Wrakingsregeling College van Beroep voor het bedrijfsleven

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de als bijlage aan dit besluit gehechte Wrakingsregeling College van Beroep voor het bedrijfsleven vastgesteld.

Den Haag, 23 april 2007.
Voor het College van Beroep voor het bedrijfsleven,
R.R. Winter, president.

Artikel 1 - Het wrakingsverzoek

1. Een verzoek om wraking dient:

a. afkomstig te zijn van een partij;

b. schriftelijk te worden gedaan, met dien verstande dat het gedurende het onderzoek ter zitting en gedurende het horen van partijen of getuigen in het vooronderzoek ook mondeling kan geschieden;

c. te worden gedaan zodra de feiten en omstandigheden waardoor volgens de verzoeker de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden aan de verzoeker bekend zijn geworden, onverminderd hetgeen de wet ter zake van het tijdstip van indiening bepaalt;

d. enige in dit verband van belang zijnde feiten en omstandigheden te vermelden waardoor volgens de verzoeker de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, met dien verstande dat alle feiten en omstandigheden tegelijk moeten worden voorgedragen, en

e. specifiek betrekking te hebben op een of meer leden van de kamer die de zaak behandelt.

2. Een verzoek om wraking kan worden ingediend tot de dag waarop uitspraak wordt gedaan.

Artikel 2 - De wrakingskamer

1. Tenzij in de wraking wordt berust legt de kamer die de zaak behandelt, het verzoek onverwijld voor aan de wrakingskamer.

Is het verzoek ter zitting gedaan, dan wordt het onderzoek ter zitting geschorst.

2. De wrakingskamer is een meervoudige kamer van het College. Leden wier wraking is verzocht, hebben in de wrakingskamer geen zitting.

3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid vindt eveneens toepassing indien het verzoek wordt gedaan in het kader van een beroep op grond van de Wet op de Registeraccountants, de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten en de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004.

Artikel 3 - Het niet in behandeling nemen van het verzoek

1. Een verzoek om wraking wordt niet in behandeling genomen indien het een volgend verzoek ten aanzien van hetzelfde lid betreft en geen feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.

2. Een verzoek om wraking wordt niet in behandeling genomen indien het een volgend verzoek betreft en het College eerder wegens misbruik heeft bepaald dat zulk een verzoek niet in behandeling zal worden genomen.

3. Een verzoek om wraking wordt niet buiten behandeling gelaten op andere gronden dan in het eerste en tweede lid genoemd.

4. De beslissing om het verzoek niet in behandeling te nemen is gemotiveerd en wordt hetzij mondeling ter zitting uitgesproken en nadien schriftelijk vastgelegd in het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, hetzij schriftelijk gegeven en in het openbaar uitgesproken. De schriftelijke of schriftelijk vastgelegde beslissing wordt onverwijld ter hand gesteld of toegezonden aan de verzoeker, de andere partij(en) en het lid wiens wraking was verzocht.

5. Na de openbaarmaking van de beslissing van de wrakingskamer wordt de behandeling van de zaak zo spoedig mogelijk voortgezet.

Artikel 4 - De behandeling van en beslissing op het verzoek

1. De wrakingskamer neemt het verzoek om wraking onverwijld in behandeling. De verzoeker en het lid wiens wraking is verzocht, worden in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. De wrakingskamer beslist zo spoedig mogelijk. De beslissing is gemotiveerd en wordt hetzij mondeling ter zitting uitgesproken en nadien schriftelijk vastgelegd in het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, hetzij schriftelijk gegeven en in het openbaar uitgesproken. De schriftelijke of schriftelijk vastgelegde beslissing wordt zo spoedig mogelijk ter hand gesteld of toegezonden aan de verzoeker, de andere partij(en) en het lid wiens wraking was verzocht.

2. De beslissing van de wrakingskamer strekt tot inwilliging of afwijzing van het verzoek. In geval van inwilliging wijst het bestuur van het College een lid of meer leden van het College aan om in de kamer die de zaak behandelt de plaats van het gewraakte lid of de gewraakte leden in te nemen.

3. Na de openbaarmaking van de beslissing van de wrakingskamer wordt de behandeling van de zaak zo spoedig mogelijk voortgezet.

Artikel 5 - Slotbepaling

1. Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2007.

3. Deze regeling wordt aangehaald als: Wrakingsregeling College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Naar boven