Ontheffing verwijderen van stoffen/voorwerpen tijdens de vlucht

FMV Green Sparks

2 mei 2007

Nr. IVW TBE 13-2007-20-FMV

Green Sparks

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing d.d. 10-03-2007, ontvangen op 20-03-2007 van de aanvrager, de heer van der Maat, Mopertingerbank 20, 6213 JN Maastricht.

Overwegende dat de vereiste maatschappelijke relevantie blijkt uit, onder andere, de opdrachten van FMV Green Sparks, voor het uitvoeren van: een dropping. Op 5 mei 2007 wordt aan de Veldhoefweg in de gemeente Putten de dropping herdacht van 3 agenten van het bureau bijzondere opdrachten in 1945. Bij deze herdenking zal een parademonstratie worden uitgevoerd. Voor deze parademonstratie wordt op de voorgeschreven wijze de benodigde toestemming aangevraagd conform de Regeling valschermspringen (incidenteel gebruik springkolom en eventueel vergunning gemeente).

Het afzetten van de BBO-agenten in 1945 ging vergezeld van het droppen van materiaal. Op een dropzone, in de nabijheid van de Veldhoefweg, is in totaal ruim 30.000 kg aan materiaal afgeworpen tijdens de oorlog. Bij de herdenking op 5 mei 2007 zullen mensen aanwezig zijn die in de oorlog betrokken waren bij het verzet en de droppingen. Ook nabestaanden van vliegtuigbemanningen, die omgekomen zijn bij deze materiaal-droppingen, zullen bij deze herdenking aanwezig zijn.

Gelet op artikel 13, vierde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op een vliegtuig van het type Cessna C206, in gebruik bij Paraclub Flevo ofvan het type Cessna C208, in gebruik bij Paracentrum Teuge

Artikel 2

1. Aan de gezagvoerder van het onder artikel 1 genoemde vliegtuig wordt ontheffing verleend van het verbod, genoemd in artikel 13, eerste lid, van het Luchtverkeersreglement om op 5 mei 2007 tijdens een VFR-vlucht, een tas aan een parachute, met als maximale massa 25 kilo uit het luchtvaartuig te verwijderen. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

a. het vliegzicht is minstens 5 km;

b. het verwijderen van de tas vindt alleen plaats boven het weiland van 300 bij 500 meter, nabij de Veldhoefweg in de gemeente Putten;

c. publiek wordt niet toegestaan op de dropzone/het weiland, en zal op de openbare weg moeten blijven staan;

d. het verwijderen van voorwerpen of stoffen tijdens de vlucht moet dusdanig geschieden dat personen daardoor niet gehinderd worden of gevaar lopen en zaken op de grond niet worden beschadigd, behalve als deze deel uitmaken van de vlucht. Hiervoor zal op de dropzone een herkenbare grondploeg aanwezig zijn die ervoor zorgt dat de veiligheid van het publiek gewaarborgd is. Grond-lucht-communicatie zal primair per radio gebeuren op de algemene parafrequentie 122.80, zoals in gebruik bij de paraclubs in Nederland. Secundair zal een grondmarkering op de dropzone zijn aangebracht waarmee de boodschappen: ‘drop kan doorgaan’, ‘standby’ en ‘cancel’ kunnen worden overgebracht naar het vliegtuig;

e. de af te werpen tas, zal maximaal een gewicht van 25 kilogram hebben. De parachute waaronder de tas is bevestigd, is een ronde bol parachute met een diameter van 16ft. De minimum vlieghoogte bij het afwerpen van de tas is 500ft boven de grond;

d. ten minste 5 werkdagen van tevoren worden de vluchtgegevens, de te vliegen route en andere relevante informatie aangeleverd bij de operationele helpdesk.

2. De ‘dropping’ bij Putten wordt alleen uitgevoerd wanneer ten minste één keer deze met succes is geoefend boven een luchtvaartterrein en de havenmeester van dat terrein daarvoor toestemming heeft gegeven. De ontheffing in het eerste lid geldt ook voor deze oefening, mits men zich houdt aan de met de havenmeester gemaakte afspraken ter voorkoming van hinder en risico’s voor derden (zowel andere luchtvarenden als mensen en dieren op de grond).

Artikel 3

De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder bekend is met de inhoud van deze beschikking.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 5 mei 2007 en vervalt per 6 mei 2007, of zoveel eerder indien daartoe aanleiding bestaat.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,namens deze,
de unitmanager Unit Kennis, Advies en Berichtgeving,
Toelating/Continuering Luchtruim,
R.J. Putters.

Naar boven