Wijziging Regeling ammoniak en veehouderij

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 24 april 2007, nr. BWL/2007037533, handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij

Gelet op artikel 1, eerste en derde lid, van de Wet ammoniak en veehouderij;

Besluit:

Artikel I

De Regeling ammoniak en veehouderij1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1 bij de Regeling ammoniak en veehouderij wordt vervangen door bijlage 1 bij deze regeling.

B

Bijlage 2 bij de Regeling ammoniak en veehouderij wordt vervangen door bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel A, terug tot en met 2 april 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 april 2007.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.

Bijlage 1 als bedoeld in artikel 2

Emissiefactoren voor de emissie vanuit het dierenverblijf, inclusief de emissie van de mest die in het dierenverblijf is opgeslagen
 

categorie

emissie in kg NH3 per dierplaats per jaar

HOOFDCATEGORIE A: RUNDVEE

A 1

diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar

 

A 1.1

grupstal met drijfmest, emitterend mestoppervlak van grup en kelder max. 1,2 m2 per koe (Groen Label BB 93.06.009)

4,3

A 1.2

loopstal met hellende vloer en giergoot of met roostervloer; beide met spoelsysteem (BWL 2001.28)

 

A 1.2.1

beweiden

7,5

A 1.2.2

permanent opstallen

8,6

A 1.3

loopstal met hellende vloer en giergoot; max. 3 m2 mestbesmeurd oppervlak per koe (Groen Label BB 93.03.003V1; BB 93.03.003/A 93.04.004V1; BB 93.03.003/B 93.04.005V1; BB 93.03.003/C 93.04.006V1; BB 93.03.003/D 94.06.020V1)

 

A 1.3.1

beweiden

7,5

A 1.3.2

permanent opstallen

8,6

A 1.4

loopstal met hellende vloer en spoelsysteem; max. 3,75 m2 mestbesmeurd oppervlak per koe (Groen Label BB 94.02.015V1)

 

A 1.4.1

beweiden

6,8

A 1.4.2

permanent opstallen

7,8

A 1.5

loopstal met sleufvloer en mestschuif (Groen Label BB 97.05.055)

 

A 1.5.1

beweiden

7,7

A 1.5.2

permanent opstallen

9,2

A 1.6

overige huisvestingssystemen

 

A 1.6.1

beweiden

9,5

A 1.6.2

permanent opstallen

11,0

A 2

diercategorie zoogkoeien ouder dan 2 jaar

5,3

A 3

diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar

3,9

A 4

diercategorie vleeskalveren tot 8 maanden

 

A 4.1

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie (BWL 2001.29; BWL 2007.04)

0,3

A 4.2

mechanisch geventileerde stal met een biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (BWL 2006.01)

0,75

A 4.3

overige huisvestingsystemen

2,5

A 5

diercategorie vleesstierkalveren tot 6 maanden

2,5

A 6

diercategorie vleesstieren en overig vleesvee van 6 tot 24 maanden

(roodvleesproductie)

7,2

A 7

diercategorie fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar

9,5

   

HOOFDCATEGORIE B: SCHAPEN

B 1

diercategorie schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg

(zie eindnoot 1en 2)

0,70

   

HOOFDCATEGORIE C: GEITEN

C 1

diercategorie geiten ouder dan 1 jaar

1,9

C 2

diercategorie opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar

0,8

C 3

diercategorie opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen

0,2

   

HOOFDCATEGORIE D: VARKENS

D 1

fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg (zie eindnoot 3)

 

D 1.1

diercategorie biggenopfok (gespeende biggen)

 

D 1.1.1

vlakke gecoate keldervloer met tandheugelschuifsysteem

(Groen Label BB 93.03.001V1)

 

D 1.1.1.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,18

D 1.1.1.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,23

D 1.1.2

spoelgotensysteem met dunne mest en gedeeltelijk roostervloer

(Groen Label BB 94.06.021V3; BB 94.06.021V1/A 97.01.049V1)

 

D 1.1.2.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,21

D 1.1.2.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,27

D 1.1.3

mestopvang in water in combinatie met een mestafvoersysteem

 

D 1.1.3.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2(BWL 2006.06)

0,13

D 1.1.3.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2 (BWL 2006.07)

0,16

D 1.1.4

ondiepe mestkelders met water- en mestkanaal

 

D 1.1.4.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2 (Groen Label BB 96.03.033V2)

0,26

D 1.1.4.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2 (BWL 2001.14)

0,33

D 1.1.5

halfrooster met verkleind mestoppervlak (max. 60% van het totale hokoppervlak bestaat uit een roostervloer)

 

D 1.1.5.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2 (BWL 2001.15)

0,34

D 1.1.5.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2 (BWL 2001.16)

0,43

D 1.1.6

mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof

(Groen Label (volledig roostervloer) BB 96.04.038V2)

 

D 1.1.6.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,16

D 1.1.6.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,20

D 1.1.7

mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof

(Groen Label (gedeeltelijk roostervloer) BB 96.04.038V2)

 

D 1.1.7.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,22

D 1.1.7.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,28

D 1.1.8

gescheiden afvoer van mest en urine door middel van hellende mestband (Groen Label BB 96.06.040V1)

 

D 1.1.8.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,20

D 1.1.8.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,25

D 1.1.9

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

(Groen Label BB 96.10.042V1; BB 96.10.042/A 96.10.044V1;

BB 96.10.042/B 96.10.045V1; BB 96.10.042/C 96.10.046V1)

BB 96.10.042V1/D 99.06.075)

(BWL 2004.01; BWL 2006.02; BWL 2007.03)

 

D 1.1.9.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,18

D 1.1.9.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,23

D 1.1.10

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

(Groen Label BB 96.10.043V1; BB 96.10.043V1/A 99.06.074)

(BWL 2004.02; BWL 2005.01; BWL 2006.04; BWL 2006.05)

 

D 1.1.10.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,18

D 1.1.10.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,23

D 1.1.11

koeldeksysteem (150% koeloppervlak)

(Groen Label BB 97.01.052V2; BB 00.06.093)

 

D 1.1.11.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,15

D 1.1.11.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,19

D 1.1.12

opfokhok met schuine putwand

 

D 1.1.12.1

emitterend mestoppervlak maximaal 0,07 m2, ongeacht groepsgrootte (BWL 2001.13)

0,17

D 1.1.12.2

emitterend mestoppervlak groter dan 0,07 m2, echter kleiner dan 0,10 m2, en in kleine groepen, tot 30 biggen, gehuisvest (BWL 2004.06)

0,21

D 1.1.12.3

hokoppervlak groter dan 0,35 m2, emitterend mestoppervlak groter dan 0,07 m2, echter kleiner dan 0,10 m2, in grote groepen, vanaf 30 biggen, gehuisvest (Groen Label BB 99.06.072; BB 99.06.072/A 99.11.080; BB 99.06.072/A 99.11.082)

0,18

D 1.1.13

volledig rooster met water- en mestkanalen, eventueel voorzien van schuine putwand(en), emitterend mestoppervlak kleiner dan 0,10 m2

(Groen Label BB 99.06.073)

0,20

D 1.1.14

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie

(Groen Label BB 99.06.076; BB 00.02.084) (BWL 2007.05)

 

D 1.1.14.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,03

D 1.1.14.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,04

D 1.1.15

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

 

D 1.1.15.1

gecombineerd luchtwassysteem 85 % emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14)

 

D 1.1.15.1.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,09

D 1.1.15.1.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,11

D 1.1.15.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2006.15)

 

D 1.1.15.2.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,18

D 1.1.15.2.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,23

D 1.1.15.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01)

 

D 1.1.15.3.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,09

D 1.1.15.3.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,11

D 1.1.15.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02)

 

D 1.1.15.4.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,09

D 1.1.15.4.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,11

D 1.1.16

overige huisvestingssystemen

 

D 1.1.16.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,60

D 1.1.16.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,75

D 1.2

diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen)

 

D 1.2.1

spoelgotensysteem, spoelen met dunne mest

(Groen Label BB 93.11.012V2; BB 93.11.012V2/A 99.11.077)

3,3

D 1.2.2

kunststof schijnvloer met schuif onder de roosters

(voormalig Groen Label BB 94.02.014V1) (zie eindnoot 4)

3,7

D 1.2.3

vlakke, gecoate keldervloer met tandheugelschuifsysteem

(voormalig Groen Label BB 94.04.018) (zie eindnoot 4)

4,0

D 1.2.4

mestschuif met gecoate, hellende keldervloer en giergoot

(Groen Label BB 94.06.019)

3,1

D 1.2.5

mestgoot met mestafvoersysteem

(Groen Label BB 94.06.022)

3,2

D 1.2.6

ondiepe mestkelders met mest- en waterkanaal

(voormalig Groen Label BB 95.12.032) (zie eindnoot 4)

4,0

D 1.2.7

kraamopfokhok met hellende plaat (BWL 2001.17)

5,0

D 1.2.8

mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof

(Groen Label BB 96.04.037V1)

3,1

D 1.2.9

schuiven in mestgoot (BWL 2001.18)

2,5

D 1.2.10

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

(Groen Label BB 96.10.042V1; BB 96.10.042/A 96.10.044V1;

BB 96.10.042/B 96.10.045V1; BB 96.10.042/C 96.10.046V1;

BB 96.10.042V1/D 99.06.075)

(BWL 2004.01; BWL 2006.02; BWL 2007.03)

2,5

D 1.2.11

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

(Groen Label BB 96.10.043V1; BB 96.10.043V1/A 99.06.074)

(BWL 2004.02; BWL 2005.01; BWL 2006.04; BWL 2006.05)

2,5

D 1.2.12

koeldeksysteem (150% koeloppervlak)

(Groen Label BB 97.01.051V1; BB 00.06.093)

2,4

D 1.2.13

mestpan onder kraamhok (BWL 2006.08)

2,9

D 1.2.14

mestpan met water- en mestkanaal onder kraamhok

(Groen Label BB 99.11.081)

2,9

D 1.2.15

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie

(Groen Label BB 99.06.076; BB 00.02.084) (BWL 2007.05)

0,42

D 1.2.16

waterkanaal i.c.m. een afgescheiden mestkanaal of mestbak (BWL 2004.07)

2,9

D 1.2.17 l

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

 

D 1.2.17.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14)

1,25

D 1.2.17.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2006.15)

2,49

D 1.2.17.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01)

1,25

D 1.2.17.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02)

1,25

D 1.2.18

overige huisvestingssystemen

8,3

D 1.3

diercategorie guste en dragende zeugen

 

D 1.3.1

smalle ondiepe mestkanalen met metalen driekantroostervloer en rioleringssysteem (alleen toepasbaar bij individuele huisvesting)

(Groen Label BB 95.02.027V1)

2,4

D 1.3.2

mestgoot met combinatierooster en frequente mestafvoer (alleen toepasbaar bij individuele huisvesting) (Groen Label BB 95.06.028)

1,8

D 1.3.3

spoelgotensysteem met dunne mest

(Groen Label bij individuele huisvesting BB 95.10.030)

(Groen Label bij groepshuisvesting BB 95.10.030/A 98.10.060; BB 95.10.030/B 99.11.078)

2,5

D 1.3.4

mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof

(Groen Label bij individuele huisvesting BB 96.04.036V1)

(Groen Label bij groepshuisvesting BB 96.04.036V1/A 98.10.061)

1,8

D 1.3.5

schuiven in mestgoot (alleen toepasbaar bij individuele huisvesting)

(BWL 2001.19)

2,2

D 1.3.6

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

(Groen Label bij individuele en groepshuisvesting BB 96.10.042V1; BB 96.10.042/A 96.10.044V1; BB 96.10.042/ B 96.10.045V1; BB 96.10.042/C 96.10.046V1; BB 96.10.042V1/D 99.06.075)

(bij individuele en groepshuisvesting BWL 2004.01; BWL 2006.02; BWL 2007.03)

1,3

D 1.3.7

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

(Groen Label bij individuele en groepshuisvesting BB 96.10.043V1; BB 96.10.043V1/A 99.06.074)

(bij individuele en groepshuisvesting BWL 2004.02; BWL 2005.01; BWL 2006.04; BWL 2006.05)

1,3

D 1.3.8

koeldeksysteem

 

D 1.3.8.1

115% koeloppervlak (Groen Label bij individuele huisvesting en groepshuisvesting BB 97.03.054; BB 00.06.093)

2,2

D 1.3.8.2

135% koeloppervlak (Groen Label bij groepshuisvesting BB 97.03.054/A 98.10.062; BB 00.06.093)

2,2

D 1.3.9

groepshuisvestingssysteem met voerligboxen of zeugenvoerstations, zonder strobed, met schuine putwanden in het mestkanaal

 

D 1.3.9.1

met metalen driekantroosters (Groen Label BB 00.06.085V1)

2,3

D 1.3.9.2

roosters anders dan metalen driekant (BWL 2006.09)

2,5

D 1.3.10

rondloopstal met zeugenvoerstation en strobe (Groen Label BB 00.06.086d)

2,6

D 1.3.11

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie

(Groen Label bij individuele en groepshuisvesting BB 99.06.076; BB 00.02.084)

(bij individuele en groepshuisvesting BWL 2007.05)

0,21

D 1.3.12

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

 

D 1.3.12.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14)

0,63

D 1.3.12.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2006.15)

1,26

D 1.3.12.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01)

0,63

D 1.3.12.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02)

0,63

D 1.3.13

overige huisvestingssystemen, groepshuisvesting

4,2

D 1.3.14

overige huisvestingssystemen, individuele huisvesting

4,2

   

D 2

diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder

 

D 2.1

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

(Groen Label BB 96.10.042V1; BB 96.10.042/A 96.10.044V1; BB 96.10.042/B 96.10.045V1; BB 96.10.042/C 96.10.046V1; BB 96.10.042V1/D 99.06.075)

(BWL 2004.01; BWL 2006.02; BWL 2007.03)

1,7

D 2.2

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

(Groen Label BB 96.10.043V1; BB 96.10.043V1/A 99.06.074)

(BWL 2004.02; BWL 2005.01; BWL 2006.04; BWL 2006.05)

1,7

D 2.3

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie

(Groen Label 99.06.076; BB 00.02.084) (BWL 2007.05)

0,28

D 2.4

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

 

D 2.4.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14)

0,83

D 2.4.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2006.15)

1,65

D 2.4.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01)

0,83

D 2.4.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02)

0,83

D 2.5

overige huisvestingssystemen

5,5

   

D 3

diercategorie vleesvarkens, opfokberen van ca. 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van ca. 25 kg tot eerste dekking (zie eindnoot 5)

 

D 3.1

volledig roostervloer

 

D 3.1.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2 (BWL 2001.20)

3,0

D 3.1.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2 (BWL 2001.21)

4,0

D 3.2

gedeeltelijk roostervloer

 

D 3.2.1

gehele dierplaats onderkelderd zonder stankafsluiter

 

D 3.2.1.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2 (BWL 2001.22)

3,0

D 3.2.1.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2 (BWL 2001.23)

4,0

D 3.2.2

mestopvang in en spoelen met NH3-arme vloeistof (inclusief aanzuren)

 

D 3.2.2.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2 (Groen Label BB 93.06.010V1; BB 93.11.011; BB 93.11.011/A 95.04.024)

1,4

D 3.2.2.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2 (BWL 2001.24)

2,0

D 3.2.3

koeldeksysteem met metalen driekantroostervloer (170% koeloppervlak)

 

D 3.2.3.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2

(Groen Label BB 95.04.023; BB 00.06.093)

1,4

D 3.2.3.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2 (BWL 2001.25)

2,0

D 3.2.4

mestopvang in met formaldehyde behandelde mestvloeistof in combinatie met metalen driekantroostervloer (Groen Label BB 95.02.025V2)

 

D 3.2.4.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2

0,8

D 3.2.4.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2

1,1

D 3.2.5

mestopvang in water in combinatie met metalen driekant-roostervloer

(Groen Label BB 95.10.029V3)

 

D 3.2.5.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2

1,1

D 3.2.5.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2

1,5

D 3.2.6

koeldeksysteem (200% koeloppervlak)

 

D 3.2.6.1

met metalen roostervloer

 

D 3.2.6.1.1

emitterend mestoppervlak maximaal 0,8 m2

(Groen Label BB 96.04.035V1; BB 00.06.093)

1,2

D 3.2.6.1.2

emitterend mestoppervlak maximaal 0,5 m2 (BWL 2004.08)

1,0

D 3.2.6.2

met roostervloer anders dan metaal

 

D 3.2.6.2.1

emitterend mestoppervlak maximaal 0,6 m2

(Groen Label BB 99.02.069; BB 00.06.093)

1,4

D 3.2.6.2.2

emitterend mestoppervlak groter dan 0,6 m2, doch kleiner dan 0,8 m2

(BWL 2001.01)

2,0

D 3.2.7

mestkelders met (water- en) mestkanaal; mestkanaal met schuine putwand

 

D 3.2.7.1

met metalen driekantroosters op het mestkanaal

 

D 3.2.7.1.1

emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2

(Groen Label BB 97.07.056V2; BB 97.07.056/A 97.11.059V2)

(BWL 2004.03)

1,0

D 3.2.7.1.2

emitterend mestoppervlak groter dan 0,18 m2, maar kleiner dan 0,27 m2

(Groen Label BB 97.07.056V2; BB 97.07.056/A 97.11.059V2)

(BWL 2004.04)

1,4

D 3.2.7.2

met roosters anders dan metalen driekant op het mestkanaal

 

D 3.2.7.2.1

emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2

(Groen Label BB 99.02.070) (BWL 2004.05)

1,2

D 3.2.7.2.2

emitterend mestoppervlak groter dan 0,18 m2, maar kleiner dan 0,27 m2

(Groen Label BB 99.02.070)

1,5

D 3.2.8

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

(Groen Label BB 96.10.042V1; BB 96.10.042/A 96.10.044V1; BB 96.10.042/B 96.10.045V1; BB 96.10.042/C 96.10.046V1; BB 96.10.042V1/D 99.06.075)

(BWL 2004.01; BWL 2006.02; BWL 2007.03)

 

D 3.2.8.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2

0,8

D 3.2.8.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2

1,1

D 3.2.9

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

(Groen Label BB 96.10.043V1; BB 96.10.043V1/A 99.06.074)

(BWL 2004.02; BWL 2005.01; BWL 2006.04; BWL 2006.05)

 

D 3.2.9.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2

0,8

D 3.2.9.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2

1,1

D 3.2.10

bollevloerhok met betonnen morsrooster en metalen driekantrooster

 

D 3.2.10.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2 (BWL 2001.26)

1,4

D 3.2.10.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2 (BWL 2001.27)

2,0

D 3.2.11

hok met gescheiden mestkanalen

 

D 3.2.11.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2 (BWL 2001.02)

1,8

D 3.2.11.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2 (BWL 2001.03)

2,5

D 3.2.12

spoelgotensysteem met metalen driekantroosters

(Groen Label BB 98.10.064)

 

D 3.2.12.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2

1,0

D 3.2.12.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2

1,3

D 3.2.13

spoelgotensysteem met roosters

(Groen Label BB 98.10.065; BB 98.10.065/A 99.11.079V1)

 

D 3.2.13.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2

1,2

D 3.2.13.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2

1,5

D 3.2.14

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie

(Groen Label BB 99.06.076; BB 00.02.084) (BWL 2007.05)

 

D 3.2.14.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2

0,13

D 3.2.14.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2

0,18

D 3.2.15

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

 

D 3.2.15.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14)

 

D 3.2.15.1.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2

0,38

D 3.2.15.1.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2

0,53

D 3.2.15.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2006.15)

 

D 3.2.15.2.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2

0,75

D 3.2.15.2.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2

1,05

D 3.2.15.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01)

 

D 3.2.15.3.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,38

D 3.2.15.3.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,53

D 3.2.15.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02)

 

D 3.2.15.4.1

hokoppervlak maximaal 0,35 m2

0,38

D 3.2.15.4.2

hokoppervlak groter dan 0,35 m2

0,53

D 3.3

scharrel vleesvarkens

 

D 3.3.1

beddenstal met maximaal 0,14 m2 emitterend mestoppervlak per dier tot 50 kg levend gewicht en met maximaal 0,29 m2 emitterend mestoppervlak per dier vanaf 50 kg levend gewicht (BWL 2001.30)

1,9

D 3.3.2

overige huisvestingssystemen scharrel vleesvarkens

3,0

D 3.4

overige huisvestingssystemen

 

D 3.4.1

hokoppervlak maximaal 0,8 m2

2,5

D 3.4.2

hokoppervlak groter dan 0,8 m2

3,5

   

HOOFDCATEGORIE E: KIPPEN

E 1

diercategorie opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 18 weken

 

E 1.1

open mestopslag onder de batterij al dan niet voorzien van een mestschuif (flat-deck-kooien, trapkooien of compactkooien voor natte mest) (BWL 2001.04)

0,045

E 1.2

mestbandbatterij voor natte mest met afvoer naar een gesloten opslag (minimaal 2 maal per week ontmesten)

(voormalig Groen Label BB 93.06.007, zie eindnoot 4)

0,020

E 1.3

compactbatterij waarvan de natte mest 2 maal daags door middel van mestschuiven en een centrale mestband afgevoerd wordt naar een gesloten opslag (voormalig Groen Label BB 95.06.026, zie eindnoot 4)

0,011

E 1.4

batterij met geforceerde mestdroging (kanalenstal) (BWL 2001.05)

0,208

E 1.5

mestbandbatterij met geforceerde mestdroging (zie eindnoot 6)

(voor nageschakelde technieken: zie E 6)

 

E 1.5.1

mestbandbatterij voor droge mest met geforceerde mestdroging

(voormalig Groen Label BB 93.06.008, zie eindnoot 4)

0,020

E 1.5.2

mestbandbatterij met geforceerde mestdroging, belucht met 0,4 m3 lucht per opfokhen per uur; mestafdraaien per vijf dagen, de mest heeft dan een droge stofgehalte van minimaal 55%

(Groen Label BB 97.07.058)

0,006

E 1.5.3

batterijhuisvesting volgens categorie E 1.5.1 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie; (BWL 2001.31; BWL 2007.06)

0,002

E 1.5.4

batterijhuisvesting volgens categorie E 1.5.2 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie; (BWL 2001.32; BWL 2007.07)

0,001

E 1.6

batterijsysteem met mestbandbeluchting en bovenliggende droogtunnel (Groen Label BB 99.06.071)

0,010

E 1.7

grondhuisvesting (strooiselvloer, roostervloer) (BWL 2001.06)

0,170

E 1.8

volièrehuisvesting (zie eindnoot 6 en 10) (voor nageschakelde technieken: zie E 6)

 

E 1.8.1

opfokhuisvesting, minimaal 50% van de leefruimte is rooster, met daaronder een mestband.

Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien.

Roosters minimaal in twee etages (BWL 2005.02)

0,050

E 1.8.2

opfokhuisvesting, minimaal 65–70% van de leefruimte is rooster, met daaronder een mestband met 0,3 m3 per dier per uur mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien.

Roosters minimaal in twee etages. (BWL 2005.03)

0,030

E 1.8.3

45 – 55% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband met 0,1 m3/dier/uur beluchting, mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien (BWL 2006.10)

0,030

E 1.8.4

30–35% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband met 0,4 m3/dier/uur beluchting, mestbanden minimaal éénmaal per week afdraaien (BWL 2006.11)

0,014

E 1.8.5

55 – 60 % van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband met 0,4 m3/dier/uur beluchting, mestbanden minimaal éénmaal per week afdraaien (BWL 2006.12)

0,020

E 1.9

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie; volière- en grondhuisvesting (Groen Label BB 00.06.089/A 00.06.090) (BWL 2007.08)

0,017

E 1.10

biologisch luchtwassysteem 70 % emissiereductie, niet-batterijhuisvesting (BWL 2006.03)

0,051

E 1.11

overige huisvestingssystemen niet-batterijhuisvesting

0,170

E 1.12

overige huisvestingssystemen batterijhuisvesting

0,045

   

E 2

diercategorie legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen

 

E 2.1

open mestopslag onder de batterij al dan niet voorzien

0,100

 

van een mestschuif (flat-deck-kooien, trapkooien of compactkooien voor natte mest) (BWL 2001.07)

 

E 2.2

mestbandbatterij voor natte mest met afvoer naar een gesloten opslag (minimaal 2 maal per week ontmesten) (voormalig Groen Label BB 93.06.007, zie eindnoot 4)

0,042

E 2.3

compactbatterij waarvan de natte mest 2 maal daags door middel van mestschuiven en een centrale mestband afgevoerd wordt naar een gesloten opslag (voormalig Groen Label BB 95.06.026, zie eindnoot 4)

0,024

E 2.4

batterij met geforceerde mestdroging (deeppitstal of highrise-stal, kanalenstal) (BWL 2001.08)

0,463

E 2.5

mestbandbatterij met geforceerde mestdroging (zie eindnoot 6)

(voor nageschakelde technieken: zie E 6)

0,042

E 2.5.1

mestbandbatterij voor droge mest met geforceerde mestdroging

(voormalig Groen Label BB 93.06.008, zie eindnoot 4)

 

E 2.5.2

mestbandbatterij met geforceerde mestdroging, belucht met 0,7 m3 lucht per dier per uur. Mestafdraaien per vijf dagen; de mest heeft dan een droge stofgehalte van minimaal 55%.

(Groen Label BB 97.07.058)

0,012

E 2.5.3

batterijhuisvesting volgens categorie E 2.5.1 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie; (BWL 2001.33; BWL 2007.06)

0,004

E 2.5.4

batterijhuisvesting volgens categorie E 2.5.2 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie; (BWL 2001.34; BWL 2007.07)

0,001

E 2.5.5

verrijkte kooien met mestbandbeluchting (0,7 m3 per dier per uur) (BWL 2005.02)

0,030

E 2.6

batterijsysteem met mestbandbeluchting en bovenliggende droogtunnel (Groen Label BB 99.06.071)

0,018

E 2.7

grondhuisvesting van legrassen (circa 1/3 strooiselvloer + circa 2/3 roostervloer) (BWL 2001.09)

0,315

E 2.8

grondhuisvesting met beluchting onder gedeeltelijk verhoogde roostervloer (perfosysteem) (Groen Label BB 00.06.088)

0,110

E 2.9

grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen onder de beun (BWL 2001.10)

0,125

E 2.10

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie; volière- en grondhuisvesting (Groen Label BB 00.06.089) (BWL 2007.08)

0,032

E 2.11

volièrehuisvesting (zie eindnoot 6 en 10) (voor nageschakelde technieken: zie E 6).

 

E 2.11.1

minimaal 50% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages (BWL 2004.09)

0,090

E 2.11.2

50% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien.

Roosters minimaal in twee etages (BWL 2004.10)

0,055

E 2.11.3

30–35% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met 0,7 m3 per dier per uur mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages (BWL 2005.04)

0,025

E 2.11.4

55–60% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met 0,7 m3 per dier per uur mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages (BWL 2005.05)

0,037

E 2.12

scharrelhuisvesting (zie eindnoot 6) (voor nageschakelde technieken: zie E 6).

 

E 2.12.1

scharrelstal in twee verdiepingen met mestbanden onder de roosters (twee maal per week afdraaien), bezetting 9 dieren per m2 (BWL 2004.11)

0,068

E 2.12.2

scharrelhuisvesting met frequente mest- en strooiselverwijdering (BWL 2004.12)

0,106

E 2.13

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie, niet-batterijhuisvesting (BWL 2006.03)

0,095

E 2.14

overige huisvestingssystemen niet-batterijhuisvesting

0,315

 

E 2.15

overige huisvestingssystemen batterijhuisvesting

0,100

   

E 3

diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger dan 19 weken

0,250

   

E 4

diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens (zie eindnoot 6)

 

E 4.1

groepskooi voorzien van mestband en geforceerde mestdroging (voor nageschakelde technieken: zie E 6) (Groen Label BB 95.12.039; BB 95.12.039/A 96.06.041)

0,080

E 4.2

volièrehuisvesting met geforceerde mestdroging (voor nageschakelde technieken: zie E 6) (Groen Label BB 97.01.050; BB 97.01.050/ A 99.02.067)

0,170

E 4.3

volièrehuisvesting met geforceerde mest- en strooiseldroging (voor nageschakelde technieken: zie E 6) (Groen Label BB 97.01.053; BB 97.01.053/A 99.02.068)

0,130

E 4.4

grondhuisvesting met mestbeluchting

 

E 4.4.1

mestbeluchting van bovenaf (BWL 2004.13)

0,250

E 4.4.2

mestbeluchting met verticale slangen in de mest (BWL 2004.14)

0,435

E 4.5

perfosysteem op gedeeltelijk verhoogde roostervloer

(Groen Label BB 98.10.066)

0,230

E 4.6

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie; volière- en grondhuisvesting (Groen Label BB 00.06.089/B 00.06.091) (BWL 2007.08)

0,058

E 4.7

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie, (niet-batterijhuisvesting BWL 2006.03)

0,174

E 4.8

grondhuisvesting, mestbanden onder de roosters, mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien (BWL 2007.10) (zie eindnoot 6) (voor nageschakelde technieken: zie E 6)

0,245

E 4.9

overige huisvestingssystemen

0,580

   

E 5

diercategorie vleeskuikens

 

E 5.1

zwevende vloer met strooiseldroging

(Groen Label BB 93.03.002; BB 93.03.002/A 94.04.017V1; BB 93.03.002/B 96.04.034; BB 93.03.002/C 96.10.048)

0,005

E 5.2

geperforeerde vloer met strooiseldroging

(Groen Label BB 94.04.016; BB 94.04.016/A 96.10.047)

0,014

E 5.3

etagesysteem met volledige roostervloer en mestbandbeluchting

(Groen Label BB 97.07.057)

0,005

E 5.4

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie, grondhuisvesting

(Groen Label BB 00.02.083; BB 00.06.089/C 00.06.092) (BWL 2007.08)

0,008

E 5.5

grondhuisvesting met vloerverwarming en vloerkoeling (BWL 2001.11)

0,045

E 5.6

vleeskuikenstal met mixluchtventilatie (BWL 2005.10)

0,037

E 5.7

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie, niet-batterijhuisvesting (BWL 2006.03)

0,024

E 5.8

etagesysteem met mestband en strooiseldroging (BWL 2006.13)

0,020

E 5.9

overige huisvestingssystemen

0,080

   

E 6

nageschakelde technieken, additioneel aan de emissiefactor van E 1.5, E 1.8, E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E4.3 en E 4.8 E 6.1 mestdroogsystemen met geperforeerde doek (zie eindnoot 7)

0,010/0,015

E 6.2

droogtunnel met oppervlaktedroging (dichte banden) (zie eindnoot 7)

0,010/0,015

E 6.3

lucht uit een composteringsunit met chemische luchtwassing (zie eindnoot 7)

0,003/0,005

E 6.4

droogtunnel

 

E 6.4.1

droogtunnel met geperforeerde banden (BWL 2005.06) (zie eindnoot 7)

0,001/0,002

E 6.4.2

droogtunnel met geperforeerde metalen platen (BWL 2007.09) (zie eindnoot 7)

0,001/0,002

E.6.5

overige opslag van mest (zie eindnoot 7)

0,030/0,050

   

HOOFDCATEGORIE F: KALKOENEN

F 1

diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; tot 6 weken

0,15

F 2

diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; van 6 tot 30 weken

0,47

F 3

diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen van 30 weken en ouder

0,59

F 4

diercategorie vleeskalkoenen

 

F 4.1

gedeeltelijk verhoogde strooiselvloer (zie eindnoot 9) (BWL 2001.12)

0,36

F 4.2

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie (BWL 2001.35; BWL 2007.08)

0,07

F 4.3

mechanisch geventileerde stal met frequente strooiselverwijdering (BWL 2005.07)

0,26

F 4.4

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie, niet-batterijhuisvesting (BWL 2006.03)

0,204

F 4.5

overige huisvestingssystemen (zie eindnoot 9)

0,68

   

HOOFDCATEGORIE G: EENDEN

G 1

diercategorie ouderdieren van vleeseenden tot 24 maanden

0,32

G 2

diercategorie vleeseenden

 

G 2.1

binnen mesten

0,210

G 2.2

buiten mesten (per afgeleverde eend)

0,019

   

HOOFDCATEGORIE H: PELSDIEREN

H 1

diercategorie nertsen, per fokteef (zie eindnoot 2)

 

H 1.1

open mestopslag onder de kooi

0,58

H 1.2

dagontmesting met afvoer naar een gesloten opslag

(Groen Label BB 94.02.013)

0,25

H 2

diercategorie zilvervossen, per fokmoer (zie eindnoot 2)

1,35

H 3

iercategorie blauwvossen, per fokmoer (zie eindnoot 2)

2,7

   

HOOFDCATEGORIE I: KONIJNEN

I 1

diercategorie voedster inclusief ram en bijbehorende jongen tot speenleeftijd

0,15

I 1.1

mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van mest en urine

(BWL 2005.08)

0,77

I 1.2

overige systemen

1,2

I 2

diercategorie vlees en opfokkonijnen tot dekleeftijd

 

I 2.1

mechanisch geventileerde stal met gescheiden afvoer van mest en urine

(BWL 2005.09)

0,12

I 2.2

overige systemen

0,20

   

HOOFDCATEGORIE J: PARELHOENDERS

J 1

diercategorie parelhoenders voor de vleesproductie

0,05

   

HOOFDCATEGORIE K: PAARDEN (zie eindnoot 8)

K 1

diercategorie volwassen paarden (3 jaar en ouder)

5,0

K 2

diercategorie paarden in opfok (jonger dan 3 jaar)

2,1

K 3

diercategorie volwassen pony's (3 jaar en ouder)

3,1

K 4

diercategorie pony's in opfok (jonger dan 3 jaar)

1,3

   

HOOFDCATEGORIE L: STRUISVOGELS

L 1

diercategorie struisvogelouderdieren

2,5

L 2

diercategorie opfokstruisvogels (tot 4 maanden)

0,30

L 3

diercategorie vleesstruisvogels (4 tot 12 maanden)

1,8

Eindnoten:

1. De emissie heeft betrekking op een stalperiode van maximaal drie maanden in de winter.

2. De emissiefactor geldt inclusief opfok, jongvee onderscheidenlijk jongen, en reuen, waardoor zij niet apart meetellen voor de berekening van de ammoniakemissie.

3. Indien er meer dan 36 biggenplaatsen voor gespeende biggen per 10 fokzeugenplaatsen zijn, geldt voor de biggenplaatsen boven de 36 voor het desbetreffende stalsysteem de emissiefactor voor vleesvarkens.

4. In verband met wijziging van de grenswaarden (Stcrt. 1999, 60) is de Groen-Label-erkenning per 1 juli 1999 ingetrokken.

5. Voor opfokzeugen na de eerste dekking wordt de emissiefactor voor fokzeugen gehanteerd.

6. De aangegeven emissiefactor geldt in gevallen waarin de mest direct van het bedrijf wordt afgevoerd, of gedurende een periode van ten hoogste twee weken op het bedrijfsterrein wordt opgeslagen in een afgedekte container. In overige situaties dient bij deze emissiefactor de emissiefactor van de nageschakelde techniek (E 6) te worden opgeteld.

7. Het eerste getal geldt voor de huisvestingssystemen onder E 1.5 en E 1.8; het tweede getal geldt voor huisvestingssystemen onder E 2.5, E 2.11, E 2.12, E 4.1 t/m E 4.3 en E 4.8. De emissiefactor voor E 6.5 (overige opslag van mest) geldt alleen indien er geen andere nageschakelde technieken (E 6.1, E 6.2,

8. E 6.3 of E 6.4) worden toegepast.

9. Het onderscheid tussen paarden en pony's ligt bij een stokmaat (schofthoogte) van 156,0 cm.

10. Het aantal dierplaatsen dient te worden vastgesteld door het aantal dieren in de 10e week na opzetten te tellen.

11. Het volièresysteem is al dan niet van mestbandbeluchting voorzien. Bij toepassing van een mestnadroogsysteem moet de mest echter minimaal 2× per week worden afgedraaid.

Indien in de tabel wordt verwezen naar een huisvestingsysteem wordt de bijbehorende emissiefactor uitsluitend gehanteerd bij de berekening van de emissie vanuit een stal die is of zal worden gebouwd overeenkomstig de beschrijving van dat huisvestingsysteem. De meest recente beschrijving kan worden opgevraagd bij Infomil (070 3735575, www.infomil.nl).

Bijlage 2 als bedoeld in artikel 5

Diercategorie

Maximale emissiewaarde

in kg NH3 per dierplaats per jaar

Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar

9,51

Biggenopfok (gespeende biggen)

0,231, 2

Kraamzeugen (incl. biggen tot spenen)

2,91, 2

Guste en dragende zeugen

2,61, 2

Vleesvarkens, opfokberen van ca. 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van ca. 25 kg tot eerste dekking

1,41, 2

Opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 8 weken

0,006 bij batterijhuisvesting 3

Legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen

0,013 bij batterijhuisvesting 4, 5

(Groot-)ouderdieren van vleeskuikens

0,125 bij niet-batterijhuisvesting 1

Vleeskuikens

0,435 1

 

0,045 1

1 De maximale emissiewaarde is niet van toepassing indien de dieren worden gehouden overeenkomstig de biologische productiemethoden, zoals bedoeld in het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode.

2 De maximale emissiewaarde is niet van toepassing indien de varkens worden gehouden overeenkomstig de Algemene Voorwaarden PVV-regeling scharrelvarkens.

3 Indien het een huisvestingssysteem betreft waarin de mestdroging in het huisvestingssysteem is geïntegreerd, bedraagt de maximale emissiewaarde 0,016.

4 Indien het een huisvestingssysteem betreft waarin de mestdroging in het huisvestingssysteem is geïntegreerd, bedraagt de maximale emissiewaarde 0,028.

5 De maximale emissiewaarde geldt niet voor aangepaste kooien als bedoeld in paragraaf 3.1 van het Legkippenbesluit 2003.

Toelichting

Algemene toelichting

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij (hierna: Rav), de uitvoeringsregeling bij de Wet ammoniak en veehouderij.

De wijziging bestaat uit het aanvullen van bijlage 1 van de Rav met een aantal nieuwe huisvestingssystemen en de aanpassing van bijlage 2 van de Rav aan bijlage 1 van het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Stb. 2005, 675). Ten behoeve van de hanteerbaarheid in de praktijk worden zowel bijlage 1 als bijlage 2 integraal vervangen.

De emissiefactoren die bij de nieuwe huisvestingssystemen horen, zijn toegekend op basis van metingen, uitgevoerd door een deskundig onderzoeksinstituut volgens de Beoordelingsrichtlijn Groen Label of een gelijkwaardige meetmethode, of op grond van afleiding van, of vergelijking met reeds eerder in de bijlage opgenomen (en bemeten) systemen, voorzover dat voldoende verantwoord was.

De verschillende meetrapporten en systeembeschrijvingen die de basis vormen voor de emissiefactoren, zijn in opdracht van het ministerie van VROM door deskundigen op volledigheid en juistheid beoordeeld. Zij hebben advies uitgebracht over de te hanteren emissiefactoren voor de verschillende huisvestingssystemen.

Aan elk huisvestingssysteem in bijlage 1 is een eigen systeemnummer toegekend. Hierdoor is het niet meer noodzakelijk om de Rav-aanduiding (het nummer van de subcategorie) te gebruiken als codering voor het systeem.

Het systeemnummer bestaat uit de aanduiding BWL, (na een spatie) gevolgd door het jaartal waarin het huisvestingssysteem in bijlage 1 van de Rav is opgenomen en (gescheiden door een punt) het volgnummer voor het betreffende jaar (beginnend met 01).

Voorbeeld: het eerste huisvestingssysteem dat dit jaar in bijlage 1 van de Rav wordt opgenomen krijgt het systeemeigen nummer BWL 2007.01.

Gedetailleerde beschrijvingen met schematische tekeningen van de in bijlage 1 genoemde huisvestingssystemen en de bijlagen voor de luchtwassystemen kunnen worden gevonden op de website of worden opgevraagd bij InfoMil te Den Haag, tel. 070-3735575, e-mail: www.infomil.nl

Toelichting per artikel en bijlage

Artikel I, onderdeel A (vervanging van bijlage 1)

Onderdeel A van artikel I regelt de vervanging van bijlage 1.

Hierna wordt per hoofdcategorie aangegeven welke huisvestingssystemen aan bijlage 1 zijn toegevoegd.

Hoofdcategorie A: Rundvee

Bij de diercategorie vleeskalveren tot 8 maanden (A 4) is aan de bestaande subcategorie A 4.1 ‘mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie’ een nieuw huisvestingssysteem toegevoegd met systeemnummer BWL 2007.04. De emissiefactor is vastgesteld op 0,3 kg NH3 per dierplaats per jaar.

Hoofdcategorie D: Varkens

Bij alle diercategorieën (D 1.1 biggenopfok, D 1.2 kraamzeugen e.a., D 1.3 guste en dragende zeugen, D 2 dekberen en D 3 vleesvarkens e.a.) is aan de bestaande subcategorieën D 1.1.9, D 1.2.10, D 1.3.6, D 2.1, D 3.2.8 ‘biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie’ een nieuw huisvestingssysteem toegevoegd met systeemnummer BWL 2007.03. De emissiefactoren zijn voor de verschillende diercategorieën (bij de diercategorieën biggenopfok en vleesvarkens afhankelijk van het hokoppervlak) vastgesteld op respectievelijk 0,18/0,23 (D 1.1.9.1/D 1.1.9.2); 2,5 (D 1.2.10); 1,3 (D 1.3.6); 1,7 (D 2.1) en 0,8/1,1 (D 3.2.8.1/D 3.2.8.2) kg NH3 per dierplaats per jaar.

Bij alle diercategorieën (D 1.1 biggenopfok, D 1.2 kraamzeugen e.a., D 1.3 guste en dragende zeugen, D 2 dekberen en D 3 vleesvarkens e.a.) is aan de bestaande subcategorieën D 1.1.14, D 1.2.15, D 1.3.11, D 2.3, D 3.2.14 ‘chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie’ een nieuw huisvestingssysteem toegevoegd met systeemnummer BWL 2007.05. De emissiefactoren zijn voor de verschillende diercategorieën (bij de diercategorieën biggenopfok en vleesvarkens afhankelijk van het hokoppervlak) vastgesteld op respectievelijk 0,03/0,04 (D 1.1.14.1/D 1.1.14.2); 0,42 (D 1.2.15); 0,21 (D 1.3.11); 0,28 (D 2.3) en 0,13/0,18 (D 3.2.14.1/D 3.2.14.2) kg NH3 per dierplaats per jaar.

Bij alle diercategorieën (D 1.1 biggenopfok, D 1.2 kraamzeugen e.a., D 1.3 guste en dragende zeugen, D 2 dekberen en D 3 vleesvarkens e.a.) is onder de subcategorieën D 1.1.15.3, D 1.2.17.3, D 1.3.12.3, D 2.4.3, D 3.2.15.3 een nieuw huisvestingssysteem ‘gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter’ toegevoegd met systeemnummer BWL 2007.01. De emissiefactoren zijn voor de verschillende diercategorieën (bij de diercategorieën biggenopfok en vleesvarkens afhankelijk van het hokoppervlak) vastgesteld op respectievelijk 0,09/0,11 (D 1.1.15.3.1/D 1.1.15.3.2); 1,25 (D 1.2.17.3); 0,63 (D 1.3.12.3); 0,83 (D 2.4.3) en 0,38/0,53 (D 3.2.15.3.1/D 3.2.15.3.2) kg NH3 per dierplaats per jaar.

Bij alle diercategorieën (D 1.1 biggenopfok, D 1.2 kraamzeugen e.a., D 1.3 guste en dragende zeugen, D 2 dekberen en D 3 vleesvarkens e.a.) is onder de subcategorieën D 1.1.15.4, D 1.2.17.4, D 1.3.12.4, D 2.4.4, D 3.2.15.4 een nieuw huisvestingssysteem ‘gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser’ toegevoegd met systeemnummer BWL 2007.02. De emissiefactoren zijn voor de verschillende diercategorieën (bij de diercategorieën biggenopfok en vleesvarkens afhankelijk van het hokoppervlak) vastgesteld op respectievelijk 0,09/0,11 (D 1.1.15.4.1/D 1.1.15.4.2); 1,25 (D 1.2.17.4); 0,63 (D 1.3.12.4); 0,83 (D 2.4.4) en 0,38/0,53 (D 3.2.15.4.1/D 3.2.15.4.2) kg NH3 per dierplaats per jaar.

Hoofdcategorie E: Kippen

Bij de diercategorieën opfokhennen e.a. (E 1) en legkippen e.a. (E 2) is aan de bestaande subcategorieën E 1.5.3 ‘batterijhuisvesting volgens categorie E 1.5.1 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie’ en E 2.5.3 ‘batterijhuisvesting volgens categorie E 2.5.1 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie’ een nieuw huisvestingssysteem toegevoegd met systeemnummer BWL 2007.06. De emissiefactoren zijn voor de verschillende diercategorieën vastgesteld op respectievelijk 0,002 (E 1.5.3) en 0,004 (E 2.5.3) kg NH3 per dierplaats per jaar.

Bij de diercategorieën opfokhennen e.a. (E 1) en legkippen e.a. (E 2) is aan de bestaande subcategorieën E 1.5.4 ‘batterijhuisvesting volgens categorie E 1.5.2 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie’ en E 2.5.4 ‘batterijhuisvesting volgens categorie E 2.5.2 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie’ een nieuw huisvestingssysteem toegevoegd met systeemnummer BWL 2007.07. De emissiefactoren zijn voor de verschillende diercategorieën vastgesteld op respectievelijk 0,001 (E 1.5.4) en 0,001 (E 2.5.4) kg NH3 per dierplaats per jaar.

Bij de diercategorieën opfokhennen e.a. (E 1), legkippen e.a. (E 2), (groot-)ouderdieren van vleeskuikens (E 4) en vleeskuikens (E 5) is aan de bestaande subcategorieën E 1.9, E 2.10 en E 4.6 ‘chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie; volière- en grondhuisvesting’ en E 5.4 ‘chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie; grondhuisvesting’ een nieuw huisvestingssysteem toegevoegd met systeemnummer BWL 2007.08. De emissiefactoren zijn voor de verschillende diercategorieen vastgesteld op respectievelijk 0,017 (E 1.9), 0,032 (E 2.10), 0,058 (E 4.6) en 0,08 (E 5.4) kg NH3 per dierplaats per jaar.

Bij de diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens (E 4) is onder categorie E 4.8 een nieuw huisvestingssysteem ‘grondhuisvesting, mestbanden onder de roosters, mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien’ toegevoegd met systeemnummer BWL 2007.10. De emissiefactor is vastgesteld op 0,245 kg NH3 per dierplaats per jaar. Deze emissiefactor geldt in geval de mest direct van het bedrijf wordt afgevoerd of gedurende een periode van ten hoogste 2 weken binnen de inrichting wordt opgeslagen in een afgedekte container. In andere gevallen dient bij deze emissiefactor de emissiefactor van de nageschakelde techniek (E 6) te worden opgeteld (eindnoot 6 is van toepassing).

In verband met de toevoeging van dit nieuwe systeem is de subcategorie ‘overige huisvestingssystemen’ (was E 4.8) omgenummerd tot E 4.9.

Bovendien wordt in verband met de toevoeging van het hiervoor onder categorie E 4.8 opgenomen nieuwe huisvestingssysteem (BWL 2007.10) bij nageschakelde technieken (E 6) in de kop ook verwezen naar E 4.8 en wordt eindnoot 7 aangevuld met een verwijzing naar huisvestingssysteem E 4.8.

Bij de nageschakelde technieken (E 6) wordt onder categorie E 6.4.2 een nieuwe techniek toegevoegd ‘droogtunnel met geperforeerde platen’ met systeemnummer BWL 2007.09. Daartoe wordt de bestaande categorie E 6.4 die de nieuwe algemene benaming ‘droogtunnel’ krijgt, gesplitst in de subcategorieën E 6.4.1 ‘droogtunnel met geperforeerde banden’ (de voormalige categorie E 6.4) met systeemnummer BWL 2005.06 en E 6.4.2.

De emissiefactor is vastgesteld op 0,001 respectievelijk 0,002 kg NH3 per dierplaats per jaar, afhankelijk van het huisvestingssysteem in combinatie waarmee deze nageschakelde techniek wordt toegepast (zie eindnoot 7).

Hoofdcategorie F: Kalkoenen

Bij de diercategorie vleeskalkoenen (F 4) is aan de bestaande subcategorie F 4.2 ‘chemisch luchtwassysteem 90 % emissiereductie’ een nieuw huisvestingssysteem toegevoegd met systeemnummer BWL 2007.08. De emissiefactor is vastgesteld op 0,07 kg NH3 per dierplaats per jaar.

Artikel I, onderdeel B (vervanging bijlage 2)

Onderdeel B van artikel I regelt de vervanging van bijlage 2.

De maximale emissiewaarden van bijlage 2 moeten worden gebruikt bij de berekening van de bedrijfsammoniakplafonds van de veehouderijen die in de (zeer) kwetsbare gebieden en in de zones van 250 meter daaromheen zijn gelegen (zie art. 5, eerste lid, onder b en c, en art. 7, eerste lid, onder a en b, van de Wet ammoniak en veehouderij).

In de nieuwe bijlage 2 zijn de maximale emissiewaarden afgestemd op de maximale emissiewaarden van bijlage 1 bij het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting) zoals dat op 28 december 2005 is gepubliceerd in het Staatsblad (Stb. 2005, 675). Ten opzichte van de oude bijlage zijn de maximale emissiewaarden voor de diercategorieën biggenopfok, vleesvarkens e.a en (groot-)ouderdieren van vleeskuikens minder streng. De maximale emissiewaarde voor de nageschakelde technieken bij de diercategorieën legkippen e.a. en (groot-)ouderdieren van vleeskuikens uit bijlage 1 van het Besluit huisvesting zijn niet aan de nieuwe bijlage 2 toegevoegd. Deze maximale emissiewaarden zijn namelijk bedoeld om de open opslag van mest tegen te gaan. Maar omdat momenteel in de Rav onder nageschakelde technieken (E 6) nog geen alternatieve wijze van mestopslag is opgenomen die aan de maximale emissiewaarden van het besluit voldoet, zijn deze maximale emissiewaarden niet in bijlage 2 overgenomen.

Het was oorspronkelijk de bedoeling dat het Besluit huisvesting tegelijk met de wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij (Wav) in werking zou treden. Als gevolg van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wav zal het Besluit huisvesting echter overeenkomstig de wensen van de Tweede Kamer op een aantal onderdelen worden gewijzigd. Naar verwachting zal het gewijzigde besluit niet voor oktober dit jaar in werking kunnen treden. Op dat moment zal bijlage 1 van het Besluit huisvesting in de plaats treden van bijlage 2 van de Rav, dat dan zijn rechtskracht verliest (zie artikel 1, derde lid, van de Wav).

Artikel II (inwerkingtreding)

Evenals bij vorige wijzigingen van de Rav is ook in deze regeling afgezien van het opnemen van overgangsrecht. Dat betekent in de eerste plaats dat de gewijzigde Rav vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavige regeling van toepassing is op vergunningaanvragen die op of na die datum worden ingediend. Het betekent ook, gezien de huidige jurisprudentie, dat de gewijzigde Rav moet worden toegepast op vóór die datum ingediende aanvragen, waarop het bevoegd gezag op de datum van inwerkingtreding nog een beslissing moet nemen. Dit laatste stemt overeen met het uitgangspunt dat bij een beslissing op een aanvraag om een milieuvergunning de meest recente milieutechnische inzichten moeten worden toegepast. In dit verband kan nog worden opgemerkt, dat de maximale emissiewaarden in de nieuwe bijlage 2 voor een aantal diercategorieën minder streng zijn dan in de oude bijlage 2. Daardoor kan onmiddellijke inwerkingtreding van deze regeling voor de aanvragers van een vergunning alleen positieve gevolgen hebben.

De vervanging van bijlage 1 geschiedt met terugwerkende kracht tot en met 2 april 2007. Op 2 april jl. heeft het ministerie van LNV namelijk de subsidieregeling voor gecombineerde luchtwassystemen opengesteld (Openstellingsbesluit LNV-subsidies, Stcrt. 2007, 49). Op grond van de regeling LNV-subsidies (Stcrt. 2007, 33) kan subsidie alleen worden verkregen voor gecombineerde luchtwassystemen die in de Rav staan. In de onderhavige regeling worden twee nieuwe gecombineerde luchtwassystemen opgenomen in bijlage 1 (systeemnummers BWL 2007.01 en BWL 2007.02). Om te bewerkstelligen dat veehouders reeds nu subsidie voor één van de genoemde systemen aan kunnen vragen, is voorzien in terugwerkende kracht van onderdeel A van artikel I .

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

  • 1

    Stcrt. 2002, 82; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 24 oktober 2006 (Stcrt. 2006, 207).

Naar boven