Instelling besluitmoratorium en vertrekmoratorium voor asielzoekers afkomstig uit Guinee

Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 20 april 2007, nr. 5480819/07/DVB, tot het instellen van een besluitmoratorium en een vertrekmoratorium voor asielzoekers afkomstig uit Guinee

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op artikel 43, aanhef onder a, en artikel 45, lid 4 van de Vreemdelingenwet 2000;

Overwegende:

– dat naar verwachting voor een korte periode onzekerheid zal bestaan over de situatie van asielzoekers uit Guinee en op grond daarvan redelijkerwijs niet kan worden beslist of de aanvraag op een van de gronden genoemd in artikel 29 van de Vreemdelingenwet 2000 kan worden toegewezen;

– dat als gevolg hiervan een besluitmoratorium voor asielaanvragen van asielzoekers uit Guinee wordt ingesteld tot 1 april 2008;

– dat in deze situatie voor asielzoekers afkomstig uit Guinee tevens een vertrekmoratorium wordt ingesteld, eveneens tot 1 april 2008.

Besluit:

Artikel 1

De termijn, bedoeld in artikel 42 van de Vreemdelingenwet 2000, wordt voor asielzoekers afkomstig uit Guinee, die een aanvraag hebben ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verlengd met één jaar.

Artikel 2

De verstrekkingen voorzien bij of krachtens de Wet Centraal Orgaan opvang Asielzoekers of een ander wettelijk voorschrift dat soortgelijke verstrekkingen regelt, worden voor de vreemdelingen als bedoeld in artikel 1 niet beëindigd.

Artikel 3

Overeenkomstig artikel 3 van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (RvA 2005) geeft de indiening van een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de vreemdelingen als bedoeld in artikel 1 recht op opvang.

Artikel 4

Artikel 2 en 3 van dit besluit zijn niet van toepassing op asielzoekers op wie de volgende bepalingen van toepassing zijn: artikel 30, dan wel artikel 31, tweede lid, onder h, i, en k van de Vreemdelingenwet 2000 en het beleid hieromtrent zoals neergelegd in C22/6 Vreemdelingencirculaire 2000.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking twee dagen na publicatie in de Staatscourant en vervalt op 1 april 2008.

De Staatssecretaris van Justitie, N. Albayrak.

Toelichting

Artikel 1

Met artikel 1 van het onderhavige besluit is een besluitmoratorium ingesteld voor asielzoekers uit Guinee, inhoudende dat de wettelijke termijn waarbinnen op de asielaanvraag een beschikking gegeven dient te worden, wordt verlengd met een periode van één jaar.

Omdat onvoldoende duidelijk is welke consequenties de verslechterde situatie in Guinee heeft voor de wijze waarop de Guinese autoriteiten uitgeprocedeerde asielzoekers, ook bij de terugkeer, behandelen, is het niet mogelijk om asielaanvragen van asielzoekers afkomstig uit Guinee zorgvuldig te beoordelen aan de hand van de gronden in artikel 29, eerste lid, Vreemdelingenwet 2000. De periode waarvoor het besluitmoratorium geldt geeft de mogelijkheid een nader ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken af te wachten.

De individuele vreemdelingen zullen in de komende periode wel in de gelegenheid worden gesteld zich omtrent de asielaanvraag te doen horen.

Het instellen van een besluitmoratorium betekent niet dat in het geheel geen beslissingen meer mogelijk zijn in zaken ten aanzien waarvan het moratorium geldt. Onverlet de verlenging van de beslistermijn kan beslist worden in zaken waarin:

– artikel 30 van de Vreemdelingenwet 2000 van toepassing is;

– de asielzoeker de mogelijkheid heeft te vertrekken naar een derde land (artikel 31, tweede lid, onder i en h van de Vreemdelingenwet 2000);

– artikel 1F Vluchtelingenverdrag van toepassing is;

– de asielzoeker een gevaar vormt voor de nationale veiligheid doordat er sprake is van een zodanig ernstig misdrijf dat de aanvraag om die reden wordt afgewezen (artikel 31, tweede lid, onder k van de Vreemdelingenwet 2000 juncto artikel 33, tweede lid, Vluchtelingenverdrag).

Het beleid zoals neergelegd in C19 Vreemdelingencirculaire 2000 is van toepassing.

Artikel 2

Met artikel 2 van het onderhavige besluit wordt een vertrekmoratorium ingesteld voor asielzoekers uit Guinee. Dit houdt in dat verstrekkingen voorzien bij of krachtens de Wet Centraal Orgaan opvang Asielzoekers of een ander wettelijk voorschrift dat soortgelijke verstrekkingen regelt, niet worden beëindigd.

De categorie vreemdelingen op wie het vertrekmoratorium van toepassing is heeft rechtmatig verblijf op grond van artikel 45, vijfde lid, juncto artikel 8, onder j, van de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel 3

Met artikel 3 van het onderhavige besluit wordt tot uitdrukking gebracht dat ingevolge de Memorie van Toelichting bij de Vreemdelingenwet 2000 en de Vreemdelingencirculaire 2000, bij de instelling van een vertrekmoratorium de opvang ook wordt opengesteld voor vreemdelingen wier opvang reeds was beëindigd op het moment waarop het vertrekmoratorium van kracht is geworden.

Als deze vreemdelingen een nieuwe aanvraag indienen, gebaseerd op de omstandigheid dat een vertrekmoratorium van kracht is, dan ligt het, behoudens de in artikel 4 van dit besluit genoemde uitzonderingen, niet voor de hand deze vreemdelingen opvang in de zin van de RvA 2005 te onthouden.

Artikel 4

Bij artikel 4 van het onderhavige besluit is bepaald dat het vertrekmoratorium (inclusief het recht op opvang bij indiening van een tweede of volgende aanvraag) niet van toepassing zijn op vreemdelingen op wie de volgende bepalingen van toepassing zijn: artikel 30, dan wel 31, tweede lid, onder h, i en k van de Vreemdelingenwet 2000. Het beleid zoals neergelegd in C22/6 Vreemdelingencirculaire 2000 is van toepassing.

Artikel 5

In artikel 5 is bepaald dat het besluit- en vertrekmoratorium eindigen op 1 april 2008. Met betrekking tot de beëindiging van het vertrekmoratorium zij nog gewezen op het volgende. Overeenkomstig hetgeen is vermeld in de Memorie van Toelichting bij de Vreemdelingenwet 2000 herleven de rechtsgevolgen van de afwijzing van de beschikking in ieder geval op 1 april 2008 of zoveel eerder indien de Minister het besluit geheel of gedeeltelijk intrekt. Verder is de Minister gerechtigd de moratoria tot een maximum van twaalf maanden te verlengen. Tegen de beëindiging van rechtswege staan geen rechtsmiddelen open.

De Staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak

Naar boven