Tijdelijke Warenwetregeling kinderveiligheid aanstekers (beschikking 2006/502/EG) 2007

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 mei 2007, nr. VGP/PSL 2766214, houdende tijdelijke regels inzake de kinderveiligheid van aanstekers (Tijdelijke Warenwetregeling kinderveiligheid aanstekers (beschikking 2006/502/EG) 2007

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op:

– beschikking nr. 2006/502/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 mei 2006 waarbij de lidstaten worden verplicht maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat uitsluitend kinderveilige aanstekers op de markt worden gebracht en dat het op de markt brengen van ‘novelty lighters’ wordt verboden (PbEU L 198)

– beschikking nr. 2007/231/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 april 2007 (PbEU L 99) tot wijziging van Beschikking 2006/502/EG waarbij de lidstaten worden verplicht maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat uitsluitend kinderveilige aanstekers op de markt worden gebracht en dat het op de markt brengen van ‘novelty lighters’ wordt verboden;

– artikel 15, eerste lid, van de Warenwet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. beschikking 2006/502/EG: beschikking nr. 2006/502/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 mei 2006 waarbij de lidstaten worden verplicht maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat uitsluitend kinderveilige aanstekers op de markt worden gebracht en dat het op de markt brengen van ‘novelty lighters’ wordt verboden (PbEU L 198);

b. aansteker: aansteker, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van beschikking 2006/502/EG;

c. novelty lighter: aansteker, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van beschikking 2006/502/EG;

d. kinderveilige aansteker: aansteker, bedoeld in artikel 1, derde lid, van beschikking 2006/502/EG;

e. model wegwerpaansteker: aansteker, bedoeld in artikel 1, vierde lid, van beschikking 2006/502/EG;

f. kinderveiligheidstest: test, bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van beschikking 2006/502/EG;

g. producent: producent, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit algemene productveiligheid;

h. distributeur: distributeur, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van het Warenwetbesluit algemene productveiligheid

i. bevoegde autoriteit: de Voedsel en Waren Autoriteit.

Artikel 2

Het is verboden aanstekers op de markt te brengen of aan de consument te leveren anders dan met inachtneming van deze regeling.

Artikel 3

1. Novelty lighters en andere aanstekers dan kinderveilige aanstekers worden niet op de markt gebracht.

2. Novelty lighters en andere aanstekers dan kinderveilige aanstekers worden niet aan de consument geleverd.

3. Producenten brengen slechts aanstekers op de markt indien zij de handelingen verrichten en de documenten bewaren, voorleggen of afgeven aan de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van beschikking 2006/502/EG.

4. Distributeurs van aanstekers voldoen onverwijld aan een verzoek inzake het voorleggen van documentatie aan de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van beschikking 2006/502/EG.

5. Aanstekers waarvoor de producent en de distributeur de documentatie, bedoeld in het tweede en derde lid, niet binnen de door de bevoegde autoriteit vastgestelde termijn hebben voorgelegd, worden niet op de markt gebracht.

Artikel 4

De rapporten van een kinderveiligheidstest:

a. voldoen aan artikel 4, eerste lid, van beschikking 2006/502/EG; en

b. zijn opgesteld door keuringsdiensten, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van beschikking 2006/502/EG.

Artikel 5

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 11 mei 2007.

2. In afwijking van het eerste lid, treedt artikel 3, tweede lid, in werking met ingang van 11 maart 2008.

3. Deze regeling vervalt met ingang van 11 mei 2008.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke Warenwetregeling kinderveiligheid aanstekers (beschikking 2006/502/EG) 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Toelichting

Op 20 juli 2006 is gepubliceerd beschikking nr. 2006/502/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 mei 2006 waarbij de lidstaten worden verplicht maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat uitsluitend kinderveilige aanstekers op de markt worden gebracht en dat het op de markt brengen van ‘novelty lighters’ wordt verboden (PbEU L 198), verder te noemen: beschikking 2006/502/EG.

Van beschikking 2006/502/EG is op 11 mei 2006 kennisgegeven aan de lidstaten. Beschikking 2006/502/EG diende daarom krachtens artikel 6, eerste lid, van die beschikking uiterlijk 11 september 2006 te zijn omgezet in Nederlandse regelgeving. Aangezien die termijn zo kort was dat ter zake niet de totstandkoming van een algemene maatregel van bestuur kan worden afgewacht, is beschikking 2006/502/EG voorlopig krachtens artikel 15, eerste lid, van de Warenwet uitgevoerd bij de Tijdelijke Warenwetregeling kinderveiligheid aanstekers (beschikking 2006/502/EG). Deze tijdelijke regeling vervalt met ingang van 11 mei 2007.

Op 14 april 2007 is gepubliceerd beschikking nr. 2007/231/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 april 2007 (PbEU L 99) tot wijziging van Beschikking 2006/502/EG waarbij de lidstaten worden verplicht maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat uitsluitend kinderveilige aanstekers op de markt worden gebracht en dat het op de markt brengen van ‘novelty lighters’ wordt verboden, verder te noemen: beschikking 2007/231/EG.

Artikel 2 van beschikking 2007/231/EG bepaalt dat die beschikking uiterlijk 11 mei 2007 te zijn omgezet in Nederlandse regelgeving. Beschikking 2007/231/EG wijzigt beschikking 2006/502/EG op twee punten. Allereerst wordt de toepassing van beschikking 2006/502/EG verlengd tot en met 11 mei 2008. Daarnaast wordt de levering van niet-kinderveilige aanstekers en ‘novelty lighters’ aan de consument verboden met ingang van 11 maart 2008. Om tijdig aan de nieuwe bepalingen van beschikking 2006/502/EG gevolg te kunnen geven, is het noodzakelijk wederdom een nieuwe, op artikel 15, eerste lid, Warenwet gebaseerde tijdelijke regeling in het leven te roepen.

Deze spoedregeling zal zo spoedig mogelijk worden vervangen door regelgeving bij of krachtens het Warenwetbesluit algemene productveiligheid. In de toelichting bij die regelgeving zullen de door beschikking 2006/502/EG veroorzaakte administratieve lasten voor het bedrijfsleven worden gespecificeerd.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger.

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen enerzijds beschikking 2006/502/EG en beschikking 2007/231/EG en anderzijds deze spoedregeling.

Beschikking 2006/502/EG en Beschikking 2007/231/EG

Deze regeling

artikel 1, eerste tot en met zevende lid

artikel 1, onder b tot en met h

artikel 2

artikelen 2, 3, eerste en tweede lid, en 5, tweede en derde lid

artikel 3

artikel 3, derde tot en met vijfde lid

artikel 4

artikel 4

artikel 5

geen implementatie vereist

artikel 6, eerste en tweede lid

artikel 5

artikel 6, derde en vierde lid

geen implementatie vereist

artikel 7

geen implementatie vereist.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven