Organisatiebesluit Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf

18 april 2007

Nr. GDDB2007015066

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 2, eerste en tweede lid, van het Coördinatiebesluit Inrichting en formatie rijksdienst en het Organisatiebesluit VROM 2005;

Besluit:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. het GOB: het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf;

b. de algemene leiding: de secretaris-generaal en, voorzover het betreft diens vervanging, de plaatsvervangend secretaris-generaal;

c. de vastgoeddiensten: Dienst Domeinen Onroerende Zaken, Rijksgebouwendienst, Dienst Landelijk Gebied, Dienst Vastgoed Defensie en Rijkswaterstaat;

d. de Rijkspartijen: de ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Verkeer en Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Economische Zaken, Financiën en Defensie.

Artikel 2

Taken van het GOB

1. Er is een Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB).

2. De taken van het GOB zijn:

a. het vaststellen van de uitgangspunten voor de berekening van de basiswaarde van Rijksvastgoed in overeenstemming met de dienst Domeinen Onroerende Zaken,

b. het adviseren over de inzet van het Rijk in gebiedsontwikkelingsprojecten,

c. het namens de betrokken Rijkspartijen opstellen van een financieel sluitend plan voor complexe gebiedontwikkelingsprojecten, inclusief samenwerkingsovereenkomst, eventueel in overleg met andere overheden en marktpartijen,

waarbij daar waar nodig de vastgoeddiensten worden ingeschakeld.

3. Het GOB staat onder leiding van de algemene leiding.

4. Het GOB bestaat uit de volgende onderdelen:

a. de Directie;

b. de Projectengroep;

c. de Expertgroep;

d. het Bedrijfsbureau.

Artikel 3

Mandaat, volmacht en machtiging

1. Aan de algemene leiding wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot aangelegenheden die verband houden met de taken, genoemd in artikel 2, tweede lid.

2. Tot de aangelegenheden, bedoeld in het eerste lid, behoren in ieder geval de aangelegenheden, bedoeld in artikel 3, tweede tot en met zesde lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging VROM 2005, met dien verstande dat voor diensthoofd algemene leiding en voor Organisatiebesluit VROM 2005 dit besluit dient te worden gelezen.

3. De algemene leiding is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat en het doorverlenen van zijn volmacht of machtiging.

Artikel 4

Citeertitel en inwerkingtreding

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

2. Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 april 2007.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.

Toelichting

Oogmerk van dit besluit is om, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van het Coördinatiebesluit inrichting en formatie rijksdienst, bekendheid te geven aan een nieuw onderdeel dat, in elk geval voor een periode van twee jaren, is ondergebracht bij het ministerie van VROM. Het betreft het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB). Het kabinet heeft in 2005 besloten een GOB op te richten dat gaat werken aan complexe multidepartementale gebiedsprojecten en daarin de eenheid van het rijk gestalte moet geven. Het GOB werkt zoveel mogelijk op bedrijfseconomische grondslag voor een beter maatschappelijk resultaat, waarbij de ruimte en instrumenten worden geboden om sneller kansen te benutten, en indien nodig risicodragend aan projecten met andere publieke en private partners deel te nemen.

Het GOB werkt in opdracht van de beleidsdepartementen. De opdrachtgevers hebben zich verenigd in het zogenoemde Opdrachtgeversberaad. Er is een ambtelijk opdrachtgeversberaad waarin VROM, V&W, LNV, Financiën, Defensie en EZ op Dg-niveau zijn vertegenwoordigd (en op ad hoc basis zo nodig ook andere departementen) dat regelmatig bijeenkomt. Het ambtelijk opdrachtgeversberaad heeft de bevoegdheid om projecten te kandideren en de inzet van het GOB nader te verkennen. Het bereidt vervolgens de besluiten over de inzet van het GOB en de business case voor. Gedurende de ontwikkeling van een business case volgt het ambtelijk opdrachtgeversberaad de voortgang en tussenresultaten. Per project is er een coördinerend departement dat het voortouw heeft bij de voorbereiding van de departementale besluitvorming en de communicatie daarover. Het GOB neemt deel aan het ambtelijk opdrachtgeversberaad maar is daarvan géén lid. Hiermee kan de informatie-uitwisseling tussen opdrachtgever en opdrachtnemer direct plaatsvinden.

Voorgenomen besluiten worden voorgelegd aan een ministerieel opdrachtgeversberaad waarin de bewindspersonen van de betrokken departementen zitting hebben. De minister van VROM roept de bewindspersonen bij elkaar op de voor het project noodzakelijke momenten zodat de rijksbesluiten in de pas lopen met het tempo van een project. De samenstelling van het ministerieel opdrachtgeversberaad is afhankelijk van het project.

Hoewel het uitvoeren van gemeenschappelijke opdrachten voorop staat, is afgesproken dat één departement de rol van eigenaar moet hebben. De betrokken bewindslieden hebben ervoor gekozen de minister van VROM deze rol te laten vervullen. Dit sluit aan bij de algemene zorg voor het ruimtelijke beleid van deze minister en de sturingsfilosofie van de Nota Ruimte.

Indien besloten is (na de kandidaatstelling en verkenning van een project, waarin het GOB een adviserende rol heeft) een project door het GOB uit te laten voeren, handelt het GOB namens de opdrachtgevende departementen. Dit wordt vastgelegd in een mandaatsbesluit. Binnen dit mandaat heeft het GOB dus de ruimte om zelfstandig te handelen. Het GOB schakelt individuele vastgoeddiensten waar nodig en mogelijk in bij de uitvoering van de projecten die aan het GOB zijn opgedragen. Het GOB zelf moet een relatief kleine en slagvaardige organisatie blijven waar expertise t.b.v. gebiedsontwikkeling wordt gebundeld.

Afgesproken is om de positionering van het GOB bij VROM na 2008 te evalueren. Ook kunnen zich nog wijzigingen voor gaan doen in de organisatie-opzet/werkwijze. Mocht blijken dat deze organisatie-opzet een structureel karakter krijgt, dan zal dit besluit worden ingetrokken en het GOB alsnog worden opgenomen in het Organisatiebesluit VROM 2005.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

Naar boven