltares: Stichting Deltares;
c. raad: Raad voor Delta Onderzoek als bedoeld in het Instellingsbesluit Raad voor Delta Onderzoek;
d. programma van eisen: door de Minister op te stellen overzicht van eisen aan de aanvraag tot subsidieverlening;
e. project: samenhangend geheel van activiteiten om aan een onderdeel van het programma van eisen te voldoen;
f. product: (deel)resultaat dat voortkomt uit een project;
g. integrale kostprijs van een project: de som van alle aan dat project toe te rekenen vaste en variabele kosten, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder a tot en met g, uitgedrukt als kostenbedrag per uur vermenigvuldigd met de uren per project, alsmede de kosten voor uitbesteding en inkopen van kennis, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder h;
h. kostentoerekeningssysteem: een boekhoudkundig systeem voor toerekening van integrale kosten aan gesubsidieerde respectievelijk commerciële activiteiten.
1. De Minister kan per boekjaar een subsidie verstrekken aan Deltares voor strategisch en toegepast onderzoek naar deltavraagstukken in het publieke belang van de duurzame bewoonbaarheid van de Nederlandse delta. De subsidie strekt zich uit tot vergoeding van de integrale kosten van het onderzoek dat Deltares in het publieke belang op basis van een programma van eisen verricht.
2. Het onderzoek heeft betrekking op de volgende kennisgebieden:
a. integraal waterbeheer;
b. waterveiligheid;
c. waterbouw en beheer en onderhoud van waterstaatkundige werken;
d. grondwater;
e. bodembeheer;
f. geologie;
g. benutting van de ondiepe ondergrond;
h. geo-engineering;
i. grond constructie-interactie; of
j. ruimtelijke inpassing van infrastructuur en waterstaatkundige werken.
Afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.
1. Het subsidieplafond bedraagt voor het jaar 2008 € 36.200.000,00.
2. De Minister stelt voor de jaren na 2008 jaarlijks het subsidieplafond vast en doet hiervan uiterlijk op 1 september mededeling in de Staatscourant van het jaar voorafgaand aan het boekjaar waarvoor het subsidieplafond wordt vastgesteld.
1. Uiterlijk op 1 juni van het jaar voorafgaand aan het boekjaar waarvoor subsidie wordt verleend, zendt de Minister het programma van eisen aan Deltares.
2. Het programma van eisen wordt voor het eerst opgesteld in 2008 ten behoeve van de subsidieverstrekking voor het boekjaar 2009.
3. Het programma van eisen bevat in elk geval:
a. een overzicht van onderwerpen en prioriteiten voor het strategisch onderzoek en het toegepast onderzoek en voor de door Deltares in dit kader te beheren, te onderhouden en te ontwikkelen modellen en software, een en ander nader gespecificeerd naar programma-onderdeel;
b. het tijdstip waarop Deltares gehouden is de projecten en de producten te hebben afgerond;
c. een indicatie van het maximale beschikbare bedrag per programma-onderdeel; en
d. richtlijnen voor het onderzoek van de accountant ten aanzien van het kostentoerekeningssysteem, de berekening van geraamde vaste en variabele kosten per project en de opbouw van de integrale kostprijs gelet op het bepaalde in de artikelen 6, derde lid, onder c, en 8, tweede lid.
4. In afwijking van het eerste lid overlegt de Minister met Deltares over de te subsidiëren projecten en producten voor het boekjaar 2008.
Aanvraag tot subsidieverlening
1. De aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend door Deltares bij de Minister ter attentie van de hoofdingenieur-directeur van de Waterdienst, postbus 17, 8200 AA Lelystad.
2. De aanvraag wordt ingediend uiterlijk op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het boekjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
3. De aanvraag gaat vergezeld van:
a. een activiteitenplan als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, onder a, van de Algemene wet bestuursrecht, waarin in ieder geval een opsomming wordt gegeven van de te onderscheiden projecten en producten ingedeeld per programma-onderdeel, genoemd in het programma van eisen;
b. een opgave van het tijdstip waarop de projecten en de producten zijn afgerond; en
c. een begroting als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, onder b, van de Algemene wet bestuursrecht, die in ieder geval bevat de onderbouwing van de integrale kostprijs van de in het programma van eisen genoemde projecten op basis van het kostentoerekeningssysteem; en
d. een accountantsverklaring met betrekking tot de subsidiabele kosten, conform de richtlijnen, bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel d.
4. In afwijking van het tweede lid wordt de aanvraag tot subsidieverlening voor het boekjaar 2008 zo spoedig mogelijk na 1 januari 2008 ingediend.
Advies Raad voor Delta Onderzoek
1. De Minister legt ten behoeve van de beschikking tot subsidieverlening de aanvraag tot subsidieverlening geheel of gedeeltelijk ter advisering voor aan de raad.
2. Uiterlijk op 15 november biedt de raad zijn advies aan de Minister aan.
3. Voor de aanvraag tot subsidieverlening ten behoeve van het boekjaar 2008 wordt, in afwijking van het tweede lid, in overleg tussen de Minister en de raad het tijdstip van het aanbieden van het advies vastgesteld.
Subsidiabele kosten ten aanzien van projecten
1. Als subsidiabele kosten wordt uitsluitend in aanmerking genomen de integrale kostprijs uit de gewone bedrijfsvoering.
2. Tot de integrale kostprijs uit de gewone bedrijfsvoering behoren in ieder geval:
a. personeelskosten;
b. huisvestingskosten;
c. onderhoudskosten;
d. afschrijvingen;
e. de kosten voor onderzoeks- en testfaciliteiten;
f. de kosten voor de aanschaf en het onderhoud van computers en computerprogramma’s;
g. de kosten inzake BTW voor zover Deltares die over de subsidie zou zijn verschuldigd; en
h. de kosten voor aan derden uitbesteed werk dan wel inkopen van kennis.
3. Tot de integrale kostprijs uit de gewone bedrijfsvoering behoren in elk geval niet:
a. winstopslag;
b. toeslag voor risico;
c. onvoorziene kosten; en
d. bijzondere baten en lasten.
Beschikking tot subsidieverlening
1. De Minister neemt in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, rekening houdend met het advies van de raad, zoals bedoeld in artikel 7, een beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening uiterlijk op 15 december van het jaar voorafgaand aan het boekjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
2. In de beschikking worden aangegeven:
a. de projecten en de producten per programma-onderdeel die worden gesubsidieerd;
b. het tijdstip waarop Deltares gehouden is de projecten en de producten te hebben afgerond;
c. de wijze waarop het subsidiebedrag wordt bepaald en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld;
d. de hoogte van het kostenbedrag per uur, als bedoeld in artikel 1, onder g; en
e. richtlijnen voor het onderzoek als bedoeld in artikel 4:79, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
3. Het bedrag waarvoor de subsidie ten hoogste kan worden verleend is het geraamde aantal uren per uit te voeren project vermenigvuldigd met het in het tweede lid, onder d bedoelde kostenbedrag per uur, alsmede de kosten voor uitbesteed werk en inkoop van kennis.
4. In afwijking van het eerste lid neemt de Minister de beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening voor het boekjaar 2008 uiterlijk op 1 februari 2008.
1. Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan een aanvraag tot subsidieverlening geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien naar het oordeel van de Minister:
a. de aanvraag tot subsidieverlening niet in overeenstemming is met het programma van eisen;
b. de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in de artikelen 6 en 8;
c. er in voorgaande boekjaren ten aanzien van de subsidieverlening dan wel subsidievaststelling toepassing is gegeven aan de artikelen 4:48, 4:49 of 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht; of
d. het advies van de raad naar het oordeel van de Minister daartoe aanleiding geeft.
2. Een aanvraag tot subsidieverlening wordt gedeeltelijk geweigerd indien een volledige toekenning van de aanvraag tot subsidieverlening leidt tot een overschrijding van het subsidieplafond.
De subsidieverlening geschiedt onder de voorwaarde van:
a. goedkeuring door de Staten-Generaal van de in het wetsvoorstel inzake de begroting van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat respectievelijk van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen subsidie ten behoeve van Deltares voor het desbetreffende jaar; en
b. medewerking van Deltares aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten.
1. Onverminderd de artikelen 4:68, 4:69 en 4:70 van de Algemeen wet bestuursrecht gelden de volgende verplichtingen voor Deltares:
a. het afronden van de uitvoering van projecten en producten waarvoor subsidie is verleend, voor het tijdstip dat daarvoor is aangegeven in de beschikking tot subsidieverlening;
b. het onverwijld doen van een schriftelijk mededeling aan de Minister van alle omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de subsidie en de rechtmatige en de doelmatige aanwending daarvan en in het bijzonder van financiering van activiteiten vanuit andere bronnen;
c. het verlenen van medewerking aan een onderzoek naar de rechtmatige en doelmatige aanwending van de ontvangen subsidiegelden, dat wordt verricht namens of in opdracht van de Minister of door de Algemene Rekenkamer en het verstrekken van desverlangd alle informatie aan degene die met dit onderzoek is belast; en
d. het verlenen van alle medewerking aan een door de Minister ingesteld evaluatieonderzoek, teneinde te beoordelen in welke mate Deltares bij het uitvoeren van een project waarvoor subsidie is verstrekt, een toegevoegde waarde heeft geleverd aan de in artikel 2 omschreven doelen van deze regeling.
2. Tevens draagt Deltares er zorg voor dat:
a. in de boekhouding de kosten en de baten van gesubsidieerde projecten en van commerciële activiteiten afzonderlijk zichtbaar worden gemaakt;
b. voor door Deltares verrichte commerciële activiteiten een marktconform tarief in rekening wordt gebracht;
c. een door een accountant goedgekeurd kostentoerekeningssysteem wordt gehanteerd;
d. een onderzoek als bedoeld in artikel 4:79, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt uitgevoerd en dat dit onderzoek geschiedt met inachtneming van hetgeen daarover is bepaald in een bij de beschikking tot subsidieverlening vast te stellen controleprotocol; en
e. de subsidie die is verstrekt op grond van deze regeling, niet wordt aangewend ter gehele of gedeeltelijke financiering op welke wijze dan ook van activiteiten die Deltares op commerciële basis ontplooit.
Openbaarheid resultaat van gesubsidieerd activiteiten
1. Alle resultaten van projecten en producten die worden gesubsidieerd op grond van deze regeling behoren tot het publieke domein en worden door Deltares aan een ieder ter beschikking gesteld, tegen betaling van kosten die zijn gemoeid met het vastleggen van de resultaten op het daarvoor meest geschikte medium en onder verlening van een gratis, niet-exclusief en permanent gebruiksrecht.
2. Tot de resultaten, bedoeld in het eerste lid, behoren in elk geval door Deltares ontwikkelde computerprogrammatuur, bestanden, modellen en de daarbij behorende documentatie, waarin onderzoeksresultaten zijn verwerkt of weergegeven.
1. Op aanvraag van Deltares kan de Minister voorschotten verlenen met betrekking tot de verleende subsidie gedurende het boekjaar.
2. De voorschotverlening bedraagt ten hoogste 90% van de verleende subsidie.
3. De respectievelijke data voor indiening van een aanvraag tot voorschotverlening en voor betaling van het voorschot, worden jaarlijks in de beschikking tot subsidieverlening vastgesteld.
4. Een aanvraag tot voorschotverlening wordt ingediend bij de hoofdingenieur-directeur van de Waterdienst, postbus 17, 82 00 AA Lelystad.
5. Een aanvraag tot voorschotverlening gaat vergezeld van een voorschotdeclaratie waarin staat vermeld:
a. het bedrag van het gevraagde voorschot; en
b. het kenmerk en de datum van de desbetreffende beschikking tot subsidieverlening.
1. Deltares dient uiterlijk op 1 april in het jaar volgend op het boekjaar waarvoor de subsidie is verleend, een aanvraag tot subsidievaststelling in bij de Minister, ter attentie van de hoofdingenieur-directeur van de Waterdienst, postbus 17, 8200 AA Lelystad.
2. De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van:
a. een activiteitenverslag als bedoeld in artikel 4:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarin in ieder geval de stand van de projecten en de producten inzichtelijk wordt gemaakt;
b. een financieel verslag als bedoeld in artikel 4:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, dat in ieder geval inzichtelijk maakt alle voor een project gemaakte vaste en variabele kosten, op basis van het kostenbedrag per uur, als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder d, vermenigvuldigd met de gerealiseerde uren per project, alsmede de kosten voor uitbesteed werk en inkoop van kennis;
c. een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 4:78, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht; en
d. een financieel verslag van een accountant als bedoeld in 4:79, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht dat voldoet aan de bij de beschikking tot subsidieverlening gestelde richtlijnen.
3. Het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld op basis van het kostenbedrag per uur, als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder d, vermenigvuldigd met de gerealiseerde uren per project, alsmede de kosten voor uitbesteed werk en inkoop van kennis.
4. De Minister beslist binnen acht weken na ontvangst op de aanvraag tot subsidievaststelling.
5. De Minister is bevoegd tot ambtshalve vaststelling van de subsidie indien Deltares niet voor 1 april de aanvraag tot vaststelling heeft ingediend.
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
2. Indien deze regeling na 1 januari 2008 in de Staatscourant wordt geplaatst, treedt deze regeling op de dag na de datum van uitgifte in werking en werkt zij terug tot 1 januari 2008.
3. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2013.
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Stichting Deltares.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
1. Aanleiding voor en doel van de subsidieregeling
In het kabinetsstandpunt Brugfunctie TNO en de Grote Technologische Instituten (GTI’s), dat in 2004 naar aanleiding van het advies van de Commissie Wijffels is opgesteld1 , heeft het kabinet de aanbeveling tot vorming van een Delta-instituut overgenomen. De nadere uitwerking is verwoord in het kabinetsbesluit inzake de implementatie van de vorming van het Delta-instituut2 . Het kabinet acht een krachtig kennis- en innovatiecentrum van ‘delta-kennis’ (inmiddels ‘Stichting Deltares’ genoemd, hierna: Deltares) van groot belang om de laaggelegen, kwetsbare en overstromingsgevoelige Nederlandse delta duurzaam bewoonbaar te houden. Naar het oordeel van het kabinet zal dit instituut tevens bijdragen aan versterking van het innovatieve vermogen van Nederland op het gebied van delta-vraagstukken. Deltares is per 1 januari 2008 opgericht. In artikel 3 van de statuten is het doel van Deltares aldus bepaald: het voorzien in de behoefte aan strategisch en toegepast onderzoek naar deltavraagstukken in het publieke belang van de duurzame bewoonbaarheid van de Nederlandse delta. In dit publieke belang schuilt ook het kernmotief voor de onderhavige subsidieregeling.
Deltares is een nieuwe, zelfstandige organisatie, waarin de voor de missie en het doel relevante onderdelen van het huidige WL/Delft Hydraulics, van GeoDelft, van de specialistische diensten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (de onderdelen kennisontwikkeling, innovatie-ontwikkeling, modellen en specialistisch advies) alsmede van TNO (ondiepe ondergrond) zijn samengebracht.
Hierdoor ontstaat een in Nederland unieke combinatie van de volgende kennisgebieden: integraal waterbeheer, waterveiligheid, waterbouw en beheer en onderhoud van waterstaatkundige werken, grondwater, bodembeheer, geologie, benutting van de ondiepe ondergrond, geo-engineering, grond constructie-interactie, en ruimtelijke inpassing van infrastructuur en waterstaatkundige werken.
De kern van het advies van de Commissie Wijffels is dat de ‘innovatieparadox’ (de kloof tussen excellent onderzoek enerzijds en de achterblijvende innovatiekracht van het bedrijfsleven en de overheid anderzijds) moet worden overwonnen door een directe verbinding tussen de vraag naar en het aanbod van kennis, waarbij de vraag sturend is. De effectiviteit van het programmatisch opgezette onderzoek dient daarbij te worden verbeterd door invoering van vraagsturing. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen de taakfunctie en de marktfunctie. De taakfunctie wordt middels onderhavige subsidieregeling gesubsidieerd. Bij deze functie gaat het om strategisch onderzoek, toegepast onderzoek en het ontwikkelen, het onderhouden en het beschikbaar stellen van modellen en software. Daarvoor is een adequate kennisbasis te realiseren c.q. te onderhouden relevant waarbij in nauwe samenwerking met onder meer universiteiten kennisontwikkeling dient plaats te vinden (‘Kennis als vermogen’).
Als gevolg van de samenvoeging worden de subsidieverstrekkingen aan WL/Delft Hydraulics en GeoDelft per 1 januari 2008 beëindigd.
De inhoudelijke aansturing van Deltares op de taakfunctie geschiedt via programmasturing (kennisontwikkeling en innovatie) en Service Level Agreements (ontwikkelen, beheren en onderhouden van modellen en software). Daarnaast vindt sturing plaats via de sturingsinstrumenten op grond van de statuten van Deltares, waarvoor de Minister van Verkeer en Waterstaat (hierna: de Minister) de verantwoordelijkheid draagt. Dit in verband met de strategische afhankelijkheid van de (rijks)overheid en het hierboven reeds aangegeven publieke belang dat met Deltares is gemoeid. Ook de Raad voor Delta Onderzoek (hierna: de raad) heeft een belangrijke rol in de procedure tot subsidieverstrekking. Deze raad bestaat uit vertegenwoordigers van de overheid, kennisinstellingen, universiteiten en private partijen. De raad heeft tot taak de Minister van Verkeer en Waterstaat geheel of gedeeltelijk te adviseren over de aanvraag tot subsidieverlening.
Naast gesubsidieerd onderzoek kan Deltares ook tegen betaling commerciële opdrachten (marktfunctie) verrichten. Hierbij gaat het om opdrachten van met name private opdrachtgevers maar ook van overheden. Niet alle vragen kunnen immers op grond van deze subsidieregeling worden gesubsidieerd. Subsidie is namelijk in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht omschreven als de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten (commerciële opdracht).
Bij de marktfunctie staat het ontwikkelen en de overdracht van concrete toepassingen van kennis centraal. In dit kader treedt Deltares niet als concurrent van het bedrijfsleven op maar het bedrijfsleven kan kennis bij Deltares inkopen. Daarbij heeft Deltares als taak om kennis over te dragen aan aannemers, ingenieursbureaus, toeleveringsindustrie en andere marktpartijen. In dit kader wordt als verplichting opgelegd dat de resultaten van gesubsidieerde projecten en producten tot het publieke domein behoren en tegen betaling van de openbaarmakingskosten vrij toegankelijk zijn voor de private en de publieke sector.
Voor de grondslag van deze subsidieregeling zij verwezen naar artikel 3 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat. Op grond van dit artikel is het mogelijk bij Ministeriële regeling een subsidieregeling op te stellen, mits wordt voldaan aan één van de in artikel 2 van voornoemde wet genoemde activiteiten, waarvoor subsidies kunnen worden verstrekt. Onderhavige subsidieregeling ziet op activiteiten ten aanzien van het waterbeleid, als bedoeld in artikel 2 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat. Welke activiteiten het betreft is uitgewerkt in artikel 2, tweede lid, van onderhavige regeling. Tevens is in de grondslag van deze regeling gewezen op artikel 4 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat. Op grond van dit artikel kan bij Ministeriële regeling worden voorzien in de vaststelling van een subsidieplafond. In artikel 4 van onderhavige subsidieregeling is een subsidieplafond opgenomen.
2. Besluitvormingsproces tot subsidieverstrekking
In onderhavige subsidieregeling wordt de besluitvormingsprocedure ten aanzien van de subsidieverstrekking geregeld. Daarnaast kent ook de Algemene wet bestuursrecht diverse bepalingen die van belang zijn voor deze procedure. Artikel 3 van onderhavige regeling bepaalt dat afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Deze afdeling handelt over per boekjaar verstrekte subsidie aan rechtspersonen en heeft een facultatief karakter. Van de mogelijkheid om deze afdeling van toepassing te verklaren op de subsidierelatie met Deltares is gebruik gemaakt aangezien het in onderhavige subsidieregeling om structurele activiteiten gaat. Juist in deze situatie heeft de wetgever voornoemde afdeling in de Algemene wet bestuursrecht opgenomen teneinde te voorkomen dat allerlei standaardaangelegenheden, bijvoorbeeld inzake het besluitvormingsproces, afzonderlijk in subsidieregelingen moeten worden bepaald.
Het besluitvormingstraject met betrekking tot de subsidieverstrekking start met het opstellen van het programma van eisen door de Minister. In het programma van eisen wordt een overzicht opgesteld van onderwerpen en prioriteiten voor het strategisch en toegepast onderzoek en voor de door Deltares in dit kader te beheren, te onderhouden en te ontwikkelen modellen en software, een en ander nader gespecificeerd naar programma-onderdeel. Tevens wordt in het programma van eisen aangegeven op welk tijdstip Deltares gehouden is de projecten en de producten te hebben afgerond. Daarnaast geeft de Minister een indicatie van het maximale beschikbare bedrag per programma-onderdeel. Met deze informatie kan Deltares rekening houden bij het opstellen van de subsidieaanvraag. Duidelijk is dat het hier om een indicatie gaat. Het subsidieplafond wordt pas later bekend gemaakt. Deltares kan dan ook geen rechten ontlenen aan het indicatieve bedrag.
Tot slot worden richtlijnen in het programma van eisen weergegeven voor de controle van de accountant ten aanzien van het kostentoerekeningssysteem, de berekening van de geraamde vaste en variabele kosten per project en de opbouw van de integrale kosten, inclusief de kosten voor uitbesteding. Deze richtlijnen worden in paragraaf 3 toegelicht.
2.2. Aanvraag tot subsidieverlening
De artikelen 4:61, eerste lid, onder a, en 4:62 van de Algemene wet bestuursrecht schrijven voor dat de aanvraag vergezeld gaat van een activiteitenplan, waarin een overzicht van de activiteiten wordt opgesomd waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen. Conform het programma van eisen betreffen genoemde activiteiten strategisch en toegepast onderzoek en voor de door Deltares in dit kader te beheren, te onderhouden en te ontwikkelen modellen en software, een en ander nader gespecificeerd naar programma-onderdeel. Tevens worden de daarvoor benodigde personele en materiële doelstellingen per activiteit aangegeven. Daarnaast vereisen de artikelen 4:61, eerste lid, onder b, en 4:63 van de Algemene wet bestuursrecht dat een begroting bij de aanvraag tot subsidieverlening wordt gevoegd. De begroting behelst een overzicht van geraamde inkomsten en uitgaven van activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Bovengenoemde verplichtingen worden als volgt nader geconcretiseerd in artikel 6 van onderhavige subsidieregeling. Onderdeel van de aanvraag tot subsidieverlening is een activiteitenplan met een overzicht van projecten en producten waarmee Deltares de vraag van de Minister denkt te beantwoorden. Een project is in artikel 1 gedefinieerd als een samenhangend geheel van activiteiten om aan een onderdeel van het programma van eisen te voldoen. Een product is omschreven als het (deel)resultaat dat voortkomt uit een project. Daarnaast geeft Deltares in zijn aanvraag tot subsidieverlening aan binnen welke termijn de antwoorden op de vragen gereed zijn. Met andere woorden: Deltares vermeldt in de aanvraag het tijdstip waarop volgens haar de projecten en de producten beschikbaar zijn. Tevens voegt Deltares een begroting toe die in ieder geval bevat de onderbouwing van de integrale kostprijs van de in het programma van eisen genoemde projecten op basis van het kostentoerekeningssysteem. Nadrukkelijk wordt van Deltares niet verwacht dat zij een overzicht van de geraamde integrale kostprijs van een (deel)product verstrekt. Dit zou een te grote belasting voor de bedrijfsvoering met zich brengen. Voor een nadere toelichting op de eisen aan de aanvraag tot een subsidieverlening op het punt van de berekening van de hoogte van de subsidie zij hier verwezen naar paragraaf 3. In ieder geval wordt het bedrag aan subsidie niet hoger vastgesteld dan de geraamde integrale kosten van alle projecten tezamen.
Indien gedurende de uitvoering van de projecten en de producten blijkt dat de integrale kostprijs en/of het tijdsbestek hoger respectievelijk langer uitvallen dan ingeschat, dan is Deltares verplicht de Minister hierover te informeren op grond van artikel 12, eerste lid, onder b van onderhavige subsidieregeling.
2.3. De Raad voor Delta Onderzoek
Artikel 7 van onderhavige regeling verplicht de Minister de aanvraag tot subsidieverlening geheel of gedeeltelijk ter advisering voor te leggen aan de raad. Het is aan de Minister te bepalen voor welke onderdelen van de aanvraag tot subsidieverlening een advies van de raad noodzakelijk is. In elk geval zal het deel van de aanvraag dat betrekking heeft op het strategisch onderzoek aan de raad worden voorgelegd. In de raad zijn vertegenwoordigd de Ministeries van Verkeer en Waterstaat, Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eveneens hebben zitting in de raad de Vrije Universiteit Amsterdam, de Universiteit Utrecht, de Technische Universiteit Delft en Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen dragen elk een lid ter benoeming aan de Minister voor.
Daarnaast zullen ook vertegenwoordigers vanuit drie verschillende sectoren van het bedrijfsleven op het terrein van water, te weten bouw, baggeraars en advies- en ingenieursbureaus, deelnemen aan de raad. Zij dragen ieder één vertegenwoordiger voor namens de sectoren. Teneinde de discussie binnen de raad op het juiste strategische niveau te kunnen voeren, vaardigen de departementen directeuren-generaal af naar de raad. Tevens heeft de hoofdingenieur-directeur Waterdienst van het directoraat-generaal Rijkswaterstaat zitting in de raad. Voor de universiteiten hebben zitting de voorzitters van de colleges van bestuur. De namens de decentrale overheden voorgedragen personen hebben een gelijk niveau. Als voorzitter van de raad treedt de directeur-generaal Water op en als vice-voorzitter de directeur-generaal Rijkswaterstaat. De algemeen directeur van Deltares wordt als toehoorder uitgenodigd voor de bijeenkomsten van de raad. Eventueel kunnen deskundigen worden uitgenodigd de vergaderingen van de raad bij te wonen. Het is aan de raad om hiertoe het initiatief te nemen.
2.4. Beschikking tot subsidieverlening
Op de aanvraag tot subsidieverlening neemt de Minister een beschikking op basis van het advies van de raad. Aan dit advies wordt een belangrijke betekenis toegekend, nu deze raad als forum van deskundigen op het terrein van deltavraagstukken moet worden beschouwd. Van het advies van de raad zal dan ook slechts om zeer zwaarwegende redenen worden afgeweken.
In de beschikking tot subsidieverlening wordt aangegeven welke projecten en producten worden gesubsidieerd en het tijdstip waarop deze moeten zijn afgerond. Tevens wordt in de beschikking de wijze waarop het subsidiebedrag wordt bepaald en de maximale hoogte van het subsidiebedrag vermeld. Ook wordt het kostenbedrag per uur in deze beschikking opgenomen. Het kostenbedrag per uur is afgeleid van alle aan dat project toe te rekenen vaste en variabele kosten. Tot het kostenbedrag per uur worden de kosten voor uitbesteed werk en inkoop van kennis niet gerekend. Tot slot worden richtlijnen voor de uitgebreide accountantscontrole ex artikel 4:79 van de Algemene wet bestuursrecht in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen. De uitkomst van deze controle wordt door Deltares bij de aanvraag tot subsidievaststelling gevoegd. Indien de Minister kan instemmen met de door Deltares opgestelde aanvraag tot subsidieverlening, kan in de beschikking kortheidshalve naar de aanvraag tot subsidieverlening worden verwezen.
2.5. Aanvraag tot subsidievaststelling
Ter afronding van het subsidieproces dient Deltares een aanvraag tot subsidievaststelling in. In deze aanvraag worden de volgende gegevens opgenomen:
1. een activiteitenverslag;
2. een financieel verslag;
3. een accountantsverklaring ex artikel 4:78, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (accountantscontrole);
4. een door de accountant opgesteld financieel verslag ex artikel 4:79, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (uitgebreide accountantsverklaring).
Al deze gegevens vergen een nadere toelichting.
Artikel 4:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schrijft voor dat bij de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld gaat van een activiteitenverslag. Ingevolge artikel 4:80 van de Algemene wet bestuursrecht beschrijft een activiteitenverslag de aard en omvang van de projecten en producten waaraan subsidie is verleend. In ieder geval wordt de stand van het project of product vermeld.
In de aanvraag tot subsidieverlening wordt door Deltares een inschatting gemaakt van de integrale kosten per project. In de aanvraag tot subsidievaststelling maakt Deltares inzichtelijk wat de werkelijke integrale kostprijs per project is inclusief de kosten voor uitbesteding en inkopen van kennis. Ook hier geldt ter voorkoming van een bureaucratische bedrijfsvoering dat van Deltares niet wordt verlangd dat zij per product de integrale kosten moet bijhouden. Een overzicht van de werkelijke integrale kostprijs per project is noodzakelijk teneinde de hoogte van de subsidie vast te stellen. In paragraaf 3 wordt uiteengezet hoe Deltares de integrale kosten moet berekenen.
Een van de onderwerpen die in afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht is geregeld, behelst de accountantscontrole. Hieromtrent worden nadere regels in artikel 4:78 van de Algemene wet bestuursrecht gesteld.
Ad 4: Uitgebreide accountantscontrole
Artikel 4:79 van de Algemene wet bestuursrecht maakt het mogelijk dat de accountantscontrole zich eveneens uitstrekt tot de vraag of Deltares zich heeft gehouden aan overige verplichtingen die in het kader van de subsidieverstrekking zijn gesteld. Van deze mogelijkheid wordt in onderhavige subsidieregeling gebruik gemaakt. Op grond van artikel 12, tweede lid, onder d, van onderhavige subsidieregeling draagt Deltares er zorg voor dat de accountant onderzoekt of de aan de subsidie verbonden verplichtingen door Deltares worden nageleefd. Daarbij gaat het om verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene wet bestuursrecht maar ook uit onderhavige subsidieregeling. De accountantscontrole geschiedt met inachtneming van hetgeen in de beschikking tot subsidieverlening hieromtrent is opgenomen.
2.6. Beschikking tot subsidievaststelling
Op de aanvraag tot subsidievaststelling neemt de Minister een beschikking. In deze beschikking wordt het bedrag aan vastgestelde subsidie vermeld. Ingevolge artikel 4:46, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt de subsidie conform de beschikking tot subsidieverlening vastgesteld. De subsidie kan echter op een lager bedrag worden bepaald in specifieke situaties die in artikel 4:46, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden opgesomd. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor 1 april is ingediend, kan de Minister de subsidie ambtshalve vaststellen.
2.7. Tijdstippen van het subsidieproces
Het hierboven beschreven subsidieproces kent een jaarlijkse cyclus. In onderhavige regeling zijn uiterlijke tijdstippen gesteld waaraan Deltares, de raad en de Minister zijn gebonden. Hieronder volgt in tabelvorm een overzicht van deze tijdstippen.
Handeling | Verantwoordelijke | Uiterlijke tijdstip |
---|---|---|
Programma van eisen | de Minister | 1 juni t-1 |
Aanvraag tot subsidieverlening | Deltares | 1 oktober t-1 |
Advies | de raad | 15 november t-1 |
Beschikking tot subsidieverlening | de Minister | 15 december t-1 |
Aanvraag tot subsidievaststelling | Deltares | 1 april t + 1 |
Beschikking tot subsidievaststelling | de Minister | 1 juni t +1 |
t = uitvoeringsjaar (boekjaar) |
Ten aanzien van de subsidieverstrekking voor het boekjaar 2008 zal een apart regime gelden omdat deze regeling op haar vroegst in de tweede helft van 2007 inwerking treedt. Indien de regeling na 1 januari 2008 in de Staatscourant wordt gepubliceerd, treedt de regeling met terugwerkende kracht tot deze datum in werking. Wat betreft het opstellen van de subsidieaanvraag voor 2008 vindt er een overleg tussen de Minister en Deltares plaats. Ook met de raad treedt de Minister in overleg over de vraag over welke onderdelen van deze aanvraag de raad adviseert en wanneer het advies aan hem wordt aangeboden. Uiterlijk op 1 februari 2008 neemt de Minister de beschikking tot subsidieverlening.
3. Hoogte van de subsidie in verhouding met de uit te voeren werkzaamheden
In de inleiding is reeds aangegeven dat Deltares de mogelijkheid heeft inkomsten uit zowel gesubsidieerde als commerciële opdrachten te genereren. Derhalve wordt een voorziening in onderhavige subsidieregeling getroffen teneinde te voorkomen dat Deltares subsidiegelden kan inzetten voor commerciële activiteiten. Hiertoe is in de eerste plaats geregeld dat Deltares niet meer subsidie toekomt dan nodig is om de kosten die het maakt voor de activiteiten die het verricht ten behoeve van de onder deze regeling vallende werkzaamheden te vergoeden. Duidelijk zal zijn dat alleen de daadwerkelijke integrale kosten van het door de Minister verlangde onderzoek worden gesubsidieerd. Deltares stelt een kostentoerekeningssysteem op, dat goedkeuring behoeft van een accountant op basis waarvan een redelijke integrale kostprijs van zowel het gesubsidieerde onderzoek als commerciële activiteiten wordt bepaald. De integrale kostprijs van een project is als volgt gedefinieerd: de som van alle aan dat project toe te rekenen vaste en variabele kosten uitgedrukt in een kostenbedrag per uur vermenigvuldigd met de uren per project, alsmede de kosten voor uitbesteding en inkopen van kennis. Wat het kostenbedrag per uur is, wordt in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen.
Bij de uiteindelijke vaststelling van de subsidie wordt de hoogte van de subsidie berekend door het aantal daadwerkelijke gemaakte uren per project te vermenigvuldigen met het kostenbedrag per uur en de kosten voor aan derden uitbesteed werk en inkoop van kennis daarbij op te tellen. De subsidie zal niet hoger worden vastgesteld dan het geraamde aantal uren per uit te voeren project vermenigvuldigd met het kostenbedrag per uur en de daarbij opgestelde kosten van uitbesteed werk en inkoop van kennis.
Met betrekking tot de aanvraag tot subsidieverlening en tot subsidievaststelling vraagt deze systematiek van Deltares een aantal acties. In de aanvraag tot subsidieverlening gaat het daarbij om de volgende verplichtingen:
– Deltares geeft een overzicht van alle voor een project geraamde vaste en variabele kosten, uitgedrukt als kostenbedrag per uur vermenigvuldigd met de geraamde uren per project en van de kosten voor aan derden uitbesteed werk en inkoop van kennis. Bij de vaste en variabele kosten wordt uitgegaan van de normale begrote productiehoeveelheid. Zoals hierboven reeds is aangegeven, wordt van Deltares niet verwacht de integrale kostprijs van een product aan te geven.
– Deltares onderbouwt de opbouw van de integrale kostprijs met in achtneming van het kostentoerekeningssysteem en hetgeen in artikel 8, tweede en derde lid, is bepaald.
De aanvraag tot subsidieverlening gaat vergezeld van een goedkeurende verklaring van de accountant op deze punten. In het programma van eisen worden richtlijnen inzake de accountantscontrole opgenomen. Ten aanzien van het kostentoerekeningssysteem zal in dit programma onder meer worden bepaald dat dit systeem in overeenstemming is met de uitgangspunten van onderhavige subsidieregeling en met de algemeen geldende maatstaven van de accountancy. Te verwachten is dat deze beoordeling niet jaarlijks maar voor een langere periode plaatsvindt.
De Minister toetst bij de beschikking tot subsidieverlening op basis van de accountantsverklaring of het kostenbedrag per uur redelijk is en voldoende is onderbouwd.
Bij gebreke daarvan kan de Minister de subsidieverlening weigeren.
4. Verplichtingen in verband met commerciële activiteiten
Daarnaast zijn nog een aantal verplichtingen in artikel 12, tweede lid, opgenomen die de commerciële activiteiten van Deltares raken. Zo wordt van Deltares verwacht dat zij er een gescheiden boekhouding op nahoudt. In de boekhouding worden de kosten en baten van gesubsidieerde projecten en van commerciële activiteiten afzonderlijk inzichtelijk gemaakt (artikel 12, tweede lid, onder a). Tevens wordt opgelegd dat Deltares een marktconform tarief aan zijn commerciële opdrachtgevers op basis van het kostentoerekeningssysteem doorberekent (artikel 12, tweede lid, onder b). Vanzelfsprekend betekent deze verplichting niet dat Deltares geen winstopslag in de prijs mag opnemen, die zij berekent aan commerciële opdrachtgevers. De verplichting strekt niet verder dan dat Deltares niet onder een marktconforme prijs commerciële opdrachten mag uitvoeren.
Als sluitstuk is het verbod op kruissubsidiëring opgenomen: de verstrekte subsidie mag op geen enkele wijze worden aangewend ter gehele of gedeeltelijke financiering op welke wijze dan ook van commerciële activiteiten (artikel 12, tweede lid, onder e).
In het algemeen gedeelte van de toelichting is uitvoerig de hoogte van de subsidie en de procedure tot subsidieverstrekking toegelicht. De artikelen die deze onderwerpen reguleren, behoeven geen nadere toelichting meer. Hiervoor wordt verwezen naar de desbetreffende paragrafen van het algemeen deel van de toelichting. In dit gedeelte van de toelichting komen de overige artikelen aan bod.
In artikel 2 van onderhavige subsidieregeling wordt het doel van de subsidieverstrekking omschreven. Het tweede lid geeft een opsomming van de kennisgebieden waarop het door Deltares te verrichten onderzoek zich richt. In paragraaf 1 is reeds vermeld dat Deltares voortkomt uit verschillende diensten die werkzaam waren op de in artikel 2, tweede lid, van onderhavige regeling opgesomde kennisgebieden. Door samenvoeging ontstaat er een nieuw en uniek instituut dat het gehele palet van kennisgebieden bestrijkt.
In twee artikelen van onderhavige subsidieregeling worden nadere voorwaarden aan de subsidieverlening gesteld. Het gaat om de artikelen 4 en 11. Ingevolge artikel 4 is de subsidieverstrekking onderhevig aan een subsidieplafond. Voor 2008 is dit plafond vastgesteld op een bedrag van € 36.200.000,00. Voor de jaren na 2008 bepaalt de Minister jaarlijks het subsidieplafond. Uiterlijk vóór 1 september voorafgaande aan het boekjaar waarvoor het subsidieplafond wordt vastgesteld, wordt dit bekendgemaakt middels een publicatie in de Staatscourant. In verband met de jaarlijkse begrotingsvaststelling door de Ministerraad kan het subsidieplafond niet eerder worden vastgesteld. Teneinde toch Deltares enig inzicht te bieden in de vraag hoeveel geld ter beschikking wordt gesteld aan subsidie, wordt in het programma van eisen een inschatting van het maximale bedrag per onderzoeksprogramma opgenomen. Aan deze inschatting kan Deltares echter geen rechten ontlenen.
Artikel 8 maakt inzichtelijk wat onder subsidiabele kosten wordt verstaan. Hoofdregel is dat alleen de integrale kostprijs uit de gewone bedrijfsvoering voor subsidiëring in aanmerking komt. Een onderdeel van de integrale kosten zijn de kosten voor uitbesteed werk en inkoop van kennis. Het tweede lid geeft een opsomming van deze kosten die niet een limitatief karakter heeft. Er kunnen dus ook andere kosten worden gesubsidieerd die niet in het tweede lid zijn opgesomd. Een kostenpost behoeft hier nadrukkelijke vermelding. Tot de integrale kostprijs uit de gewone bedrijfsvoering wordt onder meer gerekend de kosten inzake BTW voor zover van toepassing. Niet is uit te sluiten dat delen van de gesubsidieerde activiteiten van Deltares BTW-plichtig zijn. Indien dit het geval is, komen deze kosten voor subsidiëring in aanmerking.
In het derde lid wordt aangegeven welke kosten zeker niet tot gewone bedrijfsvoering behoren. Deze kosten worden niet gesubsidieerd.
In artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een niet limitatieve opsomming van de algemeen geldende gronden om een subsidieaanvraag te weigeren opgesomd. Met name de weigeringsgrond van het eerste lid, onder b, is van belang: er is gegronde twijfel dat de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Zo kan de subsidieverlening worden geweigerd indien Deltares de verplichtingen uit de Algemene wet bestuursrecht maar ook op grond van onderhavige subsidieregeling niet nakomt.
Naast deze wettelijke weigeringsgronden zijn in onderhavige subsidieregeling ook een aantal aanvullende gronden opgenomen. In het eerste lid van artikel 10 is een discretionaire bevoegdheid opgenomen tot het geheel of gedeeltelijk weigeren van de aanvraag tot subsidieverlening. De Minister kan een subsidieverlening weigeren indien de aanvraag niet overeenstemt met het programma van eisen. Met het door Deltares geformuleerde project of product wordt bijvoorbeeld de in het programma van eisen gestelde vraag niet of niet adequaat genoegzaam beantwoord. Indien de aanvraag tot subsidieverlening niet voldoet aan de eisen die in artikel 6 zijn opgesomd, kan de aanvraag worden afgewezen. Ook kan een weigeringsgrond zijn dat de geraamde integrale kostprijs van een project zonder deugdelijke motivering hoger is ten opzichte van de indicatie van het beschikbare bedrag.
Eveneens kan de aanvraag tot subsidieverlening geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien de door Deltares opgevoerde integrale kostprijs niet redelijk of kostenposten worden opgevoerd die nadrukkelijk ingevolge artikel 8, derde lid, van onderhavige subsidieregeling zijn uitgezonderd.
Het oordeel dat de door Deltares aangegeven integrale kostprijs niet redelijk is, dient vanzelfsprekend van een draagkrachtige motivering te zijn onderbouwd.
Tot slot kan de aanvraag worden geweigerd indien in het verleden toepassing is gegeven aan de artikelen 4:48, 4:49 of 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht. Met deze weigeringsgrond kan een aanvraag tot subsidieverlening worden afgewezen indien in voorgaande jaren de beschikking tot subsidieverlening respectievelijk tot subsidievaststelling is gewijzigd of ingetrokken als gevolg van aan de subsidie-ontvanger toe te rekenen specifieke omstandigheden. Het bewust verstrekken van onjuiste gegevens is een van deze omstandigheden. Voor een uitvoerige beschrijving van deze gronden wordt verwezen naar voornoemde artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht.
Naast deze discretionaire weigeringsgronden is in artikel 10, tweede lid, van onderhavige subsidieregeling een imperatieve weigeringsgrond opgenomen. Indien de aanvraag tot subsidieverlening het subsidieplafond overschrijdt, moet de aanvraag gedeeltelijk worden geweigerd. Welk deel van de aanvraag (met andere woorden: welk project of product) wordt geweigerd, is ter beoordeling van de Minister.
Naast in artikel 4 worden ook in artikel 11 van onderhavige subsidieregeling voorwaarden opgesomd. De eerste voorwaarde ziet op een begrotingsvoorbehoud. Artikel 4:34 van de Algemene wet bestuursrecht maakt het mogelijk een dergelijk voorbehoud op te nemen in onderhavige subsidieregeling, nu de subsidieverlening aan Deltares ten laste gaat van de op dat moment nog niet vastgestelde begroting van Verkeer en Waterstaat respectievelijk de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In artikel 4:34 van de Algemene wet bestuursrecht worden regels gesteld omtrent de wijze van inroeping van dit voorbehoud.
De tweede voorwaarde die in artikel 11 van onderhavige subsidieregeling aan de subsidieverlening wordt gesteld, verplicht Deltares tot medewerking aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitvoering van deze subsidie. Artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht maakt het mogelijk dat een overeenkomst met de subsidie-ontvanger kan worden gesloten ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening. Het is de bedoeling in de overeenkomst Deltares te verplichten om daadwerkelijk het onderzoek te verrichten waarvoor zij subsidie ontvangt.
Naast in titel 4.2 en met name afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht worden verplichtingen aan Deltares in de artikelen 12 en 13 opgelegd. Artikel 12 ziet op algemene verplichtingen. De in het eerste lid opgesomde verplichtingen spreken voor zich en behoeven geen toelichting. De verplichting op grond van het tweede lid zijn reeds uitvoerig toegelicht in paragraaf 3 van het algemeen gedeelte van de toelichting.
Artikel 13 verplicht tot het openbaar maken van het resultaat van de gesubsidieerde activiteiten. Alle resultaten van gesubsidieerde projecten en producten behoren tot het publieke domein, mitsdien moeten deze resultaten voor een ieder gratis en permanent toegankelijk zijn. Deze verplichting vloeit uit de Europese regels inzake het verbod op staatsteun voort. Voor het openbaar maken van het resultaat van het gesubsidieerd onderzoek heeft Deltares zorg te dragen. Wel kan Deltares verlangen dat diegene die de resultaten van de projecten tot zich wil nemen, de kosten van het openbaar maken vergoedt.
Op grond van artikel 14 van onderhavige subsidieregeling kan aan Deltares op aanvraag een voorschot op de subsidieverlening worden verstrekt. In afdeling 4.2.7 van de Algemene wet bestuursrecht worden specifieke regels gesteld met betrekking tot voorschotverlening. Deze regels zijn van toepassing op eventuele voorschotverlening aan Deltares. Het voorschot bedraagt ten hoogste in totaal 90% van het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde maximale bedrag.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J.C. Huizinga-Heringa
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2008-1-p34-SC83690.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.