Regeling ckv-bonnen voortgezet onderwijs

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 1 mei 2007, nr. DK/CS/2007/15198, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van ckv-bonnen, CJP/ckv-passen en ckv-docentenpassen voor het voortgezet onderwijs (Regeling ckv-bonnen voortgezet onderwijs)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelend in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 2 van de Wet overige OCenW-subsidies en artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

In deze regeling wordt verstaan onder:

1. Minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

2. school: school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, alsmede een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs voor wat betreft het daarin verzorgde voorbereidend beroepsonderwijs;

3. culturele activiteiten: activiteiten waarmee culturele en kunstzinnige vorming in brede zin wordt beoogd;

4. ckv: culturele en kunstzinnige vorming;

5. kcv: klassieke en culturele vorming;

6. ckv-bonnen: bonnen met een geldwaarde waarmee culturele activiteiten kunnen worden bekostigd;

7. CJP/ckv-pas: op naam gestelde pas waarmee een leerling zich moet identificeren bij het gebruik van één of meer ckv-bonnen en waarmee korting op de toegangsprijs voor culturele activiteiten kan worden verkregen;

8. ckv-docentenpas: een op naam gestelde pas waarmee een leraar van een school zich moet identificeren bij het gebruik van één of meerdere ckv-bonnen en waarmee korting op de toegangsprijs voor culturele activiteiten kan worden verkregen;

9. CJP: stichting cultureel jongerenpaspoort, gevestigd te Amsterdam;

10. CKV-acceptant: culturele organisatie of individuele kunstenaar die voor de uitvoering van culturele activiteiten betaald kan worden met ckv-bonnen;

11. nevenvestiging: een nevenvestiging als bedoeld in artikel 19 van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 2

Doelomschrijving en verstrekking door CJP

1. De Minister verstrekt subsidie aan het bevoegd gezag van een school in de vorm van ckv-bonnen, CJP/ckv-passen en ckv-docentenpassen om te bevorderen dat leerlingen en leraren culturele activiteiten ondernemen.

2. CJP verstrekt de ckv-bonnen, de CJP/ckv-passen en de ckv-docentenpassen namens de Minister op aanvraag aan het bevoegd gezag van een school.

Artikel 3

Hoogte subsidiebedrag

1. De Minister stelt per leerjaar aan het bevoegd gezag van een school voor elke leerling in het praktijkonderwijs en in het voortgezet speciaal onderwijs, die bij de aanvang van het schooljaar (1 augustus) de leeftijd van 16 jaar nog niet heeft bereikt, alsmede voor elke leerling in de eerste twee leerjaren van het vbo/mavo of het havo/vwo een pakket ckv-bonnen ter waarde van € 5,70 per leerling beschikbaar.

2. De Minister stelt éénmalig aan het bevoegd gezag van een school voor elke leerling in het praktijkonderwijs en in het voortgezet speciaal onderwijs, die bij de aanvang van het schooljaar (1 augustus) de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, alsmede voor elke leerling in het derde leerjaar van het vbo/mavo en elke leerling in het vierde leerjaar van het havo/vwo een pakket ckv-bonnen op naam van de desbetreffende leerling ter waarde van € 22,50, inclusief een CJP/ckv-pas ter beschikking.

3. Het totale aan de school toegekende bedrag, vastgesteld op basis van het gestelde in het eerste lid, wordt, per school en per nevenvestiging van de school, voor zover de nevenvestiging onderwijs verzorgt voor leerlingen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, verhoogd met € 45 in de vorm van twee pakketten ckv-bonnen, inclusief twee ckv-docentenpassen, bestemd voor de leraren van de school.

4. Het totale aan de school toegekende bedrag, vastgesteld op basis van het gestelde in het tweede lid, wordt per school en per nevenvestiging van de school, voor zover de nevenvestiging onderwijs verzorgt voor leerlingen als bedoeld in het tweede lid en per leerniveau (vmbo, havo en vwo), verhoogd met € 90 in de vorm van vier pakketten ckv-bonnen inclusief vier ckv-docentenpassen.

5. De peildatum voor het vaststellen van het aantal leerlingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, is 1 oktober voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvraag van toepassing is.

Artikel 4

Aanvraag door de scholen

1. De Minister stelt elk jaar voor de maand mei, na overleg met CJP, het Reglement scholen vast, waarin in elk geval is vastgelegd hoe de verschillende ckv-bonnen, de CJP/ckv-passen en de ckv-docentenpassen moeten worden aangevraagd en hoe, tot wanneer en door wie de verschillende ckv-bonnen, de CJP/ckv-passen en de ckv-docentenpassen kunnen worden gebruikt.

2. CJP zendt het Reglement scholen, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, elk jaar in de maand mei aan de bevoegde gezagsorganen van scholen. Daarnaast wordt het Reglement scholen op de website van CJP geplaatst.

Artikel 5

Deelname van culturele organisaties en individuele kunstenaars

1. De Minister stelt elk jaar voor de maand augustus, na overleg met CJP, het Reglement culturele organisaties en individuele kunstenaars vast, waarin in elk geval is vastgelegd hoe culturele organisaties en individuele kunstenaars ckv-acceptant kunnen worden, aan welke criteria ze daarvoor moeten voldoen en hoe de uitbetaling van de tegenwaarde van de (pakketten) ckv-bonnen moet worden geregeld.

2. CJP zendt het Reglement culturele organisaties en individuele kunstenaars, als bedoeld in het eerste lid, elk jaar in de maand augustus aan de bij CJP bekende culturele organisaties en individuele kunstenaars. Daarnaast wordt het Reglement culturele organisaties en individuele kunstenaars op de website van CJP geplaatst.

3. CJP stelt namens de Minister op grond van het Reglement culturele organisaties en individuele kunstenaars een lijst vast met culturele organisaties en individuele kunstenaars waar de ckv-bonnen kunnen worden besteed. CJP draagt zorgt voor openbaarmaking van die lijst op de website van CJP. CJP beslist namens de Minister of culturele organisaties of individuele kunstenaars aan deze lijst worden toegevoegd onderscheidenlijk verwijderd.

4. CJP stelt namens de Minister een lijst met culturele koepelorganisaties vast. CJP beslist namens de Minister of culturele koepelorganisaties aan deze lijst worden toegevoegd onderscheidenlijk verwijderd.

Artikel 6

Medewerking aan onderzoek

Het bevoegd gezag van de school verstrekt desgevraagd aan de Minister en aan CJP gegevens die noodzakelijk worden geacht voor te verrichten onderzoek naar doeltreffendheid en effecten van deze regeling.

Artikel 7

Begrotingsvoorbehoud

De meerjarige verstrekking van ckv-bonnen vindt plaats onder het voorbehoud van goedkeuring van de begrotingswetgever.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 7 mei 2006.

Artikel 9

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling ckv-bonnen voortgezet onderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H.A. Plasterk.

Toelichting

De ckv-bonnen, de CJP/ckv passen en de ckv-docentenpassen worden namens de Minister vertrekt door de stichting CJP op basis van een overeenkomst tussen de Staat der Nederlanden en de stichting CJP van 1 juli 1999 (‘Overeenkomst 1999’). Deze overeenkomst is verlengd en gewijzigd in 2002 (‘verlenging 2002’) en thans geldig tot 30 september 2007. Deze verstrekking vond tot en met het schooljaar 2005–2006 plaats op grond van de Regeling cultuurvouchers voortgezet onderwijs 2002 die echter met ingang van 7 mei 2006 is vervallen.

De verstrekking van de ckv-bonnen, de CJP/ckv passen en de ckv-docentenpassen dient echter ook voor het schooljaar 2006–2007 en volgende schooljaren plaats te vinden. Met deze regeling wordt hierin voorzien. Deze regeling werkt terug tot en met 7 mei 2006 en is voor het eerst van toepassing ten behoeve van het schooljaar 2006–2007.

Administratieve lasten

OCW voorziet geen toename in de administratieve lasten voor scholen en culturele instellingen, omdat de Regeling ckv-bonnen voortgezet onderwijs geen informatievoorziening van scholen en culturele instellingen verlangt, anders dan die ook werd gevraagd in het kader van de Regeling cultuurvouchers voortgezet onderwijs 2002.

Artikelsgewijs

Artikel 3

Het bevoegd gezag van een school ontvangt éénmalig voor elke leerling in de onderbouw van het voortgezet onderwijs (de eerse twee leerjaren van vbo/mavo en havo/vwo) en voor elke leerling in het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs tot 16 jaar een pakket ckv-bonnen ter waarde van € 5,70. Voor elke leerling in de bovenbouw van vbo/mavo of havo/vwo en voor elke leerling in het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs vanaf 16 jaar ontvangt het bevoegd gezag een op naam gesteld pakket ckv-bonnen ter waarde van € 22,50 inclusief een CJP/ckv-pas. In aanvulling hierop worden ook voor de leraren op naam gestelde pakketten met ckv-bonnen, inclusief ckv-docentenpassen verstrekt.

Artikel 4

In het Reglement scholen worden in elk geval de aanvraagprocedure voor en het gebruik van de ckv-bonnen, de cjp/ckv-passen en de ckv-docentenpassen geregeld.

Artikel 5

In het Reglement culturele organisaties en individuele kunstenaars worden de aanvraagprocedure om ckv-acceptant te worden en de wijze waarop een door het CJP namens de Minister vastgestelde uitbetaling van de tegenwaarde van de ckv-bonnen kan worden geregeld, toegelicht. In het Reglement wordt verwezen naar een lijst van culturele koepelorganisaties, waar culturele organisaties of individuele kunstenaars lid van kunnen zijn. Het lidmaatschap van een culturele koepelorganisatie voorkomend op deze lijst kan een voorwaarde zijn om ckv-acceptant te mogen worden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Naar boven