Instellingsbesluit Commissie Fundamentele Verkenning Bouwprojecten

Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 27 april 2007, nr. OI/PVV/7049015, houdende instelling van de Commissie Fundamentele Verkenning Bouwprojecten (Instellingsbesluit Commissie Fundamentele Verkenning Bouwprojecten)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie;

Gelet op artikel 1 van het Vacatiegeldenbesluit 1988;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. commissie: de Commissie Fundamentele Verkenning Bouwprojecten;

b. bewindslieden: de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie;

c. staatssecretaris: de Staatssecretaris van Economische Zaken.

Artikel 2

1. Er is een Commissie Fundamentele Verkenning Bouwprojecten.

2. De commissie heeft tot taak om de gehele keten van wet- en regelgeving tot toezicht rond bouwprojecten vanuit een nulsituatie opnieuw te doordenken en, met inachtneming van te borgen essentiële publieke belangen, oplossingsrichtingen te formuleren hoe de regeldruk merkbaar kan worden verminderd.

Artikel 3

1. De commissie bestaat uit een voorzitter en maximaal 12 leden.

2. De voorzitter en de andere leden worden door de staatssecretaris benoemd en kunnen door de staatssecretaris worden geschorst en ontslagen.

3. De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in.

4. Met ingang van 1 juni 2007 wordt tot voorzitter van de commissie benoemd mevrouw S.M. Dekker.

Artikel 4

1. De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

2. In het secretariaat van de commissie wordt door de bewindslieden voorzien.

3. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie opgeborgen in het archief van dat ministerie.

Artikel 5

1. De commissie rapporteert mondeling of schriftelijk aan de bewindslieden over haar bevindingen en over de voortgang van haar werkzaamheden.

2. De commissie stelt uiterlijk op 1 maart 2008 een eindrapportage op van haar bevindingen en zendt deze eindrapportage aan de bewindslieden.

3. De commissie verstrekt desgevraagd aan de bewindslieden de voor de uitoefening van hun taak benodigde inlichtingen.

Artikel 6

1. De voorzitter van de commissie ontvangt voor het bijwonen van een vergadering een vergoeding van € 260,00.

2. Voor voorbereidende werkzaamheden in het kader van de commissie, anders dan het bijwonen van een vergadering, ontvangt de voorzitter een vergoeding, die wordt berekend op basis van een uurtarief dat is gebaseerd op salarisschaal 18 van Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en op een voorbereidingstijd van maximaal 8 uur per week.

Artikel 7

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 mei 2008.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie Fundamentele Verkenning Bouwprojecten.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 april 2007.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, F. Heemskerk.

Toelichting

In de eerste fase (november 2005–mei 2006) van het interdepartementale Project Vereenvoudiging Vergunningen heeft onder meer een doorlichting plaatsgevonden van alle rijksbrede vergunningsstelsels. De bestaande situatie was daarbij steeds het vertrekpunt. In de Meibrief is aangegeven dat het kabinet op basis van signalen van het bedrijfsleven voornemens is voor een beperkt aantal (1 à 2) onderwerpen een fundamentele verkenning uit te voeren. Het betreft onderwerpen die substantiële maatschappelijke en/of economische belangen betreffen én tot aanmerkelijke lasten leiden voor bedrijf en burger. De bedoeling is voor deze onderwerpen meer diepgaand te bezien of er mogelijkheden zijn te vinden om tot een substantiële vermindering van de regel- en vergunninglast te komen. Het gaat er om de gehele keten van wet- en regelgeving tot toezicht vanuit een nulsituatie opnieuw te doordenken en daarbij te bezien welke essentiële publieke belangen moeten worden geborgd, welke alternatieve mogelijkheden daarvoor zijn naast wet- en regelgeving en hoe deze uitwerken op de regel- en vergunningdruk. Deze doorlichting zal worden gedaan vanuit het perspectief hoe de overheid meer vanuit vertrouwen in burger en bedrijfsleven kan werken en waar mogelijk eigen verantwoordelijkheid over kan laten aan burger en bedrijfsleven in plaats van alle risico’s met gedetailleerde regels en voorschriften te ondervangen.

In overleg met het bedrijfsleven zijn de onderwerpen bouwprojecten en transportbelemmeringen geselecteerd. Deze commissie heeft betrekking op bouwprojecten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Naar boven