Intrekking en vervanging Besluit opsporingsvergunning Oosterwolde

19 april 2007

Nr. ET/EM/7037592

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop

- Northern Petroleum Netherlands Limited, naderhand gewijzigd in NP Netherlands B.V. (hierna genoemd NPN) heeft op 22 februari 2005 een aanvraag ingediend om een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, 542) voor een gebied met een omvang van 126,5 km2 gelegen in de provincie Friesland, aangeduid met de naam Oosterwolde.

- Naar aanleiding van de onderhavige aanvraag is in het Publicatieblad van de Europese Unie van 28 april 2005, nr. C 103 en in de Staatscourant van 10 mei 2005, nr. 88, een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen om een opsporingsvergunning.

- Binnen de periode van dertien weken na plaatsing van bovenbedoelde uitnodiging in het Publicatieblad van de Europese Unie is geen andere aanvraag om een opsporingsvergunning ontvangen.

- TNO Bouw en Ondergrond, adviesgroep Economische Zaken, heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken bij brief, gedateerd 14 september 2005, advies uitgebracht.

- De Mijnraad heeft op 2 oktober 2006 op basis van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet advies uitgebracht (kenmerk MIJR/6078687).

Gedeputeerde Staten van de provincie Friesland (provincie Frieslân) heeft bij brief van l december 2005 op basis van artikel 16, van de Mijnbouwwet, advies uitgebracht.

- Zij vraagt in haar advies aandacht voor het natuurgebied Drents-Friese Wold, de Provinciale Milieuverordening, de Wet milieubeheer, het grondwaterbeschermingsgebied, de aanwezigheid van archeologische monumenten en eventuele schade aan belangen van derden en kabels en pijpleidingen. Deze opmerkingen hebben invloed op de uiteindelijke mogelijkheid van het opsporen van koolwaterstoffen, maar zijn voor de beslissing omtrent de opsporingsvergunningaanvraag, gelet op de criteria in de Mijnbouwwet, niet relevant.

- Voor de beoordeling van de aanvraag van de opsporingsvergunning spelen genoemde gebiedscriteria geen rol. Zij zijn relevant bij de beoordeling van de aanleg van de mijnbouwwerken die nodig zullen zijn voor de opsporing en de daarbij benodigde vergunningen.

- Het belang van het milieu is een criterium dat wordt beoordeeld in het kader van de milieuvergunning die nodig is voor de mijnbouwwerken. Deze beoordeling is thans niet aan de orde.

- Bij besluit van 22 maart 2007 met kenmerk ET/EM/7037592 is aan NP Netherlands B.V. een opsporingsvergunning, aangeduid met de naam Oosterwolde, verleend.

- Bij brief van 28 maart 2007 is van NPN een schrijven ontvangen waarin zij aangeeft dat de naam ten tijde van de vergunningprocedure reeds gewijzigd was van NP Netherlands B.V. in Northern Petroleum Nederland B.V., hetgeen in artikel 1 van deze beschikking is gecorrigeerd.

- Artikel 3 van de opsporingsvergunning Oosterwolde van 22 maart 2007 heeft betrekking op staatsdeelneming bij opsporing van koolwaterstoffen aan de zeezijde als bedoeld in artikel 82, van de Mijnbouwwet. Voor de opsporingsvergunning Oosterwolde is dit artikel niet van toepassing. Artikel 3 van de opsporingsvergunning is met deze beschikking komen te vervallen.

- Bij besluit van 6 december 2006 met kenmerk ET/EM/6102967 is aan NPN een winningsvergunning, aangeduid met de naam Oosterwolde, verleend.

- In de opsporingsvergunning Oosterwolde van 22 maart 2007 is vermeld dat het gebied van de winningsvergunning ‘Oosterwolde’ een enclave vormt en is uitgesloten van het beschreven gebied van de opsporingsvergunning Oosterwolde. Op bedoelde aanvraag om een winningsvergunning van 6 december 2006 is thans beschikt (Staatscourant van 12 december 2006, nr. 242), hetgeen in artikel 2 van deze beschikking is gecorrigeerd.

- De brief van 28 maart 2007 van NPN wordt geïnterpreteerd als een verzoek tot intrekking van haar, bij besluit van 22 maart 2007, verleende opsporingsvergunning en een verzoek voor het opnieuw verlenen van een opsporingsvergunning waarbij rekening wordt gehouden met bovenstaande punten.

Overwegingen:

- Voor het gebied waarvoor de opsporingsvergunning wordt aangevraagd zijn geen opsporings-, winnings- of opslagvergunningen in werking;

- De organisatie van NPN in Nederland is beperkt. Omdat seismische activiteiten en/of booractiviteiten niet direct na vergunningverlening zullen worden uitgevoerd is het niet nodig dat een organisatie direct volledig aanwezig is, maar wel tijdig voor aanvang van de activiteiten;

- De Mijnraad adviseert de Minister van Economische Zaken de opsporingsvergunning voor een periode van 5 jaar te verlenen. Binnen deze periode kan de vergunninghouder een passende organisatie in Nederland voorbereiden;

- Op grond van bovenstaande adviezen en overwegingen kan een vergunning voor de duur van 5 jaar verleend worden.

Gelet op:

De artikelen 6, 7, 9, 11, 12, 15, 17, artikel 21, derde lid, artikel 22, vijfde en zesde lid, 82 en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.7 van de Mijnbouwregeling;

Besluit:

Artikel 1

Aan Northern Petroleum Nederland B.V. wordt een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gebied dat is begrensd als volgt:

ten noorden:

vanuit het meest noordelijke, op de provinciegrens tussen Friesland en Groningen gelegen punt A, de provinciegrens in zuidoostelijke richting volgen tot het knooppunt van de provinciegrenzen tussen Drenthe, Friesland en Groningen nabij het punt B;

ten oosten:

a. vervolgens vanuit het onder ‘ten noorden’ genoemde punt B de provinciegrens tussen Friesland en Drenthe in zuidoostelijke richting volgen tot het snijpunt van deze grens nabij het punt C;

b. vervolgens de rechte lijn in westelijke richting volgen tot het punt D;

c. vervolgens de rechte lijn van het punt D in zuidoostelijke richting volgen over het punt E, tot het snijpunt van deze lijn met de provinciegrens tussen Friesland en Drenthe;

ten zuiden:

vervolgens in zuidwestelijke richting de provinciegrens Friesland en Drenthe volgen tot het punt waar de rechte lijn door het punt G en het punt F, deze grens snijdt;

ten westen:

a. vervolgens de rechte lijn van het onder ‘ten zuiden’ genoemde snijpunt in noordwestelijke richting door onder het ‘ten zuiden’ genoemde punt F tot onder het ten zuiden genoemde punt G;

b. vervolgens in noordoostelijke richting de rechte lijn van het punt G tot het punt H volgen;

c. vervolgens in noordoostelijke richting de rechte lijn van het punt H tot het punt I volgen;

d. vervolgens in noordwestelijke richting de rechte lijn van het punt I tot het onder ten noorden punt A volgen;

Het gebied van de winningsvergunning ‘Oosterwolde’ vormt een enclave en is uitgesloten van het hierboven beschreven gebied.

De coördinaten van de vermelde punten zijn:

Punt

X

Y

A

212.457,00

570.000,00

B

217.161,90

567.872,30

C

224.385,00

555.150,00

D

221.169,80

555.150,00

E

223.370,00

551.400,00

F

213.000,00

549.000,00

G

212.250,00

552.250,00

H

213.030,00

555.430,00

I

218.537,93

559.635,72

De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijks Driehoeksmeting.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van zijn aanvraag.

Artikel 4

De vergunning geldt voor een tijdvak van vijf jaren, nadat de beschikking onherroepelijk is geworden.

Artikel 5

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Artikel 6

Het besluit van 22 maart 2007, kenmerk ET/EM/7037592, tot verlening van een opsporingsvergunning aan NP Netherlands B.V. wordt ingetrokken.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvragers. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,namens deze:
Y. Peters,
MT-lid directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/1410), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven