Wijziging diverse regelingen Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Regeling houdende wijziging van de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001 en wijziging van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 (amendement 4 en 5 van de Joint Aviation Requirements – Flight Crew Licencing) en enkele andere wijzigingen

2 mei 2007

Nr. HDJZ/LUV/2007-621

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 5, 8, eerste lid, onderdeel a, 9 en 10, tweede lid, 13, eerste lid van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart, 5.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet luchtvaart en artikel 46, tweede lid van het Besluit luchtvaartuigen;

Besluit:

Artikel I

De Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 20011 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduidingen a. tot en met l. vervallen.

2. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

BITD: een basis-instrumentvliegtrainingshulpmiddel (Basic Instrument Training Devices) als bedoeld in JAR-STD 4A;

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De vastgestelde bijzondere klassebevoegdverklaringen voor vliegers in de categorieën vliegtuigen zijn opgenomen in JAR-FCL 1.215(b).

2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot het vierde en vijfde lid, worden de volgende leden ingevoegd:

2. De vastgestelde bijzondere typebevoegdverklaringen voor vliegers in de categorieën vliegtuigen en helikopters en voor boordwerktuigkundigen zijn opgenomen in JAR-FCL 1.220(c), JAR-FCL 2.220(c), respectievelijk JAR-FCL 4.220(c).

3. De vastgestelde bijzondere klassebevoegdverklaringen voor ballonvaarders en de vastgestelde bijzondere type- en klassebevoegdheidsverklaringen voor RPL zijn opgenomen in bijlage 5 bij deze regeling.

3. In het vijfde lid (nieuw), wordt in de aanhef ‘tweede lid’ vervangen door: vierde lid.

4. In het vijfde lid, onderdeel b (nieuw), wordt ‘bijlage 2 bij deze regeling’ vervangen door: JAR-FCL 2.262(b).

C

Artikel 6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de aanduiding ‘bijzondere type- of klassebevoegdverklaring’ wordt ingevoegd: als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid,.

2. De zinsnede ‘, bedoeld in bijlage 5 bij deze regeling’ komt te vervallen.

D

Artikel 8, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. opleiding: de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.285(a), respectievelijk JAR-FCL 2.285(a);

2. In onderdeel b, wordt ‘2.285(b)’ vervangen door: JAR-FCL 2.285(b.

3. In onderdeel c, wordt ‘bijlage 2 bij deze regeling, met betrekking tot een MP type bevoegdverklaring’ vervangen door: JAR-FCL 1.295, respectievelijk JAR-FCL 2.295.

4. In onderdeel d, wordt ‘2.280’ vervangen door: JAR-FCL 2.280.

5. In onderdeel d, wordt ‘2.280(a)(2)’ vervangen door: JAR-FCL 2.280(a)(2).

E

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. opleiding: de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.165, respectievelijk JAR-FCL 2.165;

2. In onderdeel b, wordt ‘2.160(b) en (c)’ vervangen door: JAR-FCL 2.160(b) en (c).

3. In onderdeel c, wordt ‘bijlage 2 bij deze regeling’ vervangen door: JAR-FCL 1.170, respectievelijk JAR-FCL 2.170.

4. In onderdeel d, wordt ‘2.155’ vervangen door: JAR-FCL 2.155.

F

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komen de onderdelen a en b te luiden:

a. opleiding: de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.125, respectievelijk JAR-FCL 2.125;

b. kennis: de eisen bedoeld in JAR-FCL 1.125(a), JAR-FCL 1.130 en bijlage 1 bij JAR-FCL 1.125, respectievelijk JAR-FCL 2.125(a), JAR-FCL 2.130 en bijlage 1 bij JAR-FCL 2.125;.

2. In het eerste lid, wordt in onderdeel c ‘bijlage 2 bij deze regeling’ vervangen door: JAR-FCL 1.135, respectievelijk JAR-FCL 2.135.

3. In het eerste lid, wordt in onderdeel d ‘2.120’ vervangen door: JAR-FCL 2.120.

4. In het derde lid, wordt de zinsnede ‘bijlage 7 behorende bij deze regeling’ vervangen door: JAR-FCL 1.130 danwel JAR-FCL 2.130.

G

Artikel 11, onderdeel b, komt te luiden:

b. kennis: de eisen bedoeld in JAR-FCL 1.125(a), JAR-FCL 1.130 en bijlage 1 bij JAR-FCL 1.125, respectievelijk JAR-FCL 2.125(a), JAR-FCL 2.130 en bijlage 1 bij JAR-FCL 2.125;.

H

In artikel 14, eerste lid, komt onderdeel a te luiden:

a. opleiding: de eisen, bedoeld in JAR-FCL 4.16;.

I

In artikel 15, eerste lid, wordt ‘2.200’ vervangen door: JAR-FCL 2.200.

J

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt ‘2.195(b)’ vervangen door: JAR-FCL 2.195(b).

2. Onderdeel b komt te luiden:

b. bedrevenheid: de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.210, respectievelijk JAR-FCL 2.210; en.

3. In onderdeel c, wordt ‘2.190’ vervangen door: JAR-FCL 2.190.

K

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt ‘2.335’ vervangen door: JAR-FCL 2.335.

2. In het derde lid komt te luiden:

3. De aanvrager van een TRI, CRI(A), IRI of SFI heeft met goed gevolg een opleiding doorlopen die voldoet aan de volgende eisen:

a. voor TRI(A), respectievelijk TRI(H), respectievelijk TRI(E): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.365(a)(1) en JAR-FCL 1.365(b)(2), JAR-FCL 2.365(a) en JAR-FCL 2.365(f)(2), respectievelijk JAR-FCL 4.365(a)(1) en JAR-FCL 4.365(b)(2);

b. voor CRI(A) voor ME bevoegdverklaringen: de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.380(a)(3), en voor SE bevoegdverklaringen: de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.380(b)(3);

c. voor IRI(A), respectievelijk IRI(H): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.395(b), respectievelijk JAR-FCL 2.395(b);

d. voor SFI(A), SFI(H), respectievelijk SFI(E): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.410(a)(2) en (4) en JAR-FCL 1.410(b)(1), JAR-FCL 2.410(a)(2) en (4) en JAR-FCL 2.410(b)(1), respectievelijk JAR-FCL 4.410(a)(2) en (4) en JAR-FCL 4.410(b)(1).

L

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, wordt ‘4.310’vervangen door: JAR-FCL 4.310.

2. Het eerste lid, onderdeel a, onder 3°, komt te luiden:

3°. Voor SFI(A), SFI(H), respectievelijk SFI(E): de eis, bedoeld in JAR-FCL 1.410(a)(1), JAR-FCL 2.410(a)(1), respectievelijk JAR-FCL 4.410(a)(1).

3. Het eerste lid, onderdelen b, c en d komen te luiden:

b. kennis:

1°. voor FI(A), respectievelijk FI(H): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.340, respectievelijk JAR-FCL 2.340;

2°. voor TRI(A), TRI(H), respectievelijk TRI(E): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.365, JAR-FCL 2.365 respectievelijk JAR-FCL 4.365;

3°. voor CRI(A): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.380;

4°. voor IRI(A), respectievelijk IRI(H): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.395, respectievelijk JAR-FCL 2.395;

5°. voor SFI(A), SFI(H), respectievelijk SFI(E): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.410, JAR-FCL 2.410, respectievelijk JAR-FCL 4.410;

6°. voor RFI: een volledig afgeronde theorie-opleiding voor RFI voor de desbetreffende categorie bij een geregistreerde of gekwalificeerde opleidingsinstelling RFI;

c. bedrevenheid:

1°. voor FI(A), respectievelijk FI(H): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.345, respectievelijk JAR-FCL 2.345;

2°. voor CRI(A): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.380(a)(4) en JAR-FCL 1.380(b)(4);

3°. voor IRI(A), respectievelijk IRI(H): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.395(c), respectievelijk JAR-FCL 2.395(c);

4°. voor SFI(A), SFI(H), respectievelijk SFI(E): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.410(a)(6), JAR-FCL 2.410(a)(6), respectievelijk JAR-FCL 4.410(a)(6);

5°. Voor RFI(A), respectievelijk RFI(H): het praktijkexamen, dat voldoet aan de eisen gesteld in JAR-FCL 1.345, respectievelijk JAR-FCL 2.345, komt bovenop het voorgeschreven minimum aantal opleidingsuren. Tijdens het praktijkexamen toont de aanvrager aan in staat te zijn een leerlingvlieger op te leiden voor een RPL, inclusief voor- en nabespreking van de vliegles en theorie, en

d. ervaring:

1°. voor TRI(A), TRI(H), respectievelijk TRI(E): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.365(a)(2)(3) en (4), JAR-FCL 2.365(b)(c)(d)en (e), respectievelijk JAR-FCL 4.365(a)(2)(3) en (4);

2°. voor CRI(A): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.380 (a)(1-3) en JAR-FCL 1.380(b)(1-3);

3°. voor IRI(A), respectievelijk IRI(H): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.395(a), respectievelijk 2.395(a);

4°. voor SFI(A), SFI(H) respectievelijk SFI(E): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.410 (a)(3) en (a)(7), JAR-FCL 2.410 (a)(3) en (a)(7) respectievelijk JAR-FCL 4.410 (a)(3) en (a)(7);

5°. voor opheffing van de beperking, om geen verantwoordelijkheid te mogen dragen voor eerste solovluchten of eerste solo navigatievluchten, voor RFI(A), respectievelijk RFI(H): 100 uur vlieginstructie en ten minste 25 solovluchten beoordelen en een aanbeveling van de houder van een RFI(A), respectievelijk RFI(H), die als mentor optreedt;

6°. voor uitbreiding van de bevoegdheid van RFI(A), respectievelijk RFI(H), naar een andere klasse, respectievelijk naar een ander type, binnen de categorie: 50 vlieguren op een vliegtuig en praktijkexamen van de betreffende klasse, respectievelijk 15 vlieguren op een helikopter van het betreffende type, binnen 12 maanden voorafgaand aan de uitbreiding.

4. In het tweede lid, wordt ‘1.330, respectievelijk 2.325(a) dan wel 2.330’ vervangen door: JAR-FCL 1.330, respectievelijk JAR-FCL 2.325(a) dan wel JAR-FCL 2.330.

5. In het derde lid, wordt ‘1.380(c) of 1.410(b)’ vervangen door: JAR-FCL 1.380(c) of JAR-FCL 1.410(b).

6. In het vierde lid, wordt ‘2.410(b)’ vervangen door: JAR-FCL 2.410(b).

7. In het vijfde lid, wordt ‘4.410(b)’ vervangen door: JAR-FCL 4.410(b).

M

Na artikel 20a wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 20b

STI(A)

Voor afgifte van de synthetische traininginstructeurbevoegdverklaring (STI) voldoet de aanvrager aan de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.419(b).

N

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt.

2. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot het tweede en derde lid.

O

In artikel 22, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt ‘2.125(c)’ vervangen door: JAR-FCL 2.125(c).

2. In onderdeel b, wordt ’2.165(b)’ vervangen door: JAR-FCL 2.165(b).

P

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt ‘2.250, respectievelijk 4.250’ vervangen door: JAR-FCL 2.250, respectievelijk JAR-FCL 4.250.

2. In het tweede lid, wordt ‘bijlage 5 bij deze regeling’ vervangen door: JAR-FCL 1.221.

3. In het derde lid, wordt ‘bijlage 5 bij deze regeling’ vervangen door: JAR-FCL 2.220

Q

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, wordt ‘4.261(a)’ vervangen door: JAR-FCL 4.261(a).

2. In het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, wordt ‘2.261(a)’ vervangen door: JAR-FCL 2.261(a).

3. Het eerste lid, onderdeel b komt te luiden:

b. bedrevenheid:

1°. voor MP(A), MP(H), respectievelijk MP(E) typebevoegdverklaring: de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.240(b)(1), JAR-FCL 2.240(b)(1), respectievelijk JAR-FCL 4.240(b),

2°. voor SP(A) type- en klassebevoegdverklaringen, respectievelijk SP(H) typebevoegdverklaringen: de eisen, bedoeld JAR-FCL 1.240(b)(2), respectievelijk JAR-FCL 2.240(b)(2).

4. In het eerste lid, onderdeel c, onder 1°, wordt ‘2.261, respectievelijk 4.261 en 4.262’ vervangen door: JAR-FCL 2.261, respectievelijk JAR-FCL 4.261 en JAR-FCL 4.262.

5. In het eerste lid, onderdeel c, onder 2°, wordt ‘2.255’ vervangen door: JAR-FCL 2.255.

R

In artikel 26, onderdeel b, wordt ‘bijlage 2 bij deze regeling’ vervangen door: JAR-FCL 1.240(b)(2), respectievelijk JAR-FCL 2.240(b)(2).

S

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt ‘2.185 (a) en (b)’ vervangen door: JAR-FCL 2.185 (a) en (b ).

2. Het tweede lid, komt te luiden:

2. De houder van zowel een geldige bevoegdverklaring IR-ME als een geldige bevoegdverklaring IR-SE voor de categorie vliegtuigen kan de proeve van bekwaamheid voor de verlenging van de bevoegdverklaring IR-SE, bedoeld in het eerste lid, vervangen door een proeve van bekwaamheid voor de bevoegdverklaring IR-ME, bedoeld in het eerste lid, onder de voorwaarde dat hij als hij in het bezit is van een geldige bevoegdverklaring SE-P, deze laatstelijk heeft verlengd door middel van een proeve van bekwaamheid op een SE-P vliegtuig, als bedoeld in artikel 37, onderdeel d.

3. Onder het vervallen van de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid, vervalt het tweede lid.

T

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen a en b komen te luiden:

a. indien de geldigheid van de bevoegdheidverklaring ten hoogste 84 maanden is verlopen, de eisen als bedoeld in JAR-FCL 1.185(a) en (b), respectievelijk JAR-FCL 2.185(d); of

b. indien de geldigheid langer dan 84 maanden is verlopen, de eisen, bedoeld onder a, alsmede de eisen bedoeld in JAR-FCL 1.185(c), respectievelijk JAR-FCL 2.185(d).

U

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt ‘2.355 (a)’ vervangen door: JAR-FCL 2.355 (a).

2. In onderdeel b, wordt ‘2.370(a), respectievelijk 4.370(a)’ vervangen door: JAR-FCL 2.370(a), respectievelijk JAR-FCL 4.370(a).

3. In onderdeel d, wordt ‘2.400(a)’ vervangen door: JAR-FCL 2.400(a).

4. In onderdeel e, wordt ‘2.415(a), respectievelijk 4.415(a)’ vervangen door: JAR-FCL 2.415(a), respectievelijk JAR-FCL 4.415(a).

5. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

h. voor STI(A); de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.419(c).

V

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt ‘2.355 (c)’ vervangen door: JAR-FCL 2.355 (c).

2. In onderdeel b, wordt ‘2.370(b), respectievelijk 4.370(b)’ vervangen door: JAR-FCL 2.370(b), respectievelijk JAR-FCL 4.370(b).

3. In onderdeel d, wordt ‘2.400(b)’ vervangen door: JAR-FCL 2.400(b).

4. In onderdeel e, wordt ‘2.415(b), respectievelijk 4.415(b)’ vervangen door: JAR-FCL 2.415(b), respectievelijk JAR-FCL 4.415(b).

5. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

h. voor STI(A); de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.419(d).

W

Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘bijlage 2 bij deze regeling’ vervangen door: JAR-FCL 1.240(b)(1), JAR-FCL 2.240(b)(1), respectievelijk JAR-FCL 4.240(b).

2. In de onderdelen b, c en d wordt ‘bijlage 2 bij deze regeling’ telkens vervangen door: JAR-FCL 1.240(b)(2), respectievelijk JAR-FCL 2.240(b)(2).

X

In artikel 38, tweede lid, wordt ‘2.245(e), respectievelijk 4.245(e)’ vervangen door: JAR-FCL 2.245(e), respectievelijk JAR-FCL 4.245(e).

Y

Bijlage 2 en 5 behorende bij de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001, worden vervangen door bijlage 2 en 5 in de bijlage bij deze regeling.

Artikel II

De Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 20012 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. De punt aan het slot van onderdeel b, onder 5°, wordt vervangen door een puntkomma.

2. Onderdeel c, onder 12°, komt te luiden:

12°. accountantsverklaring inzake de financiële situatie, bedoeld in de Interpretative and Explanatory Material nummer 2 bij JAR-FCL 1.055 en JAR-FCL 2.055;.

3. Onderdeel d, onder 11°, komt te luiden:

11°. accountantsverklaring inzake de financiële situatie, bedoeld in de Interpretative and Explanatory Material nummer 2 bij JAR-FCL 1.055 en JAR-FCL 2.055;.

4. Na onderdeel d wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. voor de kwalificatie van een opleiding voor een CR voor vliegers van vliegtuigen of een TR voor vliegers van vliegtuigen, een TR voor helikopters, een TR voor boordwerktuigkundigen van een luchtvaartmaatschappij, fabrikant of een individuele instructeur in een bijzonder geval: de in onderdeel d genoemde gegevens, tenzij daar in het JAR-OPS Operations Manual, Part D – Training, al in is voorzien, wat wordt aangetoond door het meesturen van een controlelijst van naleving van de JAR-FCL (compliance checklist).

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid (nieuw) wordt de zinsnede ‘ten hoogste twee jaar’ vervangen door: de termijn, genoemd in de bijlagen bij JAR-FCL 1.055, JAR-FCL 2.055 en JAR-FCL 4.055,.

C

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen 1° en 2° van onderdeel b komen te luiden:

1°. voor PPL(A), onderscheidenlijk PPL(H), de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.125, onderscheidenlijk JAR-FCL 2.125;

2°. voor SEP-SPA CR en TMG de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.261;.

2. De komma aan het slot van onderdeel b, onder 3°, wordt vervangen door een puntkomma.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b, onder 4°, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5°. voor TR(H) de eisen, bedoeld in JAR-FCL 2.240.

D

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a, onder 1°, komt te luiden:

1°. voor een FTO onderscheidenlijk TRTO voor vliegtuigen, helikopters, respectievelijk boordwerktuigkundigen: de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.055, JAR-FCL 2.055, onderscheidenlijk JAR-FCL 4.055, met dien verstande dat een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 4, onderdeel c, onder 12° , onderscheidenlijk onderdeel d, onder 11°, aan de minister is overgelegd;.

2. In onderdeel a, onder 2°, wordt ‘2(c), 2(d)’ steeds vervangen door: 2(a), 2(b).

3. Onderdeel b, onder 3°, komt te luiden:

3°. de opleidingsinstelling zorgt ervoor dat de aanvrager voor een IR voor vliegtuigen respectievelijk helikopters voldoet aan de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.200, respectievelijk JAR-FCL 2.200.

3. In artikel 11 en in de tabellen 1a, 1b en 2 wordt ‘appendix’ telkens vervangen door: bijlage.

E

Bijlage 4 vervalt.

Artikel III

Na artikel 1 van de Regeling sluiting luchtruim boven Den Haag en kasteel Drakensteijn3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 5.10 eerste lid, onderdeel a, van de Wet luchtvaart.

Artikel IV

De Regeling tarieven luchtvaart 20074 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 13, vijfde lid, 14, eerste lid en 16, eerste, derde, zesde, zevende en achtste lid, wordt ‘Besluit luchtwaardigheid’ vervangen door: Besluit luchtvaartuigen.

B

In artikel 24, eerste lid, onder b, wordt ‘luchtvaardigheid’ vervangen door: luchtwaardigheid.

Artikel V

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van Artikel I, onderdeel S, derde lid, dat zes maanden na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst inwerking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage, die ter inzage worden gelegd bij de bibliotheek van de Hoofddirectie Juridische Zaken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Saturnusstraat 50 te Hoofddorp.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, C.M.P.S. Eurlings.

Toelichting

Algemeen

Deze regeling bevat een aantal aanpassingen van de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdheidsverklaringen voor luchtvarenden 2001 en de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001, in verband met amendement 4 en 5 van de ‘Joint Aviation Requirements – Flight Crew Licencing’ (JAR-FCL) en enkele correcties ter herstel van omissies. Tevens zijn daar waar mogelijk de verwijzingen in de regeling naar de JAR-FCL dynamisch gemaakt, opdat de regeling minder vaak hoeft te worden aangepast na een wijziging van de JAR-FLC. Dynamische verwijzing is geregeld in het bovenliggende Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart. Artikel 1, tweede lid van dit Besluit, regelt de dynamische verwijzing binnen het Besluit en onderliggende regelingen.

De JAR-FCL en de vertaling daarvan liggen ter inzage bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat (Saturnusstraat 50, 2132 HB, Hoofddorp, tel. 023-5663000) en in de bibliotheek van de Hoofddirectie Juridische Zaken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Koningskade 4, 2596 AA, Den Haag).

De administratieve lasten en bedrijfseffecten zijn bij de meest recente wijziging van het Besluit Bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart1 berekend. De wijzigingen in beide regelingen vloeien voort uit dat wijzigingsbesluit. Voor de bedrijfseffecten is berekend dat het effect nihil is. Actal heeft betreffend wijzigingsbesluit niet voor een toets geselecteerd.

Ten slotte zijn voor de Regeling sluiting luchtruim boven Den Haag en kasteel Drakensteijn en de Regeling tarieven luchtvaart 2007 enkele correcties opgenomen.

Artikelsgewijs

Artikel I, A (wijziging artikel 1)

Een BITD is een basis-instrumentenvliegtrainingshulpmiddel (Basic Instrument Training Devices) als bedoeld in JAR-STD 4A. De definitie hiervan staat in de Regeling kwalificatie STD’s, waarbij met een STD een Synthetic Training Device, een vluchtnabootser, wordt bedoeld. Voor de afgifte van een PPL(A) (Private Pilot Licence Aeroplanes) is het noodzakelijk om tenminste 45 uur vliegtijd ervaring te hebben als bestuurder van vliegtuigen. Door de invoering van Amendment 4 JAR-FCL mag een totaal van 5 uur van deze 45 uur naast een FNPT (Flight and navigation procedures trainer) of een vluchtnabootser ook in een BITD zijn voltooid. Een totaal van 40 uur moet dus in een vliegtuig worden voltooid.

Artikel I, B en W (wijziging artikel 4)

Het oorspronkelijke eerste lid is opgesplitst in drie leden. Er wordt nu onderscheid gemaakt naar bijzondere klassebevoegdverklaringen en bijzondere typebevoegdverklaringen. Daarbij dynamisch verwezen naar de bijbehorende JAR-FCL. De eisen waren voorheen opgenomen in bijlage 5 bij de Regeling. De verwijzing naar bijlage 5 met de opgenomen eisen geldt nu alleen nog maar voor ballonvaarders en RPL (Recreational Pilot Licence) in het nieuwe derde lid.

In het vijfde lid wordt een dynamische verwijzing naar JAR-FCL ingevoerd. Bijlage 2 wordt overeenkomstig gewijzigd en geldt nu alleen voor ballonvaarders en recreatieve luchtvaart.

Artikel I, C (wijziging artikel 6)

Artikel 6 is gewijzigd zodat het nog steeds correspondeert met de inhoud van artikel 4, eerste en tweede lid.

Artikel I, D , E, F en H (wijziging artikelen 8, 9, 10 en 14)

De opleidingseisen uit de onderdelen a van de artikelen 8 (ATPL), 9 (CPL), 10 (PPL) en 14 (CFEL) worden niet meer apart opgesomd in het betreffende onderdelen, maar wordt er dynamisch verwezen naar de corresponderende opleidingseisen in de JAR-FCL. Voor de eisen voor bedrevenheid uit de onderdelen c wordt nu ook dynamisch verwezen naar de corresponderende eisen voor bedrevenheid in de JAR-FCL.

Artikel I, J (wijziging artikel 16)

Voor de eisen voor bedrevenheid uit onderdeel c van artikel 16 wordt dynamisch verwezen naar de corresponderende eisen voor bedrevenheid in de JAR-FCL.

Artikel I, L (wijziging artikel 20)

In dit artikel wordt in het eerste lid, onderdeel d, onder 6°, van de regeling de extra eis opgenomen, dat voor uitbreiding van de bevoegdheid van RFI(A) (Recreational Flight Instructor Aeroplanes), respectievelijk RFI(H) (Recreational Flight Instructor Helicoper), naar een andere klasse, respectievelijk naar een ander type, binnen de categorie, voor luchtvaartuigen naast de 50 vlieguren op een luchtvaartuig ook een praktijkexamen moet worden afgelegd in de betreffende klasse. Dit is opgenomen vanwege het verschil in de bediening en opleidingsniveau van de verschillende klasses en de instructeur dient zijn bekwaamheid middels een praktijkexamen aan te tonen.

Artikel I, M (invoegen artikel 20b)

Op grond van JAR-FCL Amendment 4 en 5 wordt het mogelijk gemaakt voor iemand zonder een bewijs van bevoegdheid om toch trainingen te kunnen geven op een simulator, op basis van jarenlange ervaring.

In artikel 20 b wordt er dynamisch verwezen naar de JAR-FCL eisen voor afgifte van de bevoegdverklaring instructeur vluchtnabootser (STI).

Amendment 4 van de JAR-FCL betreft de introductie van een nieuwe autorisatie STI: instructeur vluchtnabootser (Synthetic Training Instructor). In amendment 5 zijn op grond van ingediende Working Papers enkele technische wijzigingen aangebracht. De JAR-FCL kende reeds de autorisatie SFI (Synthetic Flight Instructor). De privileges van een SFI zijn het geven van instructie op een simulator voor type bevoegdverklaringen en vereiste instructie voor ‘multi crew co-operation’. Om instructie te geven moet men normaliter in het bezit zijn van een ‘instructeurs bevoegdverklaring’ in een bewijs van bevoegdheid. Er zijn echter personen die bijvoorbeeld om medische redenen niet meer in het bezit zijn van een bewijs van bevoegdheid (en dus geen instructeurs bevoegdverklaring meer kunnen hebben), maar toch op grond van kennis en ervaring zeer goed instructie kunnen geven op een vluchtnabootser (simulator). Om die reden is de SFI autorisatie geïntroduceerd.

Vanuit de opleidingen bleek een dergelijke behoefte óók te bestaan voor de ‘basic training’. Dit heeft geleid tot de introductie van de ‘Synthetic Training Instructor (STI) authorisation’ in JAR-FCL De privileges van de STI zijn; het geven van instructie op een vluchtnabootser voor de afgifte van een brevet, de bevoegdverklaring instrument rating en klasse of type bevoegdverklaring voor ‘single pilot’ vliegtuigen. Deze training geschiedt op andersoortige vluchtnabootsers dan waarop een SFI instructie geeft.

Artikel I, N (wijzigen artikel 21)

Het tweede lid komt te vervallen omdat de daarin gestelde datum van 1 oktober 2005 inmiddels verstreken is. Het betrof hier uitzonderingen van gestelde eisen met betrekking tot afgifte van de bevoegdverklaring FI(FB).

Artikel I, P (wijzigen artikel 23)

De categorieën van bijzondere bevoegdverklaringen stonden voorheen in bijlage 5 van deze regeling vermeld. Bijlage 5 met de opgenomen eisen geldt nu alleen nog maar voor ballonvaarders en RPL. Bij de overige bijzondere bevoegdverklaringen, zoals in dit artikel voor de HPA wordt dynamisch verwezen naar het corresponderende JAR-FCL artikel.

Artikel I, Q, R en W (wijzigen artikelen 25, 26 en 37)

De eisen ten aanzien van de bedrevenheid voor type- en klassebevoegdheidsverklaringen uit de onderdelen b van de artikelen 25, eerste lid en artikel 26 worden niet meer apart opgesomd in het betreffende onderdeel, maar er wordt dynamisch verwezen naar de corresponderende eisen voor bedrevenheid in de JAR-FCL. Dit geldt ook voor de verlenging van type- en klassebevoegdheidsverklaringen zoals geregeld in artikel 37 van de regeling.

Artikel I, S (wijzigen artikel 29)

Het tweede lid van de regeling komt te vervallen vanwege implementatie van het nieuwe JAR-FCL 1.246. Hierdoor komt de mogelijkheid om de bevoegdverklaring IR-SE te verlengen op basis van de daarin gesteld voorwaarde met betrekking tot de traingingsvlucht te vervallen. Dit houdt echter in dat een houder van een geldige bevoegdverklaring IR-SE als bedoeld in dit artikel, die voornemens was de proeve van bekwaamheid voor de verlenging van de bevoegdverklaring IR-SE te vervangen door een proeve van bekwaamheid voor de bevoegdverklaring IR-ME, gedwongen zou worden om na inwerkingtreding van deze regeling alsnog een proeve van bekwaamheid SE-P VFR te halen en hiermee al zijn gedane moeite en investering in ervaringsuren en trainingsvluchten verloren ziet gaan. Daarom is er voor een overgangstermijn gekozen van een half jaar.

Artikel I, T (wijzigen artikel 30)

De dynamische verwijzing naar het JAR-FCL artikel is gewijzigd door Amendment 4 van de JAR-FCL. Het betreft nu aan ander corresponderende JAR-FCL artikel.

Artikel I, U en V (wijzigen artikelen 33 en 34)

Voor de eisen van verlenging (artikel 33) en hernieuwde afgifte (artikel 34) van een instructeursbevoegdverklaring voor STI(A) worden in artikel 33 een nieuw onderdeel h en in artikel 34 een nieuw onderdeel i toegevoegd. Hierin wordt voor de STI(A) dynamisch verwezen naar het corresponderende JAR-FCL artikel.

Artikel II, onderdeel A (wijziging artikel 4)

In het eerste lid (nieuw), onderdeel c, onder 12°, is de aanduiding ‘verklaring van een registeraccountant’ vervangen door de aanduiding ‘accountantsverklaring inzake de financiële situatie bedoeld in de Interpretative and Explanatory Material nummer 2 bij JAR-FCL 1.055 en JAR-FCL 2.055’. Deze wijziging maakt het mogelijk dat binnen het accountantschap niet alleen de registeraccountant de accountantsverklaring mag afgeven, maar ook een AA-accountant indien hij binnen het accountantschap bevoegd is om accountantsverklaringen af te geven. In Nederland bestaan namelijk twee soorten accountants. De registeraccountants richten zich met name op de grote bedrijven, de AA-accountants richten zich met name op het midden- en kleinbedrijf (MKB). Zowel de registeraccountant als de AA-accountant is verplicht lid van respectievelijk de beroepsorganisatie NIVRA (Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants) cq NovAA (Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten) en volledig bevoegd. De titel AA-accountant mag alleen worden gevoerd als men is ingeschreven in het register AA, dat wordt beheerd door de NOvAA.

In het genoemde onderdeel van artikel 4 is ook een verwijzing naar de JAR-FLC opgenomen ten aanzien van de inhoud van de accountantsverklaring. Voorheen moest uit de verklaring van een registeraccountant blijken dat er voldoende middelen zijn om de afronding van de opleiding van kandidaten te garanderen. Nu wordt er verwezen naar de financiële situaties als bedoeld in de Interpretative and Explanatory Material (IEM) nummer 2 bij JAR-FCL 1.055 en JAR-FCL 2.055 en is een verklaring van zowel een registeraccountant als een AA-accountant geaccepteerd.

Een nieuw onderdeel e somt de gegevens op die verschaft moeten worden bij de aanvraag tot registratie of kwalificatie van de klassebevoegdverklaring (Class Rating) CR en typebevoegdverklaring (Type Rating) TR. In artikel 11, eerste lid, onderdeel a, onder 2° en 3°, staan de eisen opgesomd voor de kwalificatie van een opleiding voor CR en TR, maar bij de totstandkoming van de regeling is vergeten om CR en TR ook op te nemen in artikel 4.

Artikel II, onderdeel B (wijziging artikel 6)

De verwijzing naar de JAR-FLC maakt het mogelijk om een verlenging van de kwalificatie voor een periode van maximaal drie jaar te verlenen. Dit is de periode gesteld in de JAR-FCL waar nu dynamisch naar verwezen wordt. Ook hier betreft het een dynamische verwijzing.

Artikel II, onderdeel C (wijziging artikel 10)

De dynamische verwijzing naar de JAR-FCL is in dit artikel nog verder doorgevoerd. Door de wijziging wordt er alleen nog maar verwezen het desbetreffende artikel in de JAR-FCL en niet meer mede naar de onderliggende bijlagen. Deze bijlagen worden voortdurend door de JAA veranderd en dit zou betekenen dat ook de regeling dan ook vaak moet worden gewijzigd. Door alleen maar te verwijzen naar het artikel waar de bijlagen onderdeel van uit maken, is dit probleem opgelost. De publicatie van de bijlagen verandert niet.

In het eerste lid, onderdeel b, onder 2°, een typefout gecorrigeerd: ‘SP-SPA’ is gewijzigd in ‘SEP-SPA’.

Voorts is in onderdeel b een nieuwe aanduiding toegevoegd voor de inhoudelijke eisen voor registratie en kwalificatie ten aanzien van TR(H).

Artikel II, onderdeel D (wijziging artikel 11)

Net als in artikel 10 is ook in artikel 11 de dynamische verwijzing naar de JAR-FCL verder doorgevoerd.

Artikel II, onderdeel E (schrappen bijlage 4)

Bijlage 4 kan vervallen omdat artikel 11, eerste lid, onder a, van de regeling nu verwijst naar de JAR-FCL met als gevolg dat de IEM nummer 1 van de JAR-FCL van toepassing is.

Artikel III (wijziging Regeling sluiting luchtruim boven Den Haag en kasteel Drakensteijn)

Betreffende regeling was op een foutief geciteerde basis gestoeld. Met deze wijziging wordt de fout hersteld.

Artikel IV (wijziging Regeling tarieven luchtvaart 2007)

Per 1 mei 2005 is de citeertitel van het Besluit luchtwaardigheid gewijzigd. In de Regeling tarieven luchtvaart 2007 wordt nog de oude citeertitel gebruikt. Deze omissie wordt middels deze wijziging hersteld.

De citeertitel van het Besluit luchtwaardigheid is met ingang van 1 mei 2005 gewijzigd in Besluit luchtvaartuigen. In de Regeling tarieven luchtvaart 2007 is bij vergissing nog de oude citeertitel gebruikt. Deze omissie wordt door middel van deze wijziging hersteld.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings

  • 1

    Stcrt. 2001, 208; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 30 augustus 2005 (Stcrt. 170).

  • 2

    Stcrt. 2001, 208; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 24 september 2004 (Stcrt. 187).

  • 3

    Stcrt. 2007, 36.

  • 4

    Stcrt. 2006, 247 samen met Stcrt. 2006, 252.

Naar boven