Aanwijzing marktordening gezondheidszorg, inzake overschrijding financiële ruimte ziekenhuizen in 2007

Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 mei 2007, nr. MC-U-2770876, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake overschrijding financiële ruimte ziekenhuizen in 2007

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (brieven van 5 april 2007, kenmerk MC-U-2759365 en MC-2758866);

Besluit:

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op algemene ziekenhuizen, academische ziekenhuizen, epilepsie-inrichtingen en revalidatie instellingen. Ter uitvoering van dit besluit stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast voor de in de eerste volzin bedoelde organen.

Artikel 2

Deze beleidsregel verstaat onder:

a. Algemene ziekenhuizen: instellingen voor medisch-specialistische zorg die ultimo 2005 in het bezit waren van een WZV-vergunning als ziekenhuis;

b. Academische ziekenhuizen: instellingen voor medisch-specialistische zorg als omschreven in artikel 1.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en die ultimo 2005 in het bezit waren van een WZV vergunning als ziekenhuis;

c. Epilepsie-inrichtingen: instellingen voor medisch-specialistische zorg die ultimo 2005 in het bezit waren van een WZV vergunning als epilepsiecentrum;

d. Instellingen voor revalidatie: als revalidatie-instellingen worden uitsluitend die inrichtingen aangemerkt waar de personele en materiële faciliteiten bestaan voor multidisciplinaire revalidatie (waaronder mede begrepen inrichtingen voor revalidatiedagbehandeling).

Artikel 3

1. Aan de in artikel 1 bedoelde instellingen wordt een structureel kortingsbedrag van € 145,5 mln. opgelegd.

2. Voor de verdeling van het bedrag van € 145,5 mln. over de sector algemene ziekenhuizen, epilepsie-inrichtingen en instellingen voor revalidatie respectievelijk de sector academische ziekenhuizen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de verdelingsgrondslag die is gebruikt ten behoeve van de verdeling van de oorspronkelijke macrokorting uit hoofde van het prestatiecontract ziekenhuizen respectievelijk convenant UMC’s, eerder opgelegd met mijn aanwijzing aan het College tarieven gezondheidszorg van 12 april 2005, kenmerk MC/MO-2576252.

3. In aanvulling op vorig lid dient de NZa in haar beleidsregel te streven naar gelijkschakeling tussen algemene ziekenhuizen en academische ziekenhuizen in de behandeling van de psychiatrische afdelingen in algemene ziekenhuizen (PAAZ’en) en psychiatrische universiteitsklinieken (PUK’en) in de verdelingsgrondslag.

Artikel 4

Voor de verdeling van het in artikel 3 vermelde kortingsbedrag over de individuele instellingen binnen de sector algemene ziekenhuizen, epilepsie-inrichtingen en instellingen voor revalidatie respectievelijk binnen de sector academische ziekenhuizen en de wijze waarop dit in de budgetten wordt verwerkt, wordt zoveel als mogelijk aangesloten bij de volgende uitgangspunten en uitvoering:

1. Bij de algemene ziekenhuizen, epilepsie-inrichtingen en instellingen voor revalidatie wordt als verdeelsleutel gehanteerd het aandeel van de individuele instelling in het macrobudget op een door de NZa nader vast te stellen peildatum, geschoond voor kapitaallasten en loonkosten medisch specialisten/agio’s.

2. Bij de algemene ziekenhuizen en de instellingen voor revalidatie wordt het kortingsbedrag per individuele instelling verhoogd of verlaagd op basis van een indicator die als maatstaf voor doelmatigheid is vastgesteld. Daartoe worden dezelfde differentiatie-indicatoren als de afgelopen twee jaren gehanteerd, zij het met geactualiseerde waarden.

3. Bij de academische ziekenhuizen gebeurt de toedeling door ieder academisch ziekenhuis naar evenredigheid een korting op te leggen op de zorgbudgetten. Voor de toedeling van de korting wordt als grondslag genomen de betreffende budgetstanden op een door de NZa nader vast te stellen peildatum.

Artikel 5

1. Het kortingsbedrag wordt gekort als nominaal bedrag.

2. Dit nominale kortingsbedrag is onderhevig aan nominale aanpassingen (indexering). De eerste nominale aanpassing vindt plaats over het jaar 2007.

Artikel 6

Deze aanwijzing treedt terstond in werking en werkt terug tot 1 januari 2007.

Op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan de NZa binnen zes weken na de dag waarop het aangevallen besluit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Een dergelijk bezwaarschrift dient te worden geadresseerd aan de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van VWS.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Toelichting

Deze aanwijzing aan het Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) strekt ertoe om een macrokorting van structureel € 145,5 miljoen vanaf 1 januari 2007 te realiseren.

Bij brieven van 6 oktober 2006 met de kenmerken MC-2718282 en MC/MO-2718285 zijn de Eerste en Tweede Kamer geïnformeerd over een voorgenomen kortingsmaatregel ten aanzien van algemene ziekenhuizen, academische ziekenhuizen, epilepsie-inrichtingen en instellingen voor revalidatie. De reden van de voorgenomen maatregel was dat er een overschrijding geconstateerd werd ten opzichte van de voor de periode 2005 tot en met 2007 beschikbare financiële ruimte. In de Rijksbegroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor 2007, Tweede Kamer 2006–2007, 30 800 XVI, nr. 2 (pag. 63) is opgenomen dat er sprake is van een overschrijding van het beschikbare macrokader van € 192 miljoen in 2006 die naar verwachting in 2007 zal oplopen tot € 291 miljoen. Om overschrijding van het collectieve uitgavenniveau te voorkomen had mijn ambtsvoorganger de procedure in gang gezet om te komen tot een macrokorting bij de ziekenhuizen. Aan deze voorgenomen kortingsmaatregel is tot op heden echter geen gevolg gegeven.

De reden is dat de NVZ vereniging van ziekenhuizen (NVZ) (en een tiental individuele ziekenhuizen) een beroepsprocedure had aangespannen tegen de voorgenomen kortingsmaatregel. De NVZ voerde aan dat haar inziens in strijd werd gehandeld met het door de minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), NVZ en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) gezamenlijk gesloten prestatiecontract doordat de consequenties van de overschrijding met een macrokortingsmaatregel voor 2007 eenzijdig bij de ziekenhuizen werd neergelegd.

In 2004 hebben de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de NVZ vereniging van ziekenhuizen (NVZ) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) een prestatiecontract (het Prestatiecontract) gesloten. Die afspraken tussen NVZ, ZN en VWS zijn vastgelegd in het document ‘Groei door doelmatigheid, prestatiecontract 2004-2007’ d.d. 6 juli 2004. Op grond van het Prestatiecontract is het de bedoeling dat, naast de voor productietoename beschikbare middelen, de door de ziekenhuizen te behalen doelmatigheidswinst een bijdrage levert aan de financiering van de stijging van de zorguitgaven.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter, vide zijn uitspraak op 20 november 2006 LJN: AZ2644, KG06/1179, kan de overschrijding van de zorguitgaven voor 2007 niet volledig worden afgewenteld op de ziekenhuizen. Partijen bij het prestatiecontract zullen moeten dooronderhandelen om een oplossing voor de overschrijding 2007 te vinden aldus de rechter. Daarbij lag het volgens de voorzieningenrechter voor de hand dat gestreefd werd naar een evenwichtige verdeling van de pijn waarbij rekening gehouden werd met de oplossingen van budgetoverschrijdingen in de al verstreken jaren dat het prestatiecontract tussen partijen van kracht was.

a) Totale kortingsbedrag

De huidige overschrijding van € 291 miljoen in 2007 is gebaseerd op de over 2005 en 2006 geconstateerde kostenontwikkeling en voortzetting daarvan in 2007. Partijen, VWS, NVZ en ZN, hebben een oplossing gevonden voor de problematiek van de overschrijding van € 291 miljoen vanaf 2007. Kern van de overeenkomst is dat de ziekenhuizen voor de helft bijdragen aan de oplossing van de problematiek doordat zij een structurele korting opgelegd krijgen van € 145,5 miljoen vanaf 1 januari 2007. De tussen VWS, NVZ en ZN gemaakte afspraken zijn schriftelijk vastgelegd.

Met de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) was geen Prestatiecontract, maar een separaat Bezuinigingsconvenant gesloten. Op verzoek van de NFU zijn binnen de kaders van dit convenant nog andere maatregelen dan een budgetkorting verkend. Dit heeft echter niet geleid tot een door VWS, NFU en ZN gedragen alternatief.

Met deze korting zijn de overschrijdingen uit de jaren 2005, 2006 en 2007 (respectievelijk € 234 miljoen, € 192 miljoen, € 291 miljoen) en de structurele doorwerking van € 291 miljoen geredresseerd. Over overschrijdingen boven deze bedragen in de genoemde periode én de mogelijke structurele doorwerking daarvan, worden in een later stadium afspraken gemaakt.

b) Verdeling van het macrokortingsbedrag tussen de sectoren

Voor de verdeling van het bedrag van € 145,5 miljoen vanaf 1 januari 2007 over de sector algemene ziekenhuizen, epilepsie-inrichtingen en revalidatie instellingen respectievelijk de sector academische ziekenhuizen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de verdelingsgrondslag die is gebruikt ten behoeve van de verdeling van de oorspronkelijke macrokorting uit hoofde van het prestatiecontract ziekenhuizen respectievelijk convenant UMC’s, eerder opgelegd met mijn aanwijzing aan het College tarieven gezondheidszorg van 12 april 2005, kenmerk MC/MO 2576252. Wel verzoek ik de NZa te bezien of een beperkte technische wijziging kan worden doorgevoerd ten aanzien van de gelijkschakeling tussen algemene ziekenhuizen en academische ziekenhuizen in de behandeling van de psychiatrische afdelingen in algemene ziekenhuizen (PAAZ’en) en psychiatrische universiteitsklinieken (PUK’en) in de verdelingsgrondslag.

c) Toedeling van het kortingsbedrag per sector naar het niveau van de individuele instelling

De toedeling van het kortingsbedrag per sector naar het niveau van de individuele instelling dient als volgt te geschieden.

Voor de verdeling van het kortingbedrag over de individuele instellingen binnen de sector algemene ziekenhuizen, epilepsie-inrichtingen en instellingen voor revalidatie respectievelijk binnen de sector academische ziekenhuizen en de wijze waarop dit in de budgetten wordt verwerkt, wordt nader overleg gevoerd tussen partijen. Daarbij zal zoveel als mogelijk worden aangesloten bij de uitgangspunten en uitvoering die zijn gebruikt ten behoeve van de verdeling van het oorspronkelijke kortingsbedrag per sector uit hoofde van het prestatiecontract ziekenhuizen respectievelijk convenant UMC’s, te weten:

– Bij de sector algemene ziekenhuizen, epilepsie-inrichtingen en instellingen voor revalidatie wordt voor de toedeling van de kortingsbedragen naar de individuele instellingen één en dezelfde verdeelsleutel gehanteerd, te weten het aandeel van de individuele instelling in het macrobudget op een door de NZa nader vast te stellen peildatum, geschoond voor kapitaallasten en loonkosten medisch specialisten/agio’s. Bij de algemene ziekenhuizen en de instellingen voor revalidatie wordt het kortingsbedrag per individuele instelling verhoogd of verlaagd op basis van een indicator die als maatstaf voor doelmatigheid is vastgesteld. Daartoe worden dezelfde differentiatie-indicatoren als de afgelopen twee jaren gehanteerd, zij het met geactualiseerde waarden.

– Bij de universitair medische centra geschiedt de toedeling van de kortingsbedragen naar de individuele instellingen door ieder universitair medisch centrum naar evenredigheid een korting op te leggen op de zorgbudgetten. Voor de toedeling van de korting wordt als grondslag genomen de betreffende budgetstanden op een door de NZa nader vast te stellen peildatum.

d) Indexering

De kortingsbedragen worden verwerkt als nominale bedragen en zijn onderhevig aan nominale aanpassingen (indexering). De eerste nominale aanpassing vindt plaats over het jaar 2007

De Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn bij brieven van 5 april 2007, kenmerk MC-U-2759365 en MC-2758866, van de zakelijke inhoud van deze beleidsregel op de hoogte gebracht. De NZa heeft een afschrift van deze brieven ontvangen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven