Tijdelijke beleidsregel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake verlening van toestemming voor het experimenteel examenprogramma landbouw-breed

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 mei 2007, nr. TRCJZ/2007/1600, houdende Tijdelijke beleidsregel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake verlening van toestemming voor het experimenteel examenprogramma landbouw-breed

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 25 en 29, zesde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

school: school of scholengemeenschap met een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 10c, onderdeel d;

AOC: agrarisch opleidingscentrum, bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

landelijk stimuleringstraject: geheel van ondersteunende activiteiten, uitgevoerd door scholen en AOC’s, ter ondersteuning van de doelen genoemd in artikel 2;

experimenteel examenprogramma landbouw-breed: ‘0’-versie van het geglobaliseerde intrasectorale examenprogramma landbouw-breed, opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 2

1. De Minister kan op grond van de artikelen 25 en 29, zesde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs op aanvraag van het bevoegd gezag van een school of een AOC toestemming verlenen om af te wijken van de voorschriften, bedoeld in de artikelen 25 en 29 van die wet, teneinde het experimenteel examenprogramma landbouw-breed aan te bieden, voor zover dit bijdraagt aan de ontwikkeling van competentiegericht voorbereidend beroepsonderwijs op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving en de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen tussen het voorbereidend beroepsonderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving.

2. Indien de Minister de toestemming, bedoeld in het eerste lid, verleent aan een school, geldt die toestemming slechts ten aanzien van de in deze school aanwezige afdeling landbouw en natuurlijke omgeving.

Artikel 3

1. De aanvraag, genoemd in artikel 2, wordt uiterlijk op 11 juni 2007 ingediend.

2. De aanvraag vermeldt voor welk deel van de leerlingen, die met ingang van schooljaar 2007–2008 beginnen met leerjaar 3 van het voorbereidend beroepsonderwijs, de school of het AOC voornemens is het examen in te richten op basis van het experimenteel examenprogramma landbouw-breed.

Artikel 4

1. De toestemming, bedoeld in artikel 2, wordt slechts verleend indien het uitvoeren van het experimenteel examenprogramma landbouw-breed door de aanvragende school of het AOC een bijdrage levert aan de doelen, genoemd in artikel 2.

2. De Minister kan bij de beoordeling van de aanvraag bevindingen van de onderwijsinspectie in aanmerking nemen.

Artikel 5

1. De Minister beslist voor 30 juni 2007 op een aanvraag als bedoeld in artikel 2.

2. De Minister kan in de beschikking aanvullende verplichtingen opnemen.

Artikel 6

De school of het AOC, ten aanzien waarvan de Minister de in artikel 2 bedoelde toestemming verleent, is verplicht:

a. het examen van alle of, in voorkomend geval, van een in de beschikking, bedoeld in artikel 5, aan te duiden deel van de per 1 augustus 2007 toe te laten leerlingen, in te richten op basis van het experimenteel examenprogramma landbouw-breed;

b. deel te nemen aan het landelijk stimuleringstraject, en

c. gegevens beschikbaar te stellen voor evaluatie van deze beleidsregel en voor de overdracht van resultaten van het experiment aan andere scholen en AOC’s.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst en vervalt per 1 augustus 2008.

Artikel 8

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd in de Centrale Bibliotheek van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De beleidsregel wordt aangehaald als ‘Tijdelijke beleidsregel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake verlening van toestemming voor het experimenteel examenprogramma landbouw-breed’.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Toelichting

Aard en doel van het experiment

In het groen onderwijs wordt sinds 2005 in het kader van het project ‘Het groene leertraject’ gewerkt aan de introductie van het competentiegericht onderwijs in het VMBO en aan de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen tussen het VMBO en het MBO.

Bij competentiegericht onderwijs staan de te ontwikkelen competenties centraal. Deze ontwikkeling is gerelateerd aan de ontwikkeling van competentiegericht onderwijs in het MBO en houdt derhalve verband met de ontwikkeling van de doorlopende leerlijnen naar het MBO, waarbij tevens wordt beoogd de doorstroom van het VMBO naar het MBO te verbeteren.

Om ruimte te bieden voor de ontwikkeling van competentiegericht VBO in de sector Landbouw en natuurlijke omgeving heeft de Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven (CEVO) in opdracht van het Ministerie van LNV een ‘0’-versie van het geglobaliseerde intrasectorale examenprogramma Landbouw-breed ontwikkeld. Dit programma wordt, voorafgaand aan mogelijke invoering, getest.

Op grond van artikel 25 van de Wet op het voortgezet onderwijs en het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo zijn de examenprogramma’s bij Ministeriële regeling vastgesteld. Deze beleidsregel maakt het mogelijk aan de AOC en scholen voor en met vbo-groen toestemming te verlenen om af te wijken van deze verplicht voorgeschreven examenprogramma’s om dit geglobaliseerde intrasectorale examenprogramma landbouwbreed aan te bieden. Scholen en AOC’s krijgen de ruimte ervaring op te doen met het aanbieden van het geglobaliseerde examenprogramma. De toestemming om af te wijken van het verplichte examenprogramma brengt geen wijzigingen met zich mee ten aanzien van de geldende eisen voor het centraal examen.

Uitgangspunten 0-versie geglobaliseerd examenprogramma landbouw-breed

De globalisering van dit examenprogramma is uitgevoerd overeenkomstig het model dat is gehanteerd voor de zgn. globalisering van de examenprogramma’s voor de overige, door het Ministerie van OCW bekostigde, afdelingen van het VMBO.

De exameneisen c.q. eindtermen zijn in het experimenteel examenprogramma globaler omschreven. Daardoor kunnen de scholen binnen de aangegeven onderwerpen in het schoolexamen meer keuzes maken. De scholen kunnen bovendien ‘eigen’ onderwerpen aan het programma toevoegen. Voor het centraal examen wordt de examenstof meer nauwkeurig omschreven in de syllabus, die in opdracht van LNV door de CEVO zal worden vastgesteld en gepubliceerd. Net als in alle andere examenprogramma’s zijn de vormvoorschriften voor het schoolexamen losgelaten (voor alle leerwegen). Tevens is de exameneenheid ‘integratieve opdracht’ als vormvoorschrift voor het centraal examen (voor de kaderberoepsgerichte leerweg) vervallen.

De geglobaliseerde examenprogramma’s voor de algemene vakken en de beroepsgerichte vakken van de overige, niet-groene afdelingen worden binnenkort door de Staatssecretaris van OCW, mede namens de Minister van LNV, bij ministeriële regeling vastgesteld. De bepalingen van die regeling gelden voor wat betreft de algemene vakken tevens voor het groen VMBO. De preambule bij deze publicatie geldt onverkort voor het experimenteel examenprogramma landbouw-breed.

Daarenboven is met het oog op het experimentele karakter in dit experimenteel examenprogramma is het examenonderdeel ‘Professionele vaardigheden’ vervangen door het examenonderdeel ‘competenties’. In dit examenonderdeel zijn de competenties opgenomen die zijn ontwikkeld in het project ‘Groene leertraject’. Bij de omschrijving van deze competenties is, zoveel mogelijk, aansluiting gezocht bij de standaard competenties die worden gehanteerd in de kwalificatiedossiers ten behoeve van het competentiegericht MBO (de zgn. SHL-competenties).

Aanvraag

De school of AOC mag het experimenteel examenprogramma na toestemming aanbieden aan alle leerlingen of aan een bepaald deel daarvan. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen de leerlingen in één of meer van de drie leerwegen en/of de leerlingen van een bepaalde locatie. Uit de aanvraag moet duidelijk blijken aan welk deel van de per 1 augustus 2007 tot het derde leerjaar toe te laten leerlingen de school of het AOC voornemens is het experimenteel examenprogramma aan te bieden.

Een aanvraag dient te worden verzonden naar de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, t.a.v. Directie Kennis, dhr. C.E. Loef MSc., Postbus 20401, 2500 EK te Den Haag.

Voorwaarden voor het experiment

Aan de toestemming voor uitvoering van het experimenteel examenprogramma zijn voorwaarden verbonden die zijn gericht op versterking van het experimentele karakter en op de verspreiding van de resultaten van dit experiment.

Ten eerste verplicht de school of het AOC zich deel te nemen aan een landelijk stimuleringstraject gericht op de onderwijskundige ontwikkelingen waarop deze beleidsregel ziet. Met de AOC-raad zijn afspraken gemaakt over een door de deelnemende scholen en AOC’s uit te voeren gezamenlijk stimuleringstraject. De experimenten worden ondersteund door een projectorganisatie van de participerende scholen en AOC’s, gecoördineerd door de AOC-raad.

Ten tweede verplicht de school of het AOC zich tot gegevenslevering met het oog op de evaluatie en de verspreiding van uitkomsten van het experiment.

De kwaliteit van de uitvoering van het experiment dient te worden gewaarborgd. In dat verband worden bevindingen van de onderwijsinspectie ten aanzien van de aanvragende school of het aanvragende AOC in aanmerking genomen. Deze bevindingen kunnen aanleiding zijn voor nadere voorwaarden in de beschikking.

Duur van de beschikking

De experimenten zijn van toepassing op leerlingen die met ingang van het schooljaar 2007–2008 beginnen met leerjaar 3 van het VBO-groen. De toestemming voor het experiment wordt in ieder geval voor deze generatie leerlingen verleend. Het betreft de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte en gemengde leerwegen.

Duur van de regeling

In het najaar van 2007 wordt tevens het afdelingsexamenprogramma landbouw geglobaliseerd. Op dat moment vindt nadere besluitvorming plaats over de verdere invoering van de beide geglobaliseerde examenprogramma’s. In dat verband is een wijziging van deze beleidsregel volgend jaar voorzien. Deze beleidsregel geldt derhalve tot 1 augustus 2008.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven