Vaststelling privacyreglement voor het politieregister ANPR (Automatic Numberplate Recognition)

De korpsbeheerder van het regionaal politiekorps Rotterdam-Rijnmond;

Gelet op het bepaalde in artikel 9, eerste en tweede lid, en artikel 10 van de Wet Politieregisters (Stb. 1990, 414);

Besluit vast te stellen het privacyreglement voor het politieregister ANPR (Automatic Numberplate Recognition) dat gevoerd wordt bij het regionaal politiekorps Rotterdam-Rijnmond.

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

1. de Wpolr: de Wet politieregisters;

2. het Bpolr: het Besluit politieregisters;

3. het regionaal politiekorps: het regionaal politiekorps Rotterdam-Rijnmond,

4. beheerder: de burgemeester van de gemeente Rotterdam, korpsbeheerder van het regionaal politiekorps;

5. registerbeheerder: de korpschef van het regionaal politiekorps;

6. gegeven: een gegeven dat herleidbaar is tot een individuele natuurlijke persoon;

7. verstrekken van gegevens uit het register: het bekend maken of ter beschikking stellen van gegevens, voor zover zulks geheel of grotendeels steunt op gegevens die in het register zijn opgenomen, of die door verwerking daarvan, al dan niet in verband met andere gegevens, zijn verkregen;

8. gegevensbeheer: de verantwoordelijkheid voor de juistheid van de ingevoerde gegevens, alsmede voor het bewaren, verwijderen en verstrekken van gegevens;

9. koppeling: het treffen van technische of organisatorische voorzieningen, waardoor verschillende verzamelingen van persoonsgegevens systematisch met elkaar kunnen worden vergeleken;

10. tijdelijk vergelijkingsregister: een register dat voor de duur van maximaal een week wordt samengesteld uit extracten van relevante politieregisters en andere bestanden die betrekking hebben op strafbare feiten, opgelegde boetes, belastingaanslagen of vonnissen en tot doel heeft een onmiddellijke vergelijking met ingescande kentekens te maken zodat bij een overeenkomst (hit) de politieambtenaren direct tot actie kunnen overgaan. De gewenste actie wordt daarbij aangegeven.

11. het register: het politieregister ANPR.

Paragraaf 2 Doel en werking

Artikel 2

1. Het register heeft tot doel de informatievoorziening in het kader van de uitvoering van artikel 2 van de Politiewet 1993 mogelijk te maken voor zover dit betreft de vergelijking van kentekens van voertuigen met voor de controleactiviteiten relevante gegevens uit politieregisters of andere bestanden betreffende gepleegde of te plegen strafbare feiten, verstoring van de openbare orde, hulpverlening, de uitvoering van gerechtelijke vonnissen en de inning van belastingaanslagen en boetes.

2. De door middel van het gebruik van camera’s langs de weg of in politievoertuigen ingescande kentekens worden geautomatiseerd vergeleken met de relevante gegevens betreffende kentekens in andere politieregisters of bestanden van derden samengebracht in het tijdelijke vergelijkingsregister. (zoals bijvoorbeeld het bestand van ongeldig verklaarde kentekens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer)

Voor zover het gegevens betreft die een onmiddellijke actie van politieambtenaren vergen (bijvoorbeeld staande houding of in beslagname) wordt deze vergelijking onmiddellijk en geautomatiseerd uitgevoerd. Dit wordt gedaan met behulp van het tijdelijk vergelijkingsbestand dat door het computersysteem dat de kentekenherkenning doet direct wordt vergeleken met de ingescande kentekens. Bij een ’hit’ wordt zoveel mogelijk direct tot actie overgegaan. De gewenste actie is in het bestand opgenomen. Dit tijdelijke vergelijkingsbestand wordt tenminste wekelijks geactualiseerd.

De ANPR apparatuur maakt in combinatie met het tijdelijke vergelijkingsbestand op deze wijze een voorselectie voor de controleactie. Bij de daadwerkelijke controle wordt door de controlerende ambtenaar gebruik gemaakt van de oorspronkelijke politieregisters en bestanden waaruit de gegevens voor het tijdelijk vergelijkingsregister zijn geëxtraheerd.

Vergelijking van de ingescande kentekens met gegevens uit politieregisters die niet om onmiddellijke actie vragen en derhalve niet noodzakelijkerwijs in het tijdelijke vergelijkingsbestand zijn opgenomen, vindt de volgende werkdag doch uiterlijk binnen een week plaats.

Bij overeenkomsten kunnen de gegevens uit dit register gebruikt worden om het register waarmee de gescande kentekens vergeleken worden, aan te vullen.

De ingescande kentekens blijven maximaal vier maanden bewaard teneinde op een later tijdstip alsnog te kunnen worden vergeleken met gegevens uit andere politieregisters, voor zover dat noodzakelijk is in het kader van ernstige verstoring van de openbare orde, zeer dringende gevallen van hulpverlening of de opsporing en vervolging van strafbare feiten waarop voorlopige hechtenis staat.

3. Gegevens uit het register kunnen worden gebruikt ten behoeve van interne bedrijfsstatistiek, interne bedrijfsvoering en interne ontwikkeling van beleid met betrekking tot de uitvoering van de politietaak.

Artikel 3

Het register wordt geautomatiseerd gevoerd.

Artikel 4

1. De registerbeheerder is, onder verantwoordelijkheid van de beheerder, belast met de zeggenschap over het register. Hij draagt zorg voor de naleving van de Wpolr, het Bpolr en het reglement. Hij treft daartoe onder meer voorzieningen van technische en organisatorische aard ter beveiliging van het register tegen verlies of aantasting van gegevens en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking daarvan. Tevens treft hij maatregelen ter bevordering van de juistheid en volledigheid van de in het register opgenomen gegevens.

2. Met de dagelijkse leiding van het gegevensbeheer is belast het Hoofd van de Regionale Informatie Organisatie.

Paragraaf 3 Inhoud van het register

Artikel 5

In het register worden gegevens opgenomen betreffende eigenaren, houders en inzittenden van voertuigen.

Artikel 6

Omtrent de in artikel 5 genoemde categorie van personen worden ten hoogste de volgende soorten van gegevens opgenomen:

a. kenteken van het voertuig

b. locatie en tijdstip waar het voertuig zich op het moment van inscannen bevond.

c. een digitale afbeelding van het voertuig (foto)

d. Partiële afbeeldingen van inzittenden voor zover deze door de ruiten van het voertuig door de camera waargenomen worden.

Artikel 7

In aanvulling op de in artikel 6 genoemde gegevens worden omtrent de in artikel 5 genoemde categorieën van personen gegevens opgenomen betreffende hun ras voor zover dit onder bepaalde omstandigheden voortvloeit uit de gebruikte techniek voor de partiële afbeeldingen als bedoeld in artikel 6 lid d.

Paragraaf 4 Verwijdering, vernietiging en correctie opgenomen gegevens

Artikel 8

1. De gegevens worden uit het register verwijderd wanneer zij niet langer noodzakelijk zijn voor het doel van het register.

2. De gegevens worden in ieder geval verwijderd na verloop van vier maanden na het moment van inscannen van het kenteken.

Paragraaf 5 Verstrekking van gegevens

Artikel 9

1. Verstrekking van gegevens vindt plaats in overeenstemming met de Wpolr en het Bpolr.

Paragraaf 6 Rechtstreekse toegang tot het register en protocol

Artikel 10

Rechtstreekse toegang tot het register, dan wel onderdelen daarvan, hebben personen die daartoe overeenkomstig de Wpolr en het Bpolr door de registerbeheerder zijn geautoriseerd. De autorisatie geeft aan voor welk doel de rechtstreekse toegang wordt verleend

Artikel 11

1. Van iedere verstrekking (hit) die rechtstreeks langs geautomatiseerde weg geschiedt, wordt overeenkomstig de Wpolr en het Bpolr aantekening gehouden.

2. Van iedere verstrekking die niet rechtstreeks langs geautomatiseerde weg geschiedt, wordt overeenkomstig de Wpolr en het Bpolr aantekening gehouden, tenzij overeenkomstig het doel wordt verstrekt aan vaste gebruikers.

3. Vaste gebruikers zijn:

a. personen die geautoriseerd zijn tot rechtstreekse toegang,

b. overige door de registerbeheerder bij besluit aan te wijzen personen of instanties aan wie bijna dagelijks gegevens worden verstrekt.

Paragraaf 7 Rechten van de geregistreerden

Artikel 12

1. Een geregistreerde kan de registerbeheerder ingevolge artikel 20 van de Wpolr verzoeken hem mede te delen:

a. of hij in het register voorkomt;

b. welke gegevens over hem in het register zijn opgenomen;

c. van wie of van welke instanties de in het register over hem opgenomen gegevens zijn verkregen;

d. aan wie of aan welke instanties gegevens over hem zijn verstrekt.

2. Een verzoek tot kennisneming dient schriftelijk gericht te worden aan de registerbeheerder, t.a.v. de privacyfunctionaris van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond, postbus 70023, 3000 LD Rotterdam. Het verzoek is ontvankelijk na ontvangst van de betaling van 4,50 Euro op girorekeningnummer 172039 onder vermelding van ‘privacyverzoek’.

3. Een verzoek tot kennisneming wordt ten aanzien van minderjarigen die de leeftijd van 16 jaren nog niet hebben bereikt, en ten aanzien van onder curatele gestelden gedaan door hun wettelijke vertegenwoordigers.

4. Een verzoek tot kennisneming kan, onder overlegging van een bijzondere daartoe strekkende schriftelijke machtiging, namens de betrokkene worden gedaan door diens advocaat of procureur.

5. Een verzoek tot kennisneming kan, onder overlegging van een bijzondere daartoe strekkende schriftelijke machtiging, namens de betrokkene eveneens worden gedaan door een ander. Mededelingen aan een dergelijke gemachtigde vinden niet plaats indien aangenomen kan worden dat deze mede een zelfstandig belang heeft bij de mede te delen gegevens of indien tegen hem ernstige bezwaren bestaan.

6. Op een verzoek tot kennisneming wordt binnen vier weken nadat het verzoek ontvankelijk is, beslist.

7. De registerbeheerder draagt zorg voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit van de verzoeker. De behandelend functionaris kan verlangen dat de verzoeker hem bescheiden toont waaruit zijn identiteit blijkt alsmede die van degene namens wie hij optreedt.

8. Aan een verzoek tot kennisneming wordt geen gevolg gegeven voor zover de goede uitvoering van de politietaak daartoe noodzaakt.

9. In geen geval worden mededelingen in antwoord op een verzoek tot kennisneming in schriftelijke vorm gedaan.

Artikel 13

1. Een geregistreerde aan wie ingevolge artikel 20 van de Wpolr kennisneming is verleend, kan de registerbeheerder Ingevolge artikel 22 van de Wpolr verzoeken:

a. bepaalde gegevens over hem te verbeteren;

b. bepaalde gegevens over hem aan te vullen;

c. bepaalde gegevens over hem te verwijderen;

d. gegevens over hem af te schermen.

2. Een correctieverzoek dient schriftelijk gericht te worden aan de registerbeheerder, t.a.v. de privacyfunctionaris, Postbus 70023, 3000 LD Rotterdam. In het verzoek dient de gewenste verbetering, aanvulling of verwijdering aangegeven te worden.

3. Een correctieverzoek wordt ten aanzien van minderjarigen die de leeftijd van 16 jaren nog niet hebben bereikt, en ten aanzien van onder curatele gestelden gedaan door hun wettelijke vertegenwoordigers.

4. Een correctieverzoek kan, onder overlegging van een bijzondere daartoe strekkende schriftelijke machtiging, namens de betrokkene worden gedaan door diens advocaat of procureur.

5. Een correctieverzoek kan onder overlegging van een bijzondere daartoe strekkende schriftelijke machtiging, namens de betrokkene eveneens worden gedaan door een ander. Mededeling aan een dergelijke gemachtigde vindt niet plaats indien aangenomen kan worden dat deze mede een zelfstandig belang heeft bij de te verstrekken gegevens of indien tegen hem ernstige bezwaren bestaan.

6. Op een correctieverzoek wordt binnen vier weken nadat het verzoek ontvangen is, schriftelijk beslist. Een weigering wordt gemotiveerd.

Paragraaf 8 Verbanden met andere gegevensverzamelingen

Artikel 14

De gegevens hebben geen koppelingen, als bedoeld in de wet, met andere bestanden.

Het tijdelijke vergelijkingsregister bestaat uit deelbestanden die geselecteerd worden uit bestaande politieregisters en andere bestanden van belang voor handhavingsacties. Afhankelijk van het doel van de handhavingsacties worden de terzake relevante deelbestanden ingebracht in het tijdelijke vergelijkingsregister voor een directe vergelijking met de gescande kentekens. De ingebrachte deelbestanden bevatten aanwijzingen voor de handhavers ter plaatse met betrekking tot te nemen actie bij een hit.

Uit de combinatie van gescande kentekens en de genoemde deelbestanden worden geen nieuwe gegevens gevormd. Bij een hit wordt na de genomen acties, indien dit relevant is, wel de oorspronkelijke bestanden bijgewerkt. Als voorbeeld: als na een hit wegens een openstaande boete, de boete ter plaatse betaald wordt, zal dit naderhand in het opsporingsregister verwerkt worden. Deze werkwijze is niet anders dan indien geen gebruik wordt gemaakt van ANPR apparatuur.

Paragraaf 9 Slotbepaling

Artikel 15

1. Het reglement wordt voor een ieder ter inzage gelegd op het hoofdbureau te Rotterdam en de bureaus waar het register gevoerd wordt of rechtstreeks toegankelijk is.

2. Het reglement treedt in werking op de dag van publicatie van de terinzagelegging.

3. Het reglement kan worden aangehaald als: Reglement ANPR.

Rotterdam, 1 april 2007.
De Korpsbeheerder Politieregio Rotterdam-Rijnmond,
Mr I.W. Opstelten.

Naar boven