Ontheffing luchtvervoersvergunning
Stichting Exploitatie Catalina PH-PBY
30 april 2007
LOB/07.550543
Aan de Stichting Exploitatie Catalina PH-PBY (de organisatie) wordt op
grond van artikel 16d, eerste lid, Luchtvaartwet ontheffing verleend van de
algemene bepaling dat men voor het doen plaatsvinden van luchtvervoer een
luchtvaartmaatschappij dient te zijn waaraan een vervoersvergunning is verleend.
Zulks voor het doen plaatsvinden van niet-commercieel vervoer onder de Regeling
houdende regels inzake historische luchtvaart, overeenkomstig het bepaalde
in bijgevoegde bijlage.
De ontheffing is geldig van 1 april 2007 tot 1 april 2009.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,namens deze,
de
hoofdinspecteur Toezichteenheid Luchtvaart Operationele Bedrijven,
J.W.M.
van Lieshout.
Bijlage
De ontheffing wordt afgegeven onder de volgende voorwaarden:
1.a. Aan de organisatie wordt uitsluitend ontheffing verleend voor het
niet-commercieel vervoer van personen met luchtvaartuigen van historische
waarde, onder de bepalingen van de Regeling houdende regels inzake historische
luchtvaart;
1.b. De te gebruiken luchtvaartuigen dienen te zijn ingeschreven in het
Nederlandse luchtvaartuigenregister;
1.c. De organisatie dient houder te zijn van de te gebruiken luchtvaartuigen.
2.a. Het vervoer is beperkt tot de besloten kring van de organisatie,
zijnde personen die direct of indirect zijn betrokken bij de instandhouding
van de in artikel 1 genoemde luchtvaartuigen van historische waarde;
2.b. Uitsluitend vervoerskosten en kosten van het trainen van de bemanning
worden doorberekend;
2.c. Op verzoek van de Inspectie Verkeer en Waterstaat toont de organisatie
aan dat wordt voldaan aan het gestelde onder a en b, in het bijzonder door
het overleggen van registraties omtrent het gepleegde vervoer en het overleggen
van een financieel jaarverslag.
3.a. Bij niet-commercieel vervoer wordt niet in concurrentie getreden
met het commercieel vervoer binnen de Europese Unie;
3.b. De organisatie mag geen vervoersovereenkomsten sluiten of aan het
publiek vervoer tegen vergoeding aanbieden, direct noch indirect.
4.a. De organisatie dient adequaat verzekerd te zijn tegen aansprakelijkheid
met betrekking tot de vervoerde passagiers en goederen, alsmede tegen de aansprakelijkheid
voor schade veroorzaakt aan derden, overeenkomstig hetgeen bij en krachtens
verslag daarover is bepaald;
4.b. Het minimum te verzekeren bedrag voldoet aan de verordening (EG)
nr. 785/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende
de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en exploitanten van luchtvaartuigen.
5.a. Bij het niet voldoen aan bovenstaande voorwaarden, kan de ontheffing
met onmiddellijke ingang worden ingetrokken. Enige wijziging in de omstandigheden,
betrekking hebbend op de voorwaarden, dient onverwijld te worden gemeld aan
de Inspectie Verkeer en Waterstaat en maakt onderhavige ontheffing ongeldig;
5.b. Deze beschikking geldt nadrukkelijk niet als een bewijs luchtvaartexploitant,
zijnde een door de bevoegde autoriteit afgegeven document waarin wordt verklaard
dat de betrokken luchtvaartexploitant beschikt over de beroepsbekwaamheid
en organisatie om luchtvaartuigen veilig te exploiteren voor de in dat bewijs
gespecificeerde luchtvaartactiviteiten.